BUITENLAND.
BINNENLaN
Uit de Pens.
STADSNIEUWS.
Uit de Omgeving.
sommige tijden een bedrag van kasgeld
tijdelijk opgenomen zal moeten worden
in de laatste jaren was dit niet noodig
omdat door de saldo's steeds voldoende
kasgeld aanwezig was. De hieraan ver
bonden kosten zullen evenwel zeer be
langrijk lager zijn dan de kosten van
rente en aflossing der leening, die aan
gegaan zou moeten worden voor be
taling van „Birkhoven."
Men ziet, dat in dit stuk bezwaren
van den heer Gerritsen worden weer
legd. Om bijv. bij de uitgesproken
vrees, dat er geen geld zou zijn voor
de toekomstige restauratie van den
grooten toren, te blijven:
Dit zal zijn eene gewone of een
buitengewone uitgaaf. Is het eene ge
wone, dan zal zij toch niet mogen
worden betaald uit de bewuste winst
over 1905 en 1906, aangezien die uit
sluitend voor buitengewone doeleinden
mag gebruikt worden. Is het een buiten
gewone uitgaaf, dan mag er eene leening
voor worden aangegaan.
Enfin, de zaak is naar de afdeelingen
verwezen en zal daar wel nauwkeurig
van alle kanten worden bekeken en
met belangstelling mag men de rappor
ten tegemoet zien.
Wat verder deze zitting nog tot een
merkwaardige maakte, was de inter
pellatie van den heer Veis Heyn.
Wij willen niet vooruitloopen op het
antwoord van den Burgemeester; als
dit gegeven is zullen wij nog wel eens
op de zaak terugkomen, maar toch
raden wij onze stadgenooten aan, hunne
aandacht eens aan deze quaestie te
wijden en in hun gemoed te overleggen,
of het wel wenschelijk is nog meer
antirevolutionnairbloedinden Gemeente
raad te helpen brengen.
OE GROOTHERTOG VAN BADEN.
Met groothertog Friedrich van Baden
is de laatste der paladijnen van den
eersten Duitschen keizer heengegaan.
Bekend is zijn aandeel, een roemrijk
aandeel, in de stichting van het Duitsche
Rijk. Als Zuid-Duitsch vorst was hij
wel genoodzaakt in 1886, en niettegen
staande hij eene Pruisische prinses had
gehuwd, het zwaard te trekken tegen
Pruisen. Maar hij deed het blijkbaar
met leedwezen en toen later ook zijne
onderdanen de bedoelingen van de
Pruisische politiek en van haren leider,
v. Bismarck, begrepen, waren vorst en
volk het weer eens.
In 1870 was er weer een moeilijk
oogenblik, want Baden stond als grens
land het eerst bloot aan een vijande
lijken aanval. Toen streden de troepen
uit het groothertogdom met geluk en
roem voor hun land en voor de een
heid van het Duitsche rijk.
Het is bekend dat de groothertog
van Baden in de spiegelzaal van het
paleis te Versailles het eerste «Hoch»
aanhief op den Keizer.
Sedert nam hij in den raad der
Duitsche vorsten eene voorname plaats
in. Als zich moeilijkheden voordeden
trachtte hij bemiddelend tusschenbeide
te komen om de scherpe tegenstellingen
te verzachten. Daarin slaagde hij niet
altijd. Zoo vermocht hij niet eene ver
zoening tot stand te brengen tusschen
Wilhelm II en Bismarck. Hij zag zelf
in dat het niet ging en zeide tot
Hohenlohe, die het vlijtig aanteekende
in zijne Gedenkschriften, dat de keuze
had gestaan tusschen de dynastie d< r
Hohenzollern en de dynastie Bismarck
en hoe zijn laatste woord tot Bismarck
was geweest«Leven de Keizer en
het Rijk
Later intusschen ontstonden ook on
aangenaamheden met het hof te Berlijn.
Wilhelm II nam soms tegenover zijn
grijzen bloedverwant een houding aan
die dezen moest krenken. Er ontstond
eene sterke verkoeling in de weder-
zijdsche verhouding.
Nu de strijd afgeloopen is in de
haven van Antwerpen en de gemoederen
weer tot rust zijn gekomen, begint men
zich langzamerhand een denkbeeld te
vormen van de onnoemelijke schade,
welke de stad door de staking heeft
geleden. Voor een groot aantal kleine
handelshuizen zijn de verliezen onbe
rekenbaar geweest en in de handels
wereld wordt er een ernstige crisis
verwacht.
Er zijn talrijke processen aanhangig
gemaakt omtrent de uitkeeringen, door
de verzekeringsmaatschappijen te be
talen, in verband met den brand in de
houthaven.
Het gerecht zal moeten uitmaken of
de brand kan beschouwd worden als
een direct gevolg van oproer, of werk
staking met oproer mag gelijk gesteld
worden en meer andere moeilijke vragen
yan dezen aard.
De berichten omtrent den moord
of zelfmoord van de gebroeders Nowa-
kowitsj in de gevangenis te Belgrado
zie ons vorig nommer toonen,
dat ook in Servië de toestand zorg
wekkend is. Deze broeders, vroeger
beiden officier, waren erkende tegen
standers der moordenaars van Koning
Alexander. Een hunner, Milan, had
den dienst verlaten en een blad opge
richt om de koningsmoordenaars te
bestrijden. Daarom werden beiden ver
volgd voor een of ander misdrijf, maar
de algemeene meening was, dat dit
slechts geschiedde om hen kwijt te zijn.
De Servische bladen hunner partij
beweren nu met groote stelligheid, dat
de twee mannen vermoord zijn om de
moeite van een proces te besparen,
aangezien wellicht de rechters niet
bereid geweest zouden zijn, om hen te
veroordeelen. Men vreest dat deze ge
schiedenis aan de anti-dynastieke partij
weer nieuwe kracht zal geven.
Uit Boedapest wordt gemeld, dat
de onderhandelingen over het Vergelijk
er slecht voor staan. Beide regee
ringen staan op hun stuk. Oostenrijk
verlangt de verhooging van de Hon-
gaarsche Quote, en Hongarije wil daar
alleen in treden als het nieuwe ver
goedingen krijgt (tweede spoor en
aansluiting te Annaberg voor de Kasjau-
Oberberger-spoorweg en erkenning van
de zekerheid van Hongaarsche staats
papieren voor onmondige kinderen in
Oostenrijk.)
f
Bij de gisteren gehouden stem
ming voor een lid der Tweede Kamer
in het district Franeker zijn, zooals
reeds door ons per bulletin werd bekend
gemaakt, uitgebracht 626S stemmen.
Hiervan 2289 op den heer Hels-
dingen (soc.-dem.); 2535 op den heer
v. d. Molen (a.-r.) en 1444 op den heer
A. v. Raalte (vrijz.- dem.), zoodat her
stemming moet plaats hebben tusschen
de heeren v. d. Molen (a.-r.) en Hels-
dingen (s.-d.).
Voor de verkiezing van een lid
der Prov. Staten van Friesland zijn
bij den burgemeester slechts twee can-
didaten aangewezen, één van liberale
en één van sociaal-democratische
zijde. Wel was door de centrale anti
revolutionaire kiesvereeniging de heer
D. Runia te Berlicum candidaat gesteld,
doch de persoon, die de lijst bij den
burgemeester had in te leveren, had
haar in den zak gehouden en, toen
dit later werd ontdekt, was het fatale
uur voor de inlevering verstreken.
Het tweede voorstel werd na eenige
discussie meer speciaal over de
mededeeling van den voorzitter, dat
principleele bespreking der beide voor
stellen, wegens vroegere behandeling
op een vorige vergadering niet kon
plaats hebben aangenomen met 37
tegen 36 stemmen.
In plaats van de laatste zinsnede zal
gelezen worden«Van den regel kunnen
bij algemeenen maatregel van bestuur
afwijkingen worden toegestaan.»
Vervolgens kwam aan de orde hoofd
stuk 7 van «de Proeve» (Straffen).
Besloten werd «onthouding van rust
dagen» niet op te nemen onder de
administratieve straffen.
Rechtstoestand der bur
gerlijke ambtenaren. Zaterdag
is te Amsterdam de algemeene ver
gadering gehouden van den «bond ter
verkrijging eener wettelijke regeling
van den rechtstoestand der burgerlijke - -
ambtenaren. Na het afdoen van ver- hnn,. t,roon; des mo/gensontbr^dde d.e
schillende huishoudelijke zaken kwamen
Dr. Kuyper, Hozea en de
bakkers.
De ..Nieuwe Courant" schrijft:
Dr. Kuyper heeft, verleden week op
het Congres voor afschaffing van den
nachtarbeid in het bakkersbedrijf ge
sproken en daar o. m. verklaard dat
er geen ordinantie Gods voor de nacht
rust bestaat. „Wel wordt gezegd
aldus ons verslag in Hozea VI vs.
7, dat de bakker slaapt den ganschen
nacht, doch dat bewijst alleen dat de
bakkers in Jeruzalem reeds hadden
wat wij wenschen."
We hebben de plaats eens nagesla
gen. Er is in Hozea's zevende hoofd
stuk sprake van Efraïms schuld en
Samaria's boosheid. Het zijn slechte
lieden: „zij bedrijven altesamen over
spel: zij zijn gelijk aan bakoven die
heet gemaakt is door den bakker, die
ophoudt van wakker te zijn, nadat hij
het deeg heeft gekneed, totdat het
doorgezuurd zij." Zij bedriegen onzen
Koning: „Zij voeren hun hart aan als
een bakoven, tot hunne lagen; hunlie-
der bakker slaapt den ganschen nacht;
's morgens brandt hij als een vlammend
vuur."
Voorzoover dit begrijpelijk is, is het
malam partem te verstaanhet is iets
verkeerds, dat de bakker ophoudt wak
ker te zijn en dat hij 's nachts slaapt
om 's morgens als een vlammend vuur
te branden. Indien het dus juist zou
zijn hieruit af te leiden, gelijk dr. Kuy
per deed, dat de bakkers in Jeruzalem
reeds hadden wat wij wenschen n. 1.
nachtrust voor bakkers), dan zou tevens
opmerking verdienen dat een der beste
mannen van Israël, Hozea, dit een gru-
welijken „misstand" achtte, welke den
toorn des Heeren over Israel's hoofd
riep. En zoo zou het oud-testamentische
citaat gepast geweest zijn op een con
gres tot bevordering van den nacht
arbeid.
Blijkbaar is echter de heele plaats
verminkt. In de nieuwe «Leidsche ver
taling» vinden wij: «Hun hart was,ter
wijl zij hem (den Koning) lagen legden,
als een oven: den geheelen nachtsliep
aan de orde twee voorstellen, t.w.
a. Voorstel om in hoofdstuk VII
van «De Proave» op te nemen een
artikel luidende als volgt:
Art. 38a. Pensioenaanspraken gaan
door ontslag niet verloren.
Aan ambtenaren, die, onverschillig
om welke reden, uit den dienst zijn
ontslagen, wordt pensioen toegekend,
indien zij den ouderdom van 65 jaren
vervuld hebben.
Deze bepaling geldt alleen voor het
geval deze ambtenaren bij hun ontslag
niet of nog niet, recht op pensioen
kunnen doen gelden.
Ambtenaren, die zonder pensioen of
wachtgeld, onverschillig om welkereden,
ontslagen worden, behouden recht op
pensioen voor hunne weduwen en
weezen. Indien bij de bijzondere pen
sioenwetten aan het recht op weduwen-
en weezenpensioen het betalen van eene
bijdrage is verbonden, dan kunnen zij
verplicht worden tot het storten eener
som ineens of tot het betalen eener
jaarlijksche bijdrage.
Worden van de ambtenaren geene
betalingen geëischt tot het verkrijgen
van pensioen voor hunne weduwen en
weezen, of zijn zij na bekomen ontslag
niet in staat de in de vorige zinsnede
bedoelde som of bijdrage te betalen,
dan wordt het pensioen voor de weduwen
en weezen dier ontslagen ambtenaren
berekend in verhouding tot den diensttijd.
b. Voorstel om in hoofdstuk I van
«De Proeve» op te nemen:
Art. 4a. De vrouwelijke ambtenaar
wordt uit hare betrekking ontslagen
met ingang van den dag, waarop zij
in het huwelijk treedt. Dit ontslag wordt
gelijk gesteld met een ontslag, dat op
eigen verzoek is verleend. Van dezen
regel kunnen door ons afwijkingen
worden toegestaan.
Punt a werd aangenomen met een
door het bestuur overgenomen amende
ment van den Bond van Ambtenaren
bij de Gemeentelijke Waterleidingen
van Amsterdam, om geen leeftijd te
noemen, met het oog op de beweging
naar een vroegere peusiotineering dan
f>5 jaar,
in lichtenlaaie». Zoo is de tekst begrij
pelijk: het was niet de bakker die
nachtrust hield, maar de toorn der booze
vorsten die 's nachts met den Koning
feestvierden en hem 's morgens ver
moordden.
Het is met dat al curieus, dat dr.
Kuyper, naar een der verslagen meldt,
er zich in zijn repliek over beklaagde
dat het spreken van de ordinantiën
Gods in verband met dit onderwerp op
de aanwezigen blijkbaar weinig indruk
had gemaakt. De ernst van een rede
naar van zijn beteekenis, die een citaat
in de zaal werpt, onverschillig wat het
beduidt, als het maar aan het Oude
Testament ontleend is en het woord
«bakker» en «nacht» (zie Trommius)
bevat, komt ons óok niet groot voor.
Geschacher.
Wij lezen in de Vcnloosche Courant
van 8 September 1907:
Gennep. Alhier wordt eene Christe
lijke school voor m.u.l. onderwijs
geopend, welke toegankelijk zal zijn
voor protestantsche jongens en meisjes
en voor Katholieke jongens. Het onder
wijs wordt gegeven door Katholieke
onderwijzers.
Er zal eene Commissie van Toezicht
zijn, bestaande uit 3 Katholieken en 2
Protestanten. Na 25 jaren gaat het
gebouw geheel in eigendom over aan
de parochie van St. Martinus alhier.
De hier bedoelde school is gebouwd
door het R. K. Armbestuur. Terwijl
men dus de openbare onderwijzers in
Limburg onder de leiding der Kerk
stelt om o.a. het R. K. onderwijs in
de openbare scholen te bevorderen,
richt een R. K. Armbestuur te Gennep
een school op, waar R. K. jongens
naast Protestantsche jongens en meisjes
onderwijs zullen ontvangen.
Het schijnt dat de gevaren der
coëducatie, die in andere deelen van
Limburg de scheiding der geslachten
noodzakelijk maken, zelfs al zijn de
kinderen vereenigd in openbare scholen,
waarmede de ouders volkomen tevreden
zijn, hier in Gennep evenmin bestaan
voor de jongens als te Holtum voor
alle kinderen. Wij zijn benieuwd nader
hand nog eens te vernemen, wat er
van die jongens terecht gekomen is,
opgevoed als zij zijn met meisjes en
dan nog wel met Protestantsche!
Ook zijn wij benieuwd naar het
leerplan voor het godsdienstonderwijs
in bedoelde school.
Misschien wil het schoolbestuur dit
later nog wel eens publiceeren en
wellicht krijgen wij dan de oplossing
onder de oogen van het volgens de
voorstanders der school niet op te lossen
vraagstukHoe is het mogelijk een
Christendom boven geloofsverdeeldheid
in de school te onderwijzen?
Wij begroeten deze vereeniging van
kinderen van hetzelfde volk in dezelfde
school met vreugde; wij hebben het
steeds gezegd: «Geen verdeeling der
kinderen in de school naar de religiën.»
Toch staat ons in dit geval het ge
schacher met beginselen tegen bij
menschen, die eerst hemel en aarde
bewogen hebben om geld te krijgen
uit 's Rijks schatkist, ten einde elkander
tegenover de kinderen in de school met
grooter vrijheid te kunnen verketteren,
en die met dat doel allerwege goede
scholen, waar de kinderen niet volgens
de kerkleeren gescheiden zijn, uit elkan
der rukken om dit beter te kunnen doen
Het Schoolblad. S,
Kunst en Wetenschap.
Bij wijze van proef zullen er voor
het concert van «de Algemeene Mu
ziekhandel» op Maandag 14 October
a.s. ook toegangskaarten worden uitge
geven voor tweede rang tegen fo.75
per stuk.
Het ligt in 't voornemen van de
afdeeling Amersfoort van den Bond van
Ned. Onderwijzers om in den a.s. win
ter de Utrechtsche OnderwijzersTooneel-
vereeniging uit te noodigen hier ter
stede een voorstelling te geven.
De Java Bode meldt, dat Louis
Bouwmeester en een groot deel der
leden van zijn gezelschap zich den
ioen October per ss. Grotius, naar
Nederland inschepen.
Jacob van Catupen.
De sterfdag van den bouwmeester
van «'s werelts achtste wonder» was
reeds lang bekend, maar men verkeerde
steeds in twijfel omtrent den leeftijd
dien hij bereikte, en zelfs wist men
niet waar hij geboren werd. Alle onze
kerheid is echter thans opgeheven
door een artikel in «De Tijdspiegel»
van October, door den Heer E. D. J. de
Jongh Jr. Deze toont met een aantal
officieele opgaven aan, dat Van Campen,
zooals reeds lang werd vermoed, een
Haarlemmer van geboorte was. Zijn
vader was Pieter Jacobsz. van Campen
die te Amsterdam woonde op den
Nieuwendijk in het huis genaamd
«De Witte Swaen», en in 1594 huwde
met Gerritgen Claes Berendsdochter,
uit Haarlem. Na zijn huwelijk vestigde
hij zich aldaar, waar hij behoord heeft
tot de eerste vijf regenten van het
Oude Mannenhuis.
Uit dit huwelijk nu werd de beroemde
bouwmeester geboren. Jacob van Cam
pen werd te Haarlem gedoopt 16 Juli
1595. Bij zijn dood te 1657 was hij
dus 62 jaar.
Er worden pogingen In 't werk
gesteld bij het Amersfoortsch Vrij
willigerskorps een wielrijders-afdeeling
op te richten.
De leden moeten voor een eigen
rijwiel zorgen, terwijl de contributie op
50 cent per maand zal worden gesteld.
Als regel zal worden aangenomen eens
per twee maanden een tocht te maken.
Eventueele herstellingen van gebreken
ontstaan op tochten, zullen uit de kas
worden betaald, evenals de extra-uit
gaven op deze tochten.
De kermis zal dit jaar worden
gehouden van Maandag 21 tot en met
Zaterdag 26 October.
Woensdag 2 Oct. had de eerste
steenlegging plaats voor de derde
Roomsche kerk hier ter stede, die op
Puntenburg zal verrijzen. In tegen
woordigheid van Burg. en Wethouders
en den secretaris, de geestelijkheid en
besturen der R.-K. kerken uit de stad
en omgeving, werd de steen gelegd
door den eerw. heer van Krimpen,
pastoor van Eemnes en deken van het
dekenaat Amersfoort. De rede werd
uitgesproken door pastoor Fock.
De pl. afd. van den Kon. Bond van
oud-onderofficieren vergaderde Dinsdag
in «De Arend».
Een ingekomen schrijven van 18
donateurs hield het verzoek in om de
subsidie aan de schietvereeniging te
brengen van f50 op f75. Dit verzoek
werd afgewezen.
Naar aanleiding van het bedanken
van 8 donateurs, ontstond een uit
voerige discussie. Hierbij bleek dat dit
uittreden een gevolg was van oueenig-
heid in de schietvereeniging «Wilhel-
mina», en dat bedoelde donateurs een
nieuwe schietvereeniging hadden op-
gericht.
Een motie van afkeuring werd in
verband hiermede aangenomen.
Ten slotte bleek een poging om j
definitief een voorzitter te benoemen r
wederom ijdel, waarna de heer Valken
burg zich bereid verklaarde voorloopig
nog een maand het presidium waar te
nemen.
Onder presidium van den heer
D. P. Hamers hield de R. K. Kies-
vereeniging «Recht en Orde» Dinsdag
haar jaarvergadering. Uit het verslag
van den penningmeester bleek, dat er ge
een klein nadeelig saldo was. gai
De rekening en verantwoording Ba
werden nagezien en in orde bevonden gta
door een commissie, bestaande uit de
heeren J. Sinnige en L. J. Luycx. dei
De heer M. H. Pel, periodiek als cie
bestuurslid aftredend, werd bij accla-gu
matie herkozen. sd
de
ko
lec
g°
ve
te
ee:
de
Ni
of
Bij de gisteren gehouden aanbeste
ding van aardappelen aan de troepen
alhier was de inschrijving als volgt:
Bos, Amsterdam f 2.25 per H.L.,
Boelens, Zwolle f 1.79s, Diekerhof, f 1.S8,
v. d. Hoek f 1.92, Joh. Meier f 1.90,
A. Wagenaar, Krommestraat, f 1.891
Putman, f 1.83° en A. Wagenaar,
Muurhuizen-Kortegracht f 1,71.
De laatste inschrijvers zijn te Amers
foort woonachtig.
Gegund ODder het gewone voorbe
houd aan den heer A. Wagenaar,
(Muurhuizen).
Kapitein J. Mulder, van het 5e regi- gc
ment infanterie, thans gedetacheerd bij de
het departement van oorlog, is met tei
ingang van 1 October definitief bij dat 20
departement werkzaam gesteld en is
hij, in verband daarmede, overgeplaatst zlt
bij den staf der infanterie. ac
Leerlingen en oud-leerlingen van
de H. B. School wilden den heer G. J.
Buys Dinsdagavond een serenade
brengen, Er was evenwel niet zoo gauw
muziek te krijgen en daarom ging het
maar zonder muziek. Vanaf »die Pforte
von Cleve" trok de stoet, waarin hier
en daar lampions werden meegedragen
naar de Bergstraat.
Op de Varkensmarkt werden zij
lastig gevallen door een aantal jongens
en in minder dan geen tijd was het
een formeele kloppartij, waarbij nog al
eenige stevige klappen werden uitge
deeld. Ondertusschen trok het grootste
deel van de stoet verder en werd den heer
Buys de serenade gebracht, die geluk
kig onder dit incident niet al te erg
leed.
De loting der vóór den 1 en Sep
tember van dit jaar voor de Militie
ingeschrevenen, behoorende tot de lich
ting van 1908 in het Gymnastieklokaal
van de openbare Lagere School 2e
soort, aan de Hellestraat alhier gelegen,
zal geschieden op Maandag 28 October
1907, aantevangen des voormiddags te
tien uren voor de ingeschreven wier
geslachtsnaam begint met de letters A
tot en met F en op Dinsdag 29 October
1907, des voormiddags te 10 uur, voor
de ingeschrevenen wier geslachtsnaam
begint met de letters G tot en met Z.
Dinsdagavond, 't zal ongeveer
negen uur zijn geweest, werd hier aan
den z. westelijken hemel een vuurbol
gezien, die uiteenspatte, zoodat men
dacht aan een vuurpijl, die afgeschoten
was en op het hoogste punt gekomen,
in kleine deelen uiteenviel. Achteraf
beschouwd, blijkt het echter een natuur
verschijnsel te zijn geweest. In de bla
den wordt vermeld, dat ook, te Heem
stede dit verschijnsel is waargenomen.
En het „Handelsblad van Antwerpen"
schrijft er het volgende over:
Gisteravond zijn ontelbare personen
in onze stad getuige geweest van een
niet alledaagsch natuurverschijnsel.
Het was half 9, toen, in Noordelijke
richting, een ontzaglijke gloeiende lucht-
steen in duizelingwekkende vaart door
het luchtruim schoof en met geweld
uiteenbarstte.
De steen verspreidde eene buiten
gewone klaarheid.
Onze correspondent te Turnhout
schrijft, dat de luchtsteen aldaar eene
buitengewone klaarheid verspreidde
de steen sprong te midden van eenen
verblindenden stralenkrans; de knal
geleek aan dien van een kanonschot.
Een onzer te Heide wonende vrien
den zegt: Wij wandelden in de dikste
duisternis, toen plots achter onzen rug
een licht ontstond, dat een helderheid
gaf als bij vollen dag; wij keerden
ons om en zagen een luchtsteen neer
vallen, die in duizenden stukken barstte,
met een gerucht als van een donder
slag. De verrassing, zoo onverwacht
in den donkeren nacht, maakte ons
sprakeloos.
SOEST. Gedeputeerde Staten hebben
den Gemeenteraad uitgenoodigd hun
zijn gevoelens mede te deeleu over