No. 60.
Zaterdag 28 Juli 1906.
3e Jaargang.
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Wees 71 Zelf!
t
Het voertuig der
plutocraten.
FEUILLETON.
Dolende Ridder.
@emeen|-uilbreiding.
Verschijnt
Woensdags en Zaterdags.
DE EEMLANDER.
Itu l ean
Hendrik van Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentiën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor icderen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Vorige week heeft de Nederland-
sche Vereeniging voor Volks-
en Sc hooibaden haar jaarvergade
ring te 's-Gravenhagc gehouden, waarin
dooi- prof. dr. C. Eykman, hoogleeraar
te Utrecht een hoogst interessante voor
dracht is gehouden over de reinheid
als grondslag van de volksge
zondheid.
Ofschoon wij meer in 't bijzonder de
aandacht onzer lezeressen en lezers
wenschen te vragen voor een enkel
gedeelte der redevoering, kunnen we toch
de verzoeking niet weerstaan eerst een
en ander te doen voorafgaan, hetgeen
we aan de verslagen in de bladen om
trent deze lezing ontleenen.
Spr. wees er o.a. op dat van ouds de
reinheid als een deugd is beschouwd
Reeds de Mozaïsche wetgeving onder
scheidde tusschen rein en onrein, waarbij
dit laatste woord is op te vatten als scha
delijk voor de gezondheid. Reinheid in
ethischen en lichamelijken zin zijn niet
te onderscheiden, gaan hand aan hand.
Het is de groote fout der middeleeuwen,
onder den invloed van het ascetische
christendom, dit niet te hebben begrepen.
En de schromelijke gevolgen bleven niet
uit. Het lichaam werd immers slechts
beschouwd als een kerker voor de ziel.
Daarbij kwam, dat de chronische oorlogs
toestand de menschen dwong in benauw
de vestingen zich op te sluiten; allerlei
ongezonde toestanden waren daarvan het
gevolg; de bodem was verontreinigd, de
lucht verpest. Aan sanitaire maatregelen
als in het oude Rome, werd niet gedacht.
Verderfelijke epidemieën ontvolkten de
stedende sterfte overtrof overal het ge
boortecijfer. Eerst sedert 30 jaren kon
de zorg voor de gezondheid van over
hcidswege in vergelijking worden gebracht
met die van de oudheid. Van Engeland
ging de beweging uit, dat steeds voor-
Wie in den mensch een gevoel van
welwillendheid uitdooft, doodt hem ge
deeltelijk.
Uit het Engelsch
van
EDNA LYALL.
57.)
Waarlijk had Nita in dat schrikkelijke
oogenblik voor 't eerst gevoeld wat 't
verlies van 't kind voor haar zou zijn
en 't gevaar waarin het had verkeerd,
zonder dat zij het had kunnen redden,
liad de sluimerende moederliefde in
haar wakker geroepen. Maar de schok
had haar een poosje verbijsterd en niet
voor dat zij Gigi in hare armen hield,
ontsnapten haar die teekens van gevoel.
Carlo's gelaat verhelderde toen hij zag,
hoe vast zij de kleine jongen omhelsde
en hij en Merlino waren zoo bezig met
't kind, dat zij pas in 't laatste oogen
blik aan de bagage dachten.
Hebt gij er naar omgezien, Gomez?''
aan is gebleven op dit gebied. De
cholera wel eens de medische politie
van moeder natuur genoemd gaf den
grooten stoot er toe. Dank zij het voor
beeld van Engeland is de lepra zoo goed
als verdwenen uit Europa en kan de
pest met goed gevolg worden geweerd.
Vooral de reinheid van kinderen is
van groot belang voor den gezondheids
toestand der bevolking. Het volk moet
dan ook tot reinheid worden opgevoed,
niet tot een oogeuschijnlijke reinheid,
maar tot een werkelijke.
Dan worden de kansen op besmetting
verminderd. In het practisc-hc leven
speelt reinheid in handel en wandel
een groote rol. Tot bacillen-jacht kan
en mag het groote publiek niet wordeu
aangespoord. Dat late men aan de
mannen van de wetenschap en van het
staatstoezicht over. Ieder hebbe zoo veel
mogelijk zijn eigen benoodigdheden
voor eten, toilet enz. De beter ontwik
kelden moeten hier het voorbeeld geven.
In clit verband wees spr. op den
schrik der wegenhet voertuig der
plutocraten. Ten genoegen van enkelen
worden duizenden aan groote gevaren
voor hun gezondheid blootgesteld. Spr.
zou willendat elke auto ware voorzien
van een slofzuig-apparaat, dat allereerst
de inzittenden eens goecl onder het stof
zette. Dan zou er wel verbetering komen.
Het zijn deze woorden, die wij cur
sief laten drukken, die ons en naar wij
vast overtuigd zijn, Telen, om zoo te
zeggen uit het hart zijn gegrepen. Wij
Amersfoorters, ondervinden zeker zeer
veel last van het, niet onaardig ge
noemde, voertuig der plutocraten. Gele
gen in een kruispunt van wegen, geniet
onze stad het zeker niet te benijden
voorrecht, dat veel dergelijke stofma-
chines onze gemeente passeeren. En
ieder, die gaarne eens van de buiten
lucht wil genieten en daarvoor een
wandeling maakt, hetzij den Berg op,
hetzij naar Leusden, ja naar welken
kant ook, weet, dat het wandelgenot
hem of haar meermalen vergald wordt
door die ellendige stofopjagers, die niet
alleen door den achterlatenden stan'k
maar ook door de dichte stofwolken
vaak voor verscheidene minuten den weg
eenvoudig onbegaanbaar maken.
Afgezien van het gevaar, dat door het
vaak woeste rijden, zoodra de automo
bilisten een eindje buiten de stad zijn,
bestaat, mag men gerust, zonder vrees
van beschuldigd te worden van over
drijving, zeggen, dat dit hyper moderne
voertuig op onze wegen, de schrik en
plaaggeest is geworden van alle wande
laars. En niet ten onrechte zeide prof.
Eijkman, dat ten genoegen van enke
len, duizendeu aan groote gevaren
voor hun gezondheid worden blootge
steld. Wanneer dan ook het lijden per
auto nog toeneemt, wat natuurlijk wel
te verwachten is, dan zal het zeker
dringend noodzakelijk worden tevens
naar middelen te zoeken, waardoor het
stank- en stofverspreiden dezer machines
zooveel mogelijk gereduceerd wordt. Het
middel door den spreker aangegeven,
dat elke auto zou moeten voorzien zijn
van een stofzuig-apparaat, dat allereerst
de inzittenden eens goed onder het stof
zette, zou zeker wel afdoende zijn, maar
of het wel ooit zoo ver zal komen mag
worden betwijfeld. Maar dat er toch iets
gedaan moet worden, wordt met den dag
duidelijker, het is niet langer te ge-
doogen, dat het genot en de gezondheid
van duizenden, worden opgeofferd aan
het genoegen van enkelen.
vroeg Carlo, zich tot den Spanjaard
wendend, die zich gemakkelijk in een
hoekje had gevleid tegenover Mr.
Brittoo en naast Mademoiselle du
Caisne.
„Ik? Neeu, ik dacht dat gij er voor
had gezorgd,"' zeide Gomez met eene
tergende, kalme waardigheid.
Carlo sprong op en keek uit 't por
tier.
„Het staat er niet meer,' zeide hij,
,'t zal dus wel in orde zijn."
Maar mijn reiszak!" riep Nita uit.
„Ge kondt toch wel eens om mijne
dingen denken! Ik moet 't op een van
de banken hebben laten liggen."
De trein was op punt van te ver
trekken.
Carlo rukte de deur open en snelde
heen oin 't verlorene te zoeken terwijl
Merlino woedend van angst en ongeduld
hem uit 't raam nastaarde.
„Santa diavolo! we gaan weg!" riep
hij uit. „Hoe kondt ge ook zoo slordig
zijn, Nita? Valentino zal achterblijven
en te laat voor de opera zijn. Daar!
juist zooals ik zeide." De trein stoomde
voort en de deur werd met een slag
door een conducteur dichtgeworpen.
„Er is niemand, die zijn rol vanavond
kan vervullen, dat weet ge en Marioni
wil niets repeteeren," viel Merlino uit,
op zijne vrouw vloekend en in 't geheel
geen acht slaande op de tegenwoordig
heid van den vreemdeling. Het geraas,
In ons blad van Zaterdag 27 Januari
1906, No. 8, namen wij op de toelich
tende beschrijving van het plan van
uitbreiding van Amersfoort. Tans hebben
Burg. en Weth. omtrent dat plan nog
eenige stukken aan den Raad doen
toekomen welke we hier laten volgen.
Nadat wij het ontwcrp-uitbreidingsplan
voor deze gemeente in Uwe vergadering
van 28 December 1905 hadden ingediend,
dat volgde, was oorverdoovend en Gigi
voegde er 't zijne toe bij door in een
gehuil uit te barsten, zooals slechts
kinderen van dien leeftijd kunnen huilen.
Mr. Brittou begon te wenschen, dat hij
een andere coupé had gekozen, toch
boezemden die menschen hem belang in
en hij vond iets vermakelijks in dit
kijkje achter de schermen. Ilij trok
zijn spoorweggids uit den zak om te
zien of er nog een trein uit Marden-
towu ging, die den vermisten zanger
nog bijtijds kon brengen naar Ashbo-
rough of naar zijn buurman eu mede
dinger Quecnburij.
Op dit oogenblik echter stopte de
trein aan een tusschenstation en tot
verbazing van allen stond Carlo plotse
ling aan de deur.
„Waar ter wereld komt ge vandaan?'
riep Merlino.
„Uit de goederenwagen", zeide Carlo,
zich op de open plaats naast Mr. Brit-
ton zettend en klaarblijkelijk bespeurend,
dat de atmosfeer niet zuiver was, ver
volgde hij. „Ik vrees, dat ge wat ge
schrikt zijt, doch er was geen kans op, bij
je terug te komen en ik kon nog maar
juist 't laatste rijtuig bereiken.
Ik schijn verplicht te zijn om wed-
loopen met den trein te houden, van
daag."
„Niets brengt een slechter luim te
weeg dan plotselinge reactie, na een
hevige schrik. Merlino, die altijd prik-
hebben wij het plan, overeenkomstig het
voorschrift van art. 28 dor Woningwet,
gedurende 4 weken ter Secretarie voor
een ieder ter inzage gelegd.
Bezwaarschriften van belanghebbenden
zijn niet ingekomen.
Tevens hebben wij, overeenkomstig
art. 6 der Gezondheidswet het plan om
advies in handen der Gezondheidscom
missie gesteld. Wij ontvingen daarop
het advies der Commissie dd. 16 Mei
1906, no 253, waaruit blijkt, dat er bij
de Commissie eenige bezwaren tegen
het plan bestaan.
Met betrekking tot het onttrekken
van ruimten, bestemd voor pleinen
terreinen voor openluchtspelen, enz.
verwezen wij de Commissie naar liet
rapport van den architect dd. 15 Decern
bcr 1905, waaruit blijkt, dat de bestem
ming van terreinen voor dergelijke
doeleinden ook een punt van overwegiug
bij het Gemeente-Bestuur is geweest en
waarin tevens is uiteengezet, waarom
geen bepaalde pleinen enz. zijn aange
wezen. Toen dau ook do Commissie
het plan ten opzichte van dat punt niet
kon aanbevelen, noodigden wij de Com
missie uit, ons met redenen omkleed te
willen mcdedcelen, welke tereinen naar
het oordeel der Commissie voor de boven
omschreven doeleinden aangewezen be
hoorden te worden en daarbij ons
tevens te onderrichten om welke redenen
de door de Commissie aan te wijzen
terreinen voor het bovenomschreven doel
zijn uitgekozen.
De Gezondheids-commissie antwoordde
hierop bij haar schrijven dd. 9 Juni
1906, no. 266, dat liet volgens hare
mcening niet op haren weg ligt ter
reinen voor speelplaatsen, pleinen, enz.
aan te wijzen, maar dat zij slecht advies
geeft op een ontworpen plan. Wij kun
nen bezwaarlijk de meening der Com
missie onderschrijven. Waarde Commissie
bezwaren heeft tegen oen door ons ont
worpen plan, meenen wij dat het wel
degelijk op den weg der Commissie ligt,
niet slechts om de bezwaren op tc
noemen, maar tevens met redenen om
kleed aan te geven op welke wijze
hare bezwaren ondervangen kunnen
worden.
Wat hiervan evenwol zijn moge ook
na het advies der Commissie zijn wij
nogmaals te rade gegaan of liet ge-
wenscht is, terreinen voor dc aangewezen
doeleinden op het plan aan te geven.
kelbaar van aard was, was in de slechtst
mogelijke luim, die nog erger werd,
wijl hij moest erkennen, dat hij Carlo
veel te danken had. Wat deze betreït,
na de reiszak in 't net te hebben gelegd,
schikte hij zich in 't onvermijdelijke en
liet zwijgend den storm uitwoeden, wel
wetend dat als Merlino in zoo'n luim
was, het 't beste was hem maar stil tc
laten uitrazen.
Bij de eerste gelegenheid nam hij
Gigi op zijn knie en wat dichter naar
Mr. Britton schikkend, begon hij pogin
gen in 't work te stellen om 't kind
tot bedaren te brengen, wat aan Nita':
liefkozingen noch aan Merliuo's bedrei
gingen gelukt was.
„Kom Gigi, ge moot un stil zijn"
zeide hij op zachten toon.
„Ik dacht, dat ge weg waart,
snikte 't kind. „Ik was zoo verschrikt,
en en ik heb mijn arm, lief soldaatje
verloren."
Toen hij zijne rampen zoo had opge
somd stoomden zijne tranen nog erger
dan te voren.
Ge zult een ander hebben. Waar
hebt ge het verloren
„Het viel naar beneden op dien weg,
waar de treinen rijden en ik sprong ook
naar heneden, doch ik kon 't niet vin
den, en toen riepen ze en kwam de
trein aan."
„Goed!" zeide Carlo 't kind aan zich
vastklemmend, „ge moet op een station
Zooals het plan ontworpen is, geeft het
in alle nieuw te houwen stadsgedeelten
in ruime mate waarborg, dat overal
voldoende licht on lucht kan toetreden.
Bij de zoo geheel onzekere uitbreiding
der stad, zoowel wat omvang als rich
ting betreft, is het naar onze mcening
niet wel mogelijk, thans reeds met
cenigen grond aan tc gcvcu in welk
stadsgedeelte het eerst behoefte zal
onstaan aan een plein of speelplaats.
Het zou dus noodig zijn, in ieder nieuw
ontworpen gedeelte eon of meer pleinen
of speelplaatsen te reserveeren. Onder
steld mag evenwel worden, dat, bij de
bovenomschreven onzekerheid van uit
breiding, dc Gemeente thans niet tot
aankoop van dergelijke terreinen zal
kunnen besluiten. Dc bestemming tot
plein of speelplaats zal derhalve dooi
den Raad op verschilende terreinen ge
legd worden, zonder dat daarbij reeds
nu het ernstige voornemen kan bestaan,
tengevolge van de boven omschreven
onzekerheid, die terreinen voor de Ge
meente te verkrijgen. Do waarde van
dergelijke terreinen, eu speciaal de
verkoopswaarde, zal door liet Raads
besluit belangrijk gedrukt worden, ter
wijl in geencn deele de zekerheid
bestaat, dat de Gemeente, zelfs na
verloop van tijd, zal trachten zich den
eigendom dier terreinen te verschaffen.
Weiden nu terreinen op liet plan
aangewezen, dan zien wij hierin een
besluit, dat voor de eigenaren niet van
onrechtvaardigheid is vrij te pleiten
tenzij de Gemeente besluite, reeds nu
dergelijke terreinen te koopen. Tot dit
laatste wenschen wij evenwel niet te
adviseeren.
Komen wij reeds op bovenstaande
gronden tot de conclusie, dat aan liet
verlangen der Commissie niet voldaan
kan worden, te minder zullen zich de
bezwaren der Commissie doen gevoelen,
nu de Woningwet de mogelijkheid tot
herziening van het plan opent en deze
zelfs om de tien jaren gebiedend voor
schrijft. Zoodra niet eonige meerdere
zekerheid de behoefte aan een plein of
speelplaats zal gevoeld worden, bestaat
er gelegenheid, do wenschen dei-
Commissie in te willigen.
at betreft dc rioleering wezen wij
de Commissie op art. 5 lid 2 dei-
Woningwet. Op grond van dat art. is
het noodig den eisch, dat niet anders
;ebouwd wordt dan aan geriolcerde
nooit meer van 't perron afgaan, eu
morgen zullen we te Ashborough mooie,
nieuwe soldaatjes koopen.
„Kom! droog jo oogen nu af en zal
ik je van Lionbrmio vertellen, als ge 't
wilt."
,Ik wil Lionbruno niet," zeide Gigi.
,Nu dan over de mooie Fiorita, of
over 't tooverland of zal 't zijn over
Buchcttino en de beer?"
,Ik wilde liever over Giucca en eet
mijn kleeren, eet", zeide Gigi.
„Heel goed," zeide Carlo en nu be
gon hij in 't Engelsch, want van die
taal hield Gigi 't meest, doch met al
de verbeeldingskracht van een Italiaan
te vertellen, hoe Giucca in armoedige
kleeren twee maal een bezoek bracht
aan de boerderij en met dreigementen
werd verjaagd, doch toen hij kwam in
schoone en rijke kleeren vroegen zij
hem ten eten en uit spotzucht leidde hij
voedsel iu zijn hoed en stak liet in zijne
zakken zeggende, oct mijne kleeren, eet
want gij zijt daartoe uitgenoodigd niet
ik, maar toch zorgde hij, dat hij zelf
ook een goed middagmaal binnen
kreeg.
(Wordt vervolgd).