No. 58. Zaterdag 21 Juli 1906. 3e Jaargang. Wees U Zelf l Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". De Oud-Liberalen. FEUILLETON^ Dolende Ridder. DE EEMLANDER. Verscliijiit Woensdags en Zaterdags. Bureau Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der advertentiën Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) De Vaderlander, liet bekende orgaan van de Liberale Unie wijdt de volgende beschouwingen aan de Ond-Liberalen: „De oud-liberalen beginnen behoefte te gevoelen aan organisatie. Op de be kende vergadering zijn onder leiding van den bekwamen afgevaardigde voor Tiel de eerste stappen tot nauwere aaneen sluiting gedaan met het doel „de samen werking te bevorderen van hen, die instemmen met de vrij-liberale beginselen, den invloed daarvan op het staatsbeleid te versterken [en bij verkiezingen van algemeenc politieke beteekenis de kiezers voor te lichten". Het treft in deze zinsnede dadelijk, dat de naam van o u d-liberalen hier in den ban wordt gedaan en vervangen door die van v r ij-liberalen. Men zal deze naamsverwisseling te beschouwen hebben als een offer aan den Moloch dezer eeuw, zooals de oude lieer Stastok de heeren en dames op zijne wandschil- derijen liet moderniseeren. O u d-liberalen als politieke partij zijn er dus niet meer. Nu, die waren al vroe ger van het politiek tooneel verdwenen. Een onvervalscht oiul-liberaal is beslist tegenstander van alle staatsbemoeiing en sclirijft het laisser faire, laisser aller in zijn vaandel. Welnu, in het politieke manifest dat de zoogenaamde o u d-libe ralen in 1905 uitgaven, werd dat stand- puut, zij het dan ook ietwat schoor voetend, verlaten; we kregen wel te hooren, dat „sociale [wetgeving" in de eerste plaats moet bestaan in het be vorderen, aanmoedigen en steunen van persoonlijk initiatief en energie, maar daarnaast: „Staatsdwang en ambtenaars bemoeiing zijn eerst toelaatbaar, wanneer de werking van bet vrije zelfstandige initiatief ontoereikend is en voldoende vaststaat, dat hetgeen ter behartiging van eenig algemeen belang tot stand moet komen, van staatswege eerder en beter verricht kan worden dan door de Wij verliezen altijd de vriendschap van hen, die onze achting verliezen. Uit het Engelsch van EDNA LYALL. 55.) „Maar ik onderbreek een tete-h-tetc, zeide Comerio met zijn zachte, vleicndo stem. „Wat hoorde ik Madame Merlino zeg gen? Als ik iets zeg, wat hem niet bevalt? Kan onze prima donna dan ict6 zeg gen wat een man onbehagelijk is?" Nita lachte. „We spraken over mijn broeder," zeide zij, zich op Sardoni wrekend, omdat hij niet wegging, en nu iets zeggend wat zij wist dat hem zou vertoornen. „Ik trachtte hem gisteren te overtuigen, dat het goed was dat zijne verloving met Miss Britton verbroken was, en dat beviel hem natuurlijk niet." vrije samenwerking dor belangheb benden". Yoor wie goed leest, is het niet alleen duidelijk, dat het beginsel van staats onthouding hier geheel wordt prijs ge geven, en dat men met eene formule te doen heeft, zóó rekbaar, dat zelfs de meest links staande vrijzinnig-demo craat haar desnoods zou kunnen onder schrijven. Een geheel andere vraag is, of de nieuwe naam gelukkig is gekozen. Dat praedicaat oud kan uit don aard der zaak weinig behagen, en het woord v r ij heeft in dit land, vrijgevochten op Spanjaarden en Franschen, een goeden klank. Maar niet hij, die tot nog toe los was van alle partijverband en zich dat nu gaat opleggen, kan zich v r ij noemen, wel degeen, die het tegenover gestelde doet. Zooals bijv. de hoeren Lohman c.s. zich terecht v r ij-antirevo lutionairen noemden, toen ze zich in dertijd los maakten van den band, dien dr. Kuyper hun naar hunnen zin te nauw omlegde. En of de oud-liberalen het niet zul len betreuren, dat ze met dien naam vrij tegelijk hunne vrijheid prijs gaven, is eene andere vraag. Het partijverband is een noodzakelijk iets, het gemis daar van voert maar al te vaak tot politieke losbandigheid, maar wie het niet kent is individueel (men versta ons niet verkeerd), een Zondagskind der fortuin. De training in zelfverloochening, die het partijverband oplegt, is natuurlijk uiterst heilzaam, maar „de wilde" zingt triom- feerend: Heel d'open lucht is mijn. En onder de kopstukken van de vrij-libera- len is die vrijheid altijd op zoo hoogen prijs gesteld, dat het ons benieuwen zal of het hun op den duur zal bevallen voor den naam van vrij het wezen dei- vrijheid te hebben verruild. We zullen natuurlijk af te wachten hebben, met welk beginselprogram de Sardoni beet zich op de lippen. Yeel had hij willen geven als hij over 't onder werp niet was begonnen en hij meende dat mevrouw Merlino al heel weinig takt toonde door in Comerio's tegenwoordig heid erover te spreken, en om 't nog erger te maken, trad Carlo juist de kamer binnen. Nu zat Comerio met zijn rug naar de deur, doch hij kon alles in den spiegel zien en snel maakte hij van de ge legenheid gebruik om zijn vijand te treffen. „Miss Britton, de mooie Engelsche," riep hij uit. „Zeker een poosje geleden heb ik haar nog gezien. Zij is de meest gevierde sehoone in Napels." Sardoni keek van 't koude, sluwe, wreede gelaat van Comerio naar dat van Carlo. De woorden troffen hem klaarblijkelijk. Even bleef hij met de hand aan de deur staan, doch zich spoedig op meesterlijke wijs verman nend, kwam hij binnen en groette Comerio op Iialiaansclie wijs, terwijl hij er in slaagde 't gesprek vrijwel aan hem zelf te houden gedurende't geheele bezoek. Sardoni hielp hem op zijne zorgelooze manier door een reeks van scherts en puntige gezegden, terwijl hij voortdurend 't vreemde trio bestudeerde dat onder zijn oog zoo'n ernstig drama speelde Nita, zenuwachtig en opgewonden, Comerio met zijn verachtelijke haat vrij-liberalen voor den dag zullen komen. Eene zaak hopen wij, n.l. dat het zeer d u i d e 1 ij k zal wezen, dat het beslist stelling zal nemen tegen wat het niet wil. Waar toch de organisatie van de vrij-liberalen niet het gevolg is van de vurige begeerte om eigen beginselen te doen zegevieren, maar in hoofdzaak van de vrees, dat de liberalen in den lande nog meer dan thans reeds het geval is, Unieman of Vrijzinnig-democraat zullen worden, kan dat program in hoofdzaak niets anders wezen dan de uitspraak wat men niet wil; of de vrij-liberalen zich bijv. zullen blijven verzetten tegen eene grondwetsherziening, die den strijd over het kiesrecht brengt op zuiver terrein. Wij wachten af, en verheugen ons over deze poging tot organisatie. Iedere organisatie van vrijzinnigen maakt een compromis, wanneer dat noodig mocht zijn, gemakkelijker, en wanneer het in 1905 niet is mogen gelukken de drie groepen der vrijzinnigen contractueel te verbinden, dan komt het ons voor, dat de hoofdoorzaak daarvan geweest is, dat noch in de Kamer, noch daarbui ten, de oud-liberalen (het waren toen nog o u d-liberalen) hun adres hadden opgegeven. Wij wenschen dus dat de nieuwe or ganisatie alles zal omvatten wat daartoe behoort. Wij zien hare stichting zonder spijt, integendeel. Maar wij vreezen voor het jonggeboren wicht, en wij wenschen even te zeggen waarom. De vrij liberalen hebben in den lande heel weinig achter zich, waarop ze bij eene organisatie kunnen rekenen. Niet, dat er geen belangrijk aantal anti-cleri- calen zou wezen, dat niet veel liever Mr. Tydeman dan Borgesius of Drucker zou volgen, maar van meewerken tot cenige krachtige organisatie moeten dezen niets hebben. Hier komt boontje om zijn loontje; in den bloeitijd van het oud-liberalisme is dien menscheu geleerd en verachtelijke liefde, die nu en dan door 't laagje vernis van gewone be leefdheid doorscheen en de dolende rid der zelf, met zijn mannelijk, krachtig gelaat en zijn benijdenswaardige kunst om 't juiste woord ter rechter tijd te zeggen. Zekerlijk had Comerio op dien namid dag weinig gewonnen doch zijn vervol ging had Nita aan 't wankelen gebracht en ofschoon Carlo niet kon bespeuren, dat zij hem ontmoette, behalve nu en dan in de foijcr in 't bijzijn van vele anderen, toch wist hij dat nooit te'voren zooveel gevaar had bestaan voor 't geen hij zoo vurig hoopte. Het schonk hem eenige verlichting toen zij London verlieten want in de provincie hing het zwaard van Damocles niet zoo dreigend boven zijn hoofd. Intusschen werd zijn hoesten erger en hij begon er slecht uit te zien, volgens Gomez en Sardoni, de eenigen, die er acht op sloegen. Op een avond te Birmingham was Gomez zoo hatelijk tegen hem als nooit te voren. Gedurende eenige dagen reeds was Carlo zeer slecht bij stem geweest en hij was zich bewust dien avond slechter gezongen te hebben dan ooit te voren. Hij kwam in de foijer moede en ont moedigd. Gomez, Sardoni, Nita en twee of drie anderen zaten bij 't vuur en Nita begon hem te berispen op haar oudore door hunne leiders, dat de politiek iets was, waarover de notabelen in dorp en stad te decreteeren hadden hoe het zijn moest, en toen de tijden veranderden, toen „Jan en Alleman" er zich meo ging bemoeien, toen niet langer op de hcerensocieteit onder een bittertje kon uitgemaakt worden, wie in Baad, Staten of Kamer moest, toen hebben die elementen zich mokkend teruggetrokken, klagende over de snoodheid der wereld, en al zou er een man opstaan, krachtig genoeg om hen tot meedoen te dwingen aan het gemeenschapsleven; ze zijn er niet meer toe in staat. Ze achten eene kiesvereeniging, waarin een arbeider van gevoelen durft verschillen met wethouder of notaris, het toppunt van gemeenheid, en vinden voor een politieke meeting geene woorden meer van verontwaardi ging. Ze blijven dus van beiden weg. en hebben absuluut niet ingezien, dat ze daardoor de leiding geheel uit de handen gaven. Uit de bekende brochure van den heer H. de Wilde: „Dr. A. Kuyper in zijne beteekenis voor de politieke ontwikke ling van het Nederlaudsche Yolk," waarin hij schetst hoe dr. Kuyper door de „Standaard" de belangstelling van dui zenden burgers voor de publieke zaak nieuw leven gaf, schrijven wij de vol gende regels over: „Men moet, om zich van het verwon derlijk succes, dat dr. Kuyper op zijn persarbeid had, eene juiste voorstolling te vormen, teruggaan tot den tijd, toen in heel ons land, en bepaaldelijk in de dorpen, een paar notabelen schier in alles den toon aangaven, alle zaken van publicken aard beredderden en bedistel- deu (dit laatste is zeker een drukfout voor „bedisselen") en de bevolking zelve zich buiten alles hield. Vooral bij ver kiezingen bleek dit in sterke mate. Een paar invloedrijke mannen van de balie of van den handel in de steden, de grondeigenaars en hunne rentmeesters zusters manier. „Ge hebt afschuwelijk gezongen, Carlo? liep zij uit baar kleine voet dichterbij het vuur brengend en hem met haar heldere koude oogen ver van vriende lijk aanziende. „Ge hebt mij in 't laatste oogenblik geheel in de war ge bracht. Het is onverdragelijk." „Het spijt me, dat ik 't deed," zeide bij met dien treurigen blik, die hij nu zelden dwong als Nita hem aanviel. „Ge moet hem niet onmoedigen, dat is niet mooi bij een nieuweling!" zeide Gomez. „Kijk eens Donati, er slaat kritiek over uwe „Rigoletto" in de avondbladen." Hij gaf hem 't blad met een sarcas tisch knikje over. „Dat is al te erg," riepen eenige van de anderen, maar toch lachten zij, want de nieuwe bariton had tot nu toe niets dan lof ingeoogst en een kleine verandering kon geen kwaad meenden zij, vooral omdat zij 't aangenaam vonden. Carlo nam 't blad zonder een woord te spreken aan en las het bericht, wel bewust, dat Gomez het hem niet zoo hebben laten lezen als het gunstig voor hem was geweest. Het was zijn ge woonte niet om te beweren dat de pers hem onverschillig liet, hij gaf om lof en kritiek en hij trachtte zijn gevoelens niet te bemantelen hoewel niets hem zou hebben kunnen bewegen om door op het platteland wezen do candidatcn aan." Dit is alles zeer juist geschetst. Dat was ook de bloeitijd van hot oud-libe ralisme. Maar zoodra die heeren niet meer hadden „aan te wijzen," trokken ze zich terug, enkelen gingen met voor uitstrevender denkbeeldon mee. Dat niettegenstaande dat alles, de vrij-libe rale fractie in onze Kamer nog betrek kelijk zooveel leden telt, mag dan ook niet leiden tot overschatting van de kracht van die partij in den lande, en zal het niet, als men drie zaken bedenkt: lo. dat hare leden mannen zijn, even zeer om hun persoon als om hunne be- kwaamheiu, zoo geacht, dat ze heel wat stemmen krijgen van kiezers, die hen willen, niettegenstaande ze oud liberaal z ij n. 2o. dat slechts zeer enkele van hare leden oud- of vrij-liberalen zijn, in den volstrekten zin des woords. De af stand tusschcn Mr. Do Beaufort en Mr. Karnebeek, dunkt ons heel wat grooter dan die tusschen Mr. De Beaufort en Mr. Goeman Borgesius. 3o. dat de concentratie, tegen Dr. Kuyper de Kamerfractie uit don aard der zaak sterker gemaakt heeft, dan ze anders zou wezen. Kenschetsend is het dan ook, dat hot Manifest der Oud-Liberalen zoo goed als uitsluitend geteekend was door aan zienlijken, rechtsgeleerden, groothande laars en groote fabrikanten; do eenige burgerman, die het geteekend heeft, is de hoer J. Versluys, voorzitter van Grondwet in Amsterdam, maar dat is de uitzondering, die den regel bevestigt. Men zou dan ook gezegd hebben, de 75 namen lezende, die onder dat manifest staan, tegen die combinatie, is niemand opgewassen, als men niet wist, dat die heeren hun naam teekeuen, en dat het dan ook voor de overgroote meerderheid van hen daarmee is afge- loopendat er geene kracht van dat pogingen tot omkooping gunstig ver slagen in de bladen te brengen. De kritiek was van te veel belang voor ziju toekomst en op zijn succes draaiden al zijn plannen voor Nita'sbe scherming, zoodat hij volkomen in stemde met de goedgekozen woorden van Macreadij. „We kunnen onze ge schiedenis uiet lezen in de oogen dei- natie, doch wel in de dagbladen". „Het is waard," zeide Lij het blad neerwerpend met een bedwongen zucht „ik speelde gisteravond slecht en zong nog slechter. Zij hebben recht op mij te schimpen." „De reden is, dat ge in 't geheel niet geschikt zijn om te zingen"," zeide Gomez op geveinsd vriendelijke toon. „Ge zijt ziek en hebt behoefte aan een langen rusttijd." „Neen, neen," zeide Carlo snel. „'tis niets anders dan dit verschrikkelijke klimaat. „Als 'c warnier wordt zal 't wel weer overgaan. „Nu," zeide Gomez, „Comerio be weert dat hij in September met ons naar Amerika zal gaan en ik denk dat hij gelijk heeft." Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1906 | | pagina 1