Stadsnieuws.
Varia.
Allerlei.
Bronwater bij zout.
Op de kleistreken in de nabijheid der
zee moet elk buis op het platteland
voorzien zijn van een regenbak, daar
anders onmiddellijk watersnood heorsclit
en in droge zomers, zooals 1906 er een
te zien gaf, is het vraagstuk van water
voorziening op die dorpen niet zelden
een moeilijk op te lossen quaestie. Zoo
dra aan huis de bak „lens" is, moet
gewoonlijk de voorraad aan openbare
gebouwen als bij kerken en scholen of
wel toevallig bij particulieren, die over
een „reuzenbak" beschikken, bijspringen.
Niet zelden wordt dan ook putwater
gebruikt, zoowel voor wasch als drinken
en dat dit putwater van goede qualiteit
is, is maar zelden het geval.
Toch bestaan er gunstige uitzonde
ringen; bij sommige plaatsen komt wel-
eens een put voor, die nimmer ledig
wordt en best bronwater levert; men zegt
dan dat een ondcraardsche „ader" zoo'n
put of bron onophoudelijk voedt. Dit
heeft wel eens aanleiding gegeven tot
legenden; o.a. is dit liet geval met een
bron, welke gevonden wordt in de on
middellijke nabijheid van de Ooster-
Schelde in de nabijheid van Bergen-op-
Zoom. De gemeente-archivaris, do heer
G. J. F. Mes, deelde daaromtrent mede,
dat de legende zegt, dat de Heilige
Gertrudis, die in 064 stierf en dochter
was van Pepijn van Landen en abdis te
NivelleB, meermalen langs liet strand der
Schelde wandelde naar Hildernisse, om
te bidden op een plaats, waar later hot
klooster van Emmaus verrees. Op een
dier wandelingen kwelde haar de dorst
zeer hevig; zij drukte alsdan haar staf
in het zand en onmiddellijk welde een
bron vau zoetwater op.
Tor herinnering aan dat wonder rich
ten de geloovigen nabij die bron een
kapel op, die na het beleg door Spinola
in 1622 is verwoest. "Wat er van zij,
zeker is het, dat goed drinkbaar water
op zekere plaats uit den grond komt,
in weerwil dat do vloed voortdurend dat
plekje bepekelt. Prins Frederik Hendrik
vond baat bij het gebruik van dit bron
water en liet op zijn kosten in 1631
het zoogenaamde „fonteintje" met hard
steen opmaken. Een eeuw later werd
er een koepel omgebouwd, die door de
Franschen in 1747 weder vernield werd.
Behalve genoemde stadhouder dronken
dat water prins Willem III on jaren
lang de Franschc gezanten bij de Yer-
eenigde Gewesten. Op last van genees-
heeren gebruikten de ziekten het met
Rijnwater en suiker. Bij het aanleggen
der vestingwerken door Coehoorn, ver
minderde het opwellen, vermoedelijk
door afsnijding van een der kanalen, en
na de verwoesting in 1747 getaakte het
fonteintje geheel in vergetelheid tot
eindelijk de Regeering in 1844 de zaak
ter harte nam, zich echter bepalende
tot het blootleggen der fundamenten
van den koepel. Later heeft een kapitein
der infanterie in garnizoen te Bergen-
op-Zoom een onderzoek ingesteld, doch
dit werk gestaakt wegens groote moei
lijkheden aan het werk verbonden.
Eigenaardig mag het overigens wel
genoemd worden, dat in de onmiddelijke
nabijheid van het zoutwater, zulk goed
bruikbaar bronwater wordt gevonden.
Het aantal betrekkingen, datjnAmerika
door vrouwen bekleed wordt, zijn vele
en er zijn zeer merkwaardige onder. Een
zekere miss Nettie Peayne is te Buttler,
Pensylvanië, politic-beambte. Zij heeft
zes pelitic-agcnten onder zich staan en
neemt zware misdadigers en dronkaards
in verhoor. Ofschoon zij er lieftallig uit
ziet, is zij om hare strengheid zoo ge
vreesd, dat niemand nog om hare hand
heeft durven vragen. Miss Jennie IV.
Ragsdale is aanspreker en begrafenis-
directeur te Woodlawn, Ohio. Zij gaat
in haar zaken met zeer veel tact en
handigheid te werk, Susie Braytoe is
veearts en staat er voor bekend de
moeilijkste operaties aan paarden, hon
den en katten met succes te kunnen
uitvoeren. Virginia Pope bezit een vogel
hospitaal te New-York. Theresia II.
Shennoni is aannemer te New-York, zij
bezit een klein leger bouwarbeiders en
bouwt thans aan de nieuwe renzenwerf
aan het eind van de 92e straat. Maud
de IlaTen, een dame van oen oude
deftige familie, is voorzitster van een
naar haar genoemde goud- en zilver
mijnmaatschappij. Mrs. Philo "Wilcox uit
Lincoln, Nebraska, oorspronkelijk onder
wijzeres, is thans smid geworden en
drijft met hare dochters een zeer bloeiende
werkplaats voor de reparatie van rijwielen,
naaimachines enz. Miss Ogden Mac Clurg,
dochter van den, overleden generaal Mc
Clurg, heeft een brevet als loods voor
de groote vaart ontvangen. Zij comman
deert het stoomjacht „Soa Foc" en heeft
het recht elk schip door de zoecn te
geleiden, de eerste vrouw wie deze on
derscheiding ten deel is gevallen. Mrs.
Anna Marto is president van de handels
bank van Mason Texas. Aan het hoofd
van een der grootste bankiershuizen in
Wall Street staat een 23:jarige dame,
die alle mannelijke collogas's in handig
heid eu vlugheid overtreft.
Middelen tegen de kanker.
Eenige maanden geleden bevatte het
bekende Engelsche tijdschrift voor ge
neeskunde de „Lancet" een artikel
over kankergenezing door middel van
viooltjes.
De Londensche berichtgever van 't
„Handelsblad van Antwerpen" ziet zich
in staat gesteld om het recept mede te
deelen, opgesteld door de thans twee-
en-zeventig-jarige lady Margareta Mars
ham, zuster van den graaf Yan Romney,
zelve door het middel genezen. Vier
jat en geleden kreeg genoemde dame
een gezwel in de keel, hetwelk door
een voornaam specialist voor kanker
verklaard werd. De kwaal verergerde
snel, zoodat in eenige dagen tijds de
keel bijna ganscli gesloten was, en
voedsel op kunstmatige wijze moest
toegediend worden. Een harer vrienden
gaf haar toen den raad een afkooksel
van viooltjesbladeren te beproeven, om
de hevige pijnen te verminderen, zonder
een oogenblik te denken, dat het als
geneesmiddel kon dienen.
Tot ieders verbazing kon men bijna
oogenblikkelijk een zekere beterschap
bespeuren. In eene week was het groote
harde gezwel verdwenen en alle pijn
had opgehouden, en na verloop van 14
dagen was er geen spoor van kanker
meer te vinden. Sedert heeft Lady
Marsham geen enkele maal van haar
vroegere kwaal te lijden gehad.
Ziehier nu het recept: neem een
handvol versche groene bladeren van
viooltjes en giet er ongeveer een halven
liter kokend water over. Dek den pot,
en laat dien omtrent twaalf uren staan,
totdat het water groen is, en zift daar
na het kooksel. Warm alsdan opnieuw
een goede hoeveelheid van het afkook
sel, en houd die gedurig heet. Neem
een stuk lint en dompel het in hetheete
vocht totdat het goed doorweekt is. Leg
dit dan, zoo licet als verdraagbaai is,
op de zieke plek; bedek het lint met
een stuk gewast linnen of dunne mac
kintosh en vernieuw het lint telkens
wanneer het dioog of koud is.
Wanneer men een open wond heeft,
alsook bij koud weer, moet men flanel
gebruiken in plaats van gewast linnen.
Het afkooksel moet om den anderen
dag vernieuwd worden.
Vele personen drinken het ook, ter
wijl zij het c-ompres -gebruiken. In dit
geval raadt lady Marsham aan, eiken
dag een versch afkooksel te bereiden,
en drie wijnglazen daags te gebruiken.
Indien de smaak niet bevalt, kan men
desnoods liet afkooksel mengen met
water of Portwijn.
Wat de uitslag ook moge wezen, men
kan er niets bij verliezen met het te
beproeven, want het is goedkoop, ge
makkelijk te bereiden en toe te dienen,
en levert hoegenaamd geen gevaar op.
We gaan vooruit hard vooruit.
Zich per auto naar den burgerlijken
stand te begeven om aldaar in „don
houwelicken staat" te worden opgeno
men is tegenwoordig reeds iets heel
gewoons. Minder gewoon of liever
hoog-modern is echter nog zijn kind
met zulk een voertuig ten doop te
brengen. Zoo iets gebeurde gisteren
middag te Hilversum. In een keurig
uitziende '24 paards Vivinus, chauffeur
en begeleider geuniformd met witte
haudschoencn en ruikertjes op de borst,
werd het eergisteren geboren dochtertje
van den antomobielenhandelaar T. De
Wit met genoemd doel naar de kerk
gereden. Na afloop van de plechtigheid
werden met dezelfde auto de zakjes
muisjes rondgebracht.
Dat een en ander veel bekijks had,
behoeft wel geen betoog, want zoo iets
zal toch wel het meest ultra moderne
zijn van den tegenwoordigen tijd. Of
schoon men in de laatste dagen van
vreemde en rare dingen hoort, ja van
dingen, die men niet zou gelooven als er
geen eerlijke menschen waren, die ze
in de courant vermelden. Zoo moet
zich nabij Vlijmen vorige week Woens
dag een zonderling maar ook hoogst
vermakelijk geval hebben afgespeeld.
't Was in der, Bosch do wekelijksche
veemarkt geweest en zekere K. M., uit
Nieuwkuik, keerde met een beestje
huiswaarts.
De weg naar Nieuwkuik is nu juist
niet korf, vooral niet als je zoo'n on-
gczelligen vierpooter bij je hebt. Daarom
werd in de bekende Vlijmensche Hut
eveu aangelegd.
Daar werd 't „skeune bist" bewonderd
en betast, op welke behandeling 't dier
minder gesteld scheen. En als was het
'n jonge nntsch, sprong het op een
afdak, om van daar zijn klimtocht voort
tezetten naar de nok van 't woonhuis.
Niet onaardig zoo'n levende dakver
siering! En als alleenheerscher op dit
gebied van roode pannen, zag het
spottend-uitdagend neer op zijn plagers
van straks, neerwerpende projectielen in
den vorm van pannen van het dak,
dat bij de bestorming geheel was ont
redderd.
Eindelijk werd alle moed en kracht
bijeengezameld en de koe van het dak
verwijderd, hetgeen natuurlijk niet
zonder moeite en niet zonder stukken
geschiedde.
Nu, beleven we nou vreemde dingen
of niet? Een koe op het dak, wie zou
dat ooit hebben duiven deuken? Daar
aan heeft net zoo min iemand aan ge
dacht, al dat er ooit aan gedacht is,
Het nieuws in den brief dat anderen
't moest zou hebben getroffen, 't verlies
van de erfenis, was voor Carlo van
minder belang. Niet dat hij onverschillig
was voor rijkdom en de armoede er
boven verkoos. Geld was macht, dat
viel niet te ontkennen, en nu leefde hij
van den eenen dag op den anderen, wat
in theorie aangenamer was dar. in do
praktijk. Het deed hem onaangenaam
aan, dat hij geld schuldig was aan den
heer Ritter en geen kans zag het
dadelijk terug te betalen en veel had
het hem gekost aan don dokter te vragen
of hij dien rekening bij gedeelten mocht
voldoen, wijl hij als een echt heer er
een afkeer van had iemand geld schul
dig te zijn.
Van zijn drie guinea's per week
moest hij zijn kleeren, huisvesting en
eten betalen, fooien aan de kapper
geven en een doel van zijn costumes
betalen, dan de rente voor den heer
Ritter en de rekening van Mr. Kava-
nagh. Hij wist wol dat er velen waren,
die met minder toe moesten, doch hij
had nooit sparen geleerd.
Kamers voor korten tijd gehuurd
waren gewoonlijk duur en slecht en hij
verlangde er naar van die voortdurende
zorg verlost te zijn, hoewel nog goed
af was, daar Morlino altijd geregeld
betaalde wat bij andere rondtrekkende
gezelschappen niet altijd het geval
was.
dat de koopman van de bekende „oude
plunje" van Dr. Kuijper nog eens be
kend zou worden. En toch schijnt dit
het geval te zullen zijn. Er zijn tenminste
aanwijzingen, die mogelijk tot een re
sultaat zullen leiden.
Hoe men zoo op het goede spoor is
gekomen, zal ik even vertellen.
Gelijk algemeen bekend, is de Oud-
Minister bezig met het schrijven van
zijn indrukken over zijn in dit jaar vol
brachte groote reis door het Verro
Oosten.
Om deze arbeid zooveel mogelijk te
vergemakkelijken en om een juister over
zicht te hebben over de, tijdens zijn reis,
verzamelde documenten, had dr. Kuyper
al zijn gegevens zorgvuldig gerangschikt
en in enveloppen geborgen. De voor
den schrijver zóó gewichtige stukken be
vonden zich in zijn werkkamer in zijn
woning aan de Kanaalstraat en hij had
zijn dienstpersoneel last gegeven bij de
opruiming van die Kamer niet te raken
aan de enveloppen.
Die voorzorgsmaatregel was uoodig,
omdat op gezette tijden een man het
oudpapier, couranten enz., komt weghalen.
Toen de oud-Minister nu in het begin
dezer week zijn arbeid wilde voortzetten,
kwam hij tot zijn grooten schrik tot
de ontdekking, dat al de enveloppen met
inhoud waren verdwenen.
Natuurlijk stelde dr. Kuyper dadelijk
een ouderzoek in. Het lag voor de
hand, dat de dienstboden in haar ijver
bij het schoonmaken van de kamer te
ver waren gegaan; dat zij de enveloppen,
tegelijk met oud-papier en gelezen
couranten aan den hier bovengenoemden
man hadden medegegeven.
Omuiddelijk begaf een der dochters
van dr. Kuyper zich naar de woning
van dien persoon, maar deze bereidde
haar op haar vragen een zoodanige
ontvangst, dat zij zonder resultaat huis
waarts keerde.
Dr. Kuyper nam toen de politie in
den arm. En deze stelde zich hoe
wel aan misdrijf niet werd gedacht
zich te zijner beschikking, om zoo moge
lijk do verloren geraakte stukken op te
sporen.
Zij vond inderdaad bij den meerge-
noemden persoon een gewilliger oor en
vernam van hem, dat hij al de bij dr.
Kuyper weggehaalde papieren, had ver
kocht aan een buurman, een opkoopcr
van dergelijke zaken.
Deze laatste verklaarde zich onder
zekere voorwaarden bereid de behulp
zame hand te bieden. Hij had het ge
kochte papier geworpen op een zolder
en men stond nu voor de schier hope-
looze taak, daarin te gaan zoeken naai
de vermiste stukken.
Met volharding werd deze taak onder
nomen, met het voor dr. Kuyper geluk
kig gevolg, dat naar wij vernemen
3j, gedeelte van de documenten te
voorschijn werden gebracht. Had de
man, aanvankelijk geëischt, dat de ge-
heele voorraad van den zolder, ter waar
de van 5 f 600, moest worden leegge-
koclit, hij stelde zich later, toen hij
hoorde, dat dr. Kuyper belang bij de
zaak had, niet een belooning tevreden,
omdat de oud-Minister „van zijn kleur
was". De belooning moet zeer ruim zijn
geweest, hetgeen geen wonder is.
net onderzoek heeft echter nog niet
uitgebracht of bij dezen koopman ook
de bekende „oude plunje" is terecht
gekomen.
Zoover was hij met zijne overpeinzing
gekomen toen Gigi hem er uit opwekte
door te zeggen:
„Ik heb zoo schrikkelijk een schop
noodig, zio caro," en hem met zijn
bruine oogcu begeerig zag.
„Er zijn veel dingen, Gigi, die wij
zoo verbazend noodig hebben en die wij
toch niet kunnen krijgen, en dan
moeten wij trachten liet zonder te
doen."
En armoede en laster vergetend ver
vormde hij zich zoo heerlijk in een
zeemonster, dat Gigi er prachtig door
bevreesd werd en zijn schop geheel
vergat en na afloop van 't spel in zijn
oud refrein verviel. „Ik houd zooveel
van u."
TWEËNDERTIGSTE HOOFDSTUK.
Na twee jaar.
De heldere zonneschijn scheen vroolijk
in een zitkamer in do Lafayette te
Pliiladelfia en Nita's heldere sopraan
zong het bekoorlijke lied „Caro Noue."
Carlo, die zich dadelijk had opgeworpen
als haar accompagneur bij de dagelijk-
sclie oefeningen zat aan de piano en
iets in de gelaatstrekken van broeder
en zuster verried, dat de tijd was voort
gegaan. Twee jaren waren verloopen
sinds Carlo zich te Brightou weer bij
den troep had gevoegd en in spijt van
buitengewoon hard werken en lange, ver-
Zondag 28 October, des morgens half
elf wordt er in het Logegebouw een
godsdienstoefening gehouden voor den
Doopsgezinden Kling, waarin als spre
ker zal optreden Ds. E. M. ten Cate
van Apeldoorn.
Alhier is opgericht een afdeeling van
de Internationale vereeniging „Vrede-
Tentoonstelling."
Het bestuur bestaat uit de heeren:
jhr. J. IV. A. Barchmann "Wuytiers van
Vliet, Voorzitter; L. A. baron Van
Ittersum, Secretaris; mevrouw Van Rei
gersberg Versluys baronesse Van
lsselmude, Penningmeesteres; mevrouw
Metelerkamp van Bronckhorst jonk-
vrouwe Den Tex; en de heeren H. N.
baron Schimmelpenninck van der Oye,
mr. P. J. F. Tan Voorst Vader en P.
J. Frcderiks.
Voor de betrekking van Hoofd der
School in de Koningstraat zal ditmaal
een vergelijkend examen worden afge
nomen. Het eerste gedeelte zal worden
gehouden op Vrijdag 9 November in
Aniicitia.
Tot directrice van het Stadsziekenhuis
te Kampen is in plaats van mej. J. J.
M. Engelen (die op verzoek eervol ont
slag is verleend, ingaande 1 Dec. a.s.),
benoemd mej, A. G. Bnrghgraef, te
Amersfoort.
De kapitein J. A. F. Keetell, van het
5de regiment infanterie alhier is aange
wezen om, ter vervanging van den kapi
tein F. A. Nieuwenhuijs, van dit regi
ment, den cursus in de artillerieweten
schappen voor de aangewezen vesting
en fortcommandanten bij het le regiment
vesting-artillerie te Utrecht van 1 tot
en met 29 November a.s. bij te wonen.
De Heer B. C. van Berkel thans ont
vanger der registratie voor de gerechte
lijke akten en der domeinen te 's-Graven-
hage is bij Kon. besluit benoemd tot
Bewaarder van de hypotheken, het kada-
steren en de scheepsbewijzcn aldaar.
Bij beschikking van den generaal-
majoor, commandant der 4de divisie is
de kapitein E. G. Staal van het 5e
regiment infanterie op 1 November a.s.
benoemd tot kapitein van speciale
diensten bij het korps.
Hij zal in zijn compagnies-com
mando worden opgevolgd door den
kapitein L. Noest van de Normaal-Schiet
school.
De kapitein A. J. W. van der Grin
ten zal de volgende maand terugkeeren
van zijn detacheering bij de landmacht
in "West-Indië. (Curasao.)
Door de N. C. S. M. is bepaald, dat
de tarieven voor leerlingen van ambachts
scholen en van industrie- en huishoud
scholen voor meisjes ook gelden voor
leerlingen van land- en tuinbouwscholen.
Het Drankweer Comité alhier, heeft
zich gewend tot den Raad der Gemeente
oni financiëelen steun. Indien het besluit
van den Raad gunstig is zal hot Comité
dezen winter actief optreden en ver
schillende openbare lezingen doen hou
den, waarbij politiek en kerkelijke rich
ting wordt uitgesloten.
Hoofddoel is: strijd tegeu het drank
misbruik als maatschappelijke, als plaat
selijke kwaal.
moeiende tochten, had zijn gezond en
krachtig gestel gezegevierd en was zijn
borst krachtig geworden terwijl zijn stem
voortdurend schooner werd. Het werk
was zeer eentonig en toch was 't tweede
en derde jaar aanmerkelijk sneller voorbij
gegaan dan het eerste. Niets bijzonders
was er in die twee jaren voorgevallen,
Comerio's wraak was nog niet tot zijn
doel gekomen hij was hen niet naar
Amerika gevolgd en in den troep waren
weinig veranderingen gekomen. Made-1
moiselle de Caisne was naar Italië te
ruggekeerd, daar zij 't onmogelijk er
van inzag om ook maar de geringste
indruk te maken op den nieuwen bariton,
haar plaats was ingenomen door een
zeer jong Amerikaansch meisje. Het
scheen waarschijnlijk dat Sardoni en
en Domenica Borelli ook niet heel lang
meer bij den troep zouden blijven. Zij
waren sinds vele maanden verloofd en
zouden te New-York trouwen voor Mer-
lino's gezelschap naar Italië overstak,
wat in 't eind van Mei zou gebeuren.
Carlo kon zich 'tleven bij den troep nauwe
lijks voorstellen zonder zijn twee beste
vrienden, doch hun contract liep ten einde
en hij geloofde ook dat zij gelukkiger
zouden leven als zij te Londen woonden,
muziekles gaven en concerten hielden.
Hoewel er niets gebeurd was, was de
algemeenc toon in den troep toch beter
I geworden, de impressario was minder
Iruw en aanmatigend; Nita hoewel nog
zijn vermogen aan liefdadige doeleinden
vermaakt.
Zooals je begrijpt, zijn we allen uiterst
verontwaardigd en om geen kwaad van
de dooden te spreken, vinden we het
toch te ver gedreven. Ook moet ik je
waarschuwen, dat ge een levende vijand
hebt, die je niet van je geld doch van
je goeden naam tracht te berooven. Er
gaat een praatje door de stad over jou
en Mademoiselle Borelli. Verleden herfst
werd er al over gesproken op een bal
en Miss Britton hoorde het ook en om
haar wil maakte ik er een grap van
en ik geloof ook, dat ze maar schert
send gemeend waren. Nu is 't moge
lijk dat die woorden de oorzaak waren,
doch ik denk dat Comerio er de hand
in heeft en vond het 't beste je maar
alles te vertellen. Ge kunt nu doen
wat ge wilt en ge kunt natuurlijk op
ons rekenen."
Toen Carlo den brief gelezen had,
had hij een gevoel alsof de geheelc
wereld tegen hem was. Zijn oom was
gestorven zonder hem vergeven te
hebben. Het smartte hem zeer, want
hij had veel van den koppigen, ouden
man gehouden en had altijd op eene
verzoening met hem gehoopt. Én dan
die vurige laster.
"Woedend werd hij, toen hij zich
voorstelde, dat ook Domenica Borelli er
een slachtoffer van was. En wat kon
hij doen? Hoe kon hij die laster be
strijden? Met een trotsche ontkenning,
maar wat zouden de Napolitaansche
babbelaars zich daaraan storen. Ofschoon
't zeer mogelijk was, dat Comerio 't
praatje had verspreid, kon hij hem niet
wegens laster vervolgen, daar niemand
't hem in 't openbaar had liooren ver
tellen. Neen hij kon niets doen, dan
alles stilzwijgend verdragen cu toch
gevoelde hij smartelijk, dat onverdiende
laster zelfs op het zuiverste leven een
blaam achterlaat. En helaas! hoe
weinig had hij nog gewonnen Hoe weinig
voldoening had hij nog van zijn omgang
met Anita.
Voor een ijdele hoop had hij alles
verloren, de liefde van oom Guido, de
erfenis, die hem van rechtswege toe
kwam, zijn huis en land en de vrouw
die hij zoo innig liefhad en nu beroofde
de boosheid of 't ijdel gesnap hem van
't eenige wat hem overbleef, zijn goeden
naam.
Hij was nog zeer jong en toen de
eerste heftige verontwaardiging voorbij
was, vroeg hij zich zeer verwonderd af
hoe die praatjes van licm in de wereld
waren gekomen. Men had hem terecht
kunnen beschuldigen van drift, ongeduld,
gemakzucht en honderd andere dingen,
doch dat men hem juist die zonde
aanwreef, die hij ten koste van alles bij
een ander bestreed, kwam hem al heel
hard voor en wondde hem dieper, dan
iets anders hem kon wonden.