Vrijzinnig: Orgaan voor Amersfoort en Omstreken.
Cl rond wetsherzieu ing.
No. 93.
DONDERDAG 24 OCTOBER 1907.
4e JAARGANG
Uitgave van de Naaml. Venoootsehap „DE EEMLANDER".
Versehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
FEUILLETON.
OOM WILLY.
BUITENLAND.
DE EEMLANDER
Directeur R. G. RIJKENS.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Aizonderljjke nummers- 0.06
Bureau: BREEDESTRAAT 20.
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertentiën:
Van 1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer- 0.08
(By abonnement belangryke korting.)
IV.
Wij zijn in ons vorig nummer ge
komen tot de wijziging voorgesteld
van art. 97.
Dit luidde
De leden der Staten-Generaal zijn
niet gerechtelijk vervolgbaar voor het
geen zij in de vergadering hebben
gezegd of aan haar schriftelijk hebben
overgelegd.
En zal nu wordenDe leden der
Staten-Generaal, de Ministers en de
krachtens het tweede lid van art. 110
aangewezen commissarissen zijn niet
gerechtelijk vervolgbaar voor hetgeen
zij in de vergadering der Staten-Gene
raal hebben gezegd of aan haar schrif
telijk hebben overgelegd.»
Het in art. 97 voor de leden der
Staten-Generaal aangenomen stelsel
behoort ook voor de Ministers en de
Regeeringscommissarissen te gelden.
Uit het thans geldend stelsel vloeit
ook voort, dat de Ministers, leden
der Staten-Generaal, niet, hun ambt-
genooten daarentegen wel vervolgbaar
zijn.
Art. 98 luidde:
«Elke kamer onderzoekt de geloofs
brieven harer nieuwe inkomende leden,
en beslist de geschillen, welke aan
gaande die geloofsbrieven of de ver
kiezing zelve oprijzen.»
Aangezien de Regeering vindt, dat
de Grondwet de gelegenheid niet moet
uitsluiten om de beslissing over de
geloofsbrieven, welke betwist worden,
op te dragen aan een onafhankelijk
college, stelt ze voor dit artikel aldus
te lezen:
.Elke Kamer beslist over de toe
lating harer nieuw inkomende leden,
na onderzoek hunner geloofsbrieven.
Kent de wet beroep tegen de verkie
zing toe bij de rechterlijke macht of
bij een college, met administratieve
rechtspraak belast, dan beslist de
Kamer niet dan na het verstrijken
van den termijn van beroep of nadat
daarop onherroepelijk is beslist; in
het laatste geval met inachtneming
van deze beslissing.»
De keuze van een voorzitter zegt
Uit het Duitsch van Jassy Torrund.
23)-
Deze eerste dagen en weken van
geheime verloving waren een ongekend
gelukkige tijd in het leven van Kathe
Heinzius. Met de zorgelooze lichthar
tigheid harer negentien jaren had zij
zich in de diep-in-grijpende verandering,
die haar levensweg plotseling in zoo
geheel andere banen leidde, geschikt.
Van vroeg tot laat was zij op de been,
en met denzelfden brandenden ijver,
waarmee zij zich voor drie jaren op de
boeken gestort had, wijdde zij zich
thans aan hare practische studies in
stal, keuken en melkkelder. Overal
hoorde men haar vroolijke stem weer
klinken, als zij zong of met de huis
houdster aan 't praten raakte, wanneer
die haar de een of andere kleinigheid
niet grondig genoeg verklaarde. Menig
maal hield zij midden in het zingen of
werken op.
Dat is dus het geluk het
geluk, dacht zij met gloeiende wangen.
En het komt nog veel schooner, als
men voor zichzelf werkt. O, wat heb
ik nog een massa te leeren, voor ik
zoover ben.
de Regeering, behoort uit den aard
der zaak tot de bevoegdheid van elke
Kamer. Voor de Tweede Kamer is
de benoeming door de Kroon tot nog
toe altijd geweest de bekrachtiging
van de keuze der Kamer; ten aanzien
van de Eerste Kamer brengt zij ten
onrechte een deel der verantwoorde
lijkheid voor de goede leiding bij den
Minister van Binnenlandsche Zaken.
Het komt derhalve gewenscht voor
inmenging der Regeering bij de sa
menstelling van het bureau der Kamers
te doen ophouden.
De aanwijzing, wie bij afwezigheid
van den voorzitter de leiding der ver
gadering zal voeren, wordt tot nu toe
in het reglement van orde van elk
der Kamers gevonden. Het schijnt
wenschelijk haar in de Grondwet te
regelen en een rechtstreeksche benoe
ming der ondervoorzitters voor te
schrijven.
Ook dient de Grondwet te voorzien
het geval, dat nog geen benoeming
van voorzitter en ondervoorzitters heeft
plaats gehad. De bepaling daaromtrent
sluit zich aan bij art. 1 van het re
glement van orde voor de Tweede
Kamer.
De Staatscommissie stelt voor het
tweede lid van art. 99 aan te vullen
met betrekking tot de benoeming van
commiezen-griffier. Volledigheidshalve
zijn ook de andere ambtenaren en
beambten der Kamers in de bepaling
te begrijpen.
Door dit alles zal art. 99, dat alleen
bevatte, dat elke Kamer haren griffier
benoemde, en dat deze niet tegelijk
lid van een der Kamers mag zijn, er
in het vervolg als de voorstellen wor
den aangenomen, aldus uitzien:
»Elke Kamer benoemt voor het tijd
vak eener zitting haar voorzitter en
haar onder-voorzitters uit haar midden.
Zoolang die benoeming niet heeft plaats
gehad, bekleedt het oudste lid in jaren,
dat aanwezig is, het voorzitterschap en
belegt de vergaderingen.
Elke Kamer benoemt haar griffier
en haar commiezen-griffier. Mede wor
den door of van harentwege de verdere
ambtenaren en beambten, bij de Kamer
werkzaam, benoemd. De aldus benoem
den mogen niet tegelijkertijd lid van
een der Kamers zijn.
En in koortsachtige haast ging het
dan verder.
Met St. Michiel zal ik de huis
houdster wel kunnen ontslaan zei Jenny
lachend.
Kathe gaf geen antwoord.
Met St. Michiel, waar was zij dan?
Dan moest zij reeds lang uitgeleerd
zijn, was weer in de stad en begon
eindelijk het geldverdienen.
Ja, op de vroolijkste gedachten vol
gen dikwijls de ernstigste bedenkingen
onmiddellijk.
Heeft men veel geld noodig om
een uitzet te kunnen koopen, Jenny?
O, heel veel.
Hoeveel wel?
Dat hangt ervan af. Bij mij heb
ben wasch en kleeren alleen reeds
tegen de drie duizend gulden gekost.
De meubels weet ik heelemaal niet
meer.
Drie duizend gulden, herhaalde
Kathe ongelooflijk en verschrikt. Maar
men kan 't toch ook wel met minder
doen, niet waar?
Zeker. Onze Lina trouwt met
Michiel den Schaapherder. Zij heeft
twee honderd en vijftig gulden op de
spaarbank en zij meende onlangs dat
er nog een flink appeltje voor den dorst
zou overblijven. Alles uit te geven
kwam haar niet eens in den zin.
Kathe preste de lippen op elkaar en
zweeg. Jenny ried hare gedachten wel,
Elke Kamer stelt haar Reglement
van Orde vast.»
De bevoegdheid der Kamers om
haar eigen reglement van orde vast te
stellen, wordt tot nu toe in de Grond
wet niet opzettelijk vemeld, al geeft
artikel 111 der Grondwet dan ook een
aanknoopingspunt. Het kwam der Regee
ring gewenscht voor de bevoegdheid
uitdrukkelijk in deze afdeeling op te
nemen.
Indien tusschen den derden Dinsdag
van Juli en den derden Dinsdag van
September tot een ontbinding van een
der Kamers of van beide wordt be
sloten, kan de bepaling van artikel
100, tweede lid, der Grondwet tot
moeilijkheden leiden, Dit geval heeft
zich reeds eenmaal in 1850 voorgedaan.
Een bijvoeging strekt om voor der
gelijke gevallen van den vasten dag
te kunnen afwijken.
Daarom stelt de Regeering voor het
tweede lid van art. 100, dat thans
luidt
Hunne gewone zitting wordt geopend
op den derden Dinsdag in September,
te lezen als volgt:
«Hun gewone zitting wordt geopend
op den derden Dinsdag in September,
of op een dag binnen twee maanden
na een ontbinding van de Kamers der
Staten-Generaal of van een van beide,
indien deze ontbinding binnen twee
maanden voor den derden Dinsdag in
September heeft plaats gehad.»
Het eerste lid van art. 101 De
afzonderlijke vergaderingen der beide
Kamers, en evenzoo de vereenigde
vergaderingen, worden in het openbaar
gehouden, wil de Regeering aldus
lezen
«De vergaderingen der beide Kamers
worden in het openbaar gehouden», en
het vierde lidover de punten in
besloten vegadering behandeld, kan
daarin ook een besluit worden geno
men, wenscht zij te veranderen in
«Over de punten in besloten ver
gadering behandeld, kan daarin ook
een besluit worden genomen en geheim
houding worden opgelegd.»
Dit laatste heeft tot strekking, aan
artikel 31 van het reglement van orde
der Eerste Kamer en de artikelen 114
en 115 van dat der 'tweede Kamer
een steunsel in de Grondwet te geven.
doch wilde ze niet aanroeren. Het was
een te teer onderwerp.
Een paar dagen later zaten zij onder
de bloeiende linde en maakten bessen
schoon, die bestemd waren om inge
maakt te worden. De kleine speelde
naast hen op het grasveld. Het was
een warme kostelijke Juninamiddag, de
hooioogst was juist begonnen, men
hoorde vanaf de weilanden het werken
der zeisen. De rozen geurden. Jenny
had reeds een paar maal onderzoekend
naar Kathe gekeken en zeide hoofd
schuddend
Je drijft het veel te ver, Kathe,
dat houdt zelfs de sterkste niet uit, na
tien uur naar bed en 's morgens om
drie er weer uit. Je was net weer goed
opgeknapt en nu zie je er weer zoo
bleek uit.
Zij wreef de vingers aan haar schort
af en nam Kathe's gezicht liefkoozend
in haar beide handen.
Vrij mager geworden en groote
kringen onder de oogen. Precies, alsof
je geen slaap genoeg krijgt.
Kathe maakte zich los.
O, neen, ik slaap als een marmot.
Een paar minuten lang werkten
beiden zwijgend verder. Ieder voor hen
had iets op het hart en geen kon het
begin vinden.
Kathe hield het eindelijk niet meer uit.
Ik moet ook wel werken, anders
peins ik te veel, zei ze zacht.
Ten einde de bestaande praktijk te
wettigen stelt de Regeering voor art.
1O5: De Kamers mogen noch afzon
derlijk, noch in vereenigde vergadering
beraadslagen of besluiten, zoo niet meer
dan de helft der leden tegenwoordig
is te veranderen in
De Kamers mogen niet beraadslagen
of besluiten indien blijkt, dat niet meer
dan de helft van het bij art. 79 be
paalde getal leden tegenwoordig is.»
Art. 108 luidt:
Bij eene vereenigde vergadering
worden de beide Kamers als slechts
éene beschouwd en nemen hare leden,
naar willekeur, door elkander plaats.
De voorzitter der Eerste Kamer heeft
de leiding der vergadering. Dit wil de
Regeering in twee artikelen splitsen,
in het eerste worden samengevat de
voorschriften betrekking hebbende op
de organisatie der vereenigde verga
dering, het nieuwe artikel regelt haar
wetgevende taak.
Zij wil 108 dus lezen als volgt:
«Behoudens het bepaalde in art. 39
en in art. 48 wordt de Vereenigde
Vergadering der Staten-Generaal, in
gevallen waarin de Grondwet haar vor
dert, bijeengeroepen door den Koning.
Op de Vereenigde Vergadering zijn
van toepassing de artt. 94, 95, 99,
derde lid, 101, 105, 106 en 107.
In een Vereenigde Vergadering wor
den de beide Kamers als slechts éene
beschouwd en nemen haar leden, naar
willekeur, door elkander plaats.
De leiding der vergadering is bij
den Voorzitter der Eerste Kamer.
De Vereenigde Vergadering bepaalt
in haar Reglement van Orde wie voor
andere gevallen dan in art. 40 tweede
lid bedoeld, bij afwezigheid van den
Voorzitter diens plaats zal bekleeden,
alsmede wie het griffierschap zal ver
vullen.»
En achter 119 laten volgen
«De Koning zendt de voorstellen van
wet, hetzij andere, door hem aan de
Vereenigde Vergadering der Staten-
Generaal te doen, bij een schriftelijke
boodschap of door een commissie aan
haar toe.
Op deze voorstellen zijn van toepas
sing de artt. 110, tweede lid, 111 en 112.
Van de aanneming en de niet-aan-
neming van voorstellen geeft de Ver-
Ja, men heeft zoo zijn zorgen,
plaagde Jenny, die zware gedachten
graag uit den weg ging. Vooral als
bruid. Komt hij vanavond En zouden
ze ons een kwartiertje alleen laten
Dat is verbazend gewichtig, niet waar,
lieve
Je hebt mooi lachen, sprak Kathe
zuchtend. Ik heb heel andere zorgen.
Zie je, zoodra nu eene betrekking voor
mij open komt, moet ik weg. Dus
voor dien tijd moet ik alles hier geleerd
hebben.
Je wilt dus werkelijk in betrek
king gaan, Kathe?
Maar natuurlijk en hoe eer, hoe
liever. Ik moet toch mijn uitzet ver
dienen. Mama alleen is niet in staat,
mij alles te geven.
Zoo, dus nu kwam het. Het hart van
Jenny klopte luide, maar zij liet niets
merken.
Natuurlijk niet, maar waarom is
je oom Willy er dan, zei ze onverschil
lig. Die zal zich toch de gelegenheid
niet laten ontnemen, zoo schitterend
mogelijk voor je te zorgen. Je hebt
maar te wenschen, om alles te krijgen
wat je hebben wilt.
Kathe schoof haar stoel heftig terug.
Geloof je werkelijk, dat ik mij
mijn uitzet door oom Willy schenken
liet? vroeg zij met trillende lippen.
Maar, mijn hemel, Kathe, waar
om dan niet? Heeft hij je niet tien
eenigde Vergadering kennis aan den
Koning, met gebruikmaking van de,
voor zooveel noodig gewijzigde, for
mulieren, in art, 114 voor deze kennis
geving vastgesteld.»
Een wijziging in art. 124 heeft de
strekking het tijdstip van de aanbieding
der begrooting eenigszins te vervroegen
De wijzigingen, voorgesteld in het
IV hoofdstuk zullen we in het kort
in het volgend nummer vermelden.
De Gemeenteraadsverkiezingen in België-
Het staat nu toch wel vast, dat de
anti-clericalen bij de jongste verkiezin
gen voor Gemeenteraden in België de
grootste «winste» hebben behaald.
Voornamelijk in de vier grootste ste
den is hun aantal vooruitgegaan. In
Brussel hadden zij 5500 stemmen meer
dan de clericalen, te Antwerpen 5600,
te Gent zijn zij sedert de laatste ver
kiezingen met 2244 stemmen voor
uitgegaan en in Luik met 1000.
Het Belgische kiesstelsel dat voor
den Gemeenteraad geldt, is nogal inge
wikkeld. Vooreerst heeft men daar te
lande het meervoudig stelsel.
Een kiezer kan drie of zelfs vier
stemmen uitbrengen. Ieder burger die
33 jaar oud is, en tenminste driejaren
in de Gemeente gewoond heeft, is in het
bezit van eene stem. Is hij familievader,
ten minste vijf francs belasting betalend
in gemeenten beneden tweeduizend
inwoners of ten minste vijftien francs -
in gemeenten boven de tienduizend
inwoners, heeft hij eigendommen in
de gemeente, dan verkrijgt hij eene
tweede stem. Eindelijk kan hij nog
twee stemmen hebben als hij >capiciteit«
is, dat is, daar men de wezenlijke
capiciteit moeilijk in elk geval kan
beoordeelen, als hij een examen heeft
afgelegd of eene betrekking bekleedt,
waardoor de opvatting gewettigd wordt
dat hij misschien wel over zekere be
kwaamheid in gemeentezaken en 's lands
zaken in het algemeen kan beschikken.
Hij heeft dan in het gunstigste geval
vier stemmen.
Nu heeft men ook het proportioneele
stelsel. Er gaat in de groote steden
geen stem verloren en de plaatselijke
jaar en langer alles gegeven. Geen
werkelijke oom kon vrijgeviger zijn.
Juist daarom. En ik heb dat
alles aangenomen, alsof het zoo moest.
En ten slotte heeft hij mij willen trou
wen, dat weet je toch?
Nu, ja Poesje, wat wil je wel
foei, gras eten als een klein kalfje,
spuw dadelijk uit.
Jenny moest eerst den kleinen gras
eter halen en hem op de vingers
tikken. En toen hij daarom begon te
huilen, nam zij hem op en danste tot
troost met hem over het grasveld.
Zoodoende had zij tenminste tijd om
op een antwoord te peinzen. En de
bessen, waarop de huishoudster wachtte
lagen in het mandje, want ook Kathe
dacht niet meer aan werken.
»Heb je niet den kleine Kohn ge
zien zong Jenny en danste met haar
huilenden jongen.
Met jou kan men ook ernstig pra
ten, Jenny.
Neem jij hem dan eens, dan is
hij dadelijk rustig. Ziezoo nu ja,
't is ook een bijzonder geval met je
oom Wylly, maar hij zal er zich hoop
ik in weten te schikken.
Wordt vervolgd.)