^No. 18.
Zaterdag 2 Maart 1907.
4e Jaargang.
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
IXlees U
t
Ons bureau is
thans gevestigd
I Kortegracht 1.
Eerste Kamer.
Beleefdheid.
FEUILLETON.
Een Fransche Revolutie om
5 centimes.
Wat de kerkelijke propaganda
het land kost.
Uit de Pers.
Verschijnt
Woensdags en Zaterdags.
DE EEMLANDER.
Bureau
Kortegracht 1.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3-00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco oer post- 0.90
Prijs der ndvertentlëu
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke kortingi)
Allerlei geruchten doen do ronde over
1de oplossing der crisis.
Misschien is er bij het afdrukken van
'dit artikeltje al iets positiefs bekend.
Het vermoeden, dat een deel van de
Ministers op hun besluit terug zullen
^komen schijnt het meest naar den voor-
te treden.
Wij vonden het besluit van het Minister
om en bloc zijn ontslag in te
dienen gemotiveerd en volkomen zooals
in we van dit sympathiek ministerie ver
wachtten.
't Zou ons verwonderen als ze besloten
om op hunne ontslagaanvrage terug te
Yeomen en zoodoende Minister Staal in
tweede instantie in den steek te laten.
Wat er ook gebeurc, duidelijk is aan
't licht gekomen, dat er iets hapert in
het samenstel van onze constitutie. De
Eerste Kamer neemt een zonderlinge plaats
in. Wc zouden haast zeggen, indien ooit
duidelijk in 't licht gesteld is, hoe veel
erltc zeggen is voor algeheele afschaf
fing van onzen senaat, dan is het nu
ge%cest.
We zijn het geheel oneens met die
bladen, die het der Eerste Kamer euvel
duiden, dat ze de begrooting van oorlog
afgestemd hebben.
Wel óók achten wij de critiek in het
voorloopig verslag zéér onhebbelijk.
De aanmerkingen, die daarin voorkomen
getuigen soms van gebrek aan zelfbe-
heersching van dit niet uit vurige jonge
lieden samengestelde regecringscollege.
31 Maar, wat het stemmen in de Eerste
Liefde is voor een jong wezen even
noodigfde zonneschijn voor de bloem.
Carmen Sylva.
De dikke man mot het zwarte, sluike
"Ihaar kijkt op naar de vlag hoog boven in
3e lucht. Eén oog dicht, en met een ge
zwollen neus. Er is geen vergissing mo
gelijk. Deze man aanbidt de vlag de
Lwee vlaggen. Deze man is dus des dich-
ï/.ers broedei! Met een onderdrukte snik
itort de sublieme naar den proletariër.
jZnlomhelzen elkaar nog eens en nog
Stens weer! Het publiek schreeuwt en
nicht en een algemeene omhelzing volgt.
Set gevecht is geëindigd. Algeheele broe-
lerliofde! onsterflijkheid! Tranen!
Maar neen! Plotseling zweeft een rood
ling door de lucht. Verwoede kreten
worden op het balkonnetje der verliefden
jeslaakt. Nogverwoedcruit het raam vnu
ie; kaasjuffrouw! De vlag valt op den
Kamer betreft, het komt ons voor, dat
men het recht mist, daarover zijn af
keuring uit te sproken. Wanneer de
tegenstemmende rechterzijde en do heer
Van Houten werkelijk hebben gemeend
en dit moeten wij aannemen dat
het belang van het land van onze defensie
dringend eischt front te maken tegen
deze begrooting, dan hebben zij door
afstemming slechts hun plicht gedaan.
Sommigen meeneu, dat de Eerste
Kamer eerst dan het moreclc recht heeft
een wet te verwerpen, indien deze in
de Tweede Kamer met kleine meerder
heid is aangenomen en daar door een
zeer groote minderheid dus heel on
gunstig is ontvangen.
Wij declen deze meening niet.
Naar onze meening moet, heel een
voudig, elk lid zijn stom laten afhangen
van de merites, die in zijn oogen een
wetsontwerp heeft.
Eer en fatsoen gebieden dit.
Niemand heeft dus o.i. het recht den
Leden van de Eerste Kamer het afstemmen
van de Oorlogsbegrooting te verwijten.
Maar hoe het mogelijk is te regoeren
met een Eerste Kamer, die ecu geheel
anders gekleurde meerderheid heeft, dat
is ons een raadsel.
En aan den anderen kant, wanneer
de meerderheden in de beide kamers
volkomen homogeen zijn, dan zal daar
van jhet gevolg zijn, dat elke wet van
eeuigc beteekenis, door de Eerste Kamer
zal worden aangenomen.
Conclusie: do Eerste Kamer maakt
het regecren onmogelijk óf ze doet
nutteloos werk.
Wij zouden niet gaarne gesteld worden
voor het betoog, het bestaansrecht van
de Eerste Kamer te verdedigen.
Maar afschaffing van de Eerste
Kamer zal in de eerste vijf en twiutig
jaren wel niet aan de orde komen.
Minstens echter dient zéér en zéér
ernstig de vraag overwogen te worden,
welke wijzigingen er aangebracht moeten
worden in de samenstelling dier kamer.
stoep, de juffrouw bespuit haar met water
en in een oogenblik gaat de menigte
tot razernij over. Bloed vloeit er nu en
de oogen eerst bont en blauw gestompt
worden nu van bloed doorloopen gesla
gen. De neuzen, eerst gezwollen, worden
nu half afgestompt. liet bloed stroomt uit
mond en neus en de vuisten slaan maar
in het wilde om. De dichter weet de vlag
te grijpen en zijne dunne armen drukken
haar aan het hart, terwijl zijne lippen
het roode doek kussen. „Vlag vlag
mijn vlag! Om hem heen hebben zich de
broederen opgesteld tot verdediging. Ta
fels worden opgeheven, geschreeuw van
alle kanten en de woedende kooplui pro-
beeren charge op charge. Hoog boven op
het balkon der geliefden zie ik een gelaat
verheerlijkt en demonisch tegelijk. liet is
dat van den welwillenden mijnheer, die
glimlachend het tooneel aanschouwt.
Ik kijk neer op straat en sidder. Want
als een vaste muur staan bij het begin
der straat de studenten opeengehoopt,
lachend, huilend, schreeuwend, vloekond.
En te midden van dat alles komt lang
zaam aan een onnibus aangereden. Ik
kijk nog eens. Boven op den onnibus
zit het vol van vreedzame Zondagsmen-
schen, die glimlachend, nieuwsgierig en
gelukkig het tooneel gadeslaan. Maar als
do kreten duidelijker in hunne ooren
weerklinken, worden ook zij meegesleept
en hebben zich in een oogwenk in twee
partijen verdeeld. Heftige woorden wor-
Eu dan zijn de volgende hervormingen
dunkt ons urgent
1. De verkiesbaarheid dient anders
geregeld te worden, door eenvoudig te
bepalen, dat ieder die in de termen valt
voor het lidmaatschap van de Tweede
Kamer, óók verkiesbaar is voor de
Eerste.
De Provinciale Staten zullen er wel
voor zorgen, dat er geen jeugdige hek
kenspringers of onbezadigde mcnschen
tot lid van ouzen senaat zullen worden
gekozen.
2c. De Provinciale Staten moeten
ontbonden kunnen worden, opdat bij
conflicten als thans, de kiezers in hoogste
instantie uitspraak kunnen doen.
Wij meencn dat de twee door ons
genoemde hervormingen zeer urgent
zijn.
De gemeente Berkel Rodenrijs is niet
ontbloot van inrichtingen voor lager
onderwijs; zij telt er op een bevolking
van ongeveer 2200 zielen niet minder
dan vijf, en wel: een R. K. jongensschool
met 79, een R. K. meisjesschool met 83,
een School met den Bijbel met 90, een
school voor Christelijk-Nationaal-Volks-
onderwijs met 54 en een openbare met
65 leerlingen. Vier dezerschooltjesmoeten
dus twee en één drie leerkrachten hebben
volgens het door de wet bepaalde mi
nimum.
Het totaal van 377 leerlingen behoort
evenwel niet geheel tot de bevolking van
Berkel Rodenrijs; 25 komen van elders
en dus 352 uit de gemeente zelf.
Gingen al deze kinderen op de open
bare school, dan zouden er 7 leerkrach
ten moeten wezen en die school zou dan
goed ingericht kunnen zijn. Het Rijk zou
dan moeten betalen, als alles volgens het
minimum berekend wordt:
den geuit, de gezichten verduisteren en
de vuisten worden opgeheven. En als
de groote bus dichterbij koint, hangen
zij ver yoorover, om handdrukken te wis
selen met de pas gevonden broedei s.
Heeren blijven bij heeren. Werklui bij
werklui. En de studenten schreeuwen
tegen iedereen. Een jong aristocraat,
vastgehouden door een vriend, tracht den
dichter de vlag te ontrukken. De dichter
blijft er zich echter met tanden en nagels
aan vastklemmen en zwaait zoo halver
wege de bus en de straat. Weer ge
schreeuw en bijvalskreten! Maar dadelijk
hebben stevige werklui, bakkers, hem ge
grepen en trokken de vlag uit de han
den van den aristocraat. Ik kijk weer.
Daar komen een 40 man politic aanrij
den. In volle galop komen zij aangerend.
Midden in de straat houden zij halt,
verdoelen zich en jagen de menigte de
straat uit. Wilde kreten weerklinken!
Nog wat gelach en geschreeuw uit do
verte, en de menigte trekt af. Voor een
oogenblik is de kleine straat stil. Acht
juffrouwen in onmacht en dan de drie
ouwe heertjes, ook een flauwte nabij, is
het eenige publick. De sublieme valt on
machtig van het tafeltje af, maar de kel
ner vangt hem tecdcr in de armen op
en draagt hem en de vlag naar een stoel
toe. Dan: „Broeder mijn nieuwe broe
der. Ik geef u al wat ik heb. Alles
Ach alles. Alles." Hij staat op, trekt de
jas uit en houdt die den kelner voor. De
voor het hoofd der school f 750.
een onderwijzer met
verplichte hoofdacte - 700.
vijf onderwijzers en
onderwijzeressen - 2500.
kosten wegens het
stichten, verbouwen of
aankoopen van school
lokalen - 3S7.55
d. i. voor 352 leerlingen - 4337.55
of f 12.32 per leerling.
Nu er vijf scholen zijn moet her Rijk,
eveneens alles volgens het minimum
berekend, voor de school met drie leor-
krachten uitkeeren;
voor het hoofd der school f 750.-
twee onderwijzers of
onderwijzeressen*. - 1000.
bijdragen ter gemoet-
koming in de behoefte
aan schoollokalen - 135.12'
totaal f 1885.12'
Voor één school met twee leerkrach
ten moet het Rijk uitkeeren:
voor het hoofd der school f 750.
een onderwijzer of
onderwijzeres - 500.
bijdragen ter tege
moetkoming enz.- 75.32'
f 1325.32'
dus voor 4 zulke scholen -5301.30
en voor 377 leerlingen
f 1S25.12' f5301.30
f7186.42' of f 19.00 per leerling.
Doordat de kerkgenootschappen reeds
in de lagere school propaganda voor
hun leerstellingen willen maken en in
de jeugd willen scheiden, wat in het
leven vereenigd moet worden, benadee-
len zij in de eerste plaats de kinderen,
in de tweede plaats de schatkist. De
kinderen zouden bij niet zoo ver ge
it Wij hebben de „vijf en twintig ten
honderd van de kosten wegens het stichten,
verbouwen ol'aankoopen van schoollokalen'',
bedoeld in art. 48 2o voor de vergelijking
vervangen door de „bijdrage ter gemoot-
kotning in de kosten om te voorzien in de
behoefte aan schoollokalen", bedoeld in art.
59 A.
broeder beweegt zich niet; noch glim
lacht hij. Maar alleen het beven van de
onderkin verraadt de ontroering. Weer
een lange stilte. De jonge artist schotst
ook deze houding. De sublieme uit een
lange, hevige snik, zijne hand trilt en
uit de gapende jaszak rolt iets op de
tafel het is het 5 centimes stuk.
Een verwarde, verwilderde glans uit
de oogen van den dichter. Een plotse
linge snik uit de borst van den kelner
opwekkend. Dan een laatste pose uit
„l'Aiglon" en de revolutie is geëindigd.
JEIN D E."
Vrij ui het duitsch vertaald.
„Beleefdheid is maar een vorm" zei
onlangs een jonge vrouw tegen me, „en
ik weet niet, waarom we die dus in huis
zouden invoeren."
Zeker, beleefdheid is slechts een vorm,
maar ze kan ook meer zijn, véél
meer, als we aan dien vorm maar in
houd geven en met leven, beter nog
met liefde, vullen.
De oude, vormelijke beleefdheid, die
in groote gezelschappen maar al te dik-
dreven onverdraagzaamheid onderwijs
krijgen in een zes- of zcvenklassige
school met een onderwijzer voor iedere
klasse; thans moeten zij zich behelpen,
soms met een halve, in den regel met
één derde leerkracht per klasse. Het
Rijk moet nu voor de kerkelijke pro
paganda in slecht ingerichte scholen voor
elk kind jaarlijksch f 19.06 f 12.32
f 6.74 per leerling meer betalen dan
wanneer er één goed ingerichte school
was; d. i. voor de geheele Berkelscho
schoolbevolking352 X f6.74_rf'2372.48
meer.
Het ouderwijs te Berkel Rodenrijs
kun mot minder geld goed zijn; nu is
het met meer geld slecht.
HetSchoolblad S.
De crisis.
Het nieuws van den Dag houdt
vol, dat do oppositie ermee inzit.
Niet echter in dezen zin, aldus schrijft
het blad, dat men „aan den overkant"
geen nieuw ministerie zou wenschen. De
vriendelijke aandrang om toch te blijven
betreft niet alle ministers. En toen
uien zag dat reconstructie overwogen
werd, bekroop velen de angst dat het
geheele kabinet, als zoodanig, zou aan
blijven. Dat ging ook weer te ver!
Vandaar de treffende bezorgdheid, die
sommige partijorganen aan den dag leg
gen voor de eer van het ministerie De
Meester. Indien het kabinet (als geheel)
terugkwam, zou het zich in een vreemd
licht plaatsen, het zou erkenuen, ge
dwaald te hebben, enz.
De toeleg van dat alles is duidelijk.
Maar dit is zeker juist, dat het kabinet
niet kan en niet zal tcrugkeeren
met wegwerping van zijn beginselen. En
hierin, in de moeilijkheden om behoud
van die beginselen overeen te brengen
met de eiechen van het oogenblik, met
den verwarden politieken toestand; hierin
ligt naar onze meening de oorzaak dor
verlenging van de crisis; van de tegen
strijdigheid der berichten van het Huag-
sche bureau; hierin ook ligt het groote
gevaar.
't Spreekt toch wel vanzelf dat men
wijls het tegendeel van liefde, of zelfs
van achting uitdrukt, willen we in onzen
huiselijken kring zeker niet invoeren.
Beleefdheid in huis heeft een geheel
andere beteekenis en gaat dan gepaard
met welwillendheid, en vriendelijkheid,
waarvan men den gezegenden invloed
voortdurend ondervindt. Ze is verfijnder
en inniger en bevat alles te zamen
goedheid, geduld, verschooning, en be
minnelijkheid.
Beleefdheid in huis is de echte be
leefdheid van t hart; onder vreemden
„den goeden toon" te vinden, is ten
slotte nog zoo moeilijk niet; hem ook
daar te behouden, waar het eigentlijk
niet noodig is, waar het bewustzijn van
onder-elkaar-te-zyn tot grootere vrijheid,
tot een behagelijk zich-laten-gaan ver
leidt, is niet zoo gemakkelijk, getuigt
daarom des te meer van een hoogstaand
karakter.
Beleefdheid in huis kan zich op aller
lei wijzen openbaren. Het is niet
onverschillig hoe man en vrouw met
elkander omgaan; of zij hunne wenschen
op een vriendelijken toon te kemien
geven en een vriendelijk: „dankjewel"
de vervulling daarvan beantwoordt, of
dat hun verhouding koel en ruw is.
Het is niet onverschillig, of de man aan
zijn vrouw al die fijne attenties al of
niet bewijst, die de wet voorschrijft in
maatschappelijken kring tusschen heeren
en dames.