n Vrijzinnig' Orgaan voor Amersfoort en Omstreken. HERFST. No. 85. ZATERDAG 5 OCTOBER 1907. 4e JAARGANG FEUILLETON. I OOM WILLY. Oitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER". Versehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. BUITENLAND. Directeur R. G. RIJEENS. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau: BREEDESTRAAT 20. Telefoon Interc. 62. Prijs der Advertentlën: Van T tot 5 regelsf 0.40 Voor iederen regel meer- 0.08 (Bg abonnement belangrijke korting.) In den almanak is het reeds herfst. De dagen korten, de zonnebloem is gerijpt, de asters en dahlia's versieren tuinen en bouquetten, de zomer heeft zijn afscheid genomen. Het scheiden van den zomer, zelfs als hij het menschdom maar middel matig of in 't geheel niet van mooie dagen heeft bediend, wekt altijd een gevoel van weemoed. De herfst is zwaarmoedig van natuur. Als langzaam het groen verkleurt, als zoo vroeg de duisternis invalt, waaraan men nog niet gewoon is, sluipt een gevoel van zachte melancholie somtijds ons gemoed bin- g nen. Hij kan dikwijls schoon zijn, de bleeke herfsthij tooit zich met een mengeling van kleuren, bonte, gele, - roode en bruine bladeren, die zijne hand heeft gekleurd, op mooie heldere dagen, die nog aan de weelde van een zomer herinneren. Maar dan weer doet hij de stormen opsteken en bedekt den grond met den tooi van den zomer en doet de kille regens neerstroomen, die reeds een voorsmaak geven van de sneeuw. Het kost dan moeite daarbij opgewekt te blijven. Jawel I men kan eene schoone ver handeling houden over den herfst, die de vruchten doet rijpen en 's menschen vlijt beloont. Dat klinkt goed als het Iemand wordt voorgezongen in een werk als «De Jaargetijden». Maar, om op ons onderwerp terug te komen éen groot voordeel heeft de herfst als hij, zooals in de laatste dagen, mooi weer zendt. Het seizoen is uiterst geschikt voor lange wandelingen, langs de wegen, waarvan in de zomerwarmte de zon den moedigsten wandelaar ver drijft. Het is bijvoorbeeld een mooie tijd voor de heide. Men kan met ge noegen daarheen thans eene wandeling Uit het Duitsch van Jassy Torrund. 15) Onderweg spraken zij geen woord Kathe begroef zich al dieper in haar trots en daarbij deed haar hart haar vreeselijk pijn. Zij drukte de hand erop. Nu had zij hem voor altijd ver loren. En haar tehuis haar oud, hartstochtelijk geliefd tehuis daarbij. Y Eindeloos lang was deze weg en drukkend het zwijgen. Toen zij voor de huisdeur stonden en de bergraad stijf den hoed afnam en als een vreemde wilde afscheid nemen, keek Kathe hem aan en verschrok van zijn somber, bleek gezicht. En ook hij zag haar aan. Hare blauwe oogen glinsterden vochtig, duidelijk zag hij het bij het lantaarn schijnsel en hij gevoelde een diepe smart. Hoe had hij deze blauwe oogen lief gehad, die thans zoo bevreesd naar hem opblikten. Lichte oogen ziin zelden diep maar de hare kende hij die waren diep en trouw, haar geheele kinderlijk trotsche ziel lag daarin droomende hartstocht, die nog sluimerde, daar de vrouw in haar nog niet geheel ontwaakt was. En daar maken. Men vergeet in de groote stilte, op die uitgestrekte vlakten, waar bijna geen geluid tot u doordringt, de ge wone dingen van het dagelijksch leven. Dat is veel waardeenige oogen- blikken niet te denken aan zijne be slommeringen, aan de zaken, aan de politiek. Dat rust uit. En het is leerzaam ook. Te allen tijde hebben wijsgeeren verkondigd, dat de ware vrede is te vinden in de verloochening van zijn ik. Men denkt soms te midden van zijn kringetje ook iets te zijn, een onmisbaar persoon misschien wel. Nu, in de stilte van een herfstdag, te midden van de uitgestrekte heiden, gevoelt men de wereldsche zaken verdwijnen zij verzinken in den afstandmen staat objectief als een koel waarnemer tegenover dingen, die men als een strijder heeft beleefd, waarover men misschien met zijn mede- menschen onaangenaamheden heeft ge wisseld. Men staat tegenover zichzelven. Misschien om dezen onbevangen kijk op de menschelijke dingen te ver krijgen, gingen vroeger de profeten in de woestijn. Wij, die over geen Sahara hebben te beschikken die dan ook niet precies noodig is voor ons geluk wij hebben de heide, die wij, als het ons behaagt, ter stille zelfbetrachting kunnen gebruiken. Scherts ter zijde. Men gevoelt in die eenzaamheid dat de wereldsche zaken hun gang gaan, zonder dat men er zich in 't minst mede bemoeitdat het werk wordt gedaan, ons werk, misschien beter dan wij het zouden kunnen doen; dat men wezenlijk niet onmisbaar is en niets meer in het wereldplan, dan de rustige plant, die eenvoudig haar plicht doet met te groeien en te bloeien en zich daar niets op laat voorstaan. Dat is een denkbeeld in overeen stemming met den herfst, die met zwaarmoedigen zang langzaam de aarde in slaap zingt. hij reeds gaan wilde, deed Kathe een krampachtige poging om de ijzige stijfheid meester te worden en vroeg aarzelend Houdt gij nu heelemaal niet meer van mij, oom Willy? Als 't hem niet zoo bitter wee om het hart geweest was, dan zou hij voor deze nieuwe vraag geglimlacht hebben. Hij hield hare hand vast, de smalle hand in den lichten handschoen, die licht en schuw in de zijne lag. En zou je daar ook iets om geven, Kathe? Zij wendde het hoofd om en gaf geen antwoord. Om haar rooden kindermond kwam een trotsche trek. Zij voelde dat hij haar zeer, zeer dierbaar was, bijna onontbeerlijk voor haar leven. Maar trouwen dat nooit. Toen zuchtte hij en liet hare hand vallen. Goedennacht, Kathe. Zij knikte een stommen groet en ging in huis. Den geheelen nacht lag Kathe wakker en kon niet slapen. Zij had haar moeder geen woord gezegd, maar overmorgen was het Zondag, dan zou hij natuurlijk komen en haar aanklagen en dan begon de ellende weer. Zij balde de vuisten en beet zich de lippen stuk. O, maar eerst klaar komen. Haar examen doen en vrij zijn. Onafhankelijk van haar moeder en van hem. En dan weende zij, het hoofd in 't kussen ge- Bederi in politieke zeden. Inden Amsterdamschen Gemeenteraad heeft de voorzitter, mr. Heemskerk, een kwaad gehekeld, dat tegenwoordig bij verkiezingen aan den dag komt. Dit kwaad is, dat een of andere categorie van personen zich in dien tijd tot candidaten voor den Gemeenteraad richten, met vragen of deze voor of tegen een of anderen maatregel, in het belang van de leden dier categorie, zijn. De heer Heemskerk zeide o.a. «Ik beschouw het een bederf in de politieke zeden, als ambtenaren, onderwijzers enz. bij verkiezingen, hun politieken invloed bij de candi daten aanwendend, niet het algemeen belang op den voorgrond stellen, maar hun eigen belang en de can didaten vragen hun persoonlijke be langen te bevorderen. Een candidaat, die daarop ingaat, komt hier in den Raad met een strik om den hals (geroep van: zeer juist!) men is dan niet meer vrij en bewerkt en ver- valscht de publieke opinie.» De Amsterdamsche wethouder heeft hier woorden gesproken, die verder dienen te klinken dan binnen de wanden van de raadzaal der hoofdstad. Toekomstige candidaten mogen ze ter harte nemen en als zij derge lijke vragen ontvangen van lieden, die er geen been in zien de politieke partij, waartoe ze behooren, de nederlaag te helpen bezorgen, als hun materieel eigen belang dit meebrengt, zullen zij wel doen als zij het vragenlijstje ten minste niet terstond in de prullen mand werpen met te antwoorden «Ik wensch te blijven wie ik ben, geen werktuig, maar een zelfstandig man, die zal handelen, zooals hij het best acht.» DE MACEDONISCHE QUAESTIE. In hunne onlangs gehouden bijeen komst hebben de Russische en Oosten- rijksch-Hongaarsche ministers van Bui- tenlandsche zaken, zooals nu blijkt, geconfereerd over den toestand in Macedonië, waar Christenen en Moham medanen, Turken, Boelgaren, Grieken drukt, als zou het hart haar breken. O, wat voor een tranendal was toch dit leven. Niets dan angst en nood en kwelling, overal waarheen men den blik wendde. En onder bitter geween sliep zij in. Des Zondagsvoormiddags bracht de kantoorbediende een briefje van den bergraad voor mevrouw Heinzius. Hij kon heden niet komen, omdat hij een ontmoeting met een langs reizenden bekende hebben moest. Voor Kathe bracht de bode een shakespeare mee, die oom Willy haar beloofd had te zullen leenen, omdat zij hem bij haar En- gelsche letterkunde noodig had. Toen zij het boek opende viel er een briefje uit. «Wij zullen er een streep door halen en alles vergeten laten zijn, niet waar Kathe? Wij beiden blijven de oude vrienden. Je oom Willy.» Kathe legde haar heet gezicht op het koele witte blad. Nu heeft hij mij niet meer lief en alles is uit, dacht zij treurig. Toen de bergraad eenige dagen later kwam, merkte hij zoo terloops op: Ik heb een huishoudster gehuurd, zoo gaat het niet langer. Minna doet alles zoo goed zij het kan, maar 't blijft toch altijd nog een erbarmelijk leven. Mevrouw Heinzius keek hem heel en Serviërs voortgaan met elkaar te fusilleeren. De ministers hebben nu, omdat zij inzien, dat dit niet zoo kan blijven, hunne vertegenwoordigers te Athene, Sofia en Belgrado hunne plan nen op dit stuk meegedeeld. Het is bekend dat vroeger, na onder handelingen tusschen beide regeeringen, te Murzsteg een programma van her vormingen voor Macedonië is ontworpen, in de politieke wereld als het program van Murzsteg bekend. Nu heeft men de zonderlinge ervaring opgedaan, dat na de openbaarmaking van dat sluk, van deze overeenkomst, de toestand wel veranderde, maar niet verbeterde en dat het programma, of liever de uitlegging der verklaring van dat staats stuk daaraan schuldig was. Artikel 3 van het program van Murz steg bepaalt, dat als de rust in de vilajets, die te zamen den ouden naam Mace donië dragen, zal zijn hersteld, de Turksche regeering zal worden uitge- noodigd een nieuwe administratieve verdeeling te ontwerpen, waarbij meer rekening gehouden wordt met de natio naliteiten, met de verschillende volks stammen die het gewest bewonen. In Macedonië hechtte men aan die bepaling deze beteekenis, dat aan de talrijkste nationaliteit den voorrang zou worden gegeven. Dus beijverden de elkander bestrijdende stammen zich om hunne nationaliteit kunstmatig te vergrooten. De Grieken, om een voorbeeld te geven, overvielen Boelgaarsche dorpen en dwongen de inwoners te verklaren dat zij de Grieksche nationaliteit aanvaardden en omgekeerd namen de Boelgaren Grieksche dorpen, waarop dan de be woners tot Boelgaren werden gemaakt. Vroeger bestreed men het gezag van den Sultan en de Turken hadden toen het meest te lijden, maar thans was het oorlog tusschen de Christenen. Dat werd er niet beter op. De con- fereerende ministers hebben dat ook gevonden en aan de vertegenwoordigers van hunne regeeringen op het Balkan schiereiland nieuwe voorschriften doen toekomen. Het heet daarin, dat de vech tersbazen in Macedonië den tekst van het programma van Murzsteg niet juist verklaren. Het zal hun niets baten of zij al door geweld en list trachten de eersten te worden in Macedonië, want dat de nieuwe indeeling, die bedoeld is, rekening zal houden niet met de nieuwe Grieken, Boelgaren of Serviërs, maar met de van ouds gevestigde be volking. Noch de voordeelen, noch de verliezen, die de eene of andere stam lijdt door de bedoelde gedwongen aan neming van eene vreemde nationaliteit zullen in aanmerking worden genomen. Er is dus geen reden om elkander te overvallen en te noodzaken zich te doen inlijven bij den stam van den over winnaar. Als men dat nu maar be grijpen wil zal veel gewonnen zijn. Moelei Hafid, de «tegen-sultan», die men machteloos waande door ge- 1 brek aan geld en troepen, heeft plots een groote werkzaamheid aan den dag gelegd, terwijl Abd-el-Azis in zijn kamp voor Rabat vrijwel werkeloos schijnt te zijn. Ten eerste moet Moelei Hafid geheime gezanten naar Rabat gezonden hebben, die bijna onder de oogen van Abd-el-Azis diens getrouwen bewerken en hen naar het vijandelijke kamp laten overloopen. Daaraan zal zeker het ge weldige aantal mannen te wijten zijn, die uit het Sjerifiaansche leger deser- teeren. Met de overloopers en met nieuwe aanhangers versterkt Moelei Hafid zijn leger, en, altijd wanneer de berichten ons niet bedriegen, is hij bijna gereed met drie «mehalla's», waarvan er één al op weg is naar Rabat, om den Sul tan, die een zestal mijlen buiten de stad gekampeerd is, van de stad te schei den; een tweede leger moetvolgen.dat den strijd met den Sultan zal aanbinden, terwijl het eerste de getrouwen van Abd-el-Azis in Rabat opgesloten houdt. Het derde leger, het grootste van de drie, rukt op naar Fez, de hoofdstad, om daar Moelei Hafid tot Sultan te laten uitroepen. Waar de groote man zelf zal blijven, wordt nog niet mede gedeeld de drie legers hebben ieder een eigen aanvoerder. verschrikt aan, toen vloog haar blik over op Kathe, die vuurrood daar neer zat. In een oogwenk begreep zij alles. Hij had met Kathe gesproken, en het leelijke ding had het waarachtig klaar gespeeld hem een blauwtje te laten loopen. En nu een vreemde huishoud ster, een jonge en lieve wellicht en wat dan gebeuren zou, dat kon men wel op zijn vingers uitrekenen. Een groote woede kwam in haar op, waarom dat zij dat niet was, de trouwe vriendin der Overbecks. Dat is vlug opgekomen, zei zij verstomd. Overbeck schilde rustig een peer. Nu ja, zooals zoo dikwijls in het leven. Een verwijderde nicht mijner vrouw zaliger schreef mij, dat zij haar tegenwoordige betrekking opgegeven had en of ik ze nu hebben wilde. Ik ken de dame sedert 20 jaren zij is bescheiden met een verdraagzaam karakter en kookt voortreffelijk. Daar om verzocht ik haar maar te komen. Om de waarheid te zeggen had deze dame reeds een drie maanden eerder aan Willy Overbeck geschreven. Maar toen dacht hij aan geen huishoudster, had hij andere gedachten en verwach tingen. Eerst in de laatste dagen was hij na rijpe overweging tot dit besluit gekomen. Wilde Kathe niet als meeste res en huisvrouw in zijn huis trekken nu goed, hij zou het verdragen, Men is in Amerika nog niet gerust over de uitzending van de Amerikaansche slagvloot naar den Stil len Oceaan. Van verschillende kanten dringt men er bij president Roosevelt op aan om zooals een man het onvermijdelijke draagt. Maar het kind zou ten minste op andere manier het oude tehuis weder teruggegeven worden. En daartoe was dit de beste, de eenige weg. Zoo schreef hij aan de dame, die in het een of andere gesticht haar weinige rente ver teerde en onvoorwaardelijk toestemde. Half October zou zij komen. Zonder dat er een woord over ge sproken werd begreep Kathe de be doeling van oom Willy. En zij was hem er dankbaar voor. Dubbel dank baar voor zijn zwijgen en zijne be doeling. Vrijwillig nam zij dezen avond de post op zich, hem uitgeleide te doen en stond reeds met huissleutel en lampje in de vestibule, terwijl Paul nog bezig was met in de eetkamer de sleutels door elkaar te werpen, om de goede te zoeken. Ik dank u, dat gij aan de Shakes peare gedacht hebt, oom Willy, riep zij, toen zij met lichten tred naast hem liep. Zij wilde zoo graag hem een vrien delijk woord zeggen en iets beters viel haar niet in. De zachte, weeke stem deed hem goed als een lichamelijke liefkoozing. Ik hoop, dat je dan weer dikwijls bij mij zult komen, Kathe. Zij begreep hem oogenblikkelijk. Als u het toestaat. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1907 | | pagina 1