^Vrijzinnig- Org-aan voor Amersfoort en Omstreken. INo. 83. DINSDAG 1 OCTOBER 1907. 4e JAARGANG van de Naaml. Venaootsehap „DE EEMLANDER". Versehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Is liberaal onchristelijk? FEUILLETON. OOM WILLY. BUITENLAND. 'I DEEEMLANDER Directeur B. G. RIJKENS. Abonnement sprij s Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau: BRE EDE STRAAT 20. Telefoon Interc. 62. Prijs der 3 Ad v er ten tl èn: Van 1 tot 5 regels .3 ff 0.40 Voor iederen regel meer- 0.08 (Bjj abonnement belangrijke korting.) *9 Nu ook bij de jongste verkiezingen weer de antithese door de clericale leiders in het verkiezingsgewoel is ge worpen, is het niet ondienstig eens weer aan te toonen, dat er, te beginnen met 1901eene valsche leuze is aangeheven door den godsdienst te mengen in de staatkunde en het te doen voorkomen, alsof tusschen geloof en ongeloof moest worden gekozen. Wij zijn het nog niet vergeten, dat, in 1901 tenminste, de triomf op de liberalen is behaald door dag aan dag aan het Nederlandsche volk voor te houden, dat hun wetgevers en bestuurders «het recht van's Heeren souvereiniteit miskend., de «christelijke beginselen» ondermijnd hadden. Daarvoor is van de toespraak aan den eigen avond van dit stembusvonnis, door Dr. Kuyper tot een groep jeugdige manifestanten gehouden, te veel ophef gemaakt, dat het ons nog niet in de ooren zou klinken, dat «de naam van God de zege had behaald in ons vader land». Reeds kort na de bijeenkomst der Kamer in dat jaar werd er gevraagd, op welke wijze dan nu de «souvereini. teit des Heeren» in eere zou worden hersteld en welke opvatting van de «christelijke beginselen» dan van nu af haar stempel zou drukken op het staats bestuur En het antwoord daarop luidde: «Het terrein der staatkunde behoort tot het natuurlijke leven en bij alle volken vertoont het volksleven een eigenaardig karakter, dat bepaald wordt door hun onderscheiden opvatting van de natuurlijke levensverhoudingen. Toont nu de historie dat deze verhoudingen, onder velerlei schakeering, toch een zeer wel herkenbaar en duidelijk onder scheiden specifiek type vertoonen bij heidensche, bij islamietische en bij Uit het Duitsch van Jassy Torrund. v13> Kathe zette haren wil door, maar wellicht om haar stijfhoofdigheid en haar zwart kleed goed te maken, was zij vriendelijk, en spraakzaam, toen oom Willy kwam. Hij maakte uitstekend den bowl klaar, waarvoor hij reeds in den loop van den dag den wijn ge zonden had, en de avond verliep bijna vroolijk. Het was haast, alsof de oude tijden waren weergekeerd. s Avonds laat vertrok de bergraad eerst. Kathe moest hem met het lampje uitlaten. Gegroet, Kathe, denk nog eens aan mij. denk altijd aan u en aan tante Agnes antwoordde Kathe en zette een ernstig gezicht. levTn3Het W3S de 8elukk'gste tijd mijns Wellicht keert hij weer, wilde hij zeggen, bezon zich echter en zweeg. De dag van heden behoorde tot het verleden. Thuis ging hij met een kaars in zijn hand door zijne mooie en behagelijk christelijke natiën, dan is men ten volle gerechtigd van christel ij ke be ginselen te spreken.» Goed, maar in dezen zin worden de christelijke beginselen aangehangen door alle partijen, de liberale evengoed als de andere, ja, aan deze opvatting van het begrip kan zelfs de niet-christen zich aansluiten. Verder heette het «De tegenstelling op politiek gebied concentreert den strijd om de vraag, of ook in den staat en in zijn recht al of niet met de opperhoogheid van God almachtig over volkeren en natiën te rekenen is.» Dat was de inzet van den strijd, daarmee moet alle heftigheid worden verklaard, waarmee het kiezersvolk toen tegen het «ongeloof» is opgehitst. En laat ons nu eens nagaan of er diepgaand verschil is tusschen de liberale richting en die welke bij de stembus van 1901 hare triomfen heeft gevierd. We geven daartoe het woord aan den man van het liberalisme bij uit nemendheid, minister Thorbecke. Deze schreef in een brief aan zijn vriend Groen van Prinsterer: »In de stelling dat christendom het historisch middelpunt en de grondslag onzer wetenschap is, verschillen wij vermoedelijk minder "dan gij denkt. Dat recht, geschiedverklaring, het schoone en de wetenschap niet strijden mogen met de godsdienstige waarheid^ is mijn innige overtuiging. Maar volgt hieruit, dat wij de staatkunde onmid- delijk nevens den bijbel behooren te plaatsen? Ik meen ook niet, dat God zich alleen in de openbaring heeft ge openbaard. Het komt mij voor, dat de onderscheidene kringen van mensche- lijke kennis en bedrijf alle door de ééne goddelijke waarheid werden inge sloten. Doch ieder van die kringen heeft zijne bijzondere wetten, die onze werkzaamheid binnen denzelven regelen ingerichte leege kamers en stond lang voor 't levensgroot portret van zijne overleden echtgenoote. Hij dacht aan de woorden, die zij hem in vroegere dagen dikwijls gezegd had. Als ik eens sterf, moet je spoe dig weer trouwen. Willy, beloof het mij. Je bent niet voor de eenzaamheid geschapen, lieveling. Hij had nooit aan den dood van Agnes en nog minder aan een tweede huwelijk gedacht. Nu was het toch zoo gekomen. Veranderlijk is 's menschen- hart. En mevrouw Heinzius kon wel ge lijk hebben Die het meeste verloren hebben zoeken 't eerste naar een schadeloos stelling. Hij zuchtte diep maar zijn hart was vol weemoedige dankbaarheid jegens de doode. Wees niet boos, jij trouwe, dat ik aan anderen denk, sprak hij voor zich heen. Maar je hebt gelijk gehad, 't is zoo ontzettend verlaten en een zaam om mij heen, ik houd't niet meer uit. Als ik het kind niet bij mij houden mag, omdat de lastertongen praten, dan wil ik de vrouw tot mijne gezel lin, mijne makker maken. En een nieuwe lente zal komen. Vergeten zult gij daarom nooit worden. Wekenlang verborg Kathe zich zoo in haar werk, dat zij eerst einde Sep tember tot een bezoek aan het kerkhof en die niet dan door eene lange op klimming van tusschenleden samen hangen met den hoogsten wil. Dien hoogsten wil, naar deszelfs stel lige openbaring, rechtstreeks te maken tot het constitutief en organi- seerend beginsel van den staat, schijnt mij eene salto mortale daar ik voor terug wijk. Ik ken eerst den staat uit zijne eigene, insgelijks door God gegeven, regels, eer ik derzelver hoogere gronden door alle verschillende instructies terug leide tot hetgeen over alles is.» Men ziet het, er is geen zakelijk verschil tusschen de opvatting van Thorbecke van den invloed op recht en staat van de «christelijke beginselen» en de «opperhoogheid» van de voor zienigheid» die door Dr. Kuyper wordt gehuldigd. De zaken zoo staande, is het duidelijk voor een ieder, dat in 1901 en telkens daarna eene valsche leus voor de kiezers is aangeheven. Het specifiek-christelijke in de wet geving onder minister Kuyper heeft dan ook op zich laten wachten. Nog een Vredesconferentie. Eene conferentie, die ook buiten het land waar zij gehouden wordt, de aandacht trekt, is die te Kopenhagen. Sedert 1889 bestaat eene interpar lementaire vereeniging. Zij werd in dat jaar te Parijs gesticht en de leden zijn parlementaire mannen uit geheel Europa. Niet minder dan 2000 afgevaardigden van 23 nationaliteiten hebben zich aan gesloten. Zij zijn weer verdeeld in groepen, die in hunne landen ijveren voor het denkbeeld, dat geschillen tusschen de volken moeten worden beslecht door arbitrage. De groepen uit de Skandinavische landen zijn nu op het denkbeeld ge komen in de algemeene interpariemen- kwam. Zij had oom Willy ondertus- schen nauwelijks gezien, avond aan avond zat zij met Martha Hobreckt tezamen bij de boeken. Het was een wonderlijk heldere herfstdag. Op tante Agnes' graf stond alles nog in bloei, een sterke geur van reseda's en late rozen lag in de lucht, de zon scheen warm en de hemel kleurde diep-blauw; van verre kwamen door de heldere lucht klan ken van een signaalhoorn of het scherpe geroep van een trekvogel het was een dag van buitengewone schoonheid. Een dag, die voor trots en rouw niet scheen. Stil zat het jonge meisje met gevouwen handen op de door de zon doorgloeide smalle randsteenen en liet zich door haar gedachten wegvoeren. Van tante Agnes kwam zij op oom Willy die in zijn eenzaam huis zat, slecht verzorgd door Minna, die zijn kamer opruimde, zijn maaltijden kook te en zich overigens niet om hem bekommerde. Hij had nooit ge klaagd slechts eenmaal niet lang geleden, toen Minna een zeer gewich tige acte opborg, die hij toen dagen lang zoeken moest, en toen zij op zekeren morgen het kooitje met Agnes' vogeltje in den trek liet staan en het aan zachte behandeling gewende diertje spoedig stierf, brak zijn toorn los en voor de eerste maal sprak hij er zich over uit hoe troosteloos eenzaam het taire vereeniging eene vereeniging te vormen voor de noordelijke staten. Reeds lang bestond de wensch naar onderlinge samenwerking, maar de omstandigheden de ruzie tusschen Zweden en Noorwegen waren niet gunstig voor de verwezenlijking van dien wensch. Maar de scheiding tus schen die twee landen is nu voltrokken en 30 leden, 10 uit elk der drie landen, Zweden, Noorwegen en Denemarken, zijn bezig de interparlementaire ver eeniging voor het Noorden te vormen. De groote vraag, die van de indee ling van een Noorsch hof van arbitrage, zal in openbare zitting worden behan deld; voor andere quaesties van minder belang worden de deuren gesloten. Men hoopt zoo oorlogen tusschen de volken, waartoe de afgevaardigden behooren, onmogelijk te maken. Een der Zweedsche afgevaardigden deed het voorstel, om aan elk der ministeries van buitenlandsche zaken in de Skandinavische rijken eene afdeeling voor de zaak des vredes te voegen. Men heeft over het algemeen de taak beperkt en goed omschreven en daar men niet te veel hooi op de vork heeft genomen, bestaat er alle kans dat het werk dezer conferentie goede vruchten zal dragen. Toen de heer en Mevrouw Toselli met het Prinsesje Pia Monica te Flo rence aankwamen, stond, aldus verhaalt de «Petit Bleu», aan het station een dichte menigte, waaronder talrijke dag bladmannen en fotografen. De ouders van Toselli wachtten het jonge paar op en waren blijkbaar zeer ontroerd, toen zij hun vorstelijke schoondochter aan het hart drukten. Daarop, nadat alle op een interview begeerige journalisten afgescheept waren, ging men in een huurrijtuigje naar het hotel de Fiesole, waar de echtgenooten zes kamers zul len innemen, totdat een villatje in de nabijheid van het hotel voor hen zal zijn ingericht. De ex-prinses verkeert in voortduren- den angst voor haar dochtertjezij weet dat er geheime politie uit Dresden is aangekomen en denkt dat men haar de kleine Monica zal ontnemen. Zij heeft zich tot den commandant der gendar merie van Florence gewend met ver bij hem was, hoe hij bij elke schrede de zorgende hand der huisvouw miste. Mama had daarop niets geantwoord en Kathe slechts veelzeggend aange zien, zoodat zij tot over de ooren toe rood werd en stamelde Oom Willy moest toch een huis houdster nemen. Een huishoudster Kathe zuchtte als zij er nu aan dacht. De hemel wete, wat dat voor een mensch zijn mocht. Die zou het lieve huis heelemaal be derven. Op eenmaal kreeg zij een won derlijken bijna kinderlijken inval. Als zij maar ouder was, dan kon zij bij oom Willy voor huishoudster spelen. Hij zou zijn andere domme wenscheti vergeten en alles zou bijna weer zoo zijn als vroeger. Zij moest over zich zelve lachen. En toen zij daar nog zoo lachend en pein zend zat, hoorde zij op eenmaal een vluggen krachtigen tred op het kiezel en hij aan wien zij dacht, stond voor haar, als ware hij hier heen getrokken door zijn eigen gedachten. Ik had er een voorgevoel van, dat ik je heden hier treffen zou, Kathe, zei de bergraad en keek haar aan. Zij zag er heden zoo buitengewoon lief uit. Voor den eersten keer droeg zij een licht kleed en haar blonde haren lichtten als goud onder den breedgeranden zwarten stroohoed. Zijn hart vloeide over van liefde en zoek om hulp, en nu bewaken twee karabaniers de apartementen der jong gehuwden. De Koning van Saksen heeft met zijn ministers raad belegd over wat hem te doen staat en heeft aan het einde daarvan besloten zijn vroegere echtge noote haar apanage niet te ontnemen, al is hij niet meer verplicht haar die te geven. Hij zal echter op alle moge lijke wijze trachten Prinses Monica in handen te krijgen. Uit Odessa meldt men dat op de geheele Zwarte Zee-vloot een muiterij is uitgebroken. Er moeten zes officieren gedood en verscheidene andere ge wond zijn. Tal van officieren maken gemeene zaak met de muiters. Volgens een van de lezingen, heeft een afdeeling van de vestingartillerie te Sewastopol zich bij de rebellen aan gesloten en is het smaldeel, in de macht van de muiters, van Sewatsopol naar Odessa vertrokken. In Marokko schijnt een treffen ophanden tusschen de legers van den Sultan en de macht van MoelaiHafid. Deze laatste rukt met 25000 man en 25 kanonnen op Rabat aan en zal zich aansluiten bij zijn onderbevelhebber Moelai Rasjid, die al onderweg is. Te Boedapest heeft in eene ge vangenis een nog niet opgehelderd geval plaats gehad. Het ambtelijke bericht zegt, dat twee gevangenen, die in voorarrest zaten wegens een misdrijf tegen het gemeene recht, op voorbijgangers hebben geschoten en daarna zelfmoord hebben gepleegd. Heeljjanders luidt echter het bericht aan de «Kölnische Zeiting» uit Belgrado. Dit zegt, dat de twee gevangenen aan vankelijk alleen in de lucht schoten, om de aandacht van de buitenwereld te trekken en zoodoende tegen hun onwettige behandeling verzet aan te teekenen. Zij verlangden dat de politie hun zaak naar den rechter zou verwijzen. Zij werden ten slotte be dwelmd, vergiftigd of neergeschoten. De zelf moordis een verzinsel. Opstootjes zijn van dit voorval reeds het gevolg geweest. Er zijn betoogingen gehouden voor het huis van den verlangen en zonder dat hij het wilde greep hij naar hare handen en begon te spreken van dat wat zijn gansche ziel vervulde. Juist hier aan Agnes' graf. Toen hij eenmaal begonnen was en de eerste vrees had overwonnen, scheen het hem juist de geschikte plaats er voor toe. Zoo één, dan zou Kathe het aanden ken zijner eerste vrouw lief en heilig houden en er voor zorgen, dat zij nooit werd vergeten. Kathe hoorde hem zwijgend aan. Zij was te dikwijls en te tactloos voorbe reid op hetgeen nu komen zou, om er zich over te verwonderen of zich er tegen te verzetten. Slechts haar hart klopte haar in de keel; zij meende dat hij het doffe zware slaan hooren moest. Zij kon niets ander denken dan slechts dit eene: Dus toch! Dus toch! In eeuwige, eentonige herhaling bijna als een tweede hamer, die aan haar slapen klopte, tot het pijn deed. Een paar malen wilde zij hem on derbreken, maar hij wilde het niet hebben. Neen, laat mij uitspreken, kind ik heb reeds al te lang moeten zwij gen. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1907 | | pagina 1