Vrijzinnig' Orgraan voor Amersfoort en Omstreken.
e Grondwetsherziening.
OOM WILLY.
No. 89.
DINSDAG 15 OCTOBER 1907.
4e JAARGANG
Uitgave van de Naaml. Venoootsehap „DE EEMLANDER".
Versehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
FEUILLETON.
I.
DE EEMLANDER
Directeur R. G. RIJKENS.
1.
Abonnementsprij s
Per jaarf 3.00
Franco per post3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Afzonderlijke nummers- 0.05
Bureau: BREEDESTRAAT 20.
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Ad7ertentiën:
Van 1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer- 0.08
(By abonnement belangrijke korting.)
«Ten einde den gewonen wetgever
vrijheid te geven bij de regeling der
kiesbevoegdheid, zal er eene herziening
worden voorgesteld van de daarover
handelende bepaling der Grondwet.
Vooraf wensch Ik te doen onderzoeken
welke andere wijzigingen nog in de
Grondwet moeten gebracht worden.»
Aldus luidde het in de eerste troon
rede van dit ministerie. Thans is dat
onderzoek afgeloopen en de belofte is
vervuldde voorstellen tot Grondwets
herziening zijn bij de Tweede Kamer
ingekomen.
Het vraagstuk, dat reeds zoo lang
aan de orde was, is nu een quaestie
van den dag geworden en het is te
hopen dat de oplossing weldra gevon
den moge worden.
De politieke constellatie is op dit
oogenblik niet heel gunstig voor hen
die wenschen, dat het kiesrecht nu eens
op ingrijpende wijze zal worden ver
anderd. Bovendien zullen de voorstan
ders van de staatsrechtelijke theorie
die wil dat de Grondwet, wet der leidende
beginselen, ook in zake het kiesrecht
het pad zal afbakenen, dat de gewone
wetgever zal hebben te bewandelen
in het strijdperk treden met de voor
standers der politieke practijk, wien het
vooral te doen is om practische resul
taten.
Wat reeds over de zaak geschreven
is, in de verschillende organen der pers,
stemt niet tot gerustheid wat den uit
slag betreft.
Een ding is echter zeker. Drie politieke
partijen der linkerzijde, de unie-liberalen,
de vrijzinnig-democraten en de sociaal
democraten hebben, blijkens verschenen
rapporten, getuigenis afgelegd van ver
trouwen in het volk, wat uitbreiding
van het stemrecht aangaat. Er zijn
offers van individueele opvatting en
Uit het Duitsch van Jassy Torrund.
>9)
En toch was er een zoo groot onder-
scheld tusschen beiden. Henk was de
deugniet der familie, vaders ergernis en
moeders verwende lieveling, die den
tijd met allerlei nuttelooze sport door
bracht. Hij zou Schonhaide eenmaal
overnemen, maar maakte in het geheel
nog geen aanstalten, zich op dit beroep
voor te bereiden. De vader schold en
de moeder troostte:
Komt tijd, komt raad. Als de
jongen maar eenmaal trouwt, dan wordt
hij vanzelf verstandig 1
7 De vrouw, die den luien, licht-
zinnigen bengel tot rede brengt, zou ik
wel eens willen zien, bromde de vader.
En al was zij zoo arm als een kerkrat
en zoo leehjk als de nacht, dan zou ik
haar toch met open armen opnemen,
als zij dat wonder klaarspeelt
Hans de ingenieur, was een paar
weken lang op Schonhaide en beide
roeders maakten Kathe als om strijd
ÏJ En Kathe bloeide in deze
heerlijke lentedagen en in de vroolijke
jonge omgeving op als een Meiroosje
tegen Pinksteren. 1
neiging gebracht door de leden der
middenstelinkerzijde;als men van de zijde
der oud-liberalen zich een weinig in
schikkelijk wil betoonen, bestaat er wel
licht kans. dat er van deze voorstellen
tot herzienig iets terecht komt.
We willen er het beste van hopen.
Nu het een zoo belangrijk voorstel
betreft, waarvan de behandeling tot
ernstige politieke gevolgen kan leiden,
hebben wij gemeend onzen lezers zoo
veel mogelijk uit de memorie van toe
lichting te moeten meedeeleu. Wij
beginnen dan met de algemeene over
wegingen, die de Regeering heeft laten
gelden en zullen vervolgens de voor
gestelde redactie-wijzigingen der artike
len van de Grondwet stellen tegenover
de bestaande en hier en daar de over
wegingen vermelden, die tot de voor
gestelde wijzigingen aanleiding hebben
gegeven.
Niet langer mag de Grondwet het
beletsel zijn voor de oplossing van het
kiesrecht vraagstuk
De twee hoofdgronden, welke, in
onderling verband, naar het oordeel der
Regeering, het voorstel tot opruiming
van de belemmeringen, welke de artt.
8o, 127 en 143 behelzen, volkomen
rechtvaardigen, komen hierop neder:
ie. dat de bestaande grondwettelijke
formule, beoogende de taak van den
kieswetgever te omschrijven, aan zoo
danige gebreken lijdt, dat zij daartoe
onbruikkaar moet worden geacht;
2e. dat die grondwettelijke formule
een rationeele regeling van het kies
recht, overeenkomstig de overtuiging
van de meerderheid der Volksvertegen
woordiging, In den weg staat.
Ad. lum. De Grondwet wil, dat de
Kieswet de „kenteekenen van geschikt
heid en maatschappelijken welstand" zal
bepalen, welker bezit voorwaarde voor
kiesbevoegdheid zal zijn.
Deze formule, door den Minister
Heemskerk te berde gebracht, heeft
het is niet te ontkennen een ge
legenheidssucces gehad. Moeilijkheden,
waarvan een ieder tijdens de laatste
Zulk een werkelijk leven had zij nog
nooit leeren kennen. Indertijd bij Jenny's
ouders was het ook al heel wat geweest,
maar toch nog niet half zoo prettig als
hier.
De Dobbelins kwamen dikwijls reeds
in den vroegen morgen aangereden.
Dan moesten zij mee asperges steken
of erwten plukken, in 't kort doen wat
er juist te doen viel, of wanneer Jenny
bizonder genadig was, gaf het ook wel
eens een tennispartijtje.
Het waren aardige, flinke jonge
menschen met open vroolijke gezichten,
dezulken, die men op den eersten aan
blik gaarne lijden mag. Jenny, die met
hen opgegroeid was, amuseerde zich
kostelijk over de dubbele hofmakerij,
plaagde ze allebei en stookte heimelijk
het vuurtje aan.
Wie bevalt je nu eigenlijk het
beste, kleine? Of kan je nog maar
steeds geen beslissing nemen?
Kathe werd rood, een bewijs dat
het verschil duidelijk geworden was.
Ik geloof, dat Henk een beter
hart heeft.
Maar hij is de grootste luilak
onder de zon.
O, dat redt zich wel, meende
Kathe met evenveel geloovig vertrou
wen als Henks moeder.
Jenny zag haar aan en lachte.
Dus zal het Henk zijn? Ik voor
mij zou aan Hans de voorkeur geven,
Grondwetsherziening zich bewust was,
werden aanvankelijk door die formule
ter zijde gesteld. Zij fungeerde als com
promis, waarmede, ter beslechting van
den gevoerden strijd, vooralsnog vrede
konden hebben zoowel degenen, die
van zeer ruime uitbreiding afkeerig
waren, als zij, die volledige vrijheid
momentaneel onbereikbaar moesten
achten.
Nauwelijks evenwel kwam gedachten-
wisseling over uitwerking van de nieu
aangenomen formule aan de orde of de
onmogelijkheid van richtige toepassing
bleek.
Voorzeker is het niet euvel te duiden,
dat door niet weinigen aan de vondst
van wijlen den Minister Heemskerk
een remmende strekking werd toege
kend. Een wezenlijk richtsnoer, een be
trouwbaar kompas zoekt men er echter
te vergeefs in. Haar onbewuste onop
rechtheid heeft daadwerkelijke levens
vatbaarheid aan haar onthouden. Waar
heid in de politiek vordert gebiedend,
dat niet langer de regeling van het
kiesrecht afhankelijk zij van een orakel
spreuk, die voor een oogenblik de ge
moederen tot rust bracht, doch die, op
de keper beschouwd, den wetgever in
het duister Iaat.
Ad 2um. Is de bestaande grond
wettelijke formule niet houdbaar, van
een poging, om haar, met behoud van
haar beperkende strekking, door een
behoorlijk gepreciseerde te vervangen
aangenomen dat de poging niet
ijdel zou blijken moet, naar het oor
deel der Regeering, op gronden van
Staatsbelang worden afgezien.
Dat belang brengt mede, thans den
laatsten stap te zetten op den weg van
geleidelijk ontwikkeling van onze con-
stitutioneele bepalingen betreffende het
voornaamste Staatsburgerlijk recht en
het eindpunt te bereiken in de evolutie
welke de regeling van het kiesrecht
in onze hoogste Staatswet onderging.
Bij vergelijking van het samenstel
der voorschriften, die naar de Grond
wet van 1848 golden, met de in 1887
aangebrachte veranderingen, treedt ter
stond in het licht het feit dat naar los
making van de grondwetel ij ke banden
op het stuk van het kiesrecht is ge
streefd. Slechts een zeer rekbare band
is overgebleven. Volledige vrijmaking
die is solider en heeft ten minste wat
geleerd. Maar over den smaak kan
men niet twisten. Overigens zou ik
het heerlijk vinden, wanneer je hier in
de buurt getrouwd waart en wij elkaar
alle dagen konden zien.
Ach, onzin. Ik denk heelemaal
niet aau trouwen en wie neemt
bovendien een arm meisje? voegde
Kathe er weemoedig aan toe.
Tegen dezen tijd was het verlof van
Hans Dobbelin om en toen Heinz zag,
dat het afscheid Kathe niet het hart
gebroken had, kreeg hij moed. Het
scheen als had hij werkelijk trouw
plannen.
Hij wendde zich tot Jenny.
Zeg, vertel mij eens, die kleine
Heinsius heeft toch het onderwijzers
examen gedaan dan zal zij wel geen
geld hebben? vroeg hij eens in ver
trouwen.
Jenny voelde zich gevleid, de be
schermster en vertrouwde van een jong
verliefd paar te zijn. Bovendien hield
zij veel van Kathe en vond zij de ge
dachte, dat 't lieve jonge meisje haar
levenlang in het schoollokaal vertoeven
zou, ontzettend. Zoo bedacht zij zich
niet lang, maar meende optimistisch
Maar zij heeft een rijken erfoom,
die haar zelf eens wilde trouwen. Die
zal haar niet vergeten.
Hm, meen je, dat hij haar wat
meegeeft
ligt aizoo in de lijn van den historischen
ontwikkelingsgang.
Men mag aannemen, dat aan de
pogingen tot vrije regeling van het
kiesrecht het besef ten grondslag lag,
dat de aard van dit recht niet vordert
het trekken van grenslijnen in de eenige
onzer wetten, waaraan door bemoei
lijking van verandering een exceptio-
neele stabiliteit is toegedacht. Dit besef
vindt gereede verklaring. Meer en meer
is het bewustzijn doorgedrongen, dat
de Grondwet op den duur niet in den
weg mag staan aan vervulling van
voorheen onbekende desiderata.
Het oogenblik is, naar de overtuiging
der Regeering, thans gekomen, om ook
de vaag belijnde beperking, die met
betrekking tot het kiesrecht als in de
Grondwet behouden is gebleven, daar
uit te verwijderen.
De tegenwerping, dat het kiesrecht
is een hoogst gewichtig staatkundig
recht en om die reden in de Grondwet
behoort geregeld te zijn, is niet afdoende.
Deze opvatting, ofschoon veel ver
breid, berust, bewust of onbewust, op
de onderstelling, als zou de Grondwet
voor alle aangelegenheden, die voor
den Nederlandschen burger bijzonder
gewichtig zijn, normen moeten stellen.
Klaarblijkelijk doet zij dat echter niet
en, voor zoover sporen van zoodanige
opvatting in de Grondwet waren aan
te wijzen, zijn die van lieverlede daar
uit verdwenen.
Zij, die de tegenwerping maken, ver
liezen daarenboven uit het oog, voor
eerst dat de Grondwet zelf ook ten
opzichte van het kiesrecht den band
voor den gewonen wetgever reeds losser
maakt, en ten tweede: dat zoo men
inderdaad meent, dat stelsel en betee-
kenis der Grondwet tot rechtstreeksche
bemoeiing met het kiesrecht moeten
leiden, men ook genoopt is, scherpbe-
lijnde hoofdbeginselen neer te schrijven,
in stede van een korte formule, vatbaar
voor de meest uiteenloopende interpre
tatie en, volgens het oordeel van velen,
naar bedoeling en inkleeding kortweg
onuitvoerbaar.
Op hetgeen tot dusver in het midden
is gebracht, moet te sterker nadruk
worden gelegd, nu tijdens den kort-
stondigen levensduur van de in de
Grondwet vastgelegde formulein ruimen
Als je 't wat slim aanlegt
In Kathe gebeurde er allerlei vreemds.
In haar was de vrouw ontwaakt, hei
melijk verlangen stond steeds op post
aan haar hartdeur en luisterde en hoorde
en vroegWanneer komt ook voor mij
het geluk? Ben ik ook niet jong en
lief en bloeiend moet ik mijn jong
leven eenzaam vertreuren Als arbeids
slaaf, de keten der harde plichten aan
den voet en de rotting in de hand
voor ongewillige leerlingen, in de school
stof verstikken en oud en grauw worden?
En de levenslust sprong in haar op
en eischte haar aandeel van het rijke,
schoone, heerlijke leven.
En zoo kwam wat komen moest.
Op zekeren lenteavond, toen de boot
onder de hangende wilgentakken lag
en Kathe's handen naar de gele water
lelies doken, greep hij in plaats van
den gladden stengel een warme krach
tige mannenhand, die de hare vasthield,
en terwijl de ondergaande zon haar
vergulde en haar gelaat purperrood
kleurde, fluisterden heete lippen haar
die eene moeilijke vraag in het oor:
Heb je me lief, Kathe? Wil je
de mijne worden?
Stom knikte zij het antwoord. Het
hart zwol haar in de borst van zalig
heid en vrees. En toen lag zij in zijn
armen en liet zich kussen, zooals zij
meende, dat nog geen vrouw op aarde
gekust geworden was.
kring nieuwe inzichten aanmerkelijk in
kracht hebben gewonnen. Mag men
het streven naar steeds grooter uit
breiding van het kiezerskorps als een
„waan van den dag" brandmerken
Zijn langdurigheid en wassende kracht
pleiten voor het tegendeel. De stroomin
gen zijn veeleer het natuurlijk uitvloeisel
van een ongekende evolutie, in de
laatste tientallen van jaren doorloopen.
Het volksonderwijs, de pers, de mid
delen van verkeer, het verenigings
leven en de dooreenmenging der standen
bij het leven buitenshuis in vroeger
tijden bleven de denkbeelden, gewoon
ten en zeden van eiken kring veelal
binnen vier muren besloten hebben
in alle lagen der bevolking meer ont
wikkeling en beschaving gebracht.
Meer algemeene mondigheid is inge
treden. Terzelfder tijd heeft de werk
zaamheid van den Staat zich op oudtijds
ongedachte schaal uitgebreid. En het
streven, om op de richting waarin die
werkzaamheid wordt geleid, invloed uit
te oefenen is, naar de overtuiging der
Regeering, alleszins verdedigbaar. Zoo
lang de bemoeiing van den „état gen
darme" zich bepaalde tot onderwerpen,
welke in de geestelijke en stoffelijke
belangen van ons volk in al zijn ge
ledingen minder diep Ingrepen, werd
het gemis van medezeggingsrecht veel
minder dan thans gevoeld.
Onder dien samenloop van omstan
digheden, zoo oordeelen velen, mag
thans een splitsing der natie in twee
deelen, het eene met recht van mede-
spreken, het andere zonder directen
invloed, nog alléén berusten op duide
lijk waarneembare en begrijpelijke
gronden van uitsluiting.
Naar het gevoelen van een aanzienlijk
deel van ons volk bereikt de zedelijke
kracht der wet eerst haar hoogtepunt
bij algemeene medewerking.
Zij die van de hier geschetste over
tuiging zijn doordrongen, zien in het
tegenwoordig Grondwetsartikel een
opzettelijk tegenover het bereiken van
hun doelwit geplaatsten slagboom.
Al evenmin mogen de voorstanders
van het zoogenaamde huismans- of
gezinshoofden-kiesrecht er vrede mede
hebben, dat de Grondwet het antwoord
op de prealabele vraag, welk beginsel
moet voorzitten bij de toebedeeling van
Ineens schoot haar een herinnering
door de zielzij richtte zich op en streek
de verwarde haren van het voorhoofd.
O, wat zou oom Willy daarvan zeggen
En met deze gedachte tegelijk kwam
de bezinning en allerlei ernstige be
denkingen stegen reuzengroot voor
haar op.
Heb je mij werkelijk lief, Henk
Meer dan mijn leven, Kathe, zei
hij vlug, als zeide hij het niet voor de
eerste maal en eerlijk, want in dit
oogenblik geloofde hij er zelf aan.
Maar weet je ook, dat ik een
heel arm meisje ben
Ik heb genoeg voor ons beiden,
lachte hij overmoedig en dacht aan
den rijken erfoom, die dit verrukkelijke
jonge ding eens zelf wilde hebben en
die nu natuurlijk, evenals de goede
oude erfoom in het blijspel, geroerd
en zelfverloochenend zijn zegen in den
vorm van een gouden regen over hen
uitstorten zou. Maar hij was te ver
standig om er een woord van te rep
pen dat had tijd genoeg, thans waren
er betere dingen te doen. En weer
trok hij Kathe in zijn armen en kuste
de smalle, lieve meisjeslippen en de zoete,
blauwe oogen, die zoo diep en warm en
toch vreesachtig tegen hem opzagen.
Toen Jenny de gewichtige gebeur
tenis vernam, werd het haar toch wel
een beetje beklemd om het hart.
(Wordt vervolgd)\