1
J5iN A E N L a JN iJ.
STATEN GENERAAL.
Kunst en Wetenschap.
STADSNIEUWS.
heiligen oorlog uit lieeft geroepen. Hij
zou alle weerbare Mooren tegen de
Franschen te Casablanca oproepen. Er
moeten groote versterkingen uit Marra-
kasj vertrokken zijn en er zouden 20,000
Mooren in vijf kampen om Casablanca
heen liggen.
Officieel wordt uit Berlijn bericht, dat
de twee afgezanten van Moelei Halid
aar. het ministerie van Buitenlandsche
zaken aldaar niet zijn ontvangen, ook
niet als particulieren.
Tweede Kamer.
Dinsdag zijn in de Kamer de debatten
begonnen over het wetsontwerp lot
instelling van een fonds tot spoedige
afwerking der stelling Amsterdam.
Het wetsontwerp geldt een financieel
lechnischen maatregel. De Minister van
Oorlog wil een fonds stichten van 8
millioen gulden om in vier jaren de stel
ling Amsterdam te kunnen afwerken.
Telken jare wordt dan bij wijze van
restitutie-som de gewone S'/s ton op de
Oorlogsbegrooting uitgetrokken en in
minder dan tieu jaren is het groote be
drag afgelost.
Wat op den leek een alleronaange-
uaamsten indruk maakt, is het feit, dat
de mannen van het vak, de militairen,
zoo zeer verschillend oordeelen over de
waarde van de stelling.
Hoort men den heer Eland, - aldus
de Kameroverzicht schrijver van de
„N. R. Ct." dan is afwerking van
de stelling in den kortst mogelijken tijd
hoogste plicht. Zoolang zij niet af is
zegt hij beteekent zij niet veelmaar
eenmaal voltooid, zal zij een bolwerk
zijn. Alle bedenkingen, die in het Voor-
loopig Verslag tegen deze meening zijn
in het midden gebracht, gaat lii] een
voor een na, en hij ontzenuwt ze. De
watervoorziening is voldoende de bewape
ning niet slecht, de proviandeering zal
mogelijk zijn. Bombardement van uit
luchtballons zoo het niet voorgoed
bij tractaat wordt verboden acht hij
praclisch onmogelijk. Verbetering van
onze levende weermiddelen voor te laten
gaan, rekent hij verkeerde en gevaarlijke
taktiek. Een leger, dat niet eene goede
basis heeft, waarop het, zoo de nood
dringt, terug trekken kan, is niet veel
waard. Mét hetgeen voor de levende
strijdkrachten wordt gedaan, is ver
zekering van ons fortenstelsel daarom
noodzakelijk. In één woord, de heer
Eland spreekt vóór het ontwerp met
een gloed als een generaal gelijk de
heer Marchant het niet onaardig uit
drukte die de stelling-Amsterdam
als zijn tweede vaderland beschouwt.
Maar komt daarna de heer Thomson
aan het woord, dan worden de bordjes
verhangen Volgens hem heeft het for
tenstelsel om Amsterdam, zooals het nu
is en afgebouwd worden zal, zoo goed
als geen beteekenis van onze onafhan
kelijkheid. Iets zou er nog van zijn te
maken, indien nieuwe miïlioenen voor
de approviandeering werden uitgegeven,
nieuwe miliioenen voor betere bewape
ning en nog eens miliioenen voor eene
vleugeiuitbreiding naar de zee. En steeds
door miliioenen om haar te houden op
de hoogte van haren lijd. Doet men dal
niet, dan is over een paar jaar alles
ouderwetsch, en is de stelling tegen de
nieuwe aanvalswerktuigen lang niet meer
opgewassen.
Intusschen, zijn al die miliioenen aan
de stelling ten koste gelegd, dan hebben
wij, volgens den heer Thomson altijd
eene stelling, die misschien er mee
door kan, maar vror onze verdediging
hebben wij daar niets aan, zoolang ons
leger niet tol een krachtig offe sief
optreden in staat kan worden geacht.
De eigenlijke strijd wordt niet van uit
de forten ge.oerd, maar van daar buiten.
Wij moeten de zijvleugels verlaten, en
den vijand bestoken; wij moeten de
landstrooken tusschen de forten met
onze levende manschappen bezettem en
in staat van verdediging houden. Daartoe
is ons leger op het oogenblik, naar het
oordeel van den heer Thomson, echter
geenszins bekwaam. Atqui ergo kan met
de afwerking van de stelling zeer wel
worden gewacht, totdat ons een waarlijk
goed leger ten dienste zal staan. De
voltooiing onzer doode weermiddelen een
voorkeur te geven gelijk, volgens den
heer Thomson, bij dit ontwerp geschiedt
boven de verbetering der levende, is
principieel afkeurenswaardig.
De heer Van Kol, tot op zekere hoogte
als ingenieur ook een deskundige, wat
inundaties betreft, leverde een technisch
betoog om te bewijzen, dat van deze
stelling letterlijk niets deugt; dat de
inundaties veel eer de eigen bevolking
dan den vijand zullen schaden en hij
eindigde met het voorstellen eener motie,
waarin de Kamer alvorens te beslissen
een onderzoek door een parlementaire
commissie wenschelijk verklaarde. Die
motie heeft slechts even geleefdtoen
bleek, dat de Voorzitter het noodig
oordeelde de beraadslaging over iiel
wetsontwerp te schorsen en de motie
onmiddellijk te behandelen, werd zij
door den voorsteller voorloopig inge
trokken.
Gisteren werd het debat voortgezet, de
heer Marchant bestreed het ontwerp;
de heer Verhey brak er een lans voor.
Uit de gisteren gehouden discussies
bleek, dat het aan een of meer pogingen
niet ontbreek, om, als het maar eenigs-
zins mogelijk is, de beslissing over dit
onderwerp meer te doen zijn dan eene
bloote goedkeuring of afstemming van
een financieele regeling; iets meer,
dan een beslissing van de vraag, of op
de vooltooiing van de vesting Amster
dam met versneld tempo zal
worden aangestuurd, ja dan neen.
Er begint zich n.l. zegt de „N. R. Ct.''
in verschillende hoeken der Kamer eene
neiging te openbaren, om deze gelegen
heid te benuttigen, om het gansche
defensievraagstuk daarin te betrekken,
en daarover tot klaarheid te komen. En
de overzichtschrijver in „het Vaderland"
zegt ook dat het zich laat aanzien, dat
twee moties elkaar de voorkeur zullen
trachten af te winnen, de motie van
den heer Van Kol tot commissoriaal
onderzoek van de doelmatigheid der
uitgevoerde werken;een motie-Tydeman
om het wersontwerp te verruimen en
ook de kunstverdediging te fondsen.
Het standpunt van den heer Tydeman
komt vrijwel overeen met dat der drie
anti-revolutionaire sprekers, Talma,
Duymaer van Twist en Van Gitters.
Ook zij rieden schorsing der beraad
slaging aan, opdat de Kamer met bree
der kijk op onzo versterkingen, het
voorstel andermaal mocht onderzoeken.
Inmiddels trekke de Minister op de
vestingbegrooling geregeld de benoodigde
gelden uit, adviseerende de heer Talma.
De minister is gisteren nog niet verder
gekomen dan het bespreken van de
nota over deze zaak. Deze nota is, al
heeft zij haar onderteekend, niet van
den minister zelf, maar een zijner vrien
den, „een generaal met helder hoofd,
die het leger te vroeg verlaten heeft"
leverde den Minister dit merkwaardig
opstelnu wie anders, vraagt „het
Vad." dan de generaal die heden ver
genoegd de discussie volgde van uit een
bovenloge, wie anders dan de generaal
Staal schrijft er zoo enthousiast en
bemint zoozeer de kruistochten door
onze geschiedenis?
Franekei'.
Bij de Dinsdag gehouden herstem
ming werden uitgebracht 6856 geldige
stemmen. Hiervan verkreeg de heerHels-
dingen (S. D. A. P.) er 3340, de heer
Van der Molen (anti-rev.) 3016, zoodat
gekozen is de heer Helsdingen.
Bij eerste stemming verkregen de heer
Helsdingen 233(1, de heer Van der Molen
2597 en dr. Raaite (Vrijz.-dem 1471
stemmen. Het was dus Ie verwachten,
dat Tak's zetel door een partijgenoot
zou worden bezet. Wat opvalt, is dat de
heer Helsdingen niet meer dan een goede
10Ü0 stemmen van de 1471 op dr. Van
Raaite kreeg en dat de antirevolution-
nair ruim 400 stemmen vooruitging,
zonder dat er in totaal meer kiezerster
stembus kwam.
Mogelijk is, doch weinig waarschijn
lijk dat rechts 400 stemmen wist te
krijgen van kiezers, die bij de eerste
stemming thuis bleven en dat een onge
veer ev«n groot aantal kiezers, die op
dr. Van Raaite gingen, weigerden op
rood over te gaan en daarom gisteren
Ihuis bleven.
Doch waarschijnlijker acht „het Vader
land" het, dat die 400 overliepen van
vrijzinnig democraat naar clericaal. En
hiertoe zal dan zeker niet weinig hebben
bijgedragen, zegt het blad, de onover
trefbaar-misleidende rede, door ds Talma
te Franeker uitgesproken, waarin deze
den durf had de goe-gemeente aan te
sporen op Van der Molen te stemmen,
ten einde met de rechterzijde de Regee
ring Ie steunen tegen die booze socialisten.
Gelukkig, dat de groote meerderheid te
slim bleek om zich te laten vangen in
dezen, door doroiné Talma zoo lustig
uitgezetten valt.
Over de verkiezingsmanoevre van dezen,
zijn ambt besmeurende!) predikant zegt
„Het Volk* o.a.
„Er wordt wel eens gesproken van
verkiezingsbeloften. Wij gelooven echter,
dat nog nooit een partij zich zóóver
verlaagd heeft dat ze, om stemmen van
tegenstanders te vangen, beloofde een
Regeering van tegenstanders te steunen.
Dat is toch wel onovertrefbaar. En tevens
monsterachtig oneerlijk."
Wij zijn het niet vaak met „Het Volk"
eens, maar deze woorden kunnnen wij
geheel onderschrijven.
Bij Kon. besl. van 14 dezer is, met
ingang van 16 December, benoemd tot
lid van den Raad van State, mr. J.
Oppenhei m, hoogleeraar aan de
Rijksuniversiteit te Leiden.
Bij Kon. besluit is benoemd bij het
wapen der artillerie: tot commandant
vesting-artillerie, de kolonel W. A.
Sodenkamp, commandant van het
lsle regiment veld-artillerie
Maandagavond in Amicitia optreden
van het operette-ensemble waarbij o.a.
Mevr. M. Buderman-van Dijk. Opgevoerd
zal worden „De Mascotta."
RAADSSTUKKEN
Verschenen is het antwoord van den
Voorzitter van den Gemeenteraad op de
vragen, gesteld door den heer Veis Heijn
in de Vergadering van 1 Oct. j.l. Dit
antwoord luidt als volgt
Ter beantwoording van de door den
heer Veis Heijn in de openbare vergade
ring van den Gemeenteraad van 1 Octo
ber j.l. tot den Voorzitter gestelde vragen
diene het volgende
De eerste door het geachte lid gestelde
vraag, luidt
„Stellen de beslaande wetten of ver
ordeningen den Burgemeester als hoofd
der politie instaat, de voor den Zondags
rust en -heiliging hinderlijke optochten
te keeren
Deze vraag moet bevestigend worden
beantwoord.
Bij artikel 4 der Verordening, houdende
bepalingen omtrent openbare orde is aan
den Burgemeester de bevoegdheid toege
kend, het houden van openbare vermake
lijkheden of feesten, optochten of intoch
ten toen te staan of te weigeren.
Deze bevoegdheid stelt hem derhalve
in slaat de voor den Zondagsrust en
-heiliging hinderlijke optochten t; keeren.
De tweede, met de eerste in nauw ver
band staande vraag luidt
„Zoo ja, waarom worden deze tegen
woordig toegelaten
Eene opmerking dient aan bare beant
woording vooraf te gaan.
Het komt ondergeteekende voor, dat de
vraag in hare algemeenheid niet juist
geformuleerd is, want het daarin voor
komend woord „tegenwoordig" doet
denken aan in den laatsten tijd herhaal
delijk voorkomende gevallen, waarin
toestemming zou zijn verleend tot het
houden van optochten op Zondagen,
terwijl toch inderdaad, zoolang onder
geteekende zich heugt, van de hem bij
voornoemd artikel 4 gegeven bevoegdheid
slechts eenmaal is gebruikt gemaakt en
wel tot het houden van een optocht door
de leden van het Middengewest van het
Nederlandseh Gymnastiek Verbond op
Zondag den 29 September dezes jaars.
Is het evenwel de bedoeling van den
interpellant, inlichting te erlangen omtrent
de redenen, welke den Burgemeester
geleid hebben toestemming tot het hou
den van dezen optocht te verleenen,
dan worden deze, waar het de uitvoering
van een plaatselijke verordening betreft,
gaarne verstrekt.
Met ter zijde stelling van alle persoon
lijke gevoelens omtrent Zondagsrust en
heiliging van den Zondag, heeft onder
geteekende, zich plaatsende op het stand
punt, dat hij geroepen is de belangen
van alle ingezetenen te behartigen en
verstoring der openbare orde te voor
komen, zijne toestemming tot het houden
van een optocht op Zondag den 29
September 1.1. verleend, omdat hij van
oordeel was, dat het belang van de
Gemeente zulks vorderde en verstoring
van de openbare orde niet te vreezen
was.
Thans rest ondergeteekende nog het
antwoord op de laalste vraag, luidende:
„Denkt de Burgemeester als hoofd der
politie maatregelen te nemen, opdat
feestvieringen op Zondag tot particulier
terrein beperkt blijven?"
Ondergeteekende denkt er niet aan,
algemeen geldende maatregelen te nemen
tot beperking van openbare feesten op
Zondag.
Hij behoudt zich het hem bij meer
genoemde plaatselijke verordening toege
kend recht voor, in elk concreet geval
te beoordeelen of hij al of niet toestem
ming zal geven tot het houden van
openbare vermakelijkheden of feesten,
optochten of intochten.
De Voorzitter van den Gemeenteraad,
WUIJTIERS.
Met de kermisdagen zal de
hoofdwacht weer evenals vorige jaar
betrokken worden door militairen.
Als een merkwaardigdeid wordt
ons gemeld, dat het heden veertig jaar
is geleden, dat mejuffrouw Wilhilmina
Herscamp in dienst trad bij de familie
van Wisselingh.
Dit is zeker een voorbeeld van trouwe
plichtsbetrachting en in deze tijden een
te zelden voorkomend geval, dan dat
we er niet met genoegen melding van
zouden maken.
We herinneren aan de vergadering
van de Vereeniging „Amersfoortsche
Industie- en Huishoudschool, welke heden
avond in het schoolgebouw wordt ge
houden.
Morgenavond in de Zwaan vergade
ring van de Garanten Vereeniging tot
instandhouding van de Amersfoortsche
tram.
De federatie van parochiale patro
naatscommissie en besturen van R.-K.
jongelingsvereenigingen in 't aartsbisdom
Utrecht hield gisteren haar algemeene
vergaderingen te Amersfoort. Een 50-tal
afgevaardigden waren aanwezig. Dr.
Str&ter, pastoor te Hilversum, bracht
het jaarverslag uit, waarbij vooral het
werk in Arnhem en Groningen werd ge
roemd.
Van den Minister van Oorlog is de
goedkeuring ontvangen op de voorloopige
gunning van delevering van aardappelen
aan de troepen in garnizoen te Amers
foort, Ede, Arnhem en Zutphen. Naar
onze lezers zich zullen herinneren was
bij de gehouden aanbesteding op 2 Oct.
de heer A. Wagenaar, Kortegracht, alhier,
minste inschrijver, zoodat hem de leve
rantie is opgedragen.
Bij Kon. Besluit van 14 dezer is
met ingang van 1 Nov. 1907 benoemd
tot commandant der versting-artiilerie,
de kolonel W. A. Sodenkamp, Comman
dant van het le Reg. veld-artillerie.
Door de afd. Amersfoort van de
1. A. M. V. zal Maandag a.s. een open
bare vergadering gehouden worden.
Als spreker treedt op de heer F. Domela
Nieuwenhuis.
Naar wij vernemen, zal op Maan
dag 28 Oct. des avonds 8 uur van wege
het Amersf. Drankw. Com. een licht
beelden-voorstelling worden gegeven door
den heer Chr. Niesink van Heemstede
in de groote zaal van het Valkje, welke
voorstelling kosteloos toegankelijk is voor
iedereen, 't ls te hopen, dat deze avond
naar wensch moge slagen en een steentje
bijdragen tot het welslagen der drank
bestrijding.
De plaatselijke afdeeling van
Toonkunst besloot gisterenavond in
hoofdzaak met het door de commissie
van wetsherziening gegeven ontwerp tot
herziening der wet van de Maatschappij
mee te gaan en op enkele punten amen
dementen voor te stellen of te steunen.
Afgevaardigd naar de algemeene ver
gadering werd de heer van Beresteijn.
De overwegwachter der H. IJ. S.
M. J. van Pluuren herdacht gisteren
onder groote belangstelling den dag
waarop hij voor 25 jaar in dienst der
Maatsch. trad.
DE KERMIS.
Maandag is de kermisvreugde reeds
voor vele jongens begonnen. Tusschen
en na schooltijd trokken zij naar „het
spoor" om te zien of er al wagens
voor de kermis aan waren. En ja,
zij werden gelukkig niet teleurgesteld,
want reeds vroeg ditmaal waren er
treinen aangekomen, die de noodige
spellen en kramen voor de kermis
aanvoeren. Dat is voor de jongens
een verblijdende gebeurtenis. Nu zien
ze dan toch werkelijk, dat de kermis
spoedig zal beginnen, maar nu kunnen
ze ook helpen sleepen en dragen, wat
voor vele jongens een onbekend genot
schijnt te zijn. En wanneer dan zoo'n
wagen is volgeladen, dan onder luid
gezang naar den Hof, waar de stree-
pen aanwijzen waar er wat te staan
zal komen. Ook daar is het een
drukte en gejoel en smaakt de jeugd
reeds die genoegens die in de voor
afgaande week vóór kermis, vele
huismoeders half wanhopig moeten ma
ken. We bedoelen het uitdeelen van
„kermiskoeken", waardoor sommige
jongens en meisjes, die er wat al te
dicht in zijn geweest gewoon onher
kenbaar worden. Vooral daar niet
alleen met wit krijt, maar ook met
allerhande kleurkrijt wordt gewerkt.
Bedriegen de voorteekenen ons niet,
dan belooft de kermis ditmaal weer
druk te worden. Hier en daar ver
rijzen al kramen terwijl op den Hof
reeds de glijbaan is opgericht. Deze
veel bezongen kermisvermakelijkheid
is voor Amersfoort betrekkelijk nog
nieuw. Vergissen we ons niet dan is
dit toch pas de tweede maal, dat ze
hier verschijnt. Vroeger schijnt de
kermis wel eens aanvechtingen van
verkwijnen te hebben gehad. Zoo
snuffelende in oude bladen vonden we
nl. het volgende over de Amersfoortsche
kermis.
In het Weekblad voor Amers
foort en omstreken van i g
October 1872, uitgever A. M. Slot
houwer lazen we:
„De kermis alhier is dit jaar al van
zeer geringe beteekenis, en bewijst ten
duidelijkste, dat de reden van haar
bestaan eigenlijk heeft opgehouden.
Geen enkel spel, tenzij men een pano-
rame mécanique daartoe zou willen
rangschikken, is er opgesteld, niets
dan eenige weinige kermiskramen,
die bijna aan de gewone Vrijdagmarkt
doen denken. Een mallemolen is het
centrum waarin en waarom alles draat."
Wij herinneren ons niet juist meer
de kermis van vóór 35 jaar, maar wij
vermoeden dat er met het oog op de
laatste jaren nog geen erg groote
achteruitgang is te bespeuren bij de
kermis vóór 35 jaar.
Het Groene Kruis.
irrig
Hedenmiddag om 3 uur is, op eenip fcetï
zins feestelijke wijze het nieuwe wijk»
bouw van de vereeniging „Het Groei
Kiuis" ingewijd. Tegenwoordig war poi
o.a. het Dagelijksch Bestuur dezer p harl
meente, verscheiden Raadsleden, i
secretaris der gezondheidscommissie, ai beti
chitect en bouwmeester van het nieuv, oml
gebouw enz.
De voorzitter, Ds. J. L. F. de Meije nen
hield de volgende openingsredehaa
Ed. Achtb. Heeren, Burgenieestt D'ef
Wethouders, Leden van den Raad onzS
Gemeente H. 1'. Doktoren, leden van 0 se'i
gezondheidscommissie en gij allen, 4 150
hier aanwezig zijt. beti
Veroorloof mij in mijne hoedanight
van Voorzitter onzer Groene Kruisvu Br0
eeniging, U allen te verwelkomen endHWtf
verzekering te geven, dat ons bestu: ces
uwe tegenwoordigheid te dezer plaali
ten zeerste waardeert.
Ik vlei mij, dat gij allen met ons za
willen samenwerken om het praktisch,
menschlie vende doel, dat onze vereen
ging zich voorstelt, te helpen bevorder?
mei
dui'
geit
Zus
bre
van
ger
1
lijk
W.
we
dez
Oo
dai
hr.
lan
nin
mc
en verwezenlijken. Zeker is zij aller lever die
dige sympathie overwaard. Ik behoi bo?
hierop niet met vele woorden te wijzei ren
Zoodra de wijkverplegingin 1884inNeder zuil
land haar intrede deed, is zij stormen-, kra<
derhand toegenomen. De kleine vonk I
werd tot een grooten vlam. Toch waiei van
tal van jaren noodig, voordat de ii seci
Noord-Holland opgerichte vereenigir,; sch
Het Witte Kruis, werd gevolg; al
door een Groene Kruisbeweging in 0 te
overige provinciën van ons land. ziel
Een ecresaluut daarvoor brengen l
gaarne aan Ds. Fleischer en den ar] wai
Poolman, die ongeveer te gelijkertijd 111, I
dezelfde plannen rondliepen, die er t» ont
leidden, dat de eerste afdeeling wei enk
gesticht. Een eeresaluut aan de lm sch
mannen, die zich later vereenigden en l bet
zamen optredend, zoo menigen zegepra ber
hebben behaald. die
Amersfoort volgde in 1905. vol
Eenige personen van verschillen.'
politieke en godsdienstige richting, bekei
met den zoo noodigen en gezegend!
Groene Kruis arbeid, sloegen de handf
ineen. En gesteund door de medewerkt
van de gezamenlijke medici, bleek
hier al spoedig dat men evenals eld,
bijna zeker was vaR welslagen. val
Wat het doel der vereeniging is? Di var
doel is veelzijdig. Art. 3 der Statut lok;
luidtbac
Zij stelt zich ten doel de ziekenzot spr
en de bevordering van den algemeen- de
gezondheidstoestand te Amersfoort. bel
Dit doel tracht zij te bereiken 1-3 ver
door het beschikbaar',stellen, uit een dt nel
toe door haar op te richten magazijn vi
artikelen voor ziekenverpleging
Jk2e door verzorging van zieken e
gewonden door middel van een of me
ziekenverpleegsters, door haar aan I
stellen
3e. door het verspreiden van kenr,
omtrent verbandleer, verpleging vi
moeder en zuigeling, ziekenverzorger;
en door middel van namens haar
geven cursussen
4e. door het openen van de gelegei
heid tot ontsmetting; dui
5e. door het steunen en bevordert vrc
van alles wat kan strekken tot verbelf Zw
ring van den gezondheidstoestand, zo pal
wel in het huisgezin als in het alp
meen. be'
Onder alles is de hoofdarbeid ff go
ziekenverpleging in het gezin. En m
zou daarvoor niet iets, niet zeer v« sti
gevoelen Welk mensch is er, die uT vo
hij een zieke in zijn huis heeft, niet vi vo
harte wenscht, dat de verpleging £iW to
zoo goed mogelijke zij?
Welnu, M. H. Daartoe is naast gt
neeskundige hulp ook noodig het wei he
van een liefderijke, deskundige zustere aa
het vereischte verplegingsmateriaal. zw
Het verplegen van zieken is echt<n4Ü
een kunst. Liefde is noodig, doch atleet- en
niet voldoende, 't Is terecht opgemerklj uv
verstand en het beleid eener geschoolc' da
ervaring zijn daarbij tevens onmisba; af
factoren. etl
Ik heb groot respect de voor ópoti
rende toewijding en zorg van mewj
moeder en menige buurvrouw, ma;
het is een feit, dat deze vaak geel
tijd hebben of niet in staat zijn t»!
verplegingswerk behoorlijk te volbrengen
Vooral in ernstige gevallen, schiet menif
een te kort en het zou ons niet moeili
vallen dit met voorbeelden te illustreert
Ook nog dit mogen wij niet voorb;
zien. De kans op beterschap han,
dikwijls af van een goede verplegi».
de medische behandeling komt eer
daardoor tot haar recht en in elk gei'
heeft de aard der verzorging grootf
invloed op den duur der ongesteldheid
lets over het magazijn.
Het behoeft geen betoog, dat de bef
geneesheer en de beste wijkzuster nie;
kunnen uitrichten zonder het noodii
materiaal.
Vandaar, 'dat in ieder Groene-Kre-
afdeeling een magazijn wordt opgen-1'-'
met verplegingsartikelen ten dienst'
harer leden, ten dienste van iedere-
patient, die er beheefte aan heeft.
Onder deze noem ik slechts: h°'
pitaaldoek, ijszakken, inhalatietoestelh®
g'
si
fi:
V
O'
Pi
hi
zi
a;