No. 62.
Zaterdag 3 Augustus 1907.
4e Jaargang.
Liberaal Orgaan mor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Wees U
CAVETËT
Raadsoverzicht.
FEUILLETON.
Yeer ïijne MajesieiH
DE EEMLANDER.
Verwcliijnt
Woensdag» en Zaterdags.
Itiiremi
KortegriK'lit 1.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post - 0.90
Prijs der advertentiën
Van 1 tot 5 regels0.40
vooi iederen regel meer0.03
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Eén zaak gaf aanleiding tot discussie,
drie sprekers zijn aan het woord ge
weest in de zitting van onze vroedschap
van 1.1. Dinsdag.
De zaak die ter sprake kwam was de
splitsing Yan een klasse van 33 leer
lingen aan de jongensschool, die speci-
aal voorbereidde voor H. B. S. en Gym
nasium.
Het voorstel van B. en W. tot aan
stelling van een onderwijzer (tijdelijk)
stuitte alleen op verzet bij den heer
Jorissen. Onze lezers hebben gezien, hoe
deze in een zeer scherpzinnig betoogje
het voorstel van B. en W. kwam bc-
strijden, een betoogje, dat daarop neer
kwam: kan een klasse aan de jongens
school geen 33 leerlingen tellen dan kan
dat óók niet met een klas1 aan de scholen
2e en 3c soort, 't Logische gevolg van
het voorstel van B. en W. zou moeten
zijn, dat dan oveieenkoinstige maat
regelen genomen zouden moeten worden
voor die andere scholen".
De heer Jorissen liet in 't midden of
die splitsing werkelijk noodig was.
Togen dit betoog is weinig in te brengen
en werd ook weinig ingebracht.
Wat men had kunnen zeggen was
dit: voor het onderwijs wordt iu 't ge
hccle land veel meer zorg besteed in
dien de betrokken leerling tot de gegoede
klasse behoort, dan wanneer de ouders
tot de minsbevoorrcchtc standen behoort
en van deze algemeen heerschende ge
woonte wordt ook in deze gemeente niet
afgeweken.
De heer Celosse liet volkomen terecht
uitkomen, dat de gevolgen van maat
regelen, als waarop de lieer Jorissen
wees zeer nadeelig zouden zijn voor de
gemeentekas, waardoor het betoog van
dien heer evenwel niet werd weerlegd.
Want hoe men de zaak ook keert of
wendt, wanneer men aan 33 kinderen,
die uit de best opgevoede kringen vooit-
Bewondering is in hare eerste uiting
niet blijde, maar diep ernstig.
Carmen Sylva.
door
IIARY PERCIVAL.
Sir Koble Kcnsenor en zijne dochter
Trances stonden in de steeds toene
mende schemering, te wachten op tijding
van Marston Moor.
Zij spraken niet veel; beiden zagen
bleek en afgemat door angst en sombere
voorgevoelens.
Sir Keble was in volle wapenrusting,
i tot zelfs een borstkuras \an gepolijst
staal, waarover zijne grijze cavaliers-
lokken krulden, en de jonge 'dame had
in iedere hand een met juwcclen omzet
geladen pistool. Dc nachtwind floot om
het huis en deed de boomen ruischcn.
„God zegene den Koning!" mompelde
Sir Keble.
„God schenke Zijne Majesteit de
komen, en die van huisuit al een tame
lijke mate van ontwikkeling meebrengen
geen behoorlijk onderwijs kan doen
geven door één onderwijzer, dan zal het
ook niet mogelijk blijken bij kinderen,
die uit intellectueel lager staande krin
gen voortkomen.
Of zou het alleen daarin zitten dat
de aard van het onderwijs aan dc jon
gensschool meer correctie eischt?
Dat er meer gecorrigeerd wordt is
mogelijk, niet omdat zorgvuldige cor
rectie zooveel meer noodig is, doch om
dat het grooter aantal kinderen in dc
andere scholen in dezen dwingt tot be
perking, tot nadeel van het onderwijs.
Ons dunkt, dat zij die het aangenomen
voorstel van B. en W. wilden verde
digen het zuiverst stonden, indien ze
zeiden: Wij achten het voor het onder
wijs aan de andere scholen evenzeer of
nog meer noodzakelijk, dat de klassen
zeer klein zijn, maar dat kost te veel
geld, zóódat we bet daar zullen laten
zooals het is; maar één onderwijzer meer
aan de school, waarop onze eigen kin
deren gaan of dc kinderen onzer vrien
den en kennissen, daar hebben we vol
strekt geen bezwaar tegen.
Een feit, waarop billijkheidshalve nog
gewezen moet worden is dit, dat het
onderwijs aan de jongensschool grooten
deels door de ouders wordt betaald.
Dit feit is in het raadsdebat niet aan
gevoerd.
Een gezonde redeneering; waarin aan
getoond wordt, op onderwijskundige
gronden, dat cle volksschool per klasse
meer kinderen kan tellen, dan cene die
slechts voorbereidt voor gymnasium <»f
burgerschool is ons nimmer onder de
oogen gekomen.
„Cavete!" is de titel van een werk,
dat d.d. in Duitschland verschenen, groo
ten en welverdienden opgang maakt.
Cavete! Weest op uw hoede!
ovcrwini ing!" voegde zijn dochter er bij.
Buiten hoorden zij hoefgetrappel.
„Roger Miston", riep Sir Keble. „Hij
brengt ons tijding, goed of kwaad!"
Gevolgd door zijne dochter haastte
bij zicii naar de ruime hall, waar bij
juist intijds kwam, om de zware deur
te ontsluiten, daar reeds een vermoeide
stem liep om binnengelaten te worden.
„Treed binnen, goede Roger, treed
binnen", riep de cavalier. „Gij zijt
dubbel welkom! Maak een eind aan
onze hoop en vrees; zoo spoedig is het
zwart of wit?"
„De kleine, gezette man, gelaarsd en
gespoord, met modder en zweet bedekt,
wees met zijn duim in de richting van
de hall, waar het 't donkerste was.
„Zwart!"
►Sir Keble trok zijn degen en snikte
op liet gewest.
;;Is de Koning verslagen?"
„Hopeloos!"
God zegene hem! Is hij dood?"
„Kaar ik geloof, is hij in veiligheid".
„Goddank! Mijn zwaard zal ontbloot
blijven voor hem, tot het einde komt!"
Toen riep hij luid: „Sluit de poorten!
Beman de wallen! Geeft acht en houdt
goede wacht, gij allen! De onschendbare
persoon van Zijne Majesteit heeft heden
nacht behoefte aan veel en goede trouw".
Dikke tranen rolden lang? zijne inge
zonken wangen en bevochtigden zijn
snor en puntbaard, terwijl hij vooruit
Het boel^ is verschenen met een woord
van inleiding van den bekenden graaf
Zeppelin, dc uitvinder van een bestuur
baar luchtschip, dat echter ongezind bleek
de aarde te verlaten eu ten hemel te
stijgen. In het bock daarentegen gaat
alles naar wcnsch en de schrijver, Emil
Sandt, tracht door het verhaal der avon
turen van de „Pax", de bcteekenis te
doen begrijpen welke de uitvinding der
bestuurbure luchtschepen zal hebben voor
de naaste toekomst. Hij toont aan hoe zij,
die met den uitvinder der „Pax", meenen
dat met deze uitvinding de eeuwige Tre
de verzekerd is, omdat de oorlog onmen-
schelijk zou worden, zich vergissen en
daarentegen het luchtschip een nieuw
oorlogswerktuig zal worden, waarvan het
bezit door alle militaire natiën zal wor
den nagestreefd.
En daarom laat hij zijn waarschuwing,
zijn Cavete! hooren, teneinde Duitsch
land aan te sporen de eerste te zijn op
dit nieuwe gebied en zich niet te laten
overvleugelen door andere natiën.
Dat zijn wensch, althans ten deele,
is vervuld en Duitschland, evenals Frank
rijk, in 't bezit is van een bestuurbaar
luchtschip, konden we d.d. uit de bladen
vernemen.
Wij zouden lust gevoelen ons „Ca
vete"! toe te roepen aan de excellenties,
diplomaten, arbitrators in spe, die gis
teren op Zorgvliet, Den Ilaag, bijeen
kwamen om den eersten steen te leg
gen vau liet „Vredespaleis", dut daar
voor den anderhalf millioen dollar van
den heer Carnegie, op grond door den
Hederlandschen Staat geschonken, ter
waarde van f750,000 dc heer Van
Karncbeek heeft het den heeren tot iu
de puntjes verteld zal worden opge
trokken. Het meubilair zullen de an
dere mogendheden voor hunne rekening
moeten nemen, botje bij botje, deze een
stoel gene een tafel.
Weest op uw hoede! heeren, gij, die
daar den eersten steen legt van een
gebouw dat ge aan den Vrede zegt tc
ging naar de achthoekige kamer, waar
bij en zijne dochter van af dc ochtend
stond gewacht en gehoopt hadden.
Zijn steward beduidend tc gaan zit
ten, vulde hij een beker met wijn en
zette die voor hem neer. Gretig en
dankbaar dronk Roger Miston hem in
één teug leeg.
„En nu, Roger, vertel ons in korte
woorden, hoe het gegaan is".
De afgematte steward veegde zijne
lippen af, ademde eens diep en begon:
„Het waft een akelig gezicht, zooals
ik Marston Moor het laatst zag. Door-
weckt van bloed en bezaaid mot dooden
en stervenden. Zijne Majestcits vaandels
werden aan flarden gescheurd en waar
die gezien werden vielen dc meeste
dooden. En waar de vaandels vielen,
hielden een honderd dappere harten op
te kloppen. Het was een prachtige strijd!"
„Goed! Ga door?"
„De Rondkoppen waren dronken van
bloeddorst en eigengerechtigheid. Ze
deden slachterswerk en zongen psalmen
tegelijkertijd. Ze dooden uit lust tot
dooden en prezen God, om het geluid
van hun eigen stemmen te hooren. Ilct
was een moorddadige, onedele overwin
ning!"
Sir Keble sloeg zich zoo hevig op
zijn metalen borst dat zijn knokkels
bloedden.
Roger Miston wachtte even.
„Ga door", klonk het ongeduldig.
wijden, terwijl er in uw hart geen ge
dachte aan Vrede is.
Op dat granietblok, hetwelk den sluit
steen moet vormen van uw Vredespaleis,
plaatst ge in 't Latijn de woorden: Aan
den Vrededoor het Recht ie bevestigen
heeft dc mildheid ran Andrew Carnegie
dezen tempel gewijdIn 't latijn. Wil-
det ge wellicht voorkomen, dat de min
der kundigen, de grootc massa der
natiën, zij, die 't kanonnenvlcesch le
veren, zullen begrijpen wit daar in dien
steen is gegrift, opdat ze u niet later,
als de duizenden hunner verbloeden op
het slagveld, zullen verwijten, dat uw
opschrift leugen is?
Cavete! Wees op uw hoedeGij
speelt gevaarlijk spel. Stelt u eens ern
stig de vraag, hoe groot het verlies is
aan eerbied voor en vertrouwen in de
machthebbenden, na do mislukking der
eerste z.g. Vredesconferentie en over
weegt dan, welke de gevolgen zullen zijn,
indien gij ook ditmaal Den Haag verlaat
zonder iets wezenlijks tot stand tc heb
ben gebracht in 't belang van den Vrede.
Meent ge dan, dat men u in ernst zal
nemen, als de heer Van Karncbeek
.spreekt van den „vereerden monarch
van een groot Keizerrijk11, van „den
verheven Vorst, die het initiatief nam
tot dc vermaarde bijeenkomst welke de
menschlievende instelling in liet leven
riep, waaraan dit Paleis, deze Tempel
tot zetel zal strekken11, als men weet
dat deze woorden betrekking hebben
op den Tzuar van Rusland
Ge hebt elkander niet durven aanzien,
toen die woorden: „vereerden monarch11,
„verheven vorst11 u in de ooren klonken
noch toen ge den heer Nelidow, den
Russischen ambassadeur, aldu9 hoordet
spreken
„De volkeren hebben sinds de ouds e
tijden den eeredienst van den oorlog ge
huld'gd. Maar nimmer heeft in dc wereld
de eeredienst van den Vrede bestaan.
Hij is negentien eeuwen geleden door den
goddelijken Zaligmaker gepredikt gewor-
„lk heb niets meer te zeggen, sir".
„Je verhaal is kort".
„Maar veelzeggend".
Iranees Kcusenor, wier zwoegende
borst en schitterende oogen haar harts
tochtelijke belangsiellmg verrieden in
dit al te beknopte verslag, zeide nu
„'t Is ons nv,g niet genoeg, goede
Meester Roger. Ge zeidet, dat dc Koning
God zegene hem in veiligheid
is; doch gc noemdet niet Lord Clavc
ring".
Hierop verborg de steward zijn gelaat
in zijn beker, hoewel deze ledig was.
„Ah, dat is zoo", viel sir Keble in.
„Vertel ons van Clavcring, Roger".
De beker onttrok nog steeds Roger1 s
gelaat aan hun vervolgende blikken.
Kom, kom", riep de oude cavalier on
geduldig met het gevest van zijn ont
bloot rapier op tafel tikkend. „Je ver
borgt ons iets, kom, wij moeten 't
weten, Koch mijn dochter, noch ik is
zoo zwak of weinig getrouw, een dier
baar leven te bejammeren, gevallen voor
Konings zaak".
„Zoo is het", zeide Frances, onnatuur
lijk koud. „Zeg ons alles".
Met een harden bons zette de Steward
zijn beker neer. „Goede meester, be
minde meesteres", riep hij in wanhoop
uit. „Ik zag den dapperen Lord Clavc
ring vechten aan Prins Ruperfs zijde;
ik zag hem zich een weg banen, waar
de strijd het hevig6t was. Zijne slagen
den tegelijk met de naastenliefde, dc
menschlievendheid en de broederschap:
maar van al deze verheven voorschriften,
die de hoogste aspiratiën van de men-
schenziel te zamen vatten, ia de idee van
den vrede tot nu toe het moest verwaar
loosd.
„Ik durf dus zeggen dat een nieuwe
eeredienst is ingesteld in de wereld.
„Laat ons wenschen dat deze eeredienst
zich meer en ireer verbreide; zoowel
onder do Rcgecringen als onder de volke
ren; dat de zegeningen welke hij aan dc
eenen zoowel als aan de anderen ver
zekert, hem steeds nieuwe aanhangers
tot zich deen trokken en dat dc monu
mentale toren die dit gebouw zal bekro
nen als een lichtende baak zal zijn die
aan de volkeren den weg wijst van het
recht en de rechtvaardigheid, die onwan
kelbare steunpilaren van den Vrede."
De nieuwe eeredienst van den Vrede!
Zijn voor uw oog niet de schimmen
opgerezen der tienduizenden, omgekomen
op de bloedige slagvelden van Mant-
sjoerije, in de Japanschc Zee, door den
wil van hem, geprezen als dc verheven
Vorst, die het initatief nam voor iets....
menschelievends!
De volken kunnen van hunne heer-
schers veel, nagenoeg alles dulden, behalve
onwaarachtigheid. En het Rusland van
heden bevestigt de waarheid dier woorden.
En onwaarachtig is de houding dier
mogendheden, die terwijl zij spreken van
den eeredienst van do Vrede, den Oor
log voorbereiden.
Ook deze tweede ^Vredesconferentie
schijnt tc zullen uiteengaan, zonder be-
teekcnisvolle uitkomsten.
Eén uitkomst, niet bedoeld door den
„verheven Sonvercin", zal zij evenwel
hebben, nl. deze, dat in den boezem van
het Volk c!e overtuiging zal worden ver
sterkt, dat de Vrede, door millioencn
verbeid, niet van bovenaf gegeven, maar
van onderop verkregen moet worden,
den eerste-8teenleggers vau Vrodestem-
pels ten spijt.
stonden gelijk met drie van ieder ander."
„En?!"
„Ik zag ze zoo, toon ik mij tot dc
vlucht gereed maakte. Driemaal zag ik
om en nog steeds vochten zij;
doch
„Maak het kort!"
„Toen ik de vierde maal omzag, den
laatstcn keer, galoppeerde zijn paard
nog aan 's Prinsen zijde doch, helaas!
het zadel was leeg".
„Clavcring is gevallen!"
IJskoud klonken die woorden van
Frances Kenscnor's lippen, terwijl Roger
Miston in zijn stoel iiicenzonk en zijn
gelaat vcrboig in zijn mot ijzeren hand
schoenen bedekte handen.
Lene vioeselijke slilte volgde; cenc
stilte van cenigc cecoiulen, doch ze leek
hun cene eeuwigheid. Frances was dc
eerste, die haar verbrak zich tot kaar
vader wendend, sprak zij kalm:
„Mu dunkt, het wordt tijd, my Lord,
het huis gereed te maken ter verdedi
ging. Elk oogenblik kunnen de Rond
koppen hier zijn."
Beiden, Sir Kcblc en Roger Miston,
keken haar nieuwsgierig aan, verbaasd
over haar vreemde koelheid.
„Gij hebt gelijk, mijn dochter. Doch
gij
„Ik zal hier de Macht houden".
„Hier?'
(Wordt vervolgd)K