Gemengd.
Stadsnieuws.
Raadsverslag.
Allerlei.
streets ingesteld volgens „Stbl." 1856
no. 75, met name ingevolge de in para
graaf 5 opgesomde misdrijven en over
tredingen komt hoogst zelden voor.
Yoor de praktijk inaakt de wijziging of
zelfs de afschaffing van het reglement
weinig uit.' De groote vijand is echter
art. 282 van het Strafwetboek voor
Europeanen, dat alle beweringen, welke
een ander kunnen schaden, als laster
beschouwt en straft, zonder bewijs toe
te laten, tenzij in den vorm van een
rechterlijk vonnis of een authentieke
akte. Met de invoering van het nieuwe
strafrecht zou hierin wijziging komen,
doch dit laat op zich wachten."
„Het ergste" niet, goed; omdat men
in art. 282 S. "NV. het middel heeft om
te handelen in den geest van het Reg-
lement, zonder dat het noodig is „het
monster" voor den dag te halen. Maar
zoo onschuldig als de „N. C." hot wil
doen voorkomen, is liet zelfs thans niet:
en wie waarborgt dat de geest van Van
Rees niet nog eens herleeft?
Zoolang toch in het Indische Rcgee-
ringsreglement een art. 110 bestaat,
sprekende van „het toczigt der Regering
op de drukpersblijft ook de mogelijk
heid over dat een G. G. het als zijn
plicht beschouwt, de verordening op de
pers in al hare strengheid toe te passen.
Daarom is de vraag riet of dit thans
al of niet geschiedt; evenmin of er nog
grooter belemmering der drukpersvrij
heid bestaat buiten de verordening; ook
niet of het voortbestaan er van een ge
volg is van het langzaam werken der
staatsmachine. De vraag is, bestaan er
in Tndië wettelijke bepalingen, waardoor
de pers aan banden gelegd, zij gemuil
korfd wordt, of kan worden; en zoolang
bet antwoord bevestigend moet luiden,
zal het ons blijven vérwonderen dat de
redactie van de „Nieuwe C.", terwille
van het beginsel, niet mede krachtig
aandringt op afschaffing van wat wij
met volle recht een verkeerd stelsel
meenden te mogen noemen.
N. A. C.
I>e „man voor alles".
In bet Ncucn Pester Journal schrijft
Eva Hellwig: „Amerikaansche schetsen,"
waarin zij hot onder meer heeft over
„dienstboden-misère." Zij deelt mee dat
de Amerikanen de getuigschriften heb
ben afgeschaft omdat die in den regel
toch zoo worden ingevuld dat de dienst
boden er geen nadeel van ondervinden.
Alleen wordt door do nieuwe menschen
gevraagd waar de meisjes 't laatst
dienden. Dan worden door persoonlijk
bezoek of per telefoon, informaties ge
nomen.
In New-York is als nieuw bestaans
middel opgekomen een plaatsingsbureau
voor mannelijke dienstboden onder het
devies: „De man voor alles." Het kan
zich verheugen in een buitengewone
belangstelling. De oprichtster deelt mee:
-„In het advcrtcntiegedeelte der dag
bladen heeft: „De man voor alles" reeds
een vaste plaats. De bekende roep naar
meisjes die voor een loon van 85 mark
per maand bij een kinderloos echtpaar
door zijne vrienden onder de koorzan
gers. Behalve heel weinig uitzonderingen
was hij buitengewoon populair bij den
troep en men gevoelde veel sympathie
toen men zag dat hij beter in zijn bed
hoorde te zijn dan in den schouwburg.
Een knecht gaf hem een guitaar, bij
hoorde 't orkest de inleiding voor zijn
lied spelen en zijne gedachten dwaalden
terug van 't droevig heden naar 't zon
nig verleden. Hij herinnerde zich hoe
hij op de laatste gelukkige dag van zijn
leven bij juist dit lied had gezongen in
de kamer van Piale in de Strada Mont
Oliviets en hoe wanhopig de oude
maestro was geweest over zijne weigering
om bij het toonoel te gaan.
„Den Hemel zij dank, dat hij vanavond
niet hier is om gekweld te worden door
mijne slechte uitvoering!" was zijn
laatste gedachte, toen hij, alle krachten
verzamelend, op 't tooneel trad. Het
gebouw was vol doch hij was er nu
onverschillig onder, toch bemerkte hij
dadelijk, dat er een grooter aantal was
van liet ruwe element die gekomen
waren voor de Asborough races. Hij
wist nauwelijks of hij verlicht of ver
toornd was bij 't zien van Mr. Britton
en zijn zoon in de stalles en hij had
dan ook maar weinig tijd om er over
te denken nu hij alle kracht moest in
spannen om de zenuwachtigheid te
overwinnen, die hem dreigde te doen
stikken. Vergeefs beproefde hij zich
waar zij niet behoeven te wasschen en
te strijken, een goed tehuis kunnen
bekomen, maakt langzamerhand plaats
voor de vraag naar mannen in de huis
houding. In de kranten ziet men thans
de volgende annonces:
Gezocht. Een man voor het ver
richten van algemeen huishoudelijk werk
bij kleine familie. Aangenaam tehuis.
Vereise.hten: netheid, arbeidzaamheid
en ijver. Loon van 20 tot 25 dollar
per maand (50 tot 621/2 gulden).
Gezocht. Bij een partikuliere
familie een man tot het verrichten van
huishoudelijk werk. Goed tehuis, goede
behandeling, loon naar overeenkomst.
Gevraagd. Ter verrichting van alles
wat in een kleine familie voorkomt, een
man van middelbaren leeftijd. Loon
f 1.20 per dag met kost en inwoning en
verpleging.
Tegenwoordig is de mannelijke dienst
bode te New-York zeer gezocht. Tot nu
toe was de man slechts werkzaam in de
keuken der restaurants en hotels. Het
koffiehuis Fleischmann in de Broadway
te New-York was altijd liet eerste
station der aristokratische emigranten op
Anierikaanschen bodem. De vatenwas-
sclier begint daar bij den baron, de
kellner houdt bij den graaf op.
'l Is daar zelfs reeds gebeurd dat een
echte prins poetser werd van tafelzilver.
Maar de woning van den restaurateur
werd in orde gehouden door vrouwelijke
dienstboden. Nu opeens verschijnt de
man om in de traditionecle rechten der
dienstmeisjes en van de keukenprin-
cessen te treden. Hij heerscht thans in
de faniiliekeuken en in de slaapkamers,
hij weet zich overal nuttig te maken.
Zijne hoogere geestelijke ontwikkeling
verhindert hem niet, zijn werk goed te
doen.
Als een dienstmeisje door verstande
lijke gaven boven haar mede-dienst
meisjes uitblinkt, voelt zij zich onmid
dellijk te hoog voor haar werk. Zij
wordt liever verkoopster, machine-schrijf
ster of zoo iets. De man is het gelijk
waarmee hij zijn brood verdient zoolang
hij slechts lust houdt tot den arbeid."
Brave mannen heb je daar in New-
York!
Onlangs werd er melding van gemaakt,
dat te 's Gravenhage een Jonkheer was
benoemd tot agent van politie, thans
deelt men ons mede dat te Locliem
Freule baronesse v. H. in betrekking is
als dienstbode.
De kunst heeft liet toch al ver ge
bracht. Allerhande nieuwe ontdekkingen
worden gedaan en verbeteringen op
allerlei gebied worden aangebracht. Tel
kens komen er berichten tot ons over
nieuwe snufjes, die ons vaak met ver
wondering vervullen voor het vernuft
van den samensteller. Zoo gaat thans
het bericht, dat de tsaar van Rusland
weldra een auto-mobiel te zijner be
schikking zal krijgen, die meer heeft
van een rollend buis dan van een ver
voermiddel. Men heeft liet gevaarte te
Boedapest vervaardigd voor de som van
100.000 kronen. Het is een soort groote
omnibus, bestaande uit drie afdeelingen
een salon-werkkamer, een toiletkamer
en een kabinet.
Het rijtuig, dat 96 K. M. per uur kan
afleggen, zal de tsaar benutten om toch
ten in den omtrek van Petersburg te
maken.
Booze tongen zeggen, dat het ge
vaarto later, in geval van revolutie,
diensten zou kunnen bewijzen, als de
als Figaro te gevoelen, zijn hoofd
gloeide, ieder been in zijn lichaam deed
hem pijn, alsof het er tegen protesteerde
dat liet behoorde aan een Donatie, die
op dit oogenblik in zijn bed behoorde
te liggen en niet de koddige en
vroolijke barbier van Sevilla moest voor
stellen.
„Houd moed!" zeide hij bij zicli-
zelven.
„Al kan ik mij niet in 't karakter
inwerken dan wil ik toch om Nita's
wil mijn rol vervullen als een man."
Hij begon moedig, wel bewust dat
de kapelmeester hem angstig en bevend
aanzag. Toch worstelde hij verder, zich
inspannend tot 't uiterste en beproe
vende de uitdrukkingen van teleurstel
ling, die 't publiek begon te geven niet
te zien. Hij wilde er niet door in de
war worden gebracht, toch was hij te
gevoelig om de uitdrukking van min
achting niet te bemerken. Het lied scheen
hem zonder eind.
Bij elke korte rust scheen 't hem
duidelijker dat hij 't er niet goed zou
afbrengen en de dikwijls herhaalde
woorden. „Ah! che bel vivere, che bel
piacere!" maakten 't nog erger.
Eindelijk naderde 't einde, en ver
licht door 't vooruitzicht begon hij met
een wanhopige poging, de laatste
vroolijke refreinen van Ah. bravo Figaro!
zelfs nu niet ongevoelig voor de humo
ristische uitwerking die dit lied van
tsaar zijn land mocht willen verlaten.
De vlucht van Varennes per auto
onder het mottoDaar gaat-i weer voor
niks! Maar dat is natuurlijk maar spot,
want waar zou nu toch de tsaar naar
toe vluchten? Want ja, in het land van
vadertje is het tegenwoordig wel niet
alles om te zijn, maar het is toch nog
hard de vraag of het in andere lan
den niet even goed oppassen is. 't Is overal
wat en hoe men soms voor een kleinig
heid de pot in kan draaien ondervond
dezer dagen een koopman uit Thorne,
een zekere Alexander Borowski, die
door de rechtbank van Thorn vervolgd
en veroordeeld is wegens belecdiging..
van den zoon van den Kroonprins.
Borowski, die een glas te veel had
gedronken, bad gezegd dat dit prinsen
kind evengoed behept was met de
zwakheden van zijne jaren als de kin
deren des volks, dat het ook wel eens
wat zou doen in zijn wicgske. Een
vijand van Borowski ging zulks aan
klagen.
En er werd cene rechtbank gebon
den, die hierin majesteitsschennis zag,
en den koopman veroordeelde, met ver
zachtende omstandigheden tot vier
maanden gevangenis.
Dat moet je niet uitpoetsen. Voor
een gewoon menseh moet bet daar
eenvoudig geen uithouden zijn, want
men moet wel een slot op zijn mond
dragen, uit vrees bij 't openen van den
mond zich te zullen schuldig maken
aan majesteitsschennis.
En waar is het beter. Daar heb
je nou Amerika, bet werelddeel dat van
ouds er roem opdraagt, dat het een
toevluchtsoord was voor geheel de
wereld. Is het daar nu zooveel beter?
Geen sprake van. Want bij alles wat
je in den mond steekt, moet je de ge
dachte hebben dat je zeer nabij je dood
bent. Dat zit 'm in de trusts, die alles
vervalschen, niet alleen het vlcesch,
maar letterlijk alles.
Daar is in den laatsten tijd al heel wat
over te doen geweest en heel wat pa
pier is er over vuil gemaakt. En toch
is de geliecle geschiedenis met een paar
woorden te vertellen, hetgeen kan blij
ken uit de trustfabel, die Mark Twain
de bekende Amerikaansche humorist
over de Amerikaansche nijverheidsbon
den heeft geschreven. Ze luidt aldus:
Een vlieg waakte met teedere zorg
voor hare dochtertjes Clara en Suzanna.
Op zekeren dag vraagt Klaal'tje: „Moesje,
mag ik van die suikerboonen snoepen,
daar bij den banketbakker?" „Wel
zeker, kind,' zegt de liefhebbende
moeder. Klaartje likt aan een suiker
boon en valt terstond dood neer. De
suiker was afkomstig van de suikertrust.
Met tranen in de oogen roept de kleine
Susanna uit: „Nooit in mijn leven zal
ik snoepen," en vliegt een oogenblik
daarna een bakkerswinkel binnen en zet
zich op een gewoon broodje, maar ook
zij is aanstonds een lijk. liet brood was
afkomstig van een bakkerstrust. Wan
hopig stort zich de moedervlieg in den
naburigeu winkel op vliegenpapier. Zij
wil sterven maar al haar zuigen baat
haar niet; zij blijft gezond. Dat vliegen
papier was geleverd door de vliegen-
papiertrust!
Daar moet je dus ook al niet wezen
om buiten gevaar te zijn.
Neer. hoe meer ik er over nadenk,
hoe meer ik tot de conclusie kom, dat
voor den tsaar dan nog meer een toe
vluchtsoord openblijft en dat zou zijn...
ons land.
Frans Rosier lebbert weer op .staats
kosten bouillon en zachte eitjes, dus van
dien kant is ook geen gevaar te duch
zoo'n zanger op 't publiek moest heb
ben. „Als ik in plaats was, zou ik
tranen lachen," dacht hij.
Maar 't was bijna klaar, hij had de
laatste lange vroolijke stropten er goed
afgebracht, nog maar vier noten. Uit
geput trachtte hij snel adem te halen,
wat op dit oogenblik hoog noodig was,
doch 't was hem onmogelijk. Hij ge
voelde een heftige, pijnlijke steek, als
van een mes in zijn zijde, maar de
noodlottige, witte stok in Marioni's hand
ging omhoog en met een laatste
poging trachtte hij de hooge G te zin
gen.
Wat er toen volgde, was voor hem
altijd later een soort nachtmerrie.
Zijn stem begaf hem geheel en de
hooge noot, die de climax van 't lied
moest zijn, was een valsche klank, die
in zijn oor bleef klinken tot hij over
stemd werd door 't gefluist van 't ge
hoor. Zoo'n hopeloos falen was zelfs te
veel voor 't geduld en de vriendelijkheid
van een Engelsch gehoor, 't fluiten
klonk van alle kanten. Het was onver-
dragelijk, zijn geld voor zoo'n uitvoering
te hebben betaald. Het volk was boos
en wilde niet worden bevredigend.
Een oogenblik bleef Carlo staan, toen
ziende dat men zijne tegenwoordigheid
niet langer wilde verdragen keerde hij
zich af om te gaan, doch na een paar
passen, er aan denken dat dit falen
victorie voor Comerio beteekende, werd
ten en het huis van zijn voorvader te
Zaandam zal men hem wel willen in
ruimen. Mogelijk vindt hij daar rust,
want ach behoudens kleine uitzonde
ringen gaat het leven in ons dierbaar
plekje grond kalm en rustig voort. Ja
zoo af en toe komt er wel eens eenige
stoornis, maar dan blijft het toch in en-
gen kring. Zoo verhaalt de O. H. Crt. ons
het volgende spel van het huwelijks
leven.
Ie bedrijf. Brouwersvaart, bovenwo
ning. 't Is Zaterdagavond en ongeveer
8 uur. „Moord! Moord! Hulp!" klinkt
plots uit het huis. Voorbijgangers blijven
staan, groeien aan, vormen een oploop,
ook komt aangestapt een tweede-klas
agent, kalm-deftig-stappend, bewust van
z'n waardheid.
Weer klink uit het huis gegil, en dan
verschijnt voor ,het raam een vrouw,
ongeveer dertig jaar, gekleed in reform.
Zij schuift het raam open en vraagt den
agent om bescherming, haar man wil 'r
doodslaan. Agent weigert, kent z'n dienst.
De vrouw gaat in de kamei, keert
weer aan het raam terug. Vraagt nog
maals, reikt aan de buurvrouw verschil
lende voorwerpen. De omstanders deli-
bereeren.
„Men zou de deur open kunnen
trappen."
„Mag niet."
„Van wie niet? Wie verbiedt dat?"
„As 't mog, dee de agent het zellcf
wel,"
-„We zouden een ladder kunnen
halen."
-„Ja, ja", klinkt van alle kanten.
Van het dicht bijzijnde Figee-karwei
wordt een ladder gehaald, tegen het
raam gezet en de vrouw komt voorzich
tig stappend, ondersteund door een jongen
kerel, beneden, belioeraad door de gan-
sche bende. Geeft hier en daar 'n halve
uitlegging van het gevalGaat bij de
buurvrouw binnen.
Men roept, dreigt, wil den man, die
haar 't blauwe oog bezorgde, er uit halen,
maar deze is wijzer, blijft weg.
De agent wacht tot allen weg zijn,
ziet om zich heen en verdwijnt, langzaam-
stappend..
2e bedrijft. Tooneelschikking als vorige,
't Is avond half elf. Voor de deur staat
de vrouw en wat omstanders.
Het vrouwtje wil biunen. Deur is toege
spijkerd. Ze klopt, roept, geen antwoord.
Een paar sterke kerels slaan voor de
deur in te trappen. De vrouw staat dit
toe
En als de deur open is, verschijnt op
den drempel de geweldenaar van half
acht, de oorzaak van het geblauwde oog,
rustig lachend, de poes, toonblecd van
huiselijken vrede, op z'n schouder, noodt
vrouwtje binnen te komen. En zij lonkt
hem ook toe, wil ook weer vrede en
saam gaan ze binnen, stil. rustig, of er
niets gebeurd was...
Vergadering van den Raad der ge
meente Amersfoort op Dinsdag den 28
Aug. 1906 des nam. 1' 2 uur.
De Voorzitter Jhr. J. W. A. Barch-
man Wuytiers opent ten kwart voor '2
de vergadering, die werd bijgewoond
door 14 van de 17 leden. Afwezig waren
met kennisgeving: de heer Van Kalken,
Van Beek cn Rolandus Ilagedoorn.
De notulen der vergadering van 31
Juli j.l., die ter visie hadden gelegen,
werden vastgesteld, zooals zij door den
Secretaris Mr. Dr. J. G. Stenfert Kroese
waren ontworpen.
hem alles zwart voor de oogen en viel
hij bewusteloos neer.
ZEVENENTWINTIGSTE
HOOFDSTUK.
Achtek de schermen.
Sardoni en Gomez, de Almaviva en
Fiorelli van den avond waren dichtbij.
Fioielli's rol was eigentlijk afgeloopen,
doch hij had getalmd om te zien hoe
Donati het er af zou brengen, toen hij
hem zag uitfluiten kwam er een soort
glimlach op zijn donker gelaat, doch toen
hij hem zagvallen,wreefhijzichdehanden
van voldoening, bleef nog een oogen
blik om zich te overtuigen dat de
bariton bewegingloos lag niet zijn guitaar
naast hem en seelde toen naar zijn
kleedkamer, wierp daar een dikke ulster
om en liaaste zich uit het gebouw. Juist
buiten 't gebouw ontmoette hij Mr.
Britton.
Gomez wende zich dadelijk tot den
vriendelijk uitzienden man.
„Bardon, sir, kunt ge mij ook zeggen
of 't te laat is om een telegram te
verzenden? Is 't kantoor nog open?"
vroeg hij ademloos.
„Ge zult het nog open vinden," zeide
Mr. Britton, hem soherp aanziende.
Gomez bedankte hem en vlug liep hij
de smalle zijstraat in, en een paar
minuten later kom men zien schrijven
het volgende Italiaansche bericht.
Ingekomen waren:
le. De goedkeuring van het raadt-
besluit tot benoeming van Dr. A. h.
Pulle tot tijdelijk buitengewoon leeraar
aan het gymnasium, door den Minister
van Binnenlandsche Zaken.
Aangenomen voor kennisgeving.
2e. Idem van don tijdelijken leeraar
Z. Stokvis aan het Gymnasium.
Aangenomen voor kennisgeving.
3e. Idem van den tijdelijken leeraar
H. Corver aan het Gymnasium en de
H. B. S.
Aangenomen voor kennisgeving.
4e. Van Ged. Staten de goedkeuring
van het raadsbesluit tot uitbreiding van
de openbare meisjesschool.
Aangenomen voor kennisgeving.
5e. Idem bericht van ontvangst der
verordening tot wijziging der verorde
ning straatpolitie.
Aangenomen voor kennisgeving.
6e. Idem de goedkeuring van het
raadsbesluit tot vaststelling der jaarwedde
van onderwijzend personeel.
Aangenomen voor kennisgeving.
7e. Door B. en W. wordt aangeboden
de Gem.-begrooting met memorie van
toelichting.
Te verzenden naar de afdeelingen.
Se. Voorstel van B. en W. tot wijzi
ging der salarisregeling van Ambtenaren
cn bedienden ter Gem.-Secretaric.
9e. Van den Burgemeester een voor
stel tot uitbreiding der politie en om
een politieposthuis aan den Soesterweg.
Te behandelen bij de begrooting.
10e. Van B. en W. een voorstel tot
uitbreiding van het personeel bij den
Gem.-architect.
Te behandelen bij de begrooting.
10a. Idem tot bouwen van eene schuur
voor de Gem.-reiniging en tot aanschaf
fing van eene sproei machine.
lie. Van B. en W. een voorstel tot
verhooging der salarissen van de con
cierges der scholen 3e soort en van het
Gymnasium.
12e. Van B. en W. een voorstel om
trent tegemoetkoming aan titularissen
bij de vroegere dienstdoende schutterij.
Te behandelen bij de begrooting.
13e. De begrooting van het Burgerlijk
Armbestuur voor '07.
14e. Idem van de Schutterij voor '07.
15e. Idem van het Burger Weeshuis
voor '07.
16e. Een adres van het bestuur der
vereeniging YYeemdelingenverkeer om
f 100.subsidie voor '07.
Te behandeleu bij de begrooting.
lïe. Eene mededccling van Dr. E. J.
Beumer, dat hij zijne benoeming tot
buitengewoon leeraar aan de H. B. S.
aanneemt.
18c. Idem van den tijdelijken leeraar
II. Corver aan de H. B. S. en het
gymnasium.
19e. Idem van den heer B. A. Siddré,
dat hij zijne benoeming tot regent van
het Burger Weeshuis aanneemt.
20e. Idem van den heer W. H. E.
Vrijdag.
21e. Idem van den heer Z. Stokvis,
dat hij zijne benoeming tot tijdelijk
leeraar aan het gymnasium en de H. B. S.
aanneemt.
22e. Eene dankbetuiging van de
onderwijzeres M. C. van Olden voor de
verlenging van haar verlof.
Aangenomen voor kennisgeving."
'23e. Eene dankbetuiging van Regenten
van het St. Jozephgesticht voor de wel
willende beschikking omtrent overname
van veldkeien.
24e. Een schrijven van den heer W.
Wijk om antwoord op zijn schrijven van
31 October 1905, aangaande restitutie
van veroorzaakte onkosten.
„Valentino ziek, werd vanavond uit
gefloten na Largo al factotum. Laat 't
in één der Londensche couranteu plaat
sen. Bemerk het morgen en bied
dadelijk uwe diensten aan Morlino
aan."
Intusschen was Sardoni, veel te ontsteld
om op Gomez acht te slaan, vooruit
gesprongen, had de guitaar op zijde
geworpen cn 't hoofd van zijn vriend
opgelicht, terwijl hij hem angstig in de
bleeke gelaatstrekken staarde, zich bit
ter verwijtend dat hij te veel aan zijn
eigen zaken had gedacht en geen acht
op zijn vriend had geslagen. Door eenig
rumoer werd hij er eerst aan herinnerd,
dat het gehoor dit onverachte tooneel in
de opera nieuwsgierig gadesloeg en
dat hoewel 't gefluit had opgehouden
Carlo nog aan alle soort van kritiek was
blootgesteld.
„Zeg aan die idioten, dat zij het
scherm neerlaten," zeide hij tegen
Marioni die bleek en verward haar nader
kwnui. De kapelmeester had zijn diri
geerstok neergeworpen en het orkest
verlaten toen hij Carlo zag neervallen,
doch hij was te opgewonden om zooals
Sardoni aan de practische zaken te
denken. Het deed hem echter genoegen
te denken.
Wordt vervolgd