Stadsnieuws.
Allerlei.
kiezing vooral niet minder dan daarna
te worden onderworpen. Daarvan kan
op de samenstelling van ons Parlement
slechts hielzame invloed uitgaan. En
wie zich zeiven op de openbare markt
begeeft, die moet een stootje kunnen
velen.
Program tegenover program, begin
sel tegenover beginsel het is ons
wel; maar van het recht om ook den
persoon te wegen, van wien men ons
de verkiezing verzoekt, doen wij geen
afstand.
Wat de grappenmakers, die de vorige
week het zotte programma van feeste
lijkheden voor het 25-jarig jubilee van
mr. Kokadorus vaststelden, misschien
niet hadden gedroomd,isMaandaggebeurd
Zóó vol was het op de Maandagmarkt rond
om de stellage van dezen Koning der inar-
chandeerende Yolks-Redenaars, dat de
politie te paard en te voet en aan te
pas moest komen, om te verhoeden dat
de snaak met zijn lieele hebben en houden,
zijn groen en zijn bloemen onder den
voet werd geloopen. Een oogenblik
moest zelfs de wapenstok gebruikt worden,
dat was jammer, want 't verstoorde zelfs
'n oogenblik een heel kort momentje
maar de goede luim van den jubilaris.
Maar toen hot 0111 12 uur den agenten
gelukte een wijden kring vrij temaken
en de zwart gerokte, hooggehoede feest
commissie in een open landauer met twee
paarden langs de Prinsengracht kwam
aanrijden, was de booze bui al weer
overgedreven, werd Kokadorus plechtig
toegesproken. In zijne bruine phantasie-
pakje, de gekleurde jockey-pet op het
kroeshaar, de komische facie even ver
trokken door een ongewoon plooitje
dat overkomt zelfs den grootsten moppen
tapper op zoo'n dag stond hij daar
op het vervelooze tafeltje, zijne roem
rijke tribune, om aan te hooren de feest
rede. Die werd uitgesproken door den
heer M. de Goeye, den voorzitter van
den marktbond Mercurius, waarvan ook
Kokadorus (zijn doopnaam is Linnewiel,
maar als zoodanig kent niemand hem)
lid is. „Op je veertiende jaar ben jc al
begonnen je licht over het publiek te
laten schijnen", aldus de feestredenaar,
„want jc verkocht toen waslucifertjes.
En nu is er een kwart ecw verloopeu.
Dat zou intusschcn op zichzelf geen op-
merkswaardig feit zijn, want er zijn op
de markt een hoop tobbers, die zelfs
veertig en vijftig jaren achtereen hun
broodje trachten te verdienen, maar jij
bent een bijzonder mensch! Want naast
je koopmanschap is er in je hart een
plaats voor mensclienliefde. Er kon
gecne gelegenheid zijn om geld in te
zamelen voor arme drommels, of jij
stelde je beschikbaar, en je wist de lui
door je moppen de moppen uit den zak
te halen. Daarom geroeide we ons ge
drongen je van vandaag eens recht harte-
telijk te vieren, en dat kon, meenden
we, het beste door deze mooie zilveren
medalje met inscriptie, een geschenk
van de Amstcrdamsche burgerij, te voegen
bij het audere cere-metaal, dat je borst
6iert. Leve mr. Kokadorus!"
Hiep hiep lioerah! hoerah,
hoeruh! riepen de marktbczoekers, de
boeren, burgers en buitenlui, die zich
onder liet spreken bijzonder stil hadden
gehouden, omdat een elk gevoelde, dat
de aardige kerel deze hulde ten volle
verdiend had.
Een tweede mijnheer trad toen zeer
officieel naar voren over het hobbelige,
aan en zijne manieren werden minder
aarzelend toen hij zeide:
„'t Aanbod is inderdaad verleidelijk,
doch ik vrees het te moeten weigeren.
Morlino is mijn schoonbroeder en hoe
wel mijn verbindtenis met hem de vol
gende maand kan worden verbroken,
als wij 't een van beiden wenschen
De directeur viel hem in de rede.
„Maar juist 't feit dat de impressario
uw zwager is, is in uw voordeel, llij
zou belang stellen in uw succes, zou
wenschen dat ge deze gelegenheid aan
grijpt, die bepaald voor u zeer gunstig
is, verzeker ik u."
Carlo wierp Piale een blik toe, die
hem oven goed als door woorden
zeide:
„Kijk nu eens in welke moeielijkheid
ge mij hebt gebracht."
De maestro antwoordde door een
voorstel te doen, dat Carlo wat tijd gaf.
„Vraag een paar uren om er over na
te denken," stelde hij voor. „Morgen
kom ik terug om uw besluit te vernemen."
„Dat is geen slecht denkbeeld," zeide
de directeur. „Maar morgenochtend moet
ik een beslist antwoord hebben, daar
Metosti mij plotseling verlaten heeft en
ik ten zeerste een bariton noodig heb.
Als gij weigert maar ge zult niet
weigeren, hoop ik. Signor Piale, ge
moet hem maar bepraten.
Ka een poosje aangenaam gekout en
«enige complimenten, stond de directeur
vuile plaveisel van het Amstelvcld, en
bood met zijne zorgvuldig in wit glacé
gestoken handen een rcuzenkrans aan
lauweren en rozen voor Kokadorus!
En daarna kwam er nog een derde
comitélid ze wilden allemaal hun
eigen gevoelens vertolken met een
Japausch gelakte theetafel en een pot
met plant en standaard aandragen.
Toen nam de Meester zelf het woord,
slaande op het gebruikelijke bekken, om
tot in de achterste rijen der menschen-
menigte (zelfs de uaustbijzijnde bruggen
stonden vol!) stilte krijgen. En dat had
hij dadelijk. Hij dankte toen zijn goeie,
beste Amsterdammers voor de klandizie
van zooveel jaren en het open oor dat
hij steeds bij hen mocht vinden, als hij
ze met zijne waren wilde beetnemen.
Toen haalde hij een paar dozijn stads-
telegrnmmen van hulde te voorschijn
(de bestellers hadden vandaag een goe
den dag, want ze kregen allemaal
'n fooitje) om te bew ijzen, dat zelfs keizers
en koningen, staatshoofden en celebri-
teiten niet waren achtergebleven. De
Tsaar van Rusland zond hem eene uit
noodiging om eens in eene vergadering
van zeer gevaarlijke revolutionairen te
komen spreken, dan konden die zich
dood lachen, en was de Tsaar van hen
af. Rembrandt wees hem erop dat hij
wel heel dankbaar mocht zijn zoo bij
zijn leven gehuldigd te wordeu. Dat was
meer dan hem, Rembrandt, die ze nu
weer zoo leelijk geknauwd hebben in de
nauwe Oosterdoksluis, heeft ondervonden!
President Roosevelt dankte mr. Koka
dorus voor zijn groote afname van
Amerikaansche artikelen, waardoor ver
scheidene fabrieken volop werk hebben.
Onder de gewone menschen, waarvan
de meester der standwerkers zei, blijken
van belangstelling op dezen dag te onder
vinden, behoorde de direkteur van de
worstfabriek te Watergraafsmeer, die
hem dankbaar was dat hij nimmer had
gesproken over de dingeu die hij in de
worstvellen deed stoppen.
Die belangstelling, zei hij, was ver
diend, al huldigde men daardoor alleen
maar zijn goed humeur.
Tot slot werd „Jeffie", Kokadorus'
trouwe factotum gedurende 14 jaren,
naar voren gehaald. „Jeffie" was voor
deze gelegenheid in het zwart met een
witten das. De meester nam hem eerst
eigenhandig de pet van het grijze haar,
en sprak hem toen hartelijk toe „als
mensch tot mensch", niet als baas tot
knecht. „Alles hebben we met elkaar
gedeeld, niet waar Jeffie behalve de
duiten", voegde de potsenmaker er
lachend aan toe „die waren alleen
voor de baas wat jij, oude jongen!"
(Jeffie schudde nadrukkelijk van neen!)
De openlucht-plechtigheid werd bij
gewoond door een aantal speciaal ge-
noodigden, die stoelen op de straatkeien
gereed vonden slaan, door verslaggevers
en photographeu. Op de eerste rij zat
de oude vader van de jubilaris. Allemaal
kregen ze een Bismarcksigaar en een
stel „officiecle jubileumkaarten" met
het welgelijkend portret van mr. Koka-
dorus. Zijn kostelijke gelaats-mimiek is
daar op alle mogelijke wijze op ver
eeuwigd.
Kokadorus was kapot van dankbaar
heid en stapte ten slotte in het rijtuig
wat hem, en de komiteeleden, chefje
niet te vergeten naar de Nieuw e Keizers
gracht 18 bracht, waar receptie wordt
gehouden.
Kokadorus, royaal als altijd, noodigde
de gansche menigte uit, hedenmiddag
op zijn welzijn te komen fuiven.
Als er niet genoeg was, was er nog
water in de Nieuwe Keizcrgracht.
op om heen te gaan, hartelijk Carlo's
hand schuddend.
„En ik hoop u spoedig onder de leden
van mijn gezelschap te tellen," waren
zijne afscheidswoorden.
„Kom niet bij de deur!" riep Piale
opgewonden. „De avondlucht uw
keel, om 's Hemels wil, pas op uw keel!
En morgen kom ik terug om te hooren,
dat ge het aanneemt, onthoud het, niet
anders dan dat ge aanneemt of anders,
diavolo! zal ik denken, dat ge niet goed
wijs zijt."
Het grootste deel van den nacht
moest Carlo dat groote verlangen be
strijden, dat hem bij 't aanbod had
aangegrepen. Hij schaamde zich toen
hij bemerkte hoe vurig hij verlangde
naar alles wat de directeur had opge
somd, terwijl de verzekering van Piule,
dat hij voor een reizend gezelschap niet
sterk genoeg was, een waarheid in zich
bevatte, die 't hem dubbel moeielijk
maakte. Het was een zaak van leven
of dood de dokter had het hem
gezegd en hoewel hij er aanvankelijk
geen acht op had geslagen, nu hij al
leen was, met alles donker en stil rond
om hem, begon hij de twee mogelijk
heden te aanschouwen.
Daar was 't schitterende beeld van
leven en succes dat do Londonsche
directeur had afgeschilderd. In zijne
verbeelding doorleefde hij de geestdriftige
ontvangst, hij dacht aan Piale's vreugde
Tot tijdelijk onderwijzer aan de open
bare lagere school 2de soort is benoemd
de heer J. Dijker te Utrecht.
Tot onderwijzeres aan de openbare
school te Stroe gem. Barncveld is be
noemd moj. R. Stolberg alhier.
De heer P. v. d. Sluys thans 2e luite
nant is benoemd tot le luitenant com
mandant van het „Amersfoortsche Vrij
willigerscorps
De kapitein L. V. O. F. Aberson van
het le regiment veld-art. wordt binnen
kort bevorderd tot majoor.
De le luitenants L. J. Richer cnW.
J. A. de Wolf van het 5e rog. inf. zijn
van hun detacheering bij de Normaal
Schietschool teruggekeerd.
Thans zijn bij deze inrichting gede
tacheerd tot het volgen van een gym
nastiek-, scherm- en zwomcursus de le
luit. L. A. II. Oftenhoff en de 2e luit.
A. M. M. van Loou.
De heer N. J. Kollewijn, inspecteur
van het boswezen, is te Prigen (Java)
op 51 jarigen leeftijd overleden.
Door verhindering van Dr. E. Kruisinga
sprak gisteravond in de tweede cursus
vergadering der Vrijz. Dem. Kiesver-
ecniging de heer C. Moerman Jr. over
„de beginselen der Vrijz. Democraten."
In de eerstvolgende vergadering zal
in studie worden genomen: „Sociale
verzekering."
Met de kermis krijgen we hier ook
nog mevrouw Budennan-Van Dijk te
hooren! Dinsdagavond treedt zij in
Amicitia op bij het Nederlandsche operette
ensemble. Opgevoerd zal worden „Rooie
Anne."
Een jeugdig paar, blijkbaar eerst
hedenmorgen in den echt verbonden was
zoo dronken, schoonmama incluis, dat
een jong landverdediger groote moeite
had dit drietal naar huis te balanceeren.
Natuurlijk trok het io treurige drietal
veel bekijks.
Do Amersfoortsche correspondent van
de Telegraaf verzoekt ons mee te deelen,
dat het bericht „What's in a namen"
in dat blad, niet van zijn hand is.
Blijkens de in dit nummer voor
komende advertentie zal a.s. Maandag
in Amicitia een voorstelling worden ge
geven door de Nederl. Tooneelvereeni-
ging, directie v. d. Horst en Ternooy
Apèl. Opgevoerd zal worden „Ghetto"
van Hegermans.
De Kamer van Koophandel en Fabrie
ken vergaderde Zaterdag 13 October,
des avonds 8'/a uur, ten raadhuize.
Aanwezig waren de heeren J. G. Kleber
en II. O. van Dam, alsmede de sceretaris
de heer Hernis. P. van Haselcn.
Afwezig de heeren J. Sinnige, H.
Meursing (tijdelijk in het buitenland), S.
J. van Duinen en H. v. Haselen.
De beide laatsten met kennisgeving.
De notulen der vorig openbare verga
dering worden voorgelezen en goedge
keurd.
Daarna deelt de voorzitter mede, dat,
daar slechts 2 leden tegenwoordig zijn,
volgens art. 4 een nieuwe vergadering
moet worden uitgeschreven. De verga
dering. geopend te 8.30, wordt daarop
te 8.35, weer gesloten.
en zelfs begou hij zich te verbeelden,
dat kapitein Britton, eindelijk overwonnen,
zich scharen zon in de algemeene hulde
en zou begrijpen dat zelfs een schoon
zoon, die bij 't tooneel is, niet te ver
werpen is. Hij was een mensch en
nog heel jong en een poosje genoot hij
van zijne gedachten.
Dan in de schei pe tegenstelling zag
hij een ander beeld.
Hij was terug in Merlino's troep, de
gewone reeks opera's afzingend, over
werkt, uiin betaald en bezig 't laagste
werk van den troep te doen, zijn stem
werd langzamerhand minder tot hij zelfs
beneden Fasola stond en hij zich met
ondergeschikte rollen moest tevreden
stellen, en zoo doorgaande door een
ellendige onbepaalde lijd, tot hij eindelijk
in een oi ander Anlcrikaansch stadje
achterbleef, ziek en aim en stierf onder
vreemdelingen van wien niet één zijn
moedertaal verstond.
Te worden gedood door zijn werk!
Om het te beschouwen van die zijde,
is geen aangenaam vooruitzicht. Een
gezond mensch vindt op zijn vieren
twintigste jaar de dood weerzin wek
kend, de lust om te voltooien" alleen
ketent hem aan 't leven, waar zijn
werk zoo just is begonnen. De ouden
wier werk is algeloopen en de jongen,
wier leven door ziekte is uitgeput,
mogen natuurlijk naar den dood ver
langen, doch Carlo was geestelijk noch
„Te Veenendaal is door den brigadier-
commandant der Kon. Marechaussee
weer beslag gelegd op ecu aan vlekziekte
gestorvenvarken, dat te Eist voor f4.25
gekocht was. Het doode dier woog
270 pond en was voor den schijn nog
geslacht (gestoken.) Het heette bestemd
te zijn voor hondenvoer, doelt zelfs daar
voor was het bederf reeds te veel inge
treden, en bovendien zijn alle honden
te Veenendaal e. o. niet m staat te ver
orberen wat aan gestorven vee voor
hen bestemd heet. De gezondheidscom
missie, wetende hoeveel van dergelijk
vleesch van daar en omstreken langs
zijwegen en over kleine stations vervoerd
wordt naar Amersfoort, Amsterdam enz.
heelt aangedrongen op krachtige mede
werking tot wering daarvan bij het hoofd
der politie, en den commandant der
marechausée."
't Bovenstaande bericht ontleenen we
aan de N. Rott. Crt. Als de gezond
heidscommissie in Veenendaal goed op
de hoogte is schijnen de Amersloorters dus
ook nog wel eens getrakteerd te wordeu
op „heerlijk \leesch."
Smakelijk eten.
De vereen. „Amersfoortsche Industrie-
en Huishoudschool" zal op Dinsdag
30 Oct. 1906, des avonds te 8 uren,
in het schoolgebouw, Hendrik van
Viandenstraat no. 17, een algemeene
vergadering houden.
Als puuten van behandeling worden
genoemd: 1. Begrooting 1907. 2. Be
noeming commissie rekening en verant
woording 1906. 3. Verkiezing van vier
bestuursleden wegens periodieke aftreding
van mevr. van Bcyina thoe Kingma,
mevr. Meiners, mevr. Rengers en den
heer Rost. 4. Mededcelingen van het
bestuur.
De begrooting ligt in ontwerp van af
Dinsdag 16 October voor de leden ter
visie in het Schoolgebouw no. 19.
De plaatselijke atdeeling van den
Kon. Nederlandschen Bond van Oud
onderofficieren- en de onderofficieren
6oeieteit „Eensgezindheid" zullen ook
dit jaar den kinderen der leden een
Sint Nicolaasfeest bereiden.
In de gemengde commissie hebben
zitting de heeren A. Hassing, als Voor
zitter; G. C'astein, als Secretaris; en N.
G. van de Stadt, als Penningmeester.
De sub-commissie voor de feestelijkheden
bestaat uit de heeren; D. van Buuren,
Th. den Daas en G. Castein; die voor
het onthaal de heeren: A. Hassing, N.
G. van de Stadt en P. van Maren.
Bij de hier gehouden aanbesteding
van bruine boonen, kapucijners, witte
boonen en groene erwten ten behoeve
van de troepen behoorende tot de 4e
divisie infanterie word het laagst inge
schreven door M. Sluyter te Enk-
buizen, voor bruine boonenl 12.G7 per
H.L.; de zelfde voor kapucijners f 10.95
per H.L.; J. A. van Heel, te Goes,
voor witte boonen 117.10 per H.L.; en
A. Jeronimus, te Middelburg, voor groene
erwten 111.65 per H.L.
Onze Vloot.
Men schrijft ons:
Misschien is het niet aan de meeste
lezers van dit blad onbekend, dat eene
Nederlandsche Vereeniging „Onze Vloot"
onlangs gesticht is, die ten volle zich
eene algemeene bekendheid mag toe-
eigenen.
Niet geheel ondienstig zal liet dus
zijn, een9 't doel van die vereeniging
en haar streven hier in beknopte trek
ken mede te deelen:
lichamelijk uitgeput, hij was op den
drempel van 't leven en ondanks wat
hij had beleefd, leek heni 't leven schoon
en wenschelijk toe en de dood donker
en weerzinwekkend. 01 hij gelijk had
of ongelijk, dit waren zijne gedachten
en hij kon ze niet veranderen om in te
stemmen met do denkbeelden der gods
dienstige wereld.
En toch moest hij de moeielijke taak
kiezen en de gemakkelijke weigeren.
Zich telkens om en om wendend vroeg
hij zich af of zijn heele leven zoo zou
zijn, ol iedereen zoo in verzoeking zou
worden gebracht, hoe 't kwam dat 't
meerendeel van do menschen 't zoo ge
makkelijk schenen te hebben. Moesten
zij allen zoo'n onzichtbaren strijd voeren
of was hij 't alleen?"
In 't midden van al die vragen, her
innerde hij zich plotseling, die bekende
woorden: „De mensch is niet meer ge
negen het leven van den Gekruisigde
te leven."
Genegen om het leven te leven, in
derdaad! Wel hij had hot geheel ver
geten, had gedacht aan een leven van
roem en gemak en vermaak, had alleen
zijn eigen belangen bezien, niet die van
anderen, had alleen zijn wil geraadpleegd,
niet de wil van den Alvader. Langzamer
hand kreeg hij zijn vastheid van wil
terug en viel vermoeid door wat hij had
doorleefd in slaap.
Toen hij wakker werd, was de nacht
De Nederlandsche Vereeniging „Onze
Vloot", opgericht den 26en Mei 1906
en goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 26 Juli 1906, No. 7, stelt zich ten
doel: de kennis van en de belangstelling
in de Nederlandsche Zeemacht aan te
kweeken en te versterken bij alle Neder
landsche onderdanen in het Moederland
m de Kolouiën en in 't buitenland eo
dus ook bij het Nederlandsche volk hel
besef op te wekken en te verlevendigen
van de onmisbaarheid eener krachtige
oorlogsmarine, zoo krachtig als onze
nationale omstandigheden gedoogen.
De uitvoering van dit streven laat zich
ongeveer als volgt denkon:
Volksvoordrachten zullen moeten wor
den gehouden, omtrent het verleden,
het heden en de toekomst onzer zeemacht,
door lichtbeelden toegelicht.
Tentoonstellingen, levende beeldenen
betoogingen, moeten de aandacht trek
ken, prikkelen en gaande houden; be
zoeken aan de rijkswerven en aan de
oorlogsbodems moeten de belangstelling
kwecken.
Adressen kunnen gericht worden aan
Regeering en Volksvertegenwoordiging.
Vliegende blaadjes, kort en pakkend
gesteld, moeten worden verspreid en bij
de dagbladen vragen om gastvrijheid;
zoo noodig moet een eigen tijdschrift
het licht zien.
Een schild, een beker, als prijs, voor
overwinnaars in het schijfschieten, een
waardevolle naamplaat voor een schip,
een zijden vlag door Nederlandsche
vrouwen bewerkt, en zooveel meer kunnen
blijvende blijken zijn van de belangstel
ling, van het Nederlandsche volk in zijne
zeemacht. En wanneer onze schepelingen
buiten Europa aan den vasten wal
komen, is er dan beter propaganda voor
„Onze Vloot" denkbaar, dan hen te
ontvangen met Hollandscho gastvrijheid
en hun aan te bieden een Hollandsch
tehuis?
Tot slot wijzen wij er op, dat onze
vereeniging zij samengesteld uit Neder
landers, van elke richting, van elke kleur,
van elke gezindheid, slechts gebonden
door dien éénen band: „de liefde voor
het gemeenschappelijk Vaderland!"
Geeft derhalve Uw naam op aan den
AlgemeeDcn Raad gevestigd te 's Graven-
hage, Secretaris, de heer J. van der
Eist Drinklerstraat 2 aldaar, of aan het
comité tot oprichting eener Aldeeling
„Amersfoort."
II. P. van den Ham van Heyst, C.
van Hoek.
Alwaar de staluten der vereeniging ter
inzage liggen.
Nog gemeld zij, dat de leden der
Vereeniging eene minimum contributie
van 110 betalen, terwijl de contributie
der aldecliugsleden op minstens f 0.25
gesteld is.
Programma van het concert op Vrijdag
19 October 1906, 's avonds te 8 uur,
in „Amicitia", te geven door het man
nenkoor „Zanglust", Directeur de Heer
0. Akkerman, met medewerking van
het mannenquartet „Euterpe".
1. Wijding des Gezangs. W. A. Mozart.
2ü. Avondklokje
b. Reizigers Avondbede C. M. v. Weber.
3a. Wiegenliedje C. Latan.
6. Serenade de Mando
lines Dessormes.
4. Woudgedachton F. Abt.
15 MINUTEN PAUZE.
5. Oberlkndlcr Jos. Gnng'l.
6. Lentebopeiuzing Kreutzer.
7a. HeimweeJ. Heim.
b. Laiidskuechtstilnd-
chenOrlando ai Lasso.
Air d'église de
StradellaToussaint Radons,
9. Vaarwel, ni ijn vader
landF. Abt.
voorbij en scheen de zon, de leeuwerik
ken zongen en bij 't morgenlicht kon
hij de bekende schilderij van den Goe
den Herder zien. De nacht der ver
leiding was eveneens voorbij, wat hij te
doen had, was zoo helder als de dag
voor hem en hij wist, dat hij het doen kon.
Hij moest beslist het aanbod afslaan.
Hij moest er ook niet met Merlino
over praten. Als hij dat deed, zou hij
Merlino's achterdocht opwekken, daar
deze zeker zou uitvorschen waarom hij
zoo'n mooi aanbod niet aannam.
Dan moest hij Piale vragen Comerio
bij den Londonschen directeur aan te
bevelen en hemel en aarde bewegen om
de plaats, die hij weigerde aan zijn
mededinger te bezorgen. Dat hij het
prettig vond, neen. Ontegenzeggelijk
viel 't hem bitter maar hij zag, dat 't hem
dien zomer van Comerio zou ontslaan
en ook wilde hij rechtvaardig zijn zelfs
tegen zijne vijanden en nu hij de schuld
was dat Comerio zonder betrekking
was geraakt, scheen het hem slechts
billijk, dat hij hem een andere be
zorgde.
(Wordt vervolgd).