Stadsnieuws. Raadsverslag. onder ook liet driejarig dochtertje Tan den kapper Senst. Tc half drie kwam een man van ongeveer 20 jaar voorbjj, die het meisje door beloften meelokte binnen huis. Een kolenhandelaar hoorde het kind gillen en snelde toe; het kind leunde tegen een muur, met het hoofdje voorovergebogen. Hij droeg het naar de moeder; de geroepen geneesheer con stateerde dat het vijf wonden in de heup had en het onderlijf opengesneden was, zoodat de ingewanden zichtbaar waren. Volgens de kinderen had de vreemde man zich kalm, alsof er niets gebeurd was, verwijderd in de richting der Prens lauer Allee. Een korte poos daarna verbreidde zich de vrcesclijke mare, dat in deze Allee, in het huis no. 25 een meisje op gruwe lijko wijze was verwond door een man van ongeveer 20 jaar. Daar had hij aan het vijfjarig dochtertje van den siga renhandelaar Kncspl gevraagd hem te wijzen waar een zekere Schulze woonde en tenslotte het kind door beloften mee getroond. Achter do deur bracht hij het arme schepseltje oen, gelukkig niet diepe, snede toe in het onderlijf. Voor hij een tweede wonde kon toebrengen, werd hij gestoord door een dienstmeisje hetwelk de (rap afkwam en het kind hoorde gillen. De dader verwijderde zich ijlings in de richting van de Rijke- straat. Evenals het eerste, werd ook dat kleine slachtoffer, na door een ge neesheer verbonden te zijn, nuar het zelfde ziekenhuis vervoerd. Er bestaat hoop, de beide kleinen in het leven te houden. Nog was men geheel onder den indruk dezer vreeselijke voorvallen, toen de tij ding vernomen werd, dat in de ltijkc- straat een kind vermoord was. liet bleek maar al te waar. Het vier jarig dochtertje van het echtpaar Bra- witz had voor haar moeder rijst gehaald uit een nabijzijnden winkel. Zij wilde juist de ouderlijke woning binnengaan, toen zij door een onbekenden man werd gelokt naar het portaal van het voorhuis. Hier bracht hij de ongelukkige diepe steken in het onderlijf en in de borst toe, waarbij het hart getroffen werd, zoodat zij onmiddelijk dood bleef. De moorde naar verwijderde zich, zonder dat iemand acht op hem sloeg. Toen even later iemand het huis wilde binnentreden, be proefde hij eerst tevergeefs de deur te openen; toen dit eindelijk gelukt was, vond hij het lijk van het kind temidden van rijstkorrels. De geroepen geneesheer stelde den dood vast. Het gerucht, dat nog twee audcre aanslagen zijn gepleegd, werd niet be vestigd. De verklaringen der spelende kinde ren, die den man gezien hebben, loopen zeer uiteen. De politie heeft het vol gende sigualement opgemaakt: tusschen 25 en 2" jaar oud; 1.70 tot 1.72 meter; donker haar; kleine, omhoog gedraaide, donkere knevel, jaequetkostuum, hoofd bedekking onzeker. Een belooning van 10U0 Mark is uitgeloofd voor het geven van aanwijzingen. Vermoed wordt, dat de moordenaar een krankzinnige is en dat de wonden zijn toegebracht met een werktuig het welk een breede rug en een scherpe snede heeft, wellicht de helft van een schaar. Dit vermoeden wordt versterkt door een brief, welke kort na de twee de misdaad gevonden werd in de Prenz lauer Allee. Deze brief, waarop in een hoek een doodskop met twee knoken en het woord Gift staat, was op een bank gehecht met de eene helft van een schaar, liet groote, onbeholpen letters vond men met potlood geschreven de woorden: „Wijk, wijk, in vijf mi nuten een lijk. Hier in de nabijheid bevindt zich een kinderroover. Dezen brief afgeven bij de politie. Ik heb een kind in de Belforterstraat, de Prenz- lauer Allee en Heinersdorferstraat ge roofd." Een schriftkundige verklaarde dezen brief door een krankzinnige geschreven. Uit ecu onderzoek ingesteld in de verschillende gestichten voor gcestes- kranken, is gebleken dat uit het Stede lijk Krankzinnigengesticht Horzberge is ontvlucht de verpleegde August Krönig, doch dat uien dezen niet voor den ver moedelijken dader houdt. Door krankzinnigen artsen wordt het vermoeden geuit, dat de dader iemand is die geruimen tijd in gevangenissen heeft doorgebracht en na zijne vrijlating door geslachtswaanzin werd aangetast. Slechts een dergelijke waanzinnige, zoo beweren zij, zou de physioke kracht be zitten om drie moordaanslagen achtereen en met steeds toenemende wreedheid te plegen. Intusschen zoekt men den dader nog tevergeefs en werden reeds tal van 011- schuldigen gepaki. In de Wörtherslrasse was een oude zwaar beschonken man bezig, lekker nijen en klapbessen onder kinderen te verdeelen. Dat moet de moordenaar zijn riepen een paar lieden en dadelijk vloog do menigte op hem aan, om hem te lynchen. De politic was ternauwernood bij machte hem tegen de volkswoede te beschermen. Voor de beide kleinen in het ziekenhuis gebracht, gaven deze evenwel door hoofdschudden zij waren te zwak om te spreken te kennen dat hij niet de dader was. Uit de laatste berichten blijkt, dat de dader nog immer onbekend is. Het ver moeden dat de wonden met een been van een schaar zijn toegebracht, schijnt onjuist. Het onderzoek heeft uitgemaakt dat een smal, scherp voorwerp is ge bruikt, wat een scharenslijper ten goede komt, die zich in de laatste dagen in deze wijk had opgehouden en nu voor den moordenaar werd gehouden. De omstandigheden dat Zaterdag een 25- jarige man beproefde een acht jarig meisje met zich mee te lokken, terwijl zijn signalement overeenstemt met dat van den vermoedelijkcn dader, doet vreezen voor eene herhaling. De politie bewaakt dan ook alle speelplaatsen voor kinderen. Bij Attendorn, in Westfalen, heeft men bij het laten springen van rotsblok ken in een kalksteengroeve, onverwachts een druipsteengrot ontdekt die, volgens het eerste oppervlakkige onderzoek, alle totnutoe in Duitschland bekende grotten van die sooit in schoonheid en grootte overtreft. De ontdekkers kwamen door de opening in een ruime hal waarin prachtige gor dijnen van sneeuwwitten druipsteen en ter dikte van nog geen centimeter hingen. Andere gordijnen fonkelden in alle kleu ren van den regenboog. De oprijzende zuilen zijn ook fraai, er zijn er bij die tot 5 M. hoog zijn. Verschillende beekjes ruischen van een hoogte van 15 M. om laag en storten zich, in schitterend wit schuim, in een diepere grot die nog niet onderzocht is. Het aantal nissen, kansels, koren en kapellen bedraagt tusschen de 50 en 00. Zij zijn meerendeels schitterend wit en bij het rondwandelen hoort men onafgebroken het geheimzinnig geluid van de omlaag schietende beekjes. In de zijgangen heeft men nog niet kunnen doordringen, maar het is niet onmogelijk dat men daardoor nieuwe hallen zal hebben. New-York lijdt nu al tien dagen onder een ondragelijke hitte, liet is niet uit te houden in de stad. Er slapen eiken nacht 90,000 mcnschen buiten in parken of aan het strand van het Coneyeiland. Moorden en zelfmoorden nemen toe. Een rijke zijdefabrikant uit Lyon, Ernest Surion, schoot zich voor het hoofd, na aan zijn compagnon hel volgende briefje te hebben geschreven: „Mijnheer, de hitte maakt mij gek", en eenige menschen hebben hem dit nagedaan. De aanrandin gen van vrouwen en kinderen nemen ook toe. In de Volksstem verschijnt thans een Afrikaanschc vertaling van de toespraken van Brutus en Antonius bij het lijk van Caesar, uit Shakespeare's drama Julius Ceasar. Hieronder volgt een fragment: Burgers: Iioera voor Brutus, leve Brutus. Eerste Burger: Breng ons hem in tri- omflog huistoc! Twede Burger: Geef hem 'n standbeeld bij sijn vaders. Derde Burger: Laat hem Cesar word! Vierde Burger: Cesar's beste deel word so gekroond in Brutus. Eerste Burger: Kom breng hem huis toe met hoera-gejuig. Brutus: Landgenote Twede Burger: Stil, stilte, Brutus praat! Eerste Burger: Stil daar! Brutus: Waarde Burgers, laat mij alléén vertrek, en blijf u hier, om mijnentwil, bij Tonie; eerbiedig de' lijk van Cesar, en veréer die spiets tot Cesar's lof, wat Mark Autoon nou hier gaat hou met ons verlof. Ik bid jul: laat mij alléén vertrek, blijf hier totdat Antonius klaar gepraat het. (af) Eerste Burger: Kom blijf, en laat ons Mark Antonius hoor. Derde Burger: Laat 'm op die pu blieke platform kliin, Ons sal luister; ee'dle Antonius, klimop. Antonius: Om Brutus' wil is 'k jul baje dankbaar. Vierde Burger: Wat sê hij daar van Brutus? Derde Burger: Nee, hij seg om Bru tus' wil, is hij ons alaial dankbaar. Vierde Burger: O, hij moenie hier van Brutus praat nie! Eerste Burger: Die Cesar was'n tiran, Derde Burger: Ja-nee, dis sekerlik 'n seën dat Rome nou van hèm verlos is. Twede Burger: Stil tog en hoor wat Mark Autoon kan sê. Antonius: Eed'le Romeine Burgers: Stil nou, la' ons hooi! Zedrtijkheidszwendel. Men meldde d. d. uit Wccnen, dat de Weensclie po litie een kunsthandelaar last gegeven had, drie onzedelijke prenten, waaraan brave menschen zich geërgerd hadden, uit zijn uitstalling te verwijderen. Hei bleken te zijn de rustende Venus en de roof van de dochter van Leukippos van Rubens, en de Dame van Titiaan. De firma is tegen het bevel van de politie in verzet gekomen. Het publiek laclu druk om het geval. Het blijkt nu evenwel, dat men te vroeg gelachen en men hier te doen heeft niet met| een handeling van een al te ijverigen agent, maar met een stelselmatig optreden der politie op grond van een oude, lang vergeten wetsbepa ling. Tal van firma's werd last gegeven uit hunne etalages de afbeeldingen van beroemde schilderijen van oude en mo derne meesters te verwijderen. Zoo de „Yenus' van Kranach, Corrcggio'c „Da- uac", reprodukties van stukken van Tin toretto, Titiaan, Van Dijck, Abbi enz. Vele der handelaren werden be boet. Die beweging gaat uit van een comitée van christelijk-sociale dames, onder leiding van niemand anders als prinses Pauline Metternich, weduwe van den vroegeren gezant aan het hof van Napoleon III, de vriendin van keizerin Eugenie, wier liefde voor het „naakt' in dien tijd zelfs den Keizer deed blo zen. Bekend is hoe zij aan 't hof op trad als navolgster van de befaamde tingeltangelzangeres Thérèse. Op ham ouden dag schijnt zij nu aan „zedelijk heid' te doen. Zij bevestigt het be kende gezegde omtrent oud geworden Venusdiertjes. Keniiisgeving. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Amersfoort brengen ter algemeene kennis dat de prijzen der Cokes met ingang van 1 Aug. 1907 nader zijn vastgesteld: Geklopte Cokes 65 cents per hectoliter. Grof gemeten id. 60 Parel Cokes 60 bij afhaling aan de gasfabriek. Voor de verzending aan huis wordt 5 cents per Hectoliter meer gerekend. Amersfoort, 29 Juli 1907. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort De Burgemeester, WUYTIERS. De Secretaris, J. C. STENFERT KKOESE. Verkiezing van: LEDEN-PATROONS 5 LEDEN-WERKLIEDEN van de Kamer van Arbeid voor de Bouw bedrijven te Amersfoort. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Amersloort. Gezien de beschikking van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel van den 25 Juli 1907, No. 3120 Afd. A. Brengen ter algemeene kennis, dat boven bedoelde verkiezing* zal plaats hebben, ter vervulling van de op 9 December 1907 open zijnde plaatsen, op Maandag, den 26 Augustus aanstaande en de eventuecle herstemming op Woensdag, den 4en Sept. daaraanvolgende. Het stembureau zal zitting houden in het Raadhuis, van des voormiddags acht tot des namiddags drie uur. Amersioort 26 Juli 1907, Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester. WUIJTJERS. De fd. Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS. Gisterenmiddag half twee vergaderde de Raad onzer Gemeente onder voor zitterschap van den burgemeester. Aanwezig waren 12 leden en de secretaris. Afwezig met kennisgeving de heeren Gerritsen, \an Eek, Van Beek en Tromp van Holst. Verder de heer Van Voorst Vader. De Voorzitter opent de vergadering. Geen der leden heeft bezwaar tegen de notulen die ter visie hebben gelegen, waarna de Voorzitter uiededceling doet van de ingekomen stukken. Ingekomen zijn van den Minisier van Binnonlandsche Zaken bericht, dat togen de benoeming van den heer Stokvis, tot vast lecraar en van de heeren Hovens Grève, de Vries en Pulle tot tijdelijk leeraaren geen be zwaar beslaat; van Gedeputeerde Staten goedkeu ring van bet Raadsbesluit tot aangaan eencr geldleening groot 40000 gld. van Ged. Staten goedkeuring van liet Raadsbesluit tot wijziging der begroo ting 1907; Van Ged. Staten bericht, onder toe zending van het Kon. Besluit van 29 Juni 1907, tot goedkeuring van de hef fing van leges gelden der secretarie; van Ged. Staten goedkeuring van liet Raadsbesluit strekkende tot onderband sche verpachting van de staanplaats voor een stoomcarroussel voor do jaren 1907, 1908 en 1909; proces-verbaal van do opname van de kas en de bockeu van den gemeente ontvanger; ter inzage van de leden; de rekening van bet fonds van over genomen straten; in handen van de com missie voor ilc getneenterekening; de rekening van het Burgerlijk Arm bestuur over 1907; als voren; verzoek van de afdeeling Amersfoort van den Behangers-, Stoffeerders- en Bcddenmakersbond om 40 gld. subsidie voor een te houden cursus ter verhoo ging van de vakkenis; in handen van B. en W. om praeadvies; een verzoek van den Commissaris van Politie om verhooging zijner jaarwedde; als voren; bericht van deu lieer S. dc Vries, dal hij zijn benoeming aan het Gymnasium aanneemt; bericht vau Mej. Wolbers te Kampen, dat zij hare benoeming tot onderwijzeres aan de Meisjesschool niet aanneemt; bericht van den heer Aardema, dat hij zijn benoeming aan de school Pun tnnburgerlaan aauneemt; een schrijven van den ritmeester Grondhout, inhoudende een klacht over handelingen van den controleur der Gemeentebelastingen; ter inzage van de leden; een verzoek van de firma Wolter en Dros 0111 wijziging der rooilijn in de Korte Beekstraat; om praeadvies. Agenda 1. Onderzoek geloofsbrieven van nieuw gekozen leden van den Gemeenteraad. De Voorzitter stelt voor de ge loofsbrieven tc stellen in handen ecner commissie bestaande uit de heeren Visser, Hamers en Rolandus Hagedoorn. Tijdens het onderzoek wordt de vergadering ge schorst. Bij monde van den lieer Visser brengt hierna de commissie rapport uit. Ze stelt voor tot toelating van de heeren Celosse, Gerritsen, van Kalken, Kroes, Ruys en Salomons, waartegen geen bezwaar wordt gemaakt, De voorzitter dankt de commissie. 2. Verzoek van A. W. Boerman om eer vol ontslag als onderwijzer aan dc openbare lagere school in de Beekstraat, met advies. liet ontslag wordt met ingang van 1 September verleend. Dc heer Boerman is benoemd te Viancn. 3. Verzoek van Mej. J. M. de Bruyn om ontheffing van hei geven van handwerk- onderwijs aan de openbare lagere school 2de soort, met advies. Ontheffing wordt verleend tot 1 Au gustus 1908. 4. Voorstel van Burgemeester en Wet houders omtrent periodieke verkoogiugen van jaarwedden van leeraren aan de. Hoogere Burgerschool. De Voorzitter, liet voorstel strekt tet bet toekennen der periodieke ver- hoogiug niet ingang vm 1 Sept. a. s. aan de leeraren van Os en Weevers. De heer J o r r i s s e n. Mijnheer de Voorzitter, ik zou wel graag naar aan leiding van dat voorstel iets in het mid den willen brengen, maar geloof dat het niet raadszaam is, dit in openbare zit ting te doen. De Voorzitter. Ik heb daartegen geen bezwaar en stel "dan voor het voorstel te verplaatsen naar het eind van de agenda. De heer J o r i s s e n. We kunnen het wel dadelijk doen. De Voorzitter. Ik heb daartegen geen bezwaar en heb ook nog iets an ders te bespreken. Ik stol dus voor de deuren te sluiten. Hierna gaat de Raad over tot een zitting niet gesloten deuren welke on geveer 50 minuten duurt. Heropend zijnde wordt het voorstel van B. en W. zonder discussie aangenomen. 5. Voorstel van Burgemeester en Wet houders m zake benoeming eenor tijdelijke onderwijzeres aan de openbare lagere school in de Beekstraat Het voorstel strekt tot aanstelling ecner tijdelijke onderwijzeres gedurende het verlof van 4 maanden van Mej. W. Akkerman-Bakker. G. Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot splitsing der zesde klasse aan de jongensschool en benoeming lijdelijke onderwijzer aan die school. Het voorstel strekt tot splitsing der zesde klasse van de Jougensschool waarin meer dan 30 leerlingen zitten. De heer J o r i s s e n. Mijnbeer de Voorzitter, ik vind het motief, waarop de splitsing wordt aangevraagd, dat de zesde klasse van de Jongensschool moet voorbereiden voor bet toelatingsexamen van dc II. B. school, en bet Gymnasium wel wat zwak. Mij dunkt dat hot on derwijs wel zoo mag zijn, dat de leer lingen die de 6 klassen hebben door- loopen, examen kunnen doen. Nu laat ik nog geheel in het midden of het getal van 33 nu wel zoo groot is. Onbillijk vind ik het tegenover de andere scholen, waar de klassen veel grootcr zijn. Bovendien vind ik het ook niet consequent van B. en W. Als de splitsing zoo noodig is, waarom dan ook niet aan de scholen 2de eu 3de soort de klassen gesplitst. Wanneer nicu daarmee begint, dan moet men het ook doorvoeren voor alle scholen. De onbil lijkheid moet men niet bestendigen. De heer Celosse De zaak is hier al meermalen behandeld en steeds is het verzoek toegestaan. De heer J o- rissen moet liet onderwijs iu dc zesde klasse niet onderschatten. In de ge meente zijn wel ouders komen wonen voor de Iloogere Burgerschool. Nu moet men de Ce klasse niet zoo gaan inrich tingen dat die kinderen daar worden achtergesteld. Wanneer de klas niet groot is kan hot onderwijs toch veel beter tot zijn recht komen. En nu zegt de heer Jorissen, dan moeten wc ook op de andere scholen splitsen. Welnu, als de heer Jorissen er niet tegen opziet op dc andere scholen ook klassen te vormen vau 25 en 30 leerlingen, en wanneer de heer Jorissen er dan tevens niet tegen opziet een dubbel aantal scholen te bouwen, dan kunnen we zien of we klassen van 30 leerlingen kunnen vol men. Dc heer Jorissen. Ik weet even goed als de heer Celosse, dat dit niet voor de eerste maal hier behandeld wordt. Ook de vorige keer heb ik ge zegd wat thans door mij in het midden is gebracht Maar de heer Celosse moet nu niet meer uit mijn woorden halen dan er in zit. Van mij moet uien zoo'n voorstel met verwachten. B. en W. moeten daarmee komen, die moeten consequent zijn. Ik wijs slechts op bun inconsequentie. Maar haal nu Diet meer uit mijn dc stad op hun gemak met een bakkie naar 't bovenhuisje brengeu. 't Was een aanbiddelijk meisje van tien maanden. De woorden stokten licm in de keel, toen hij't zag; en zijn vrouw schreide voor 't eerst van haar leven. De jouge moeder huilde ook. Overigens wer den zij liet makkelijk eens. Toen bij wegging was hij ziju aandoe ning- schijnbaar weer geheel meester. „Dus we hebben elkaar goed begre pen", zei hij ijzig koel en met nadruk tot liet ongelukkige meisje, dat hartstochte lijk snikkend tegen haar moeder aanlag, „u doet volkomen afstand van het kind. We zullen natuurlijk een acte er van opmaken, ik adopteer 'tkind ook voor de wet; maar 'tis goed, dat u 't nu toch zoovast weet: U zult niet de minste rechten ooit meer op laten gel den. U zult ons nooit lastig vallen, noch ooit iets van u laten hooi en. Het kind is gestorven voor u en wij ook bestaan even min voor u als we een maand gele den voor u bestonden." Het moedertje huilde hartstochtelijker. Zij dreigde flauw te vallen. De oude vrouw wenkte van nu weg te gaan. „U hebt me góed begrepen?" drong hij nog eens. „Ja!" snikte zij uit. Nu werd bun leven gelukkig en har monisch en haast normaal. Het was een onuitputtelijke verrukking, die eerste da gen, het kindje, bun kindje ze hadden er immers voor betaald tc voeden en te zorgen, aan- en uit te kleeden en te wassclieu. De kleine kleertjes, de de kontjes maakten heil weer jong van blijd schap. Verwijtend keek zij hom aan, als zijn bottine kiaakte, wanneer liet kindje sliep. En als een leeuwin bij haar wel pen, zoo plaatste zij zich voor het bedje, wamieer hij 's avonds nog een laatsten blik op hun slapend engeltje wou wer pen. 't Was een wedstrijd tusschen hen van dolheid met 't kleine meisje. Den eersten nacht konden beiden geen oog toe doen, ofschoon 't kindje sliep zonder een kik te geven. De volgende nachten werd vaak een van hen wakker, omdat de an der uit het bed stapte en naar 't kleine ijzeren ledikantjc sloop. Dan stonden ze naast elkaar, hun adem inhoudend, eu ze wezen elkaar, glimlachend, met geruisch- looze gebaren, hoe 't keeltje op en neer ging hoe 't rood op de wangetjes wel wat donker leek. Dan beduidden ze el kaar: kom, ga nou weer naar bedMaar geen van beiden wou de eerste zijn. Den vierden avond dat 't nu in huis was, toen 't kleintje al lang rustig sliep en zij zich ook bereiden naar bed te gaan, werd er gebeld. Zij schrokken en keken elkaar aan, bevreemd. Er was nog nooit na de post van negenen bij hen gebeld. De man ging open doen. Zijn vrouw stond luisterend achter oen kier van de voorkamerdeur. „Zachtjes! Zachtjes!" fluisterde zij hem na. En toen hoorde zij opeens een luide, beestachtig builende vrouwestem, en zij werd doodsbleek van woede eu van schrik „Ocbgotl Ochgot! meneer! Laat we haar nog één keer zien! Eén oogenblikje maar! Ik heb gisterennacht gedroomd dat ze ziek was! Toen bcn ik komen lóópen! Me moeder heeft 't gold en die wou me niet laten gaan! Laat me baar even zien, meneer, voor 't laatst! Dan ben ik ge rust! Ochgot! OchgotOchg. Dc auder fluisterde wat, kalmeerend, sussend. Toen liet hij haar er in, deed de deur zachtjes achter haar dicht.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1907 | | pagina 2