No. 57. Woensdag 18 Juli 1906. 3e Jaargang. Wees U Zelf! Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". t Wolkenspel. De vervroegde winkelsluiting elders. FEUILLETON. Dolende Ridder. Verschijnt Woensdags en Zaterdags. DE EEMLANDER. tinreasi Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der udvertentiëu Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 {Bij abonnement aanmerkelijke korting.) Nu een deel der Amsterdamsche winkeliers, deels uit conservatisme, deels uit pure bekrompenheid, deels onder den invloed der holle rechtsformules van mr. Levy, zich verzet tegen hun eigen wel zijn en dat van hun medewinkeliers: het voorstel tot gemeentelijke invoering der negen-uur-sluiting, nu kan het geen kwaad, nog eens een en ander in herinnering te brengen van wat hier over in het buitenland is voorgevallen. De heeren die nu zoo'n keel opzetten, moeten niet denken dat zij iets nieuws beweren; heel dit kabaal is in Duitsch- land ook vertoond en de lawaaimakers van vroeger schamen er zich nu voor. In Duitschland, zooals men weet, is de zaak bij Rijkswet geregeld. De wet van 30 Juni 1900 schrijft voor, dat alle winkels in het Rijk van 's avonds negenen tot 's morgens vijven gesloten moeten zijn, met door de overheid aan te wijzen uitzonderingen. Verder bepaalt dezelfde wet: .Op verzoek van minstens twee derden der betrokken winkeliers kan voor een gemeente of meerdere plaat selijk onmiddellijk samenhangende ge meenten bij beschikking van hoogcr bestuur, de gemeentebesturen gehoord, voor alle of voor enkele bedrijfstakkeu bepaald worden, dat de winkels gedu rende bepaalde tijdsruimten of gedurende het geheele jaar ook in den tijd tusschen 8 en 9 uur 's avonds en tusschen 5 en 7 uur 's morgens voor het handelsverkeer gesloten moeten zijn." Nu zou men zoo zeggen: als die negen-uur-sluiting zoo'n verderfelijke maatregel, zoo'n schandelijke dwang was, dan zou geen enkel winkelier, laat staan twee derden van alle winkelhors van een bedrijf, sterker nog: van een heele stad, het in 't hoofd krijgen, om nog uitbreiding van dien dwang te vragen, om zelf te vragen den dwang niet om Alle hartstochten zoeken op wat ze voedt: de vrees mint het denkbeeld ran gevaar. Uit het Engclsch van EDNA LYALL. 54.) Gedurende eenige mimuen stond hij stil, de stemmen in de kamer achter hem slechts onverstaanbaar hoorend, door oen waas de vuile straat ziende en toen met een groote lust om met zijn gedachten alleen te zijn, verliet hij de kamer en het huis en wandelde naar St.James Park. Comerio was hen gevolgd! Comerio was in Engeland, in London zelfs! Wat toch kon hem bewogen hebben in dit jaargetij naar London te komen, behalve de wensch en het plan om Anita te ontmoeten? Het nieuws gaf hem een nieuw inzicht in een paar ruwe wenken en zinspelingen, een poosje geleden door 9 uur, maar al oin S uur te laten ingaan, en niet om 5 uur, maar pas om 7 urn- te laten eindigen. Do ervaring leert echter niet alleen, dat er enkele zulke verdwaasden waren, maar dat er voortdurend meer komen, zoovele tienduizendenvan zulke op-dwaug beluste winkeliers, dat stad na stad de acht-uur-sluiting invoert. In de „Soziale Praxis" van 27 Novem ber 1902 kon men het volgende lezen: „Den len October j.l. was het twee jaar geleden, dat in Duitschland bij Rijkswet een algemeene winkelsluiting doorgevoerd werd. Aran al de overdreven vrees, die in de negen-uur-sluiting de ruïne van een groot deel der zaken wereld zag, of die een algemeen protest van het koopeud publiek voorspelde, is niets bewaarheid. Verrassend snel, zon der eenigerlei bezwaren, hebben alle betrokken kringen zich in de nieuwe bepalingen ingeleefd. Het publiek heeft zich er aan gewend, zijn inkoopen nam een vroeger uur te verschuivenpatroons zoowel als bedienden genieten met gelijke bevrediging den langeren rusttijd." En dan wordt een reeks steden opge noemd, waar toon, reeds twee jaren na de invoering van de negen-uur sluiting, plaatselijk op verzoek van twee derden der winkeliers zeiven, de acht-uur-sluiting was of spoedig zou worden ingevoerd. In Lübeck, Bremen, Pforzheim was zij al ingevoerd en: „In ongeveer 30 steden is de beweging ten gunste van de acht uur-winkelsluiting spoedig*ten einde en overal zijn de kansen gunstig. In Mainz zijn zelfs de sigarenwinkels, waarvan beweerd werd dat zij door de negen uur-sluiting het meest benadeeld zouden worden en waarvoor in den Rijksdag zelfs een uitzonderings-bepaling tot ver gunning van een elf-uur-sluiting werd voorgesteld, met de invoering van de acht-uur-sluiting voorgegaan. In heel Zuid-Duitschland is de zeven-unr-winkel- sluiting haast algemeen gebruikelijk en men zal moeilijk het bewijs kunnen Gomez geuit. Een ellendig gevoel van geheel zonder hoop te zijn, maakte zich van hem meester, hij had beproefd en geworsteld, hij had alles opgegeven om dat kwaad te verhoeden, hij had schaamte, smart en onbeschrijfelijke ellende verdragen en hier zag hij aan al zijn plannen den bodem ingeslagen. Hoe zou hij hoop kunnen voeden zoo'n sliinmen vijaud als Comerio de baas te zijn? Hoe zou hij zijne zuster kunnen redden, als zij niet gered wensebte te worden? Hij kon zelfs niet gevoelen dat hij eenigen invloed over haar bezat het kwam hem voor dat zij hem hoe langer hoe meer met ecne verachtelijke onverschilligheid behandelde, ja somtijds zeis met een volslagen afkeer. Had hij alles voor haar opgegeven, alleen om door haar te worden gehaat? Had hij alles wat hem lief was moeten verliezen om niet in zijn pogingen te slagen? Die korte regels van de Times waren hem als een steen op 't hart gevallen. Hij was verdrietig het dor uitziende park rondgewandeld. De mist was niet zoo dik als de vorige dag, door een sluier van damp kon hij het grauw- kleurige water zien en de eenden, die or doelloos in rondzwommen en in do verte de omtrek van groote huizen. Daar weerklonk het klokkenspel van West-minister en hij herinnerd zich hoe Francesca hem, lang geleden, de woor den van die melodie gezegd had: brengen, dat daardoor de omzet dei- winkeliers in Zuid-Duitschland kleiner, hun economische toestand ongunstiger zou zijn dan die van hun Noord-Duitsche collega's. Dat zijn feiten en de Amsterdamache winkeliers zouden goed doen, meer naai de feiten te luisteren, dan naar de beschimmelde rechtsbeschouwingen van mr. Levy In een ander nummer van hetzelfde Duitsche weekblad wordt nog een uiterst sprekend feit meegedeeld, dat eiken twijfelaar toch, dunkt ons, wel moot over tuigen. In Lübeck had de plaatselijke overheid op 13 April 1901 de acht-uur- sluiting ingevoerd, nadat de betrokken winkeliers met 850 tegen 221 stemmen den wenscli daartoe te kennen haddon gegeven. Er bleek echter een formeelc fout in de verordening te zijn, waarvan de rechtbank gebruik maakte om haar voor een deel der winkelbedrijven on geldig te verklaren, waarop de Senaat de geheele verordening op 22 Novem ber 1902 weder introk. De winkeliers hadden intusscheu anderhalf jaar lang den zegenrijkeu invloed der acht-uur- sluiting ondervonden en 1135 winkeliers richtten zich met een adres aan den Senaat, waarin zij vroegen, de acht-uur sluiting wederom in te voeren. De Senaat liet nu een nieuwe stemming plaats hebben en daarbij verklaarden zich 1254 winkeliers voor en slechts 00 tegen de acht-uur-sluiting. Het aantal tegenstan ders was dus, onder den invloed dei- ervaring, van 21 pCt. tot 4V2 pCt.gedaald! In Amsterdam zal het juist zoo gaan daaraan valt niet te twijfelen. Honderden winkeliershoofden, die thans nog vol hersenschimmige burgermansvrees voor deze „nieuwigheid" zitten, zullen dooi de ervaring in korten tijd van Saulussen tot Paulusseu bekeerd worden. Om dit geneziugsproces thans reeds, zoo mogelijk, een handje te helpen, willen wij nog een en ander uit een ander laud mededeelon. „Heer, door dit uur, Wees Gij onze gids, Zoo zal door uw macht Geen voet wankelen." Maar hij was te wanhopig om te bidden en even later waarschuwde „Big Ben"1) hem, dat hij zich moest haasten om op tijd terug te zijn voor de repititie van „Un Ballo in Maschera." Hij kwam in den schouwburg zich ongesteld en in slechten luim gevoelend en ging naar de wachtkamer, waar hij Sardoni vond, die er opgewekter uitzag, dan hij gedurende eenigen tijd had gedaan, en die plaag- lustig liem aankeek. „Ge hebt mij laf verlaten, terwijl ik mijn stelling verdedigde," riep hij uit toen Carlo binnentrad, „maar ik zal mij wreken. Ge zijt de slordigstc kerel ter wereld om diamanten te laten slingeren in een Engelsch hotel." Carlo keek snel naar zijn handen en zag, dat hij Francesca's ring, die hij altijd droeg, miste. „Waar is de ring?" vroeg hij haastig en spijtig dat hij hem maar een oogen- blik had kunnen vergeten. „Ah! Is dat de zaak," zeide Sardoni hem bij de schouders vattend en een grap willende maken voor hij den ring teruggaf, dien hij aan zijn eigen vinger had. Ongelukkig viel juist op dat oogenblik In Engeland hield in 1901 een com missie uit het Hoogerhuis een enquête naar de wcnschclijkheid der invoering van een wet op de winkelsluiting. Zij hoorde 86 getuigen, haast uitsluitend overheidspersonen en vertegenwoordigers van vereenigingen. Haar tiende conclusie luidde als volgt: „In de eerste plaats hebben wij ge tracht vast te stellen wat de inzichten der winkeliers zclven zijn. Door getuigen verklaring, rekwest of motie hebben wij voor ons gehad de inzichten van een groot aantal winkeliersvereenigingcn, uit alle deelen van het land. Yan deze zijn meer dan 290 ten gunste van de algemeene bepalingen van liet wetsont werp op de vervroegde sluiting en velen zouden [het nog klemmender gemaakt willen zien, terwijl de eenige handelaars- vereenigingen die hebben gerekwestreerd of getuigd tegen liet wotsontwerp, waren die dor vergunninghouders en die der Londensche pandjeshuishouders." Tot zoover over het oordeel der win keliers zeiven. De zesde conclusie der Hoogerkuiscommissie resumeert de gc tuigenverklaring van Sir W. MacCormac den voorzitter van het Engelsch Genees kundig Genootschap, als volgt: „Er is naar mijne nieening geen twijfel aan, of zulke lange uren moeten bij dragen tot het optreden van ziekte; zij moeten do algemeene levenskracht van zoo arbeidende personen verminderen en hen meer onderhevig maken dan zij anders zouden zijn, aau aanvallen van verschillende vormen van ziekte, en vooral door dcu langdurigen avondarbeid. Deze uren worden daarbij meerendcel doorgebracht in oen atmosfeer die zeer schadelijk is voor de gezondheid en wij weten in hoe groote mate de aldns bezoedeld lucht bijdraagt tot het in het leven roepen van verschillende vormen van ziekte waarin de tuberculose zich openbaart, en die andere ziekte der groote steden, beenderzwakte, heeft ten deele hier haar oorsprong. Ik geloof dat vrouwen die nog niet den vollen wasdom barer sekse hebben bereikt, zeer bestemd zijn om te lijden onder zulke lange arbeidsuren." En hij voegde er bij, dat het kwaad steeds meer toe neemt, ook doordat het zich op het nageslacht voortplant. Ziedaar louter stemmen van de prak tijk, die wij den tegenstanders van het thans in den Amsterdamschen gemeente raad aanhangig ontwerp ernstig ter over weging aanbieden. Het Volk. 1) De groote kerkklok in London wordt Big Beu genoemd. een lichtstraal op de diamant en Carlo plotseling woedend, wrong zich los en op Sardoni aanvallend met al zijn kracht deed hij deze met zijn lengte den vloer meten en ontrukte hij hem den diamant. Sardoni was omgevallen als oen kind", daar hij geheel onvoorbereid was op zoo'n aanval, hij was boos en ver wonderd. „Wat duivel zijt ge nu begonnen!" riep hij opstaande uit. „Jack, Jack, ik bedoelde het zoo niet!" riep Carlo uit, zijn woede smolt weg in die eene uitbarsting en schaamte en verdriet overstelpten hem toen hij ten deele begreep wat hij had gedaan eu toen hij de ernstige, onderzoekende blik zag, waarmee een van de beambten van den schouwburg, die juist binnen trad, hen aankeek. Sardoni zweeg tot zij weer alleen waren. Hij kon niet boos blijven toen hij Carlo's schaamte en verslagenheid zag. „Ik wist niet dat er iets bijzonders aan de ring verbonden was. Gigi bracht hem beneden van je waschtafel en ik wilde je maar wat plagen." „Het was de ring, die aan mijne verloofde heeft behoord," zeide Carlo. „Niet dat het eene verontschuldiging is integendeel het maakt het eer erger." „Hij was er klaarblijkelijk zoo onge lukkig over, dat Sardoni aüe gevoel van DOOR II. v. L. Wanneer men, voor het raam gezeten, naar do wolken tuurt, dan vormen zicli langzamerhand voor het peinzend oog allerlei grillige gedaanten en vormen, immer afwisselend en verrassend, waar bij het voortdrijven der wolkenmassa's hier en daar het intense blauw van het luchtruim zichtbaar wordt. Een wolkenrij, statig drijvend, gaat langzaam voorbij, door het zonlicht met zilveren randen getooid; daarachter eene grauwe, donker-dichte groep van luchtgevaarten, die zich bijna niet voort beweegt, waaronder holle lichtstralen uit schieten, brekend het loodgrijze zwerk. Verder een effen vlak lichtgrijs met kleine lichtplekjes doorzaaid, die wazig uitvloeien en vager er. vager wordende, zich oplossen in het grijs der omgeving. Langzaam neigt de zon ter kimme en toovert in het Westen de schitte rendste kleurenpracht van hel rozerood tot teer rozig wit, waar de sneeuwigo franje der wolkjeskrui ving het helle rood verzacht. Gansch do omgeving staat in gloed van gouden glansen en een uit gestrekt bergland gelijk, vertooneu zich de rood-getinte wolkengrocpeu met hoogten en laagten, diep ingaande val leien en hoog-opgaandc bergen met scherpe spitsen. Lange tusschenwegen verliezen zich in de oneindige verte. Middelerwijl vangt de rozengloed aan te verblcckcn eu sc-huiveu zich wolkjes voor liet gul den licht. De laatste schuine stralen der onder gaande zon verlichten nog flauw den wolkenhemel en kleuren hein nu met beleedigd zijn vergat. „Nu, oude jongen, ge weet wel, dat ik altijd trachtte je boos te makon om te zien, wat ge wel doen zoudt. Carlo wendde zich zuchtend af. Ik begrijp niet, waarom ik het deed! Ik was buiten uiij zelf. Als ik het Gomez had gedaan, was het verklaar baar, maar jou, Jack, van wien ik heusch veel houd! Ik kan 't nnjzel- ven nooit vergeven. Hij was nu geheel bedaard, en bedroefd en beschaamd, in zijn liecle leven had zich niet schuldig gemaakt aan zoo'n onredelijke uitbarsting van woede. „'tKomt er niet op aan, Val", zeide de Engclschman, bijna even verwonderd door 't heftige leedwezen als door den aanval zelf. „Ik mag je er nog beter om lijden, bepaald. Wel als iemand je hoorde praten, zou hij denken dat ge plan had gehad mij te vermoor den." .,Ik had in 't geheel geen plan, en dat is voor uiij 't afschuwelijkste", zeide Carlo. „Ik moest de ring hebben en geen last meer hebben van je plagerij. Er was geen tijd voor denken, 't ging alles in een oogwenk. Ik kan op de een of andere dag door een gelijke aandrift gedreven, wel iemand vermoor den." ,,Mijn beste kerel! Jij, die geen vlieg kwaad zou doen," riep Sardoni bijna stikkende van lachen,

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1906 | | pagina 1