Stadsnieuws.
Advertentiën.
E. J. Ruitenberg
Muziekschool.
Johs. Knoppers
JCeerenhuis,
Winkelhuis
Een H oonhuü
Een Pakhuis
8 Woningen
Mej. J. A. Schouten
VOORDRACHTEN-AVOND
publiek verkoopen:
Een Winkelhuis
Een Koffiehuis
7 Woningen
geilijken stand cn trouwde het paar met
de gebruikelijke toespraak. Het gezel
schap verliet daarop gelukkig doch
onder den indruk van don gewichtige!)
stap het gemeentehuis en wandelde
huiswaarts. Een heel eind hadden ze
reeds gewaudeld toen zij achtervolgd
werden door een zeer snel peddelenden
wielrijder. Het gezelschap ingehaald
hebbende, sprang hij van zijn rijwiel
en na bij adem gekomen to zijn ver
zocht hij bruid en bruidegom weder
naar zijn vader terug te koeren (de
wielrijder was n.l. een zoon van den
wethouder) daar zij hun bandteekoning
nog niet geplaatst hadden en dus fei
telijk nog niet getrouwd waren.
De bruiloftstoet maakte rechtsomkeert
en kwam weder in het gemeentehuis
of liever de gemeentekamer aan. De
wethouder wachtte hen reeds en scheen
tamelijk verstoord te zijn over het ge
val, althans hij zei terwijl de trouw
lustigen hun naam toekenden, tot de
moeder der bruid: „Jie had ter toch
ok wel an kunne dinke. jie hint toch
ok tweemaal 'e trouwd 'e wést."
Het Defensie-vraag»! uk.
In ecii openbare vergadering van de
afdccliug Amersfoort van denVrijz.-Dem.
Bond sprak Donderdagavond llr. F. van
Engen uit Utrecht over: HetDefensie
vraagstuk. Nadat de voorzitter de
heer M. Boukamp de vergadering geopend
had sprak den heer van Engen ongeveer
als volgt:
Toen ik de nitnoodigingkroeg om 07er
dit onderwerp te spreken, dacht ik, dat
daarvoor in een garnizoensplaats wel
groote belangstelling zou zijn, maar het
valt mij tegen zoo weinig belangstelling
aan te treffen. Dat valt me tegen omdat
in den laatsten tijd zooveel over defensie
is geschreven. De couranten waren er
onleesbaar door. Voor mij was hot vaak
ondoenlijk veel door te zwelgen, maar
dat neemt niet weg, dat de propadanda
die in 't algemeen voor onze defensie
gemaakt is, ons volk ten goede moet
komen, want het is met onze defensie
treurig gesteld.
Van waar die verandering? Komt dat
nu in eens door de kwetsie van het blij
vend gedeelte?
In de belangstelling van het Nedcr-
landsche publiek plotseling zeo groot
geworden voor dc defensie van ons land
Ik geloof het niet.
Uit een „politiek" oogpunt geloot ik
niet, dat de belangstelling zoo groot is
geworden. Maar waar is ze dan door
ontstaan. Bij de wet van 2 Juli 189S
is de plaatsvereeniging afgeschaft waar
door de belangstelling in het leger aan
zienlijk is toegenomen.
't Is wel zonderling als Dien nog eens
bladert in oude brochures.
Een jaar of 18 geleden i8 in Amersfoort
en motie aangenomen in een katholieke
kiesvereeniging dat de persoonlijke diensi-
plicht een ramp zou zijn voor ons land.
Die heeft toen aanleiding gegeven tot
de bekende vergadering van voorzitters
van kath. kiesver. beneden den Moerdijk
waar de splitsing in de katholieke par
tij is gekomen. Men heeft toen zelfs Dr.
Schaepman in Wijk bij Duurstede laten
vallen on het gevolg was dat we in
1891 een vrijzinnige regeeriug kregen.
In die oude brochure dan werd geschre
ven dat ons oude volksleven uit zijn
voegen zou worden gerukt hij invoering
van persoonlijke dienstplicht. In 1899
hebben we dat nu gekregen cn van dat
uit de voegen rukken is nog niets ge
bleken. Integendeel dc belangstelling in
ons leger is bij alle standen gerezen.
Toen spr. officier in Utrecht was, was
hij in huis hij iemand die niet met zijn
familie uit kon gaan naar het Ilaagsche
Koffiehuis omdat daar geen militairen
beneden den rang van onderofficier wer
den toegelaten. Meer dergelijke staaltjes
zijn aan te voeren, die thans verdwenen
zijn omdat het leger als afzonderlijke
kaste verdwijnt.
In do tweede plaats speelt de finan-
cieele kwestie een rol. Allen die aan
de sociale kwestie willen doen, moeten
doen aan sociale wetgeving en daarvoor
is geld noodig. Vraagt men waar dat
geld van daan moet komen, dan is het
eigenaardig, dat steeds dat gehaald wil
worden van de militaire departementen.
Die willen juist steeds meer hebben,
zoodat deze kwestie in bijna alle politieke
bijeenkomsten besproken wordt.
Een derde reden is, dat men niet
meer loopt aan den leiband van des
kundigen. Bij marine was het vroeger
Gyot en bij oorlog Seret en van Wij-
men die een specchje afstaken en dan
ging dc begrooting ouder den hamer
door.
Men had permanente ministers van
oorlog zelfs.
Dat geslacht sterlt uit, men is van
meening, dat men het van die deskun
digen niet hebben moet. Eigenaardige
uitingen deden die deskundigen vaak,
waarvan spreker ee» aantal staaltjes
meedeelt, o.a. van de ministers Lizt
(1840—1848), en Nepveu(184S—491. En
bij de behandeling der militiewetten in
1901 zei minister Kool, dat Nederland
in een moeras zat, het was niet verde
digbaar, tenzijmen zijn wet aannam.
Die deskundigen spelen thans een
onderschikte rol. Dat is bij de laatste
behandeling der oorlogsbogrooting in
de Eerste Kamer gebleken. Men dacht
dat het debat zou plaats hebben tus-
schen generaal van Löben Seis en den
minister, maar van alle rodevoeringen
is er geen onbenulliger dandie van Van
Löben Seis. Het scheen wel, dat het
voorloopig verslag dat zoo bijzonder fel
was, niet van dc Kamerleden afkomstig
was. Het maakte den indruk of een
ander lichtje daarvoor had geschenen.
Intusschen mogen we ons gelttk-
vrenschen dat de belangstelling in het
defensiewezen is toegenomen.
In art. lSl van de grondwet siaat,
dat er een leger zal zijn, bestaande uit
vrijwilligers en militie. Verder heeft men
alles overgelaten aan den gewonen wet
gever. In 1901 is onze heele weermacht
te land geregeld. De schutterij is toen
opgehevon en daarvoor in de pleats
gekomen dc landweer. Dat is een groote
verbetering, jammer dat het niet goed
is uitgevoerd.
De schutterij bezat geen kracht, geen
weermacht, voor schuttersmaaltijden en
dc Oeteldonckschc schutterij was ze
uitstekend. Daarvoor nu is de landweer
gekomen. De militie heeft men verder
in tweeën gesplitst in lui die 8 maan
den dienen en de zoogenaamde vier-
maanders, die vooroefeningen hebben
bijgewoond. Minister Eland had in de
wet ontworpen dat dc viermaanders
zouden zijn werkers voor corvee diensten.
Dat voorstel is gelukkig niet opge
nomen. Dr. Knyper heeft daartegenover
ontwikkeld, dat men voor die viermaan
ders juist moest uemen de elite, een
systeem dat goed is, maar slecht uitge
werkt is in de wet. Waarom? Men heeft
geen voldoende vooroefeningen daaraan
verbonden en men heeft gezegd we zullen
vast 5200 viermaanders hebben, geoefend
of niet. Men heeft dat contigent verdeeld
over de gemeenten en dat is weer een
lout daar de gemeenten zich nu van
vooroefeningen niets aantrekken.
Er komen toch een bepaald aantal
viermaanders.
Men heeft verder deze groote fout in
onze militiewet, dat er geloot wordt. Wie
een poosje in de kazerne is geweest, be
droeft zicii vaak wat voor mannetjes er ko
men, die geweer en ransel moeten dragen,
terwijl vele praehtmcnscheii vrij loten.
Men kiest niet de flinkste mannen uit,
maar zondert slechts het allertreurigste
deel uit en gaat dan loten. Dat is ver
keerd. Van de 50.000 mannen, die elk
jaar ingeschreven worden voor de natio
nale militie dienen er maar 17.500.
Een het Ncderlandschc volk, dat in
verloop van 15 jaren over een millioen
mannen kan beschikken brengt slechts
in't geheel een 200.000 mau in 'tveld.
De vergoedingen, die toegekend wor
den aan soldaten om te dienen, zijn voor
het grootste deel weggeworpen geld.
Iemand, die niet gemist kan worden
moet vrijgesteld worden. Zoo iemand
moet niet in de kazerne komen, terwijl
zooveel flinkere iui vrijloten.
liet aantal dienstplichtigen, dat ver
goeding krijgt loopt zeer op. Weinig
aanzoeken worden maar afgewezen. Lui,
die het in 't geheel niet noodig hebben
vragen maar aan, en zoodoende worden
de wetten veel te duur.
Men heeft de wetten veel te duur
geëncadreerd. Er zijn bij de landweer
veel te veel baantjes geschapen. Dat
baantjes systeem heeft een groot nadeel.
Veel personen willen graag den uiilitaren
dienst uit en zoeken dan een baantje hij
de landweer. Protectie speelt daar helaas
ook al weer een groote rol. Hiervan
deeldt 6pr. eenige staaltjes mee, niet
alleen heeft dat plaats in de mindere
rangen, maar evengoed bij de hoogerc
rangen. Overal zijn aan liet hoofd ge
plaatst officieren, die niet deugden om
hij den troep bevordering te maken.
Vele dingen in het leger zijn slecht
geregeld. In dc eerste plaats de oplei
ding van liet kader. Om kader op te
leiden moet men soldaten hebben. Indien
men kader wil kwecken moet men dat
in den troep fokken, wat in ons leger
niet gebeurt.
Indien niet een betere regeling komt,
komt uien er nooit. Men moet het niet
opleiden voor onderwijzer maar voorde
taak die liet in tijd van oorlog wacht.
Ook deugt het niet het kader op te lei
den met het blijvend gedeelte.
Het blijvend gedeelte was vroeger niet
meer dan 0509 man. Hoe kan men met
zoo'n klein beetjesoldaten kaderopleidcn?
Een volgende fout is liet blijvend ge
deelte. Het deugt niet voor kader op
leiding. En is het noodig voor dekking
bij mobilisatie? liet geheel is daarvoor
zoo onbeduidend, dat het onbegrijpelijk
is dat mannen als nir. Tydeman en
unr. Lobman nog in ernst aannemen dat
het voordekking der mobilisatie noodigis.
Hierna zet spr. uiteen wat mobilisee
rt n is, en bespreekt daarbij de bro
chure van Jhi. Tindal, die in 1891 uogal
wat angst in ons land deed ontstaan.
Spr. toont hierbij aan hoe onzinnig het
is do mobilisatie te willen doen dekken
door het blijvend gedeelte. Wanneer
men dat wil doen, dan moeten alle
toegangswegen kunnnen bezet worden en
dat kan men niet met de 0500 man.
De eenige manier om de mobilisatie
te dekken is dc landweer cu dan ieder
voor zijn district.
De landweermannen moeten dan hun
geweren thuis hebben, daar steekt hee-
lemaal geen gevaar in. De schutterij
nam vroeger steeds hun spuit mee naar
huis en niemand heeft daarbij aan ge
vaar gedacht. Thans is dat gevaarlijk,
zeker Da de staking van 1903.
De Eerste Kamer heeft werkelijk uit
vrees dat de binuenlandsche rust in ge
vaar kwam de oorlogsbogrooting ver
worpen, niet uit vrees voor de defensie.
Ilet is veel minder gevaarlijk do geweren
aan dc monschen mee te geven, dan ze
in bewaarplaatsen te brengen. In geval
van opioer is zoo'n magazijn spoe
dig overrompeld, terwijl bij het mee
nemen der geweien deze ook over
alle partijen zijn verdeeld. Dc eenige
manier om dc mobilisatie te dekken, zit
in de Landweer cn dan moeten ze
hun geweren mee naar huis.
Nu zegt men de landweer deugt
niet. Men heeft gezien in Zeist en bij
Katwijk, het was een bende. Maar dat
die menschen ontevreden waren ligt
voor dc hand, men moet ze dat een
voudig in één dag aflecren en zorgen
dat ze geen reden tot ontevredenheid
hebben.
De landweer zal beter worden en nu
kan men wel zeggen dc landweer deugt
niet, maar onze heele militie deugt niet.
Men moet nemen wat men heeft en dan
is de landweer het zekerst tot dekking.
Eigenaardig is het na te gaan hoe men
de plannen van Minister Staal heeft be
streden. In de Nieuwe Rotterdammer nl.
is een stuk opgenomen onder den titel:
„Nederland besproken in een Duitsch
militair tijdschrift", dat gretig is over
genomen door De Nieuwe Courant cn
de Utrechtsclie Courant.
De artikel vangt aldus aan:
Dc Jahrbiicher für die dcutsche Armoe
und Marine, van Februari 190T, blz.
170 en volgende: Zur Fragedes Ausbaucs
und der inneren Festigung der nieder-
liiudischen Armee.
De Jahrbiicher is een hoogst degelijk,
fatsoenlijk en wetenschappelijk tijdschrift,
geleid door den generaal-majoor buiten
dienst K e i m, militair schrijver van be-
tcekenis.
Nu moet men weten, dat die generaal
Kcim zich nogal geweerd heeft bij dc
jongste verkiezingen in Duitschlnnd, waar
hij nogal wat geld is zoek geraakt van
de Flotteverein, waarvan -generaal Keim
secctaris schijnt te zijn. Dit doel nu wel
niets af aan 's mans wetenschappelijkheid,
maar toch wel aan zijn degelijkheid en
fatsoenlijkheid.
Overgaande tot een bespreking van het
aansturen op een Yolks(Miliz)leger, heet
hetFür die H c r a n b i 1 d u n g der
Kndres und als fester Kern ist
naturgemasz der sogeuannte „bleibendc
Teil" vou der weittragendsten Beteutung.
Hier setzt der Kriegsminister, uuter
Ersparuis ven 100,000 Gulden an Sold
und Zulagcn, zum schwercu Nachteil des
Heeres den Hebei anso
kaun man sich leicht ausrech-
nen, was b r i g'b 1 e i b t. Für die
Kavalerie und Artillerie ist
d i eMa ssnahme ge radezu ruin ös".
Een verdere stap, (aldus verder het
Tijdschrift) naar het militielcger is ge
daan en daarbij is niet cent voldaan
aait de hoofdvoorwaarde van grondig
bedreven kader. Dat men met méér te
oefenen menschen met minder gelden
denkt uit te komen wordt verkregen op
„Kosten| der Schuimig, durch Verringe-
rung des blcihenden Teils und durch
Abkürzung der Uebuugen". Wat het
Ncderlandschc leger noodig heeft, is juist
het omgekeerde van wat voor 1907 werd
voorgesteld.
Wij kunnen hier de verleiding niet
weerstaan liet volgende in te lasschen.
In La Belgiqne militaire van 3 Maart
1907 leest men hoe in Zwitserland, dat
dan een volksleger, een ïnodel-volksle-
ger, heet te hebben, heftig is geprotes
tcerd tegen het verkorten van dc tijden
voor oefening bestemd. Dc bevoegde
militaire autoriteit wilde de tijd voor do
écolcs de recrues vaststellen op
£0 dagen in plaats van de voorgeschre
ven 45. Na lang beraad zou men 70
dagen toestaan, toen de nationale raad
er slechts 65 gaf.
Nu moet men weten, dat La Belgique
militaire een prul van een blad is, tnaar
nu is liet in eens een autoriteit.
En hot slot van liet artikel luidt
aldus:
„Die Aufwcnding für die Flotte, wie
sie his 1 823 geplannt sind, be-
deutennachdemweggeworfenes
Geld. Verstanden es die Niederlander,
ihr historisch nachweisbar unberechtigtes
Misstrauen gegen das henachtharte
Dputschland aufzugehen, diesem die
Sicherung ihres europaischcn Gcbietszu
übertragen und den grössten Teil der
heute für das Heer J a h r 1 i o h auf-
zu wende n 2 6, 50 0,000 Gulden
aufdenbeschleunigtenAusbau
einer modernen Ka mpfflottezu
verwenden, die Seite an Seite mit
der deutschen opcrierte, dann ware
auch für die Sicherung des Kolonial-
hesitzes besser vorgesorgt, als heute.
Es steht freilich zu befürchteu, dass man
in den Niederlanden erst durch böse
Erfahrungen bereuen lemen wird, die
Wchrkraft zu Wasses wie zu Laude
dauernd zu vernachlassigen, wie dass
jetzt der Fall ist."
Zie je, dat zou nog eens verstandig
zijn Laten we maar alles opdoeken en
dc 26 mill, die we anders uitgeven in
dc kas stoiten van dc Flotteverein, dan
zal Duitscliland wel verder voor ons
zorgen.
't 16 wel aardig bedacht, maar dezelfde,
mijnheer Keim heeft wel eens anders
gesproken. In 1905 toch is door Het
Handelsblad generaal Keim aangehaad
om te bewijzen, dat militaire autoriteiten
de richting van het Zwitsersche leger
aanprezen. Toen was hij voor het volks
leger en nu werd hij gebruikt door
sommige groote bladen om de plannen
van minister Staal te dwarsboomen. En
dat is gelukt.
Minister Slaal is gevallen, maar voor
het Volksleger heeft hij duchtige propa
ganda gemaakt. Het is nu 6 jaar ge
leden, dat ik in den V. D. Bond bogoti
te propageeren voor het volksleger.
En nu komt op onze vergadering ons
defensie-standpunt ter sprake, voornaam-
lijk door toedoen van minister Staal.
Men voelt nu dat men dien weg op
moet. Toen men minister Seiffardt inder
tijd vioeg, of ons land verdedigbaar was
antwoordde hij zeer juist dat men in
geval van oorlog, zou trachten onze
weerkracht onschadelijk te maken. Dat
kan als de weerkracht klein is maar
onmogelijk als het heele volk weer
baar is.
In dc tweede plaats wil de V. D. B.
een volksleger omdat het goedkooper is.
Wanneer alles militie is kan men den
diensttijd aanmerkelijk verkorten en veel
paradevertoon afschaffen. Maar grootste
belang wellicht is, dat ons volk zoo
noodig heeftlichamelijke opvoeding.
Klacht op klacht is gehoord van onder
wijzers en leeraren dat onze jeugd lijdt
aan overlading. Geestelijk zijn de kiude-
ren rijp voor het lichaam behoorlijk ont
wikkeld is. Veel wordt er reeds in die
lichting gedaan maar niet genoeg
Gezonde lichaainsoiitwikkeling is een
waar volksbelang. Door het volksleger
krijgen wc dan ook een krachtiger volk,
beter bestand voor den strijd om bestaan.
Wanneer er oorlog mocht komen cn we
geen volksleger hebben, kan toch nie
mand in den hoek van den haard blijven
zitten. Alle mannen zullen toch noodig
zijn cn dan krijgen we ongeoefende
krachten.
Toen de F'ransche weermacht hij
Sédan verpletterd was 6tampte Leon
Gambetta, om zoo te zeggen, een groot
aantal mannen uit den grond. Waren
dat geoefende soldaten geweest, wie weet
hoe dan die oorlog zou zijn afgeloopcn.
Nu hebben zo het nog 6 maanden vol
gehouden. Was het Franschc volk weer
baar geweest mogelijk was het bij Sédan
gebleven, wellicht was de heele oorlog
niet uitgebroken.
Het is den plicht van ieder zijn land
te verdedigen. De vrijz.-democraten willen
ons land juist zoo krachtig mogelijk
verdedigen cn hetgeen de conservatieven
zeggen, dat zij die voor een volksleger
ijvoien onze defensie in gevaar brengen,
is niets meer dan een praatje.
Geen partij heeft een defensie-para
graaf. De vrijz. dem. pakken de koe hij
de horens. Zij willen precies zeggen wat
ze willen. De houding der vrijz. dem.
kameifractie is niet wijfelend. In het
eerste jaar van minister Staal heelt men
hem gewantrouwd maar nu hij een be
scheiden stap deed in de richting van
het volksleger heeft hij den krachtigsten
steun van ons ondervonden.
Ik hoop, dat hetgeen ik hiervan avond
gezegd heb, in liet belang mag zijn van
onze defensie cn van de vrijzinnig
democratie. (Applaus).
Als nu wordt eenige minuten gepau-
sceicl terwijl een collecte wordt gehouden
voor dc stakers te Rijssen, welke collecte
f 3.875 opbracht.
Debat in het bijvoegsel.1
Timmerman en Makelaar.
WEfEBSISGEL 11.
door LEERLINGEN der school op
WOENSDAG MAART te half
acht uren in AMIC1TIA, toeganke
lijk voor genoodigden op vertoon van
het Bewijs van Toegang, en voor leden
van Toonkunst met ééne dame op
vertoon van het diploma. Het pro
gramma met tekst is a 25 ct. ver
krijgbaar: 's avonds aan de zaal en
's middags van 12 tot 2 uur bij den
gerant van Amicitia, bij wien dan
ook plaatsen te bespreken zijn.
De Commissie van Belteer.
De Notaris
te Amersfoort zal op Dinsdag 26
Maart I907, des avonds 7 uur in
het lokaal - HET YALKJE te Amers-I
foort
In «Ie gemeente Amersfoort.
Perceel I.
Een iu uitstekenden staat van onder
houd zijnd en op het breedste gedeelte
der Tangcstraat staand
plaatselijk genouimerd 100, met TUIN
daarachter, ter grootte van 5 aren, 78
centiaren.
Het perceel hevat beneden: gang met
marmeren plaveisel, voorkamer met al
koof, achterkamer en zaal aan den tuin,
keuken, kelder, tuin met kippenhok CD
prieel cn schuur, en uitgang naar dc
Appelmarkt; hoven: 3 kamers, daarboven
2 zolders en 3 kamertjes. Bewoond ge
weest door wijlen Mcj. G. A. METIIORST.
Perceel 2.
tevens Woonhui» met plaatsje naast
perceel 1, plaatselijk genommerd 102,
groot 68 centiaren.
Verhuurd aan A. v. MANEN voor f 5
per week.
Perceel 3.
Een op het beste gedeelte der I.an-
ge»traat staand
tevens Woonlinls, met Er f, plaatselijk
genommerd 13, groot 1 are.
Verhuurd aau den heer R. DE
GOOIJER voor f 624 per jaar, tot 23
Sept. 1908.
Perceel 4.
tevens Winhclkui» aan de Arnheoi-
schestraat no. '2, groot 64 centiaren.
Verhuurd aan BUIJS voor f 3.50 per
week.
Pereel 5.
achter perceel 4 aan de Koestraat no. 1,
groot 36 centiaren, thans onvcrhuiird.
Pcreeel G.
naast perceel 5 aan de Koestraat no. 3,
groot 60 centiaren. Verhuurd aan den
lieer C. J. VAN BEEIC voor f 60 per jaar.
Perceeleu 713.
met Glrouil aan de Weistraat no. 18
nabij den Bisschopsweg, te zamen groot
12 aren, 56 centiaren.
Perceeleu 1420.
verhuurd voor 1,40 per week en cenc
woning voor f 18,20 per 3 maanden.
Betaaldag der kooppenningen 26 JUNI
1907.
De perceeleu zijn Dinsdags en Donder
dags van iedere week van 24 uur te
bezichtigen; voor perceel 1 is vcreischt
een permissiebiljet door den Notaris al
te geven.
Breeder bij biljetten.
Muurhuizen 29.
TAILLEUSE, beveelt zich beleefd aan
tot het vervaardigen van DAMES- en
KINDERCOSTUMES ook REFORM-
KLEEDING. Uitmuntende coupe cn
nette afwerking verzekerd. Geriümen
tijd iu het buitenland werkzaam geweest.
Ruime collectie stalen voorhanden.