Stadsnieuws. eer Lus eu eeu vijftal Indo's, je ware kringetjesspuwers. zooals het Soerab. handelsblad hen karakteriseert. Al spoedig raakte men handgemeen en het duurde niet lang of dn heer Lus lag tegen het Soerabajaasch plaveisel Rafaël Bouwmeester, zijn kunstbroeder in ge vaar ziende, ijlde toe, maar zag zijn moedig gedrag alsmede beloond met een pak slaag. Als blijvend sonvenir ontving hij met een „krakeling" een gapende wonde aan het achterhoofd. Toen daalde het scherm In het tweede bedrijf zagen wij schout Calmer optreden, in ambtscostuum, die van de zaak bij geruchte had verno men. Onze politieman keek bijzonder ernstig en achtte het zijn plicht, den raddraaier, zekeren Merkelbach een baas onder zijn kornuiten op te zoeken en hem naar de plaats te ge leiden, waar do beide altisten hun éérste rammeling op Indischeu bodem haddeu ontvangen. Ook hij, Merkelbach, had ruimschoots zijn portie gehad. Van de andere zijde naderden Papa Bouwmeester, die er één oogenblik over gedacht had, zijn kostuum van Henri de Lagardère er bij aan te trekken, en zijn beide telgen. „Halt!" sommeerde de schout en allen stonden pal als grenadiers. Toen liet schout Calmer, die zijn naam alle eer aandeed, zich de ge schiedenis in geuren en kleuren vertellen. Merkelbach had het woord; hij oreerde als wijlen Demosthenes; daarna mocht de oude heer Bouwmeester luededeclen, wat hij er van wist, maar toen hij iets zeide wat Merkelbach niet aanstond, duwde deze plotseling den artist met wereldvermaardheid zijn vuist onder den neus en brulde melodramatisch: „Jij liegt!" Dat was Louis junior te machtig en met een tijgersprong greep hij den be lager zijns vaders bij de keel, met den kreet: „Zal jij miju vader heeten lie gen?!" Merkelbach, ook niet van gisteren, gaf geen krimp, er vielen leelijkc klap pen, tot het schout Calmer, bedachtzaam als steeds, te bar werd. Hij trad tusscheubeide, wilden de vechtende schei den, sprak woorden van verzoening, die zóó zeer op het gemoed van Louis junior inwerkten, dat hij ook den schout behoorlijk in de algemeene afrospartij liet deelen. Témet had de schout den Lancelot-vertolker bij den kraag en werd behoorlijk proces-verbaal van het gebeurde opgemaakt. En uit was het met de ruzie! Ken krank/.innige of een slucht offer van aehterblap? De Parijsche korrespondent der N. Roti. Ct. verhaalt de volgende merk waardige historie: „Het is meer dan een jaar geledeu dat voor het gezworenenhof van de Seine, een vrouw verscheen, Jeanne Weber, die beschuldigd werd drie kleine kinderen vermoord te hebben. Een vierde kind was nog juist uit hare handen gered. Deze zaak wekte door hare raadselach tigheid, eeu somberen schrik en heel Parijs was als het ware in spanning en onzekerheid erover. De werkelijk ver bazende, onnatuurlijke opvolging van de feiten was ontstellend. Maar waaiom had ze die kleine kin deren, haar neefjes en nichtjes willen vermoorden? Uit moordlust? Uit krank zinnigheid? Uit oen vreesclijke manie, een soort ouverklaarbaren wreeden wel lust om het ophouden met kloppen van een stervend kinderhart te voelen? Tel kenmale had men haar gevonden met de hand op het hart van liet stervende kindje. De algeheele onbegrijpelijkheid van de beweegredenen tot de vreesclijke daden, die haar verweten werden, ver vulden met angst en twijfel. En de justitie zelf had acht maanden onderzocht en geaarzeld eer ze tot openbare be schuldiging overgegaan was. Op de openbare terechtzitting maak ten de opsomming der feiten en de ge tuigenverklaringen een diepen indruk. Het gezicht van het korte vrouwtje, dat ik mij nog levendig herinner, ietwat rood opgeblazen, met iets geslotens, koppigs, droeg er toe bij den verout- rustenden, raadselachtigen indruk te ver- hoogen. Maar de verklaringen der ge- neeshecren werden ter openbare terecht zitting buitengewoon verzwakkend voor de beschuldiging. Geneesheeren die eerst verklaard haddeu dat zo wel tee kenen hadden waargenomen, die op verstikking wezen, hielden deze verkla ringen, die uiterst bezwarend waren voor hunne collega's de gemeentedokters, die daarvoor toch zouden blijken uiterst lichtzinnig hun taak van constateering van overlijden te hebben waargenomen, niet vol. Meester Henri Robert, de be kende advocaat in sensationeele zaken voor de gezworenen, triomfeerde hierdoor zelfs zonder tot een eigenlijk pleidooi te behoeven te komen, daar het openbaar ministerie, na de verklaringen der ge neesheeren ter openbare terechtzitting, zUli genoodzaakt zag zelf vrijspraak te vragen. Ondanks dit onverwachte en theatrale einde van deze zaak, bleef er voor het publiek een bange onzekerheid en de vrijspraak was geen oplossing van het droevig raadsel. Maar men vergat Jeanne Weber tot men een half jaar later plotseling hoorde dat een werkman bijna om het leven gekomen was, in de kamer van een vrouw, Jeanne Weber. De man be weerde dat ze hem had willen vergeven en verstikken. Men hield het voor praatjes, voor in het volk blijven hangen van achterdochten kwaadwilligheid.Men vernam tevens, dat in de buurt waar de vrouw woonde, men haar als een moor denaarster beschouwde; dat haar familie en haar man niets meer van haar weten wilden. Men vergat weer, tot men en misschien twee maanden geleden vernam, dat Jeanne Weber, de vrouw die vrijgesproken was van de haar ton laste gelegde kinder moorden, maar die door haar familie in den steek gelaten was en door het open baar gerucht vervolgd bleef, zich van het leven had willen berooven en in een der hospitalen lag. Aan een journalist die haar bezocht, verklaarde ze niet te weten wat zo beginnen moest in het leven; maar dat ze dan n lar de provincie zou gaan en er werk zoeken. En weder vergat men, tot Donderdag morgen het onrustbarend bericht komt uit een klein gehucht in het Departe ment van Indre, dat een jongetje van negen jaar, zoon van eeu boer, plotse ling gestorven is en dat zijn zusje bevend van angst bij de politie gekomen is om bescherming te vragen tegen de vrouw, die haar vader sedert kort in huis ge nomen heeft en die haar broertje verstikt heeft. De vrouw die de boer in huis genomen heeft is Jeanne Weber. In hoeverre zijn deze berichten juist? In hoeverre is hier weer toevalligheid? In hoeverre verbeelding van het meisje, dat mogelijk wist waarvan Jeanne Weber beschuldigd was geweest? Men begrijpt dat dit gehucht in opBchuddiog is. Er wordt zelfs gemeld, dat de bevolking de vrouw lynchen wil. Parijs herinnert zich de zaak ineens ook weer. Het raadsel komt weer opzetten met allen twijfel en verschrikking. S t ij 1 b 1 o e m e n. Het Engelsche Lagerhuis levert vrij geregeld een prach tige verzameling oratorische déraille menten. En unionistische iersche afgevaar digde kenschetste eens een tegemoet koming aan de uotionalisten als het „eerste punt in de verbrokkeling van het rijk." En de afgevaardigde Field verklaarde eens, dat het „hem speet, dat hij den geachten vorigen spreker het hoofd hoor de schudden." Lord Roseberry verkondigde eens de gedurfde meening, dat „de sleutel der regeering in het duister was gehuld en dat de regeering die duisternis kunst matig opwekte." Bij de debatten over de schoolwet merkte Walter Long op„Men heeft ons verteld dat door een zoodanige wet geving het hart van het land tot in zijn grondvesten is geschukl." En Brodrick verklaarde bij een debat over militaire aangelegenheden, dat „ouder de vele schrille tonen, die in het huis gehoord waren, dit onderwerp tenminste als een oase beschouwd moest worden." Grappiger indruk nog maakte de be wering van een anderen oud minister: „De stappen der regeering, zeide hij, gaan hand in hand met de belangen der fabrikanten." Een undere redenaar betreurde „het ontbreken van zooveel gezichten, met wie hij anders altijd een handdruk placht te wisselen." Georg Balfour gaf eens als zijn meening te kennen, dat twee millioen pond ster ling niet meer waren dan een „vonk in den Oceaan". Op een anderen keer zeide hij met vreeselijk diepe stem, dat „het bleeke gelaat der engelsche soldaten de rugge- graat is van hot indische leger." H. C. Stephens verzekerde, dat de iersche partij op liet hoofd der liberale partij zit en dat in de hand houdt". Een andere spreker verklaarde, dat „de engelsche leeuw, of hy in de pijn- bosschen van Canada rondsloop, of op don Stillen Oceaan liep, zich nooit laf hartig zou verBtoppeu." Eén der heerlijkste stijlbloempjes leverde de afgevaardigde, die niet em- phase uitriep: „Mijnheer de vooizitter, de spoorwegen nemen den stoombooten den grond onder de voeten weg". Van 'n p rd j e en '11 v r o u w k e. De moestuin van hotel-pension „Buiten- lust'' in Hees is ruim en wijd, en wel- onderhouden. Tusschen en over de bedden heerschen pais en vreê, en jonge spinaat en knolselderij, en boontjes en kropsla, ze knikken elkaar al eens even g'n dag. 't Eotelhoudstertje in d'r witte schort kijkt uit 't keukenraam over haai- veld en knikt ook eens, bevredigd en wel voldaan... Maar dan plots stuift ze heen, vuurrood: „Dat wordt me 'n mooie schadepost!" roept ze. Een „pêrd" in d'r tuin! Een rood bruin dartel „pêrdje"! Dat rent door de haag, dat vliegt langs de kanten, dat stuift over 'tjonge zaad! „Gossie- mijne!" Versuft staan de tuinlui te kijken. En mannen van de straat loopen elkander omver om te helpen, en de schooljeugd voor 't hek giert van de pret. Hard loopen de mannen, op eerbied- vollen afstand, harder loopt de rood bruine, inet elegante sprongen, als coquctteerde hij met een circuspubliek. Hcissa! Heb je van je leven! Nooit was er mooier renbaan op aard! „Grijpt toch den halster!" Maar jawel, de wereld is wijdvan den moestuin gaat 't naar den voortuin, rondom, rondom; hindernissen worden inet gemak genomen. De jeugd kraait! En de juffrouw in d'r witte schort kijkt eens naar do tien dapperen: 't „Pêrdje" toont maar heel geen respect voor de tien. Over de haag nóg een keer, en dwars door de frissche bedden. De kluiten vliegen, en jonge spinaat en knolselderij en uitjes begroeten malkander nu hoog in de lucht. Ze is radeloos: „Zeivers" zal ze 't dier dan grijpen, „êges" zal ze 't doeu! Daar komt 't vliegend onheil! Te laat voor den halster, maar niet voor niet heeft een „pêrd" een „stêrt" en wel dan, warempel aan tien haren, daar hing ze en daar ging zeDe schooljeugd loeit! Bij zoo'n vertooning is een cricus niets. Maar 'n tochtje gezamenlijk duurde slechts kort't paard won 't dezen keer van de koene rossenbedwingster, die wordt gewogen en te licht bevonden. Voort holt het, ruimte en vrijheid en blijde sprongen genoeg! Maar 't „pêrtje" had geen menschen- verstand; anders hadde het geweten, dat in den strijd tusschen monscli en dier de viervoeter ten slotte doch het onderspit delft. Nu maakte het zijn be rekening buiten den waard, in dit geval het waardinnetje, dat den halster toch nog te pakken kreeg en hem zege vierend aan den begeleider overreikte. „^eur gên vieftig gulden hadde ik 'toe nagedoan! zeide een van de ver blufte helpers. („Gelderlander".) De trekvogels komen laat terug. Eerst verledeu week kwamen de ooie vaars in Noord-Holland terug en nu ook de zwaluwen. Deze zingen dan het volgende liedje volgens een Noord-Hol- laudschen arbeider: Toen we hier laatst waren Was er groen gras, En geel vlas Versche boter in de mout (tobbe) En kaas in het zout Maar nu, nu Is er niet, niet! Studentikoos. Een verkoop bij executie vond Dinsdagmorgen plaats in de Zwammerdammerstraat hoek Ruysch- straat, te Amsterdam, ten huize van een student in de medicijnen. Reeds vóór het aangekondigde uur verdrong zich een talrijk menigte voor het huis, die be geleid door een vervaarlijk draaiorgel allerlei liedjes zong en met belangstelling keek naar de grappen, uitgehaald door een 30 40 confraters op de kamer van den student. Centen en dubbeltjes wer den met groote handigheid onder het publiek geworpen, fleschjes bier aan touwtjes naar beneden gelaten; ronde dansen uitgevoerd; studenten liederen gezongen. Te 11 uur precies verscheen de deur waarder. Een agent van politic vatte post voor de straatdeur, de andere politiebeambten gingen naar boven en werden met hoerageroep ontvangen. De deurwaarder vraagt den student of hij nog betalen wil. Ontkennend antwoord, algemeen gelach, \erkoop zal beginnen. Deurwaarder leest het proces-verbaal. Geveild wordt eerst een colbert. Eén kwartje geboden. Een ander biedt 35 cent; deze wordt verwijderd, daar slechts bij '25 cent tegelijk geboden mag worden. Colbert voor 75 cent verkocht. Een paar schaatsen, twee oude jhoeden met een jasjo en een demi brengen ook een bagatel op. Verkoop is afgeloopen. Deurwaarder verdwijnt met agenten. Studenten schoppen nog meer lawaai. De „jubilaris" wordt gehuldigd. Groote vroo- lijkheid. Krijgt van den Sultan van Tur kije, „die ook wel op zwart zaad zit", de orde van den „Grooten Beer". Publiek op straat wordt bedankt voor de betoonde belangstelling. Studenten trekken in een rijtje achter elkaar naar college. Ontmoe ten een prof. die hen verbaasd nastaart. Zwammerdammerstraat herkrijgt gewoon aanzien van verlaten achterbuurt. l„Hbl".) Keiin Isgeving. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Amersfoort maken bekend, dat het bureau van den Burgelijken Stand op Hemelvaarts dag voor het publiek geopend zal zijn des voorin iddags van 81/,, tot 9 unr, uitsluitend tot het doen van aangiften van geboorte ot overlijden. De hiervoor uoodige aanvrage moet ge schieden aan het gemeentehuis, mondeling of schriftelijk uiterlijk tusschen 8 en 8'/a ure des vóórmiddags van dien dag. Amersfoort, den Mei 1907. Burgemeester eu Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS, De Secretaris, J. G. STEN EERT KROESE. We herinneren aan de vergadering van 't Ned. Onderwijzers Genootschap vau hedenavond in de Zwaan. De heer L. van Dommelen, onder wijzer aan de openbare lagere Bchool in de Beekstraat, hoopt Woensdag 15 Mei den dag te herdenken, waarop hij 25 jaar geleden, bij het onderwijs te dezer stede werkzaam kwam. Den 7en Mei zal het 25 jaar geleden zijn dat Hermanus van der Heijden in dienst trad bij de firma J. van Vollen- hoven alhier. Het zal den jubilaris dien dag zeker niet aan blijken van belangstelling out- breken. De le luitenants J. Kooiman, van het 5e regiment infanterie, en J. H. Har- denberg, van het regiment grenadiers en jagers, leerlingen van de Hoogere Krijgschool, zijn 1 Mei hier aangekomen en zullen lot 1 October dienst doen bij het le regiment veld-artillerie. De luitenant ter zee der 2e kl. H. J. Hartkamp, dienende aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord, wordt met ingang van 23 dezer gedeta cheerd aan boord van Hr. Mr. instructie schip „Ever". De detacheering van den le luitenant J. II. van Reede van het le Reg. Veld- art., bij de rijschool is met één jaar ver lengd. De le luitenant N. O. J. de Pauw Gerlings van het 3e Reg. Veld-art., ge detacheerd bij de rijschool, wordt 1 Oct. overgeplaatst naar liet le Reg. Veld-art. te Utrecht in garnizoen. Te Utrecht slaagden gisteren voor het examen van onderwijzeres de dames Th. A. E. Kcmna, L. C. H. van de Los en J. H. vau Mastwijk, allen al hier. De vrijzinnige partijen in het district Amersfoort zijn, wat de verkiezingen voor de Provinciale Staten betreft, tot over eenstemming gekomen. Candidaat zullen gesteld worden de heeren J. L. Pierson, te Baarn, reeds gesteld door de liberale kiesvereeniging aldaar, A. M. Tromp van Holst te Amersfoort, en J. B. de Beaufort, oud burgemeester van Wou denberg. (U. D.) De R.-K. kiesvereeniging Recht en Plicht, te Ecmne8, heeft besloten aan de Centrale Kiesvereeniging te Amers foort mede te deelen, dat zij mede wil werken tot het afvaardigen van een lid der Christel.-Hi8t. partij naar de Prov. Staten, in de plaats van den heer oir. A J. do Beaufort, die niet in aanmer king weuscht te komen. De Kiesvereeniging „Geloof en Liefde" heeft voor de veikiezing van tien leden van hot Kiescollege der Ned. Herv. gemeente candidaat gesteld de heeren G. Blok, J. Bolk, G. Boshuizen, J. Busquet Sr., A. van Drie, H. J. van Heilsbergen, H. Kremer, B. Ruitenberg H.z. en K. Teeling aftredende leden en voor de vacature (Boswinkel) den heer II. M. Brouwer, Hooglandscheweg. De verkiezing zal plaats hebben Dinsdag 7 Mei a.s. van des voorin. 8 tot des nam. 5 uur in de Consistorie kamer. Door minister Rink is een wetsvoor stel ingediend ter verliooging der minima der jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de openbare- en bijzondere gesubsidieerde scholen. Een mooie ge legenheid voor de gemeente Amersfoort 0111 de salarisregeling eens wat te ver beteren. Of zou de meerdere subsidie aanvaard worden als dankbare vulling van de gemeentekas? Het zou al te bar zijn, maar wat is in Amersfoort al niet mogelijk. De onderwijzers worden dan miniuiumlijders. Bij besluit van den Minister van Finan ciën is de 385e Staatsloterij vastgesteld, welke aanvangt 29 Juli en eindigt 18 October 1907. De Staatscourant bevat de statuten van de tooneelvereeniging „Ons Genoe gen" alhier. Ook vermeldt zij een aantal wijzigingen in de bepalingen omtrent het personeel bij de II. IJ. S. M. Het is der recherche alhier gelukt den dader op te sporen van den dief stal bij den heer J. van Wessum. De huzaar M. van de rijschool is als ver dacht daarvan in arrest gesteld en bij het gehouden onderzoek werd in zijn stroozak een gestolen zilveren horloge gevonden. M. heeft dan ook reeds bekend. Nogmaals vestigen we de aandacht op het concert van a.s. Maandag. Naar wij vernemen wordt er op de lijsten vrij goed geteekeud, maar er is veel, zeer veel noodig. Het betreft een weduwe met 7 kinderen, alzoo een gezin van 8 personen. We wekken dan ook ieder op, die bij toeval nog niet de lijst aan huis heeft gehad, Maandagavond een kaart aan het loket te koopen, opdat de recette van dezen avond zeer belangrijk zal kunnen zijn. Op de Kortegracht, van af de Lange- atraat voornamelijk naar den kant van het Postkantoor heerscht gedurig een ondragelijke stank. Wat daarvan de oorzaak is, weten we niet, maar wel hebben we i-eedn meermalen ondervonden, dat het verre vau aangenaam is, daar zijn neus te moeten vergasten Zou het niet op den weg liggen der bevoegde autoriteiten, eens te onderzoeken wat de oorzaak daarvan is. 't Is geen prettig idee voor de omwoners zoo den zomer in te moeten gaan. Vermoedelijk wordt dan de toestand geheel onhoudbaar. Een onzer lezers schrijft ons: Het zal menigeen wel opgevallen ziju, dat er in het plantsoen tegenover het politie-bure.au zoo'n mooi bedje roode tulpen staat. Of laat ik liever zeggen stond, want wel zijn er nog roode tul pen maar het moois is er af. Wat toch is het geval? Uit dit perkje zijn ver scheidene bloemen verdwenen. Hoe? Ik weet het niet. Vermoedelijk is er eeu of andere vlegel belust geweest op een mooi bloemetje en heeft het gewaagd, vlag tegenover het politie-bureau, dit perkje te vernielen. Zoo wordt er veel in onze plantsoenen vernield, hetgeen te meer te betreuren is, daar er door onoordcelkundigen aanleg in onze plant soenen toch al weinig moois is. „De Jonge Wacht", onderafdeeling van het Kruisverbond, hield in het ge bouw van den R.-K. Volksbond haar eerste jaarfeest. Een talrijk publiek was aanwezig. Een aardig komediestukje werd opgevoerd, terwijl ook voordrachten werden gehouden en enkele zang- en muzieknummers ten gehoore werden gebracht. De pastoor van Soest, die de vereeni- ging een goed hart toedraagt, voerde het woord en deed vooral uitkomen, hoe jammer het is dat de leden van „De Jonge Wacht" uitsluitend jonge lieden uit de Volksklasse zijn Ook de jongelui uit den meer gegoeden stand moesten zich aansluiten en inzien dat drankbestrijding is bevordering der natio nale welvaart. De heer Bianchi, voorzitter van het Kruisverbond, dankte allen die hadden medegewerkt, om dezen feestavond zoo goed te doen slagen. Voor een 40 tal toehoorders zette Woensdagavond de heer J. Huybers van Amsterdam in de Toekomst de betee- kenis van den 1 Mei dag uiteen. Na gewezen te hebben op het poëtische van de Meimaand betoogde spreker dat samengaan van alle arbeiders in den klassenstrijd mogelijk eu noodig is. Hij wees daarbij op den strijd van de Rus sische arbeiders, wien hij hulde bracht voor hun zelfopofferde houding tegenover het Czarendom. Daarna zette hij uiteen waarom de 8-urendag werd gevraagd en wekte herhaaldelijk op tot aansluiting bij de politieke- en vakorganisatie en voor de strijd voor het algemeen kiesrecht. Aan het Postkantoor Amersfoort en de daaronder ressortcerende hulpkantoren werd in de maand April ingelegd bij de Rijks Postspaarbank f 32 495.94 en daar uit teruggevraagd f 36 857.78. Het laatste door het kantoor uitge geven spaarboekje draagt het nummer 13011, tegen 12201 op ultimo April 1906 en 10605 op 30 April 1905. In de gisteren gehouden vergadering van het Bestuur der Amersfoortsche Tramwegmaatschappij berichte de heer C. T. van Beek schriftelijk, dat hij tot ziju groot leedwezen wegens zijn ge zondheidstoestand als lid van het Bestuur

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1907 | | pagina 2