Vrijzinnigr Orgaan voor Amersfoort en Omstreken.
71.
feuilleton.
buitenland.
DINSDAG 3 SEPTEMBER 1907.
4e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER".
Vepsehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
TER INLEIDING.
OOM WILLY.
DE EEMLANDEB
Directeur R. G. RIJKENS.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Afzonderlijke nummers- 0.05
Bureau: BRBBDESTRAAT 20.
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertöntiën:
Van 1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer- 0.08
(Bü abonnement belangrijke korting.)
Met dit nummer is de redactie van
«de Eemlander» in andere handen
overgegaan.
Onze eerste daad zij het brengen
van een eeresaluut aan de mannen, die
een viertal jaren geleden het initiatief
namen tot het oprichten van een vrij
zinnig orgaan. Zij hebben getoond te
begrijpen, dat ook buiten den verkie
zingstijd de groote vraagstukken van
den dag dienen te worden behandeld
en toegelicht en dat de pers daartoe
het machtige middel is.
Als personen, zonder andere bedoe
ling dan het maken van propaganda
voor hunne beginselen, hiervoor niet
alleen hun geld, maar ook, hoewel
hunne dagelijksche bezigheden al hun
tijd in beslag nemen, hunne uren en
veel moeite over hebben, dan verdienen
zij daarvoor een woord van lof, als
mede den dank van alle partijgenooten.
En als daarenboven hun arbeid met
succes wordt bekroond, dan mag hun
ook een woord van bewondering niet
worden onthouden.
Dat woord van lof spreken wij hier
dan ook gaarne uit; het is onze aan
gename plicht dit te doen en als wij
met succes kunnen voortbouwen, dan
is het op de fundamenten, door hen
gelegd.
Dat de macht der kleine, locale pers
bij verkiezingen een zeer groote kan
zijn, is een stelling, die niemand zal
weerspreken. Juist omdat zij geheel
andere lagen der bevolking kan berei
ken dan de groote bladen, en juist, die
lagen, die meer voorlichting noodig
hebben en waaruit de meeste bekeer
lingen gehaald kunnen worden, kan
haar macht betrekkelijk grooter zijn
dan die der groote bladen, die gelezen
worden in kringen, waar men over het
algemeen reeds een vaste politieke
overtuiging bezit.
De kerkelijke partijen hebben dit ook
zeer goed ingezien; legio is het getal
Uit het Duitsch van jassy Torrund.
der kleinere bladen, waarin voor haar
beginselen propaganda wordt gemaakt.
Men kan in deze van zijn vijand
leeren, dat men het dan ook wil.
Het lezen enkel van neutrale bladen
hoe voortreffelijk overigens ook ge
redigeerd blijft een gevaar voor de
propaganda der vrijzinnigen.
Wij bedoelen hiermede geen onaan
genaamheid te zeggen aan het adres
der Amersfoortsche neutrale bladen, dat
zou al een zeer onheusch begin zijn en
wij wenschen met onze plaatselijke
bladen liefst in vrede ,te leven, trachten
niet deze te verdringen, maar daar
naast te bestaan.
Wat we bedoelen is dit: Er zijn
lieden, die het een. verheven standpunt
vinden niet aan de politiek te doen en
dezen herhalen het ongelukkige woord,
hetwelk nooit had moeten worden ge
sproken, dat de politiek het karakter
bederft.
De politiek is eene zeer menschelijke
zaak en de menschen zijn niet vol
maakt en laten zich bij hunne zaken
dikwijls drijven door hartstocht en
andere menschelijke eigenschappen.
Maar niet alleen, niet uitsluitend bij
politiek vertoont zich deze minder guns
tige zijde van onze natuur. En wie door
de politiek bedorven wordt, aan dien
viel waarschijnlijk niet veel meer te
bederven.
Maar deze menschen, waarvan wij
hier spreken, vinden steun bij de neu
trale pers in het algemeen. Deze bladen
hebben de berekening gemaakt, dat
het voordeelig is met iedereen op goe
den voet te blijven en daarom geen
meening te hebben in politieke zaken.
Vooral geen vijanden maken is hun
wachtwoord, dat zou schaden aan het
debiet. Dus wacht men zich wel
partij te kiezen in de belangrijke vragen
die ons verdeelen. Voor 't overige voedt
men zijn publiek met onpartijdige
berichtjes en beschouwingen van onge-
vaarlijken aard. Zoo werkt men
J Neen maar, denk eens aan, zeide
Kathe Heinzius, vandaag was ik er
bijna uitgeknepen.
Toch heel onschuldig, natuurlijk,
gekkinnetje, spotte oom Willy.
Zij keek hem met haar wondervolle,
blauwe oogen aan.
Jawel. Wat kan ik er aan doen,
als iemand mijn haar losmaakt. Het
hing nog maar aan één speld en de
staart kietelde mij juist in mijn nek.
De moest zoo vreeselijk lachen. En voor
ik het weer opmaken kon, vraagt de
dominee:
Juffrouw Heinzius, wat kunt ge
mij over de Amalekieten meedeelen.
Mijn lieve hemel, ik wist een heele
boel van deze menschen, maar ik kon
i van het lachen geen woord uitbrengen.
En dominee werd woedend.
Als u dat zoo belachelijk voor
komt, dan is een van ons hier teveel
!ei hij koel.
Mooi, dan kon ik zeker gaan. En ik
lakte mijn boeken bijeen. Heel langzaam,
'.n de haren hingen mij nog maar steeds
p mijn rug, 'tkou mij niets schelen.
Wacht even, zegt de dominee en
zonder die bedoeling natuurlijk het
politiek bederf in de hand.
Het publiek, dat alleen neutrale
bladen leest, weet, als de verkiezingen
voor de deur staan, van niets en hieruit
kan misschien voor een groot deel
worden verklaard het feit, dat zooveel
kiezers van de stembus wegblijven.
Het gevaar van de neutrale pers
kan alleen worden verminderd, indien
naast de neutrale- ook de partijbladen
bestaan en worden gelezen.
Wat ons programma zal zijn?
In een courant, waarin wij de ge
schiedenis van den dag en hetgeen er
in ons land, ons gewest en in onze
gemeenten voorvalt, geregeld hopen te
verhalen, (wat in een driemaal per week
verschijnend blad beter kan geschieden
dan in een blad dat slechts twee maal
verschijnt) wenschen wij even als tot
heden in de Eemlander is geschied,
wanneer zulks pas geeft, propaganda
te maken voor de vrijzinnige begin
selen en te waarschuwen tegen alle
clericalisme, hetzij het in zijn ouden,
dan wel in meer modernen vorm den
kop opsteekt.
In een district als het onze, zuilen
wij, zonder daarom het verschil tus-
schen de groepen der linkerzijde weg
te doezelen, moeten zoeken naar het
geen alle vrijzinnigen vereent, ten einde
in eendrachtige samenwerking te trach
ten het gevaar te bezweren, dat gelegen
is in de coalitie der Kerkelijke partijen.
De vermenging van godsdienst en
politiek, die het overmijdelijk gevolg
is van de hoofdbeginselen der coalitie)
en die steeds kan strekken tot ontwij
ding van den godsdienst, tot schade van
waarheid in wetgeving en bestuur tot ver
korting der individueele vrijheid van den
ken en spreken, daartegen kunnen alle
vrijzinnigen protesteeren en strijdenzij,
die den vrijhandel éen der factoren van
welvaart voor ons land achtenzij die
de sociale rechtvaardigheid, vooral ten
opzichte van de minder bedeelden,
willen betracht zien, hebben zich te
lacht een beetje spottend, daar ik toe
vallig om elf uur eene begrafenis heb,
zal ik voor ditmaal gaan en kunt gij
blijven. Maar onthoudt dit, voor een
volgende maal. De catechesatie is geen
kleedkamer.
Ik had hem wel kunnen krabben,
zoo woedend was ik Kathe kromde
alle tien vingers met rozenroode spits-
gesneden kleine nagels vrij gevaar
lijk zag er dat uit - onmiddelijk daarop
kustte zij enthousiastisch zacht haareigen
hand als 't niet mijn lieve, lieve
dominee geweest was.
Maar Katchen, vermaande tante
zacht.
Nu, laat haar toch haar gang gaan
zoo gevaarlijk is zij niet, lachte de
bergraad, terwijl hij de kleine uitge
hongerde gymnasiaste een groot stuk
gebraden gans voorlegde. Zij sloeg er
zich goed door en oom Willy keek
lachend toe. Hare zeven liefdes vielen
hem in. Juist uitgerekend, precies zeven,
de een nog onschuldiger dan de andere.
Kathe was met haar zestien jaren nog
zoo goed als een kind, hoewel een
karaktervol en niet zoo onervaren als
dat andere, dat haar moeder vroeg:
Mama, ik zou nu ook wel eens
graag met ieman dwillen dwepen, maar
hoe doet men dat?
Kathe wist heel goed, hoe men het
doen moest en uit voorzichtigheid had
zij de namen van alle zeven in een
notitieboekje geschreven. Zoo vergat
zij er tenminste geen een, Een paar
leeraressen, de schoone tooneelspeelster,
die den vorigen winter> IvomteszGuc-
kerl« gespeeld had, en natuurlijk tante
Agnes. Als eenige mannelijke wezens
waren tusschen het «Ewigweiblichec
geraakt de oude wit-hartige dominee,
die tegelijk godsdienstleeraar aan het
gymnasium was, en eindelijk >oom
Willy, c
>Oom Willy.c Voor zoover zij zich
herinneren kon, had zij altijd »oom
Willyc gezegd, ofschoon geen druppel
tje bloedverwantschap tusschen hen
bestond.
Toen Kathe vijftien werd, hadden
beiden, oom Willy en Kathe, een held
haftige poging gedaao, de een om
♦juffrouw Kathe'de ander om «mijn
heer te zeggen. Maar deze poging was
zoo treurig uitgevallen, dat zij nooit
herhaald werd, en zoo was dan alles
bij het oude gebleven, al mochten zekere
oude tantes zich er ook blauw over
kakelen.
Terwijl Kathe met heerlijken eetlust
haar gebraad verorberde en onderwijl
als een klaterend bronnetje voortbab-
beide, werd zij door den bergraad en
zijne vrouw gadegeslagen. En beiden
glimlachten. Zij wisten, dat zij zich op
dezelfde gedachte betrapt hadden, deze
honderdmaal onuitgesproken gedachte:
wat hun leven toch wel zou zijn, zonder
scharen onder de vrijzinnige vaan
tegenover het thans zoo machtig blok
van Roomschen en Anti-revolutionairen.
En in de Eemlander zullen hunne
wenschen en vreezen tot uitdrukking
kunnen komen.
Ook de zaken, de gemeente rakende,
hopen wij te bespreken van vrijzinnig
standpunt. Immers de groote politieke
strijd houdt niet stil voor de poorten
van de eene of andere stad; binnen
de grenzen der gemeente ligt niet
een windstil watervlak, dat slechts
door de steentjes van plaatselijke be
langetjes in beweging wordt gebracht.
In een tijd als de onze, waarin groote
maatschappelijke vragen naar oplossing
dringen, openbaart zich ook op het zoo
belangrijk gebied van het gemeenteleven,
beweging in verschillende richting; wordt
ook de gemeente een middelpunt, van
waaruit zich het willen en kunnen des
volks in alle richtingen baan breekt.
Dan werkt economische, godsdienstige,
wijsgeerige of welke opvatting ook, die
ten grondslag ligt aan de staatspartijen,
ook daar door.
Bij het bespreken van deze dingen,
hopen wij zakelijk te blijven en nooit
al zal het noemen van namen soms
noodig zijn persoonlijk te worden.
Bij het uitvoeren van dit programma
rekenen wij op den steun der vrijzin
nigen in dit district. Laten zij bedenkent
dat het niet voldoende is, iu Mei bij
elkaar te komen tot het stellen van een
candidaat en dan gauw een veertig
handteekeningen op een lijst te ver
zamelen, dan nog een paar advertenties
te plaatsen, een strooibiljet op te stellen
en dan maar af te wachten de dingen,
die komen zullen.
Neen, voortdurend moet er zorg wor
den gedragen voor de propaganda der
vrijzinnige beginselendie beginselen
moeten bij voortduring aan de kiezers
worden meegedeeld, voor dezen worden
toegelicht en aannemelijk gemaakt.
Daarvoor kan de pers zorgen, mits
deze hun wildzang en zonneschijn.
Zij vormden een goed bij elkaar passend
paar. Hij groot en mager, met diepliggen
de grauwe oogen, onder hoog voorhoofd,
waarom het haar nog vol en donkerblond
heengolfde, met onregelmatige en grove
trekken, waaraan een kleine smalgelipte
mond een uitdrukking van iets scherp
zinnigs verleende, Alles bij elkaar ge
nomen een sympathiek gezicht en voor
Kathe Heinzius het begrip van al het
goede, verstandige en vaderlijke. Zoo
dikwijls zij het standbeeld van Svarez.
den grooten rechtsgeleerde, voorbijging,
moest zij aan oom Willy denken en zij
beweerde dan ook stokstijf, dat hij
daarbij tot model moest hebben gediend.
Mevrouw Agnes daarentegen klein
en sierlijk, blijkbaar ouder dan haar
man, het golvende donkere haar reeds
rijkelijk met grijze draden doormengd;
een vroeg verbloeid zacht gelaat met
een onmiskenbare!) lijdenstrek om de
lippen en goedige, vertrouwen-wekkende
oogen.
Niets was natuurlijker, dan dat Kathe's
moeder toen haar man stierf en zij
met de kinderen naar de hoofdstad
trok, om hun een goede opvoeding te
geven, voor zooveel het kleine pensioen
van een rechtersweduwe en een klein
eigen vermogentje dat toelaten, hare
toevlucht tot deze beide menschen nam,
van wie de een het verstand, de ander de
goedheid te vertegenwoordigen scheen.
haar door den steun der vrijzinnigen het
leven wordt mogelijk gemaakt.
In het vertrouwen op die medewer
king, gaan wij de nieuwe periode in
het bestaan van ons blad in.
De Polen in Pruisen.
De Pruisische Regeerin? vindt haar
Poolsche onderdanen geen goede Pruisen
en zij wil ze met alle geweld tot goede
maken.
Tot dat doel is een stel wetten,
koninklijke besluiten, beschikkingen enz.
gemaakt, dat een afzonderlijke bestu
deering alleszins waard is, omdat het
ons leert, wat een gevaarlijke macht de
staatsmacht is, hoe de regeerders, in
dien zij eenmaal in zoo 'n geval zijn,
van kwaad tot erger komen en hoe
dergelijke maatregelen vaak precies het
omgekeerde doen bereiken van wat men
verlangt.
De Pruisische Regeering tracht de
Polen uit het corps regeeringsambtenaren
te houden, zij heeft een vast imgratie-
stelsel van koninklijk goedgekeurde
onderdanen met een vaste emigratie-
politiek, zij heeft een fonds, waaruit zij
Poolsche landgoederen aankoopt, zij ver
taalt Poolsche namen tot in de registers
van den burgerlijken stand, zij laat
brieven, welke naar Torun of Gdansky
geadresseerd zijn, eerst naar een ver
talingsbureau zenden, dat er Thorn of
Danzig op zet, en zoo de bestelling, uit
straf voor het Poolsche adres, een paar
dagen vertraagt.
Zij straft kinderen, omdat deze Poolsch
spreken en, niet tevreden over liet resul
taat van al deze maatregelen, wil zij nu
zei s landgoederen onteigenen, alleen op
grond, dat zij aan een Poolsch sprekende
Pruis toebehooren.
Dit leert het geval Drzymella. Deze
was bezitter geworden van vijftien mor
gen gronds, een stal en een schuur in
het dorp Rakoniewitz. Op dien grond
wilde Drzymella nu ook nog een woon
huis voor zichzelf bouwen. Hij vroeg
permissie, doch die werd hem bot af
geweigerd. Hij drong aan, kwam in
hooger beroep, riep de hulp van mach
tige vrienden in, doch alles hielp niets.
Waarom dit niet mocht, werd hem een
voudig niet gezegd, maar het vermoeden
ligt voor de hand, dat de een of andere
politieman hem Poolsch had hooren
spreken tegen zijn kind.
Sedert dat eerste bezoek, dat mevrouw
Heinzius met haar negen-jarig dochter
tje aan de hand, bij haar vroegere
schoolvriendin bracht, waren meer dan
zeven jaren verloopen. En men wist in
't geheel niet meer hoe of 't eigenlijk
gekomen was, maar alsof 't zoo zijn
moest nooit anders geweest was, zoo
snel had Kathe zich bij het kinder-
looze echtpaar ingeburgerd en was lang
zamerhand hun pleegkind en hun alles
geworden.
De moeder liet het maar al te gewillig
gebeuren. Voor haar was de zoon alles,
de as, waarom haar eenigszins begrensd
denken en leven draaide. Hij, die
moeilijk en ongaarne leerde, wiens zins
van jongs afaan meer op het practische
en nutaanbrengende gericht was, stond
haar nader dan de dochter, die voor
een gedicht, een bloem, een roodgouden
zonsondergang louter onnutte en
overbodige dingen in verrukking
geraken kon en van een nieuw kleed
of een goeden maaltijd niet het minste
terechtbrengen kon.
Slechts de vrees voor de praatjes der
menschen en een restje van moederlijke
liefde en plichtgevoel hielden mevrouw
Heinzius ervan terug, het zoo geheel
anders gevormde dochtertje uit de han
den te geven, zooals de Overbecks dat
zoo graag gewild hadden.
Zoo was in alle vriendschap de
overeenkomst gesloten, dat Kathe bij