No. 35.
Woensdag 1 Mei 1907.
4e Jaargang.
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Overboord.
Directeur Werühelm.
FEUILLETON.
Handelsonderwijs.
DE EEMLANDER.
Verschijnt
tVoensdags en Zaterdags.
Burean
Kortegracht 1.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentlëu
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Merkwaardig is het, hoe de Room9che
Kerk, wie het ook zij, die haar compro
mitteert over boord werpt. We zagen
het in Frankrijk aan den bekenden
Montagnini. Zoodra zijne onthullingen
lastig begonnen te worden werd hij
verloochend.
Het schijnt dat de Roomsch-Katho-
lieken en hunne coalitie-vrienden in onze
Tweede Kamer dit voorbeeld willen
navolgen. Beriep men zich bij de crisis-
debatten op hetgeen Dr. Vermeulen, lid
van de Eerste Kamer, hoofdredacteur
van „De Tijd", oud-lid van de Tweede
Kamer, in zijne rede over de oorlogs-
begrodting had gezegd, dan ging er
van do katholieken een gelach op alsof
de adviezen van zulk een vooraanstaand
man in de katholieke partij niet meer
waarde hebben dan die van een oude
juffrouw op het theesalet.
Nog erger maakten de heeren het
met den heer Schimmelpenninck van
der Oyo. Deze had in het begin der
crisis te antwoorden op de vraag: Bestaat
er naar uwe meening al dan niet genoeg
zame grond, thans de rechterzijde der
Volksvertegenwoordiging in staat te stel
len de bestuurstaak over te nemen.
De heer Schimmelpenninck antwoordde
onder meer daarop met de vraag: Of
het goed zou zijn thans een partij aan
het bewind te roepen, die tegen Grond
wetsherziening is, t e r w ij 1 toch b 1 ij-
kens den uitslag der jongste
verkiezingen de electorale
meerderheid geacht moet wor
den zich in die richting te wil
len bewegon.
De door ons gespatieerde woorden zijn
daarom zoo merkwaardig, omdat van
rechts altijd beweerd is, dat de uitslag
van de stembus in 1905 allerminst mag
beschouwd worden als eene uitspraak
van de meerderheid der kiezers voor
Grondwetsherziening.
Doe alles dadelijk goed en met enkel
maar voorloopig. Een vluchtig gesehreeen
artikel vluchtig gelezen, thans zeer in de
mode, is slechts tydverlies.
Hilty.
Vrij naar 'I Duitsch
VAN
MORITZ VAN REICHENBACII.
Hij had dat reeds aan Ebba bekende
odeur van viooltjes en zij ademde het
in terwijl zij de oogen in een aanvech
ting van phantastische droomen, die haar
vroeger volkomen vreemd was, sloot.
,Mama fluisterde zij terwijl haar
een rilling door de leden ging, die haar
echter eerder aangenaam dan een
verschrikking was.
Was dat alles niet een droom? De
vrouw, die zij moeder had genoemd,
met haar vriendlijk streng gelaat van
lijderes, die haar ziekte voelde vererge
ren en die van haar dochter een opvolg-
Wij laten dat daar. Wij zullen daar
van niets anders zeggen dan dat wij
hopen, dat de heer Schimmelpenninck
gelijk heeft. Maar wat gebeurde hun,
die zich op dat gezegde beriepen? De
aanhaling van het advies werd met een
hoongelach begroet, alsof het advies van
den voorzitter der Eerste Kamer, hoogst
invloedrijk nam in de rechterzijde, bo
ven allen van de rechterzijde door de
Kroon verkozen om Haar van advies te
dienen, een advies is van den kruier
op den hoek.
Dat is alles heel handig, maar de
heeren van rechts schijnen niet te bc
grijpen dat ze de aldus behandelde per
sonen in een hoogst ongunstig licht
zetten.
In „Handelsstudie" vinden we o.a.
de volgende „Nootjes over Handelson
derwijs", geschreven door den heer J.
Ilagers.
1. Algemeene ontwikkeling is bij het
onderwijs in 't algemeen en het han
delsonderwijs in 't bijzonder een lucht
spiegeling; het is zeer gevaarlijk die
voor kompas te gebruiken.
2. De algemeene ontwikkeling van
tal van jongelui bestaat in het overal
van gehoord hebben en niets positief
weten, tot niets positiefs (zelfs het een
voudigste) in staat zijn.
3. De handel vraagt naar het posi
tieve, het nuchtere: iets goed doen.
4. Bij het ambachtsonderwijs zal men
bepaald theoretische vakken, als r eke
nen, schrijven enz. aan onderwijzers
toevertrouwen, doch in de smederij zet
men een smid, in den timmermanswinkel
een timmerman.
10. Het eigenlijk vakonderwijs voor
den handel kan nimmer door de onder
wijzers van lagere en middelbare scholen
gegeven worden, omdat hun de leerstof
even vreemd is, als deze den leerling.
11. De cursussen voor lager handels
onderwijs zijn volkomen gelijk te stellen
met de herhalingsscholen.
12. Het nut van beide moet in hoofd
zaak zijn: de eenvoudige toepassing van
het op de lagere school geleerde, voor
ster maakte, die vrouw, was haar moeder
niet eens geweest! Eu die andere met
dat lichtblonde haar en haar bijna jeug
dige gestalte waar rond het bij iedere
beweging ritselde om de zijde die
andere, wier oogen zou tecdor zagen en
wier lachende stem zulke heerlijke
woorden van liefde konde spreken
dat wa3 nu werkelijk haar moeder!
Ebba was ondertusschcn op de canapé
gezonken alsof ze was onder de onweer-
staanbaren druk van een last ze had
gedaan wat haar moeder haar toefluis
terde, ze had de oogen gesloten en was
zoo een poosje on beweeglijk blijven
zitten; maar met de veerkracht van de
jeugd was zij de machtige aandoening,
die haai- getroffen en haar bijna verlamd
had, meester geworden. Want het is een
voorrecht van de jeugd dat zij niet al
te lang nadenkt over het verledene maar
aan het tegenwoordige toebehoort. En
in Ebbas heden was de elegante gestalte
van haar moeder, die zoo heel anders
was dan degene die Ebba in haar leven
had ontmoet en die in Ebba iets opwekte
wat tot heden door koude werkelijkheid
was onderdrukt: de fantasie.
Over den waaier heen turend zag zij
haar bouquet van rozen, die Karl Rell-
nitz gebracht had en nog op tafel lag.
De waaier gleed uit haar hand.
„Mijn rozen!" riep ze en haastte zich
de bouquet in 't water te zetten en eenige
droppels er over te sprenkelen om de
zoover dit in de practijk gevorderd
wordt, en wel van een klein deel van
het te uitgebreid programma der lagere
school.
14. Het jongemensch, dat geleerd
heeft goed te doen wat van hem in de
aanvang zijner loopbaan gevorderd zal
worden, heeft een enormen voorsprong
op de menigte, die met schade en
schande wijs moet worden.
15. Een vogel komt tot de weten
schap van liet bestaan eeuer ruit in zijn
kooi, door er een aantal malen tegen
aan te vliegen.
Iedere nieuweling in de volière on
dergaat dit lot. Op soortgelijke wijze
„leert" men in de practijk.
Men leert het posttarief...., door
allerlei onaangenaamheden te oudervin
den. Men leert iets van eenvoudige
expeditie, door zijn patroons allerlei
koopjes te bezorgen.
13. Het is de taak van het aanvan
kelijk handelsonderwijs daarin verande
ring te brengen, en den onderwijzers
„schade en schande", die thans nog zoo
veel te doen hebben op het gebied van
vakonderwijs in de practijk, hun wel
verdiend pensioen te verleenen.
19. Het lager handelsonderwijs, zooals
het thans ouder dezen naam hier te
lande gepropagandeerd wordt, is: her-
halings- en uitgebreid lager onderwijs
onder „haudels"-etiquet.
20. „De dochter van den slager is
getrouwd met den zoon van den bakker";
jongens vertaal in 't Engelsch! Dit heet
herhalings- of uitgebreid lager onderwijs!
maar.. „De dochter van den makelaar
is getrouwd met den zoon van den
commissionair", da's 'n Engclsche op
gave voor het handelsonderwijs! (Sic)
21. Alleen aan met zorg gekozen
leerkrachten mag het onderwijs in de
theoretische vakken worden toevertrouwd.
Het eigenlijk vakonderwijs moet gege
ven worden:
Kautoorhaudigheden door een chef de
bureau van een handelskantoor.
Post- en telegraphie-kuudigheden door
een postambtenaar.
Bchamleliug kantoorartikelen door een
geroutineerd handelaar in deze artikelen,
of een winkelchef.
Spoor en spoor-oxpeditie door een
spoorweg-ambtenaar.
Eenvoudige expeditie door een expedi
teur, of den bediende van een expeditie
huis, die dozen wijdschen titel voert.
verwaarloosde bloemen die reeds hun
kopjes lieten hangen op te frisschen.
„Hoe kon ik ze zoo vergeten?"
murmelde zij, en over de rozen vlogen
haar gedachten naar Karl Rellnitz. Wat
zou hij wel deuken van zijn bezoek, wat
dacht hij van de vreemde ontvangst en
van haar beweende oogen, hij, die ge
woon was in alles mee te leven wat
haar of haar vader betrof.
Ik zal toch eens op het kantoor
vragen of Papa en de nieuwe Mama er
ook zijn zeidc zij bij zich zelf snel be
slissend. En ze wist, dat al waren zij er
niet, Rellnitz er toch was en morgen
zou hij er niet meer zijn; vanavond ging
hij naar België.
Zij streek los met haar hand over de
rozen nog een oogenblik talmde zij;
toen stak ze een der geurende bloemen
in haar ceutuur om zoo naar 't kantoor
te gaan.
De directeur en zijn zuster waren er
niet, maar Karei Rellnitz zat voor zijn
lessenaar. Als geëleetriseerd sprong hij
op toen Ebba binnenkwam.
Papa schijnt naar de hutten gegaan
te zijn, „hebt je tijd mij te helpen
zoeken?" vroeg Ebba.
Hij was terstond bereid. Samen gin-
geu ze naar buiten en van ter zijde keek
hij haar onderzoekend aan. De sporen
van haar tranen waren verdwenen maar
't was hem alsof ze veranderd was ter
wijl zij daar zoo zwijgend naast hem
Zeekantoor-belangrijkheden door een
beambte van het zeekantoor.
Dit onderwijs worde gegeven in 't bij
zijn van het hoofd der herhalings-, alias
handelsavondschool, die den betrokken
functionnaris behulpzaam is, voor zoover
het onderwijsgeveu betreft.
24. Schoolboekhoudcn is een oneigen
lijke, meest zich tegensprekende samen
stelling. De beste „boekjes" met aan de
practijk ontleende opgaven zullen niet
kunnen dienen, om een onderwijzer,
niet-practicus, aan de jongelni te doen
leeren wat ze heuschelijk noodig hebben.
Het waarlijk practijk-gedeelte zal onmid
delijk den geest geven in de handen van
een onderwijzer. Vak is Vak.
26. Eigenlijk „boekhouden", onder
welke vermomming ook of hoe ook aan
gelengd, zal evenmin als „correspondentie"
een vak van het voorbereidend handels
onderwijs kunnen uitmaken.
Het is en blijft zaaien in nog te wei
nig toebereiden grond. Monnikenwerk!
27. Wandelcursussen, met bezoek aan
handelsinrichtingen, onder leiding van
practici, zullen veel bijdragen tot de
„algemeene" ontwikkeling van den aan
staande kantoorman.
Over Staataexploitatie van
Spoorwegen.
In de vergadering van het Kon. Insti
tuut van Ingenieurs te s' Gravenhage
gehouden, is door den heer T. Sanders
van Amersfoort een voordracht gehouden
over „Reorganisatie en Staats
exploitatie van Spoorwegen"
Inleider verdedigde in de eerste plaats
een algeheele reorganisatie onzer spoor
wegen, voornamelijk hierin bestaande,
dat, waar de hoofdlijnen onzer spoor
wegen in hoofdzaak zijn aangelegd voor
het afstandsverkeer, de reizigers in buurt
verkeer, die minstens de helft van hot
geheele aantal reizigers uitmaken, van
de hoofdlijnen moeten afgevoerd worden,
waar hun verkeer te groot wordt. Men
moet dan paralellijnen aan de drukke
hoofdroutes voor dat buurtverkeer gaan
aanleggen, wat veel goedkooper is dan
milhoenen en nog eens millioeneu te
gaan uitgeven voor uitbreidingswerken
der hoofdlijnen en der groote stations.
Immers, de buurtreizigers, die andere
behoeften hebbeu dan de reizigers voor
het afstandsverkeer, hebben dure stations,
liep, of haar anders zoo helder en rustige
oogen mot een vreemden, droomerigen
blik voor zich uitstaarden; een kleine
trekking van de mond vertelde hem dat
zij naar woorden zocht die ze niet kon
vinden. Maar dat ze op het kautoor was
gekomen en zijn roos in haar ceintuur
droeg, gaf hem moed.
„Juffrouw Ebba", begon hij met
zachte stem, „mag ik weten wat er ge
beurd is?"
Zij sloeg haar oogen naar hem op.
„Ik kwam om het te vertellen"
antwoordde zij. Toch zweeg ze weer en
zij liepen verder, onbewust den weg in
slaande dien zij gewoon waren te nemen
en die naar de oven leidde.
Plotseling bleef Ebba staan, „'t Is zoo
hard", fluisterde zij, maar toch moet ge
't weten. Papa is slechts mijn pleegvader,
ik ben de dochter van zijn zuster,
Mevrouw Ardeck, die vandaag is ge
komen.
„Mijn hemel!" klonk het als een
uitroep van schrik van Karl Rellnitz'
lippen.
Met bleek, verbaasd gelaat stond hij
tegenover Ebba; hij had eerder geloofd
dat de zon om de aarde draaide dan
dat één woord van den directeur een
onwaarheid inhield.
Ebba voelde wat er in hem omging
en zij begon haar pleegvader te ver
dedigen; zij zeide alles wat zij zelf wist,
gejaagd, met een onrustigen gloed in de
die deze laatsten wel behoeven, niet
noodig.
Past men deze regelen in de toekomst
toe op ons tegenwoordig spoorwegnet,
dan zijn voor Amsterdam en Utrecht geen
74 en 16 millioen noodig voor uitbrei
ding der spoorwegen.
Men moet ook afzien van het samen
brengen van te veel lijnen eu te veel
treinen in één enkel station, want de
kosten vermeerderen niet in verhouding
van de meerdere treinen en lijnen, die
in een station samenkomen, maar in veel
sterkere mate, tot staving waarvan spre
ker als voorbeelden aanhaalde de stations
te 's-Gravenhage, Haarlem en Amersfoort.
De overstappende reizigers kan men
beter en goedkooper op andere wijze
helpen.
Reorganisatie der personen-tarieven is
noodig in dezen zin, dat gelegenheid
tot goedkoop buurtverkeer in het ge
heele land moet gegeven worden, tei-
wijl verder door een tariefsherziening
en verlaging bereikt zal worden een
betere bezetting der treinen in locaal-
verkeer. Het reudement der spoorwegen
zal hierdoor 6tijgen.
Deze reorganisatie is eerst door te
voeren, wanneer eenheid der spoorwe
gen verkregen is. Opheffing van het
tegenwoordige spoorwegstelsel, dat tot
verkwisting leidt, is dus eerste eisch.
Dat in deze omstandigheden het be
stuur niet moet worden opgedragen
aan éen maatschappij, maar dat staats
exploitatie de eenige, mogelijke weg is,
werd door spreker vervolgens betoogd.
Aan het debat, dat hierop volgde,
werd deelgenomen door den heer J.
Th. Gerliugs, die o.a. er de aandacht
op vestigde, dat uit technisch-economisch
oogpunt ons tegenwoordig exploitatie
stelsel zeer bedenkelijke zijden vertoont;
dat het stelsel bij den graad van ont
wikkeling, welke ons spoorwegwozen
heeft bereikt, als een ernstige hinder
paal voor verderen vooruitgang is te
beschouwen. Wij zijn gekomen tot een
ontwikkeling van het verkeer, waarbij
de spoorwegen, welke thans alle
niveau liggen, verhoogd moeten worden,
met het oog op de andere verkeerswe
gen te land en te water. Tot geleide
lijke uitvoering dier wijziging geven de
spoorwegovercenkomsten van 1890 geen
gelegenheid.
Spreker achtte genoeg ernstige rede
nen aanwezig om het tegenwoordig
oogen, wat haar een bizondcrc uitdruk
king gaf en goed stond, zoodat Rellnitz
tegenover haar stond als was zij een
nieuwe verschijning, toi hij plotseling
gevoelend dat zij met elkaar waren op
gegroeid en hij vol van haar was,
uitriep:
Maar hoor je dan niet bij ons?
Dat is verschrikkelijk, daar keu ik me'
niet indenken!"
Het bloed vloog haar naar de wangen.
Zij het de lange donkere wimpers val
len zoodat hij haar oogen niet kon zien.
Ik ga niet weg," zeide zij zacht
jes. „Niemand hoeft 't te weten dat ik
Pappa's dochter niet ben, niemand
behalve jij!"
Ebba." nij kon geen woord meer
uitbrengen en zij stond naast hem met
gloeiende wangen zonder hein aan te
zien.
Voor hen liepen rails waarlangs het
werkvolk zoopas een kar zwaar van de
stukken ijzer hadden voortgeduwd. De
mannen in hun blauwe werkkiel groetten,
een van hen vertrok zijn rookzwart gezicfrt
tot een lachje, terwijl hij het jonge
paar zag.
Nu mij is 't goed* zeide hij, ter
wijl de kar verder rolde, tot een van
zijn kameraden.
Deze haalde de schouders op.
Wat hebben we eraan? Wij krijgen
er geen meer loon of minder werk door!"
Maar Karl Rellnitz gun ik 't, zeide