ïo. 52.
Zaterdag 30 Juni 1906.
3e Jaargang.
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
l((Ten voordeele der
[algemeene armen."
FEUILLETON.
Dolende Ridder.
Het leger contra den Tsaar.
Allerlei.
DE EEMLANDER.
Verschijnt
|w*ensdags en Zaterdags.
Bureau
Hendrik van Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertcntiëu
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Het kan niet ontkend worden: ons
Ivolk is een weldadig volk! Wij willen
Idaarinede niet zeggen, dat de weldadig-
llieid ons kenmerkend onderscheidt van
landeren, maar dat wij haar gemeen
[hebben met al die volken die een zekere
■trap van beschaving bereikt hebben
■Niet te vergeefs doet een hulpbehoevende,
■niet vruchteloos cenigc corporatie, arm-
bestuur, commissie een beroep ten be-
hoeve van lijdenden, armen enz., een
I beroep op de weldadigheid, of de harten
I worden bewogen, de portcmonnaie ge-
I opend, als wij eens konden optellen
I het bedrag der giften die in het open-
Ibaar of verborgen geschonken werden,
wij zouden een cijfer voor oogen krijgen,
dat ons van verrukking in de handen
I zou doen slaan.
Nu zou men echter dwalen, indien
I men meende dat van het geheele bedrag
rechtstreeks de bedoelde armeu of nood
lijdenden voordeel hadden. Er gaat een
deel, van hetgeen ten behoeve der
armen gevraagd en gegeven wordt voor
hen te loor, niet opzettelijk, maar door
een misverstand van gevers en welwil-
I lenden, die gaarne iets willen afzonde
ren voor hun misdeelde natuurgenooten.
Dit is het juist waarop wij de aan
dacht wilden vestigen. De giften of
sommen, die men zoogenaamd voor de
algemeene armen bestemt en vraagt,
bereiken niet het doel dat men er mee
beoogt, om de eenvoudige reden, dat
't er met wat men algemeene armen
noemt, zoo mee gelegen is, dat er in
den regel van een extra uitkeering aan
die algemeene armen door het geld voor
hen te zamen gebracht geen sprake is,
of kan zijn. In den nood der hulpbe
hoevenden wordt voorzien door kerke
lijke armbesturen, door particulieren,
liefdadighcidstellingen, commissiën, ver-
eenigingen en tutti quanti. Hetgeen
De werken, die een schrijnen met wellust
I schrijft, zijn gewoonlijk de beste, gelijk de
I kinderen der liefde de schoonste zijn.
CJit het Engclsch
van
EDNA LYALL.
49.)
„Ik heb haar van morgen nog niet
gezien", zeide Carlo een slechte tijd
voor zijne zuster voorziende, „maar
zeg eens, hoe moet 't met deze
brieven?"
Doch Herliuo was als een hond met
een been, hij wilde er in bijten, eerst
aan de eene en dan aan de andere zijde
en al6 ge dacht dat 't geheel over was
begon hij weer van voren af aan.
„Zeker nog niet op" riep hij boos,
1t is afschuwelijk, zij steekt nooit een
vinger uit om mij te helpen, en laat als
naar gewoonte alles in 't honderd
loopen."
Hij stapte de kamer uit en liet de
die instellingen eu vereenigingen noodig
hebben wordt uit vrijwillige bijdragen,
collecten, inkomsten door erfmaking enz.
gevonden. Velen der nooddruftigen
profiteeren daarvan.
En gift nu aan zulke kerkelijke arm
besturen, of particuliere inrichtingen ge
schonken kan lien, die de tering naar
de nering moeten zetten, en hunne uit-
keeringen afhankelijk moeten maken
van hetgeen hun geschonken wordt, in
staat stellen de uitkeering of toelage
te verhbogen, of het getal hunner be-
weldadigden te vermeerderen.
Het de officieele armverzorging, of
met het Burgerlijk Armbestuur dat
zorgen moet dat de armen, die niet in
de particuliere weldadigheid doelen, niet
van kommer en elleude omkome is
zulks niet het geval. Op iedere ge-
meentebegrooting is een som aange
wezen waaruit gevonden moet worden
hetgeen noodig is voor die armen die
niet, of niet voldoende door de particuliere
liefdadigheid worden gesteund. Blijkt
het dat die som niet groot genoeg is,
dan wordt het te kort gedekt door een
toelage uit de gemeente-inkomsten te
vinden, en ieder weet dat de inkomsten
voor een gemeente noodig, onder meer
gevonden worden door den hoofdelijken
omslag, van de belastingschuldigeburgerij
te heffen.
Wanneer ik nu geleid word door de
gedachte: „ik wil aan de armen eens
een extra gift doen toekomen", en ik
geef dat geld aan de algemeene armen,
dan komt het in mindering van hetgeen
de gegoede burgerij moet opbrengen,
maar niet tot rechtstrccksch voordcel
van den hulpbehoevende wiens nood
men op het oog had. Stel dat gij hou-
derd gulden geeft, geen geringe gift,
en het Burgerlijk Armbestuur heeft
rekening te houden met de behoefte
van een duizeudtal; dat zou dan wezen
tien cents per ziel, en ook dat zou niet
gering zijn; maar wat baat nu uw gift,
nu zij in mindering wordt gebracht van
sluizen van zijn toorn zeker boven
Nita's hoofd open staan want spoedig
daarna verscheen zij, zeer slecht ge
luimd er uitziend en met een toornige
glans in hare oogen, die Carlo tc goed
had leeren begrijpen.
Alles had hij kunnen verdragen als
hij Nita's liefde maar had kunnen win-
zeu doch de paai eerste dagen, toen
zij zich bepaald dankbaar jegens hem
hem gevoelde, omdat hij haar had gered
van wat zij in haar betere luim als
zonde beschouwde, had zij nooit voor
hem eenige soort van genegenheid ge
voeld of beweerd te voelen. Als zij
alleen met hem was of als zij iots ge
daan wilde hebben, placht zij dikwijls
beleefd en zelfs vriendelijk jegens hem
te zijn, doch in tegenwoordigheid van
anderen scheen zij er vermaak in te
scheppen hem te plagen en zij zorgde
er wel voor dat hij niet vergat, dat hij
de jongere in jaren was. Die als „oudere
zuster" wijze van behandelen is nooit
heel prettig voor een man en was be
paald onaangenaam voor Carlo omdat
hij met Anita zoo weinig gemeen had.
Dit maakte het het hem wellicht zoo
moeielijk haar voor zich te winnen. Zij
hadden geen gelukkige gedachten uit
hunne kindschheid, die tusschen broeders
en zusters zoo'n sterken band vormen,
zij waren van elkander gescheiden op
gevoed en als Nita al eens vau 't
klooster thuis kwam, was er weinig
het te kort, stel van 300 gulden; gij
hebt mij in mijn hoofdelijken omslag
misschien een tiende van een cent ver
licht, maar geen enkelen arme geholpen.
Daarom betreuren wij het, zoo dik
werf wij het een of ander ondernomen
zien. waarbij tor opwekking van deel
neming: „ten bate der algemeene armen",
staat.
O! Gij edelmoedige, die door uw
goed hart gedreven wordt om u talent
of geld aan te wenden ter verlichting
van den nood uwer misdeelde medc-
menschen, gooi uw geld niet in het
water en verricht geen ijdel werk. Door
kerkelijke diaconiën, door particuliere
instellingen, door tijdelijke of voortduren
de commissiën met uw gift of opbrengst
te verblijden, bereikt gij inderdaad het
doel dat gij beoogt. Geef aan één diaco
nie of aan alle gelijkelijk naar rato van
hun zielental, geef aan een Dorcas, aan
een vereeniging tot werkverschaffing,
aan een commissie die zich belast heeft
met de voeding der schoolgaande kin
deren, geef aan inrichtingen van dien
aard de vrucht van uw arbeid, dan ver
kwikt gij zeker enkelen; door aan de
algemeene armen te geven, geeft gij
geen kruimke brood aan één enkele.
Geef bovenal aan „Liefdadigheid" eene
vereeniging, die allen van alle gezindten
steunt zoo goed het kan en die dat
doet slechts na een zeer ernstig onder
zoek.
Wij meenden hierop de aandacht te
moeten vestigen, om een dwaling te
bestrijden, die nog wel eens voorkomt.
O. B.
De antithese doemn-Tsaar is in Rus
land een feit geworden. De constitu-
tioncelen voeren in de doema het hoogste
woord. Ze arbeiden met andere partijen
vereenigd aan den val van het tegen
woordig ministerie, dat beschouwd kan
worden als de rempart van de autocratie,
bewijze de hardnekkige geruchten dat
liefde tusschen hen geweest. Op haar
negentiende jaar verliet zij voor altijd
het huis en gaf haar lol in Herlino's
handen en nu na een tijdsverloop van
vijfjaren waren broeder en zuster bijna
vreemdelingen voor elkaar en Carlo
trachtte meermalen 't bolwerk, dat hen
scheidde, in wauhoop af te breken.
Als hij voor haar even onverschillig
was geweest al zij voor hem, dan
zouden ze zonder veel zorg hebben
kunnen voortleven, maar hij hield van
haar, niet als datgene wat zijne moeder
hem op haar sterfbed bepaald had op
gedragen, niet alleen met de familie
liefde, die hem 't eerst te hulp was
gekomen in dien tijd van doffe smart,
doch met die goddelijke liefde, die hem
kracht gegeven had, zich voor haar op
te offeren.
Het valt dikwijls moeielijker om de
karakters te begrijpen van onze naaste
verwanten, dan die van oppervlakkige
kennissen, juist die nauwe betrekking
hindert ons om een ware blik op hen
te slaan en 't was dan ook misschien
Carlo's liefde, die lien ten opzichte van
Nita blind maakte. Hij schreef haar
deugden toe, die zij niet bezat en hij
was pijnlijk getroffen als 't dagclijkschc
leven hem hare tekortkomingen toonde.
Hij placht bij zich zelveu te zeggen: „Iszij
niet 't kind van mijn vader en
moeder?"
Hoe is 't dan mogelijk, dat zij in
eerlang een ministerie gevormd zal worden
uit de meerderheid in de doema. Komt
dit ministerie tot stand, dan is in begin
sel ook de autocratie veroordeeld.
Zooals in allo geweldstaten tracht de
autocratie iu Rusland zijn positie te ver
sterken door het leger aan zich te ver
binden. En naar talloozc historische
voorbeelden geschiedt .dit door vorming
van lijfgarden, op wier gehechtheid aan
den troon door bijzondere gunstbewijzen
wordt gespeculeerd.
Een van de aanleidingen tot dergelijk
ambtsbetoon werd tot heden toe altijd
gezocht in een opcommandeeren van
het te bevoorrechten regiment naar
Krasnoje Selo. Er werd dan voor den
Tsaar parade gehouden; deze sprak de
soldaten toe, dankte hen voor hun
trouw aan hot vaderland en beloonde
de officieren met ouderscheidingen. De
commandant werd generaal a la suite
en een officier werd benoemd tot vleugel
adjudant. Tot voor korten tijd twijfelde
niemand aan de waarde van deze
kleine comedie van keizerlijke welwil
lendheid.
Toch werd al sedert maanden beweerd
dat de discipline zelfs in de lijfgarde
regimenten verminderde. Waar schijnt
hel zelfs te zijn dat op een dag een
deputatie uit de manschappen van een
lijfcavalerie-rcginicnt verscheen bij een
lid van de coustitutioneel-deniocratische
partij om hem tc bedanken voor een
rede in de doema, die alles behalve
malsch was geweest voor de regeering.
Yast staat ook, dat de soldaten met alle
middelen door de revolutionairen be
werkt worden; en onjuist als de regec
ring beweert dat alleen sociale eischen
de oorzaak zijn van de soldatenoproeren.
Onder de troepen in Mandschoorijc
welkten de socialisten en ze bereikten
ook de krijgsgevangenen in Japan, waar
de regecring dit oogluikend toeliet. Ge
volg daarvan waren de muiterijen in
Charbin, Wladiwostok en andere plaat
sen. De reservisten kwamen in liet
haar binnenste niet werkelijk waar en
liefhebbend is?" Haar hij zag niet in
wat een onverschillig toeschouwer zou
gezien hebben, dat hoewel Nita vele
goede gaven had geerfd, hare opvoeding
en levenswijs voldoende waren geweest
om die uit te wisschen.
Eigenlijk was haar karakter een
natuurlijke losbarsting van eene lang
durige tirannie. De tirannie in 't kloos-
liad haar bedriegen geleerd, bedriegen
was zoo zeer hare gewoonte geworden
dat zij de leugen een zeer vergefelijke
zonde vond en zij er in 't geheel
geen bezwaar in zag om 't gene zij
wenschte te bezitten langs slinkschc
wegen te verkrijgen.
Was zij niet verplicht dïe tirannen te
misleiden? Door haar huwelijk meende
zij liefde eu vrijheid verkregen te heb
ben, maar er waren geen drie maanden
noodig om haar te doen zien, dat zij
zich zeer had vergist en dat zij zich had
verkocht aan een bijna ondragelijke
slavernij.
Als een vrouw zoo'n vreeselijke
ontdekking doet zijn er slechts twee
wegen open, zij moet zwemmen of
verdrinken, er is geen tusschenweg.
Nita beproefde nooit van haar man te
houden, zij trachte nooit de kloof, die
hen scheidde te overbruggen, hij tirani-
seerde haar zooals in zijn aard lag, en
zij onderwierp zich in ellendige, slaafsche
wanhoop, terwijl zij hem met haar
vaderland terug als een „teugellooze
bende"; ondanks alle moeite die het
officierscorps zich gaf het kwaad te
bestrijden bleef het doorgisten, zooals
thans het geval met het Preobraschenski
regiment bewees.
Dat corps, waarm alle leden van de
keizerlijke familie een poos gediend heb
ben, bedankte voor de gebruikelijke
hulde naar Krasnoje Selo te gaan, omdat
het de „Doema niet uiteen wilde drijven."
Tusschen trouw aan den Tsaar en geloof
in de volksvertegenwoordiging, koos het
het laatste!
De commandant, generaal-mujoor it
la suite, outving wegens het gebleken
gebrek aan ordo en tucht een strenge
berisping, zooals thans in het officieele
orgaan van het legerbestuur wordt mede
gedeeld.
Dat de regecring alzoo zelf moet
toegeven, dat orde en tucht ontbreken
in het lijfgarde-regiment is een beken
tenis, die te deuken geeft. Nog teeke-
nender echter is het, dat het regiment
zijn trouw aan den Tsaar opgaf, toen
het gold tc rechten van de doema te
verdedigen.
Het leger, zoo kan men zeggen, staat
aan de zijde van de doema; en daar
mede is het direct verband van Tsaar
en leger, van Tsaar on volk verbroken.
Aan te nemen is het niet, dat het
voorval directe gevolgen zal hebben
doch als phase in het ontbindinsproces
vau autocratie is het der aandacht
waard.
Dat het toeval in 's menschcn leven
en overal 'n enorme rol kan spelen, is
bekend. Daar is niets zoo verraderlijk
als het toeval. Feitelijk geschiedt alles
toevallig. De slag van Haterloo moet
toevallig gewonnen zijn. Je komt toe
vallig aan je vrouw. De leerplichtwet
is bij toeval aangenomen
Geen wonder dat zelfs worstelwed
strijden aan de wetten van het toeval
moeten gehoorzamen. Waar ze ook
ganschc hart vreesde en haatte. Zoo
zonk zij steeds dieper en natuurlijk was
er, als altijd, een Comerio, die haar
daarin hielp. Sardoni beschouwde haar
als te zijn harteloos en gemeen, doch zij
was niet zoo harteloos, dat zij ongevoe
lig was voor de bekorting van Comerio's
toewijding, die zoo scherp afstak bij de
wreedheid van haar echtgenoot, en zij
was niet gemeen genoeg om gemakke
lijk in den val te loopen, die vóórhaar
open stond. Comerio's slechte invloed
vermoerde zoo snel, dat zij er bevreesd
voor werd, zij stond aan den rand van
den afgrond, doch op dat oogenblik
was zij door een innerlijke aandrang
omgekeerd en naar hare moeder ge
sneld.
Toen had zij zich aan Carlo's genade
overgegeven, had alles hekend en hem
om hulp gevraagd, hij had zijn leven
er voor opgeofferd, doch nu alles kalm
voorbijging, kwam een plotselinge reactie
over de arme Nita en wenschte zij wel
anders te hebben gehandeld.
Wordt vervolgd).