BINNENLAND. STADSNIEUWS. Gemeenteraad. advertenties in een Parijsche courant, reDdez-vous dicht bij Toulon. Een agent van de veiligheidsdienst kwam hem op een afgesproken eenzame plaats tegemoet, onder voorwendsel het geld voor de stukken te willen geven. Plotseling echter gaf de agent Ulmo een schop, zoodat deze omtuimelde. Aanstonds sprongen andere agenten te voorschijn, die den man bonden en meenamen. Men weet niet of Ulmo medeplichtigen had en of de stukken, die bij gestolen moet hebben, belangrijk waren. Men zegt, dat er opium bij in het spel is ea een lichtzinnige vrouw, bijgenaamd de Duitsche. Opium en deze vrouw moeten den jongen man ten verderve hebben gevoerd. Intusschen is volstrekt niet bewezen dat Ulmo de stukken aaneen vreemden staat heelt willen verkoopen of uitleveren. Hoogstwaarschijnlijk wou hij alleen, wat tusschen twee haakjes erg genoeg is, het departement van marine geld af persen. Het tweede geval betreft zekeren Ber- thon. De veiligheidsdienst kwam dit mis drijf op het spoor door een gesprek, dat Berthon een van de eerste dagen van October gehouden heeft in een hotel te Brussel met een Duitscher. Een Fransch- man, die naast Berthon een kamer had in het hotel, hoorde in de kamer naast zich een onderhandeling over de levering van stukken. De Franscbman seinde onmiddellijk naar Parijs, naar den polilie- prefect, wat hij gehoord had. Reeds stond Berthon onder verden king van spionnage. Bij Berthon werd huiszoeking gedaan en zoo kreeg de justitie een pak brieven in handen, die geen twijfel meer lieten of Berthon moest met buitenlandsche agenten in betrek king staan. Berthon is op de vlucht ge gaan. Hij is gevat aan een stationnetje dicht bij Vendöme. Bij het eerste verhoor heeft Berthon alles ontkend. Een nieuwe huiszoeking heeft nieuwe bezwarende stukken aan het licht gebracht. De Engelsche minister L1 o y d George heeft een conferentie met de voornaamste spoorwegdirecteuren ge- gehouden maar het publiek is er niet achter gekomen wat het resultaat der bespreking is geweest. [Een officieele nota is aan het eind der zitting open baar gemaakt, alteen inhoudende, dat verschillende voorstellen gedaan zijn en daarop de vergadering is uitgesteld om den heeren tijd te laten, de voorstellen te overdenken. De pleidooien in het proces Moltke Harden zijn Zaterdag gehou den en afgeloopen. Heden om half twaalf zou de uitspraak zijn. Misschien kunnen wij dien nog onder de Laatste Berichten vermelden. De correspondent van de Daily Mail» te Johannesburg meldt dat d e schennis van Kruger's graf het werk is geweest van drie o f f i- cieren, te Pretoria in garnizoen, die in gezelschap van twee koorzangsters ge geten en overmatig gedronken hadden. Generaal Hildyard weigert iets mede te deelen, maar de zaak is uitgelekt. De politie is de grafschenders op het spoor gekomen door een rijtuiglantaarn, die men op het kerkhof vond. Zij bleek afkomstig te zijn van een rijtuigje dat de officieren gehuurd hadden. De drie dronkenmannen zullen voor den krijgsraad gedaagd worden. De militaire bevelhebber moet aan de leiders van da Boeren zijn leedwezen over het gebeurde betuigd hebben. Op uitnoodig van het Propaganda- Gomité voor Grondwetshei ziening en Algemeen Kiesrecht zal binnenkort een vergadering worden gehouden van dit Comité met de Vrijzinnig-Democratische Kamerclub en de hoofdbesturen van den Vrijzinnig-Democratischen Bond en het Algemeen Nederl. Werklieden-Verbond, ten einde gezamenlijk een bespreking te houden omtrent de voorstellen der Regeering betreffende de Grondwetsher ziening en de in verband daarmede te voeren actie. Uit Rotterdam is aan dan Minister van Oorlog een adres gezonden, waarin de aandacht van den Minister gevestigd wordt op eenige volzinnen die onder het hoofd .Ongeschikt voor den dienst" voorkomen in het weekblad „De Wereld- strijd", Orgaan van de Nat. Chr.-Geheel- onthoudersvereen. hoofdredacteur ds. D. Van Krevelen, te Beekbergen. Bedoelde volzinnen zijn. „De legers en de geheelonthouding staan behalve in Engeland nog niet met elkaar op den besten voet. 'k Hoorde voor een poosje van een mijner vrienden, hoe onder dienst een luitenant hem, den soldaat-geheelonthouder, onder de gruwe lijkste vloeken verzekerd had, een soldaat die niet zuipen kan, is geen soldaat 1.... Dit laatste geschiedde niet in Zwitserland maar in Nederland. II Dit wordt in het adres genoemd, een blaam werpen op alle officieren bij liet leger, omdat de bedoelde luitenant niet bij name genoemd wordt, en dat bij het vermelden van zulke toestanden de ouders met angst hun zonen in de gelederen zullen zien plaats nemen. Den Minister wordt verzocht een onder zoek naar het al of niet ware van deze beschuldiging te willen doen instellen. Het blad waarin gemelde zinnen voor komen is den Minister bij het adres toe gezonden. - In den leeftijd van 67 jaren is te Ouderkerk a/d Amstel, overleden, de Heer J. P. Lissone, de bekende ondernemer van gezelschapsreizen, hoofd van het Nederlandsch Touristen-Bureau Lissone Zoon. Openbare vergadering van den Raad der gemeente Amersfoort op Dinsdag 29 October, 's namiddags 1uur. Voorzitter: de Burgemeester. Aanwezig 16 leden. Afwezig met kennisgeving de heer Hamers. Na het vaststellen der notulen van de vorige vergadering, wordt mededeeling gedaan van de volgende Ingekomen stukken Eenige besluiten van Ged. Staten tot goedkeuring van besluiten genomen door den Raad Proces-verbaal van kasopname bij den Ontvanger. Het antwoord van den Voorzitter van den Raad op de nota van den heer Veis Heijn. De heer Veis H e ij 11 Ik wensch alleen dit te zeggen, mijnheer de voor zitter, dat ik ben teleurgesteld over de wijze waarop het antwoord van den burgemeester tot mij is gekomen. Ik had verwacht dat hij daarvan mededeeling zou hebben gedaan in deze zitting. Tevens ben ik teleurgesteld, omdat ik gehoopt had dat de burgemeester rekening zou hebben gehouden met de gevoelens van een groot deel der inwoners. De heer Jorissen: Ik laat in het midden de wijze waarop de voorzitter gemeend heeft zijn antwoord te moeten meèdeelen, maar naar aanleiding van die wijze van meèdeelen hebben er in elk geval stukken in couranten gestaan en uit een antwoord van een der predi kanten is gebleken, dat een godsdienst oefening is gestoord. Nu zou ik den burgemeester willen vragen of dit waar is. Als dat waar is, dan hebben zeer zeker zij gelijk, die zich daarover be klagen. Zeer stellig kan men het niet ieder naar den zin maken, maar als toe stemming tot optochten oorzaak wordt, dat godsdienstoefeningen gestoord wor den, dan gaal zulks niet. Ik weet wel dat de burgemeester in deze geen schuld heeft, want de optocht moest om 1 uur beginnen en om 2 uur zijn afgeloopen, maar heeft de politie hiertegen niet ge waakt De heer Gerritsen: Ik geloof dat de heele quaestie hierop neerkomtIs de godsdienstoefening gestoord of niet En nu is uit niets gebleken, dat die ge stoord is. De predikant is „bijna" ge stoord. Ik wil dat gaarne aannemen, maar dan is ook juist, wat in de courant geslaan heeft, dat auto's datzelfde kun nen teweeg brengen. Ik noem dan ook het antwoord van den burgemeester flink en correct en ik kan mij er geheel mee vereenigen. De quaestie gaat echter nog iets verder. Heeft de burge meester wel het recht te weigeren? Als ik lees wat de burgemeester van Rotter dam over deze zaak heeft gezegd, dan kan hij er niets aan doen. Ik heb den indruk gekregen van eene opgeschroefde geschiedenis. Allerlei dwaze praatjes worden er bij gehaald. Er is ook op minder waardige wijze overge- sproken. Ik zou voorstellen de zaak hier nu maar bij te laten en den burgemeester dank te zeggen voor zijne mededeeling. De heer Oosterveen. Ik ben het niet eens met het standpunt van den burgemeester, die meent een optocht te moeten toestaan, omdat hij het belang van allen moet behartigen. Dit is geloof ik niet juist; de burgemeester kan dat tegengaan omdat velen er zich aan er geren. Van het standpunt van den burgermeester kan men moeilijk aan an dere groepen weigeren, wat aan de eene wordt toegestaan. Mijns inziens kan men zich slechts op twee standpunten stellen. Men kan alles toelaten, maar dan als alle godsdienstoefeningen zijn afgeloopen, of alles weigeren en dan wordt men hierin gesteund door de Zondagswet. Het is mijn overtuiging, dat alsnog het grootste deel der inwoners die optochten op Zondag niet wenscht. De heer Veis H e y n. In afwijking van hetgeen ik eerst heb gemeend, n.l. om kort te zijn, moet ik nog even het woord voeren, omdat ik merk, dat de heer Gerritsen er een eigenaardige opvatting van verstoring der godsdienst oefening op na houdt. (Spreker leest hier een schrijven voor, onderteekend door eenige kerkelijke beambten die verklaren, dat de godsdienstoefening is gestoord.) Wij hebben ook nog een art. 5 der Zondagswet. Op grond hiervan had ik durven hopen dat het antwoord van den burgemeester milder zou zijn. En wat de heer Gerritsen zegt over Rotterdam, daar wordt de muziek niet toegestaan alvorens de godsdienstoefeningen zijn afgeloopen. De heer van Kalken. Ik wil meer in 't algemeen spreken over optochten op Zondag. Ik weet zeer goed, dat niemand te heilig kan zijn maar wel met bekrom pen inzichten Kan zijn behept. Nu be grijp ik niet best, wat men hebben kan tegen optochten met muziek. Ik voor mij zou wenschen, dat er alle Zondagen muziek was; ik voor mij vind hierin verhooging van den Zondag. Dat kan zeer goed samengaan met godsdienstig gevoel. En nu wat dezen optocht aan gaat. Er is toestemming verleend op voorwaarde dat geen stoornis van gods dienstoefening zou worden verwekt. Men is echter te laat met den optocht fe- gonnen. Er is een klein verzuim geweest van den kant der regelingscommissie. Men kan vrijwel aannemen, dat onze burge meester niet vrijgevig is op dit gebied. Maar ik geloof toch, dat het in het be lang van Amersfoort is, dat men derge lijke dingen niet te bekrompen opvat. En dan dient de burgemeester toch ook mee te werken. De heer V e 1 s-H e ij nIk kan niet begrijpen, dat men mij bekrompen noemt. Altijd ben ik te vinden voor subsidies, die voor hel een en ander worden aangevraagd, maar ik wensch, dat feestviering op Zondag beperkt blijve tot particulier terrein. De heer Jorissen: Ik had niet gedacht, dat mijn eenvoudige vraag zooveel discussies zou hebben uitgelokt. De heer v. Kalken haalt er dingen bij, die er niet bij hooren. Ik heb alleen aan den voorzitter gevraagdIs het u bekend, dat op dien dag de godsdienstoefening is gestoord? De Voorzitter: Het spijt mij, dat de heer Vels-Heijn is teleurgesteld. Ik meen dat ik mij geplaatst heb op het standpunt dat een burgemeester moet innemen. Dat de godsdienstoefening verstoord is, is mij meegedeeld door den diensi- doenden predikant. Ik wil dat gaarne aannemen, doch ikzelf ben niet gestoord. En zooals de heer Vels-Heijn met onver dachte getuigen aanvoert is het wel het geval geweest. Wat den heer v. Kalken betreft, ik ga, als mensch, persoonlijk, niet met hem accoord, maar als burgemeester kan men niet altijd doen wat men als mensch voor Zondagsheiliging zou wil len. Als burgemeester meende ik in 't belang van Amersfoort toestemming te moeten geven tot den optocht. We kunnen er lang over redeneeren, wat in het belang der gemeente is of niet. Er is verschil in appreciatie van belangen. De heer Jorissen: Naar aanleiding van het antwoord moet ik aannemen, dat de godsdienstoefening verstoord is. Zouden daartegen, dit is mijn tweede vraag, door u geen maatregelen genomen kunnen worden? De Voorzitter: Ik zal er zooveel mogelijk voor zorgen, maar kan niet vooruit algemeene regelen geven om trent de toekomst. De heer v. D u i n e nDe burgemees ter kan vrij uit gaan. De burgemeester heeft toestemming gegeven op voor waarde, dat de optocht zou zijn afge loopen om 2 uur. Dat vertraging heeft plaats gehad maar een paar minuten trouwens is veroorzaakt door het te laat aankomen van een paar corpsen. De heer v. E s v e 1 d Na al het gehoorde wil ik even zeggen, dat het antwoord van den burgemeester mij zeer heeft verheugd, daar hij zelf erkent particuliere gevoelens op zij te hebben gezet, om het algemeen belang te be hartigen. Dat is het richtsnoer hetwelk hij steeds wil volgen. Daarmee wensch ik Amersfoort geluk. Applaus. De heer G e 1 o s s e Ik ben president geweest van de feestcommissie. Over de quaestie of de godsdienstoefening is verstoord, zijn de gevoelens verdeeld. De heer Veis Heijn zegt ja, maar ik heb niets gehoord over sloornis der gods dienstoefening. Het staat in elk geval niet vast, dat verstoring heeft plaats gehad. De predikant heeft slechts een „oogenblik gedacht". Dat oogenblik is slechts heel kort geweest dus. Hij is doorgegaan. Vele anderen meenen echter dat er geen verstoring heeft plaats ge had. De verstoring staat dus volstrekt niet vast. De heer Veis H e ij n Ik kom met namen, noem ook namen 1 Alles in de schuld van de wijze waarop liet antwoord is meegedeeld. Nu hebben de couranten van den predikant een carricatuur gemaakt. De Voorzitter stelt voor de discussie te sluiten. Zulks geschiedt. Onder de ingekomen stukken is er voorts een, dat volgens den voorzitter spoedeischend is. De heer J. C. Snouck, leeraar in de gymnastiek, heeft verzocht het lokaal in de school aan de Hellestraat nog 2 uren meer te mogen hebben. Als de Raad dil punt ook urgent vindt, stej hij voor het lokaal in plaats van 2 maal 2 uren, 2 maal vier uren te geven en in plaats van f60, f70 daarvoor te vra gen De heer Plomp: Is het hoofd der school hierin gehoord De Voorzitter: Deze is van mor gen hier geweest en had geen bezwaren. Overeenkomstig het voorstel van den voorzitter wordt besloten. Aan de orde is het voorstel van B. en W. tot vaststelling van jaarwedden en pensioensgrondslagen van het perso neel aan de Burgeravondschool voorden cursus 1907/1908. Goedgekeurd. Daarna volgt het voorstel van B. en W. tot vaststelling van de jaarwedde van den tijdelijken leeraar M. H. Flothuis. De jaarwedden worden bepaald op f665 voor het Gymnasium en f1265 voor de Hoogere Burgerschool. Thans wordt overgegaan tot de be noeming van een lid van de Commissie tot wering van schoolverzuim (vacature D. C. Schuur). Benoemd wordt de heer H. G. Lan- gereis die op de voordracht stond met den heer A. F. Sanders. Hierna komen in behandeling reclames tegen aanslagen in de Inkomstenbelasting dienst 1907 (primitief en suppletoir kohier) en reclames tegen aanslagen in de straatbelasting dienst 1907. Goedgekeurd. Teruggenomen wordt vervolgens de voordracht van B. en W. tot het ver- leenen van afschrijvingen in zake in komstenbelasting, dienst 1907 wegens vertrek en overlijden. Er moeten nog enkele zaken worden opgehelderd in de volgende vergade ring zal de voordracht opnieuw worden ingediend. Hierna is aan de orde het voorstel B. en W. tot het aangaan eener tijdelijke geldleening ter voorziening in de ver moedelijk behoefte aan kasgeld. Goedgekeurd. Thans komt in behandeling het voor stel van B. en W. betreffende een ver zoek van C. J. van Leeuwen e.a. tot gebruikt van een gemeentezaal voor het houden van een cursus tot opleiding voor de Hoofdacte. Goedgekeurd. Nu wordt overgegaan tot het voorstel van B. en W. tot wijziging van de geld middelen van de gasfabriek, tot beschik king van een deel van hel saldo over 1906 en tot wijziging van de begrooting voor 1907, een en ander in verband met den aankoop van Birkhoven. De heer Gerritsen: Ik zal geen moeite doen om de heeren te overtui gen van mijn onveranderd oordeel over het voorstel van B. en W., maar wil alleen constateeren dat de gasverbrui- kers van 1905 en 1906 Birkhoven be talen en niet het nageslacht, waarvoor het de grootste waarde heeft: Onjuist is, wat de de Voorzitter in de le af- deeling van den Raad heeft gezegd, dat de begrooting 1908 bij aanneming van mijn voorstel met f 4000 moet vergroot worden. Hij verzuimt er bij te zeggen, dat dan eveneens de rente van f 6000 aan de creditzijde moet komen. Wanneer we voor hoogstens 5'/s a 6°/0 leenen met aflossing, dan wordt de begrooting be last met f 3600. Daarentegen ontvangen we f 30G0 a f 3200 aan rente, zoodat feitelijk de begrooting wordt belast met 4 1 f 600, hetgeen dan ieder jaar ver mindert. Behoefden we niet aftelossen dan zouden we kunnen leenen voor 4 a 4Vj en zetten onze f 6000 uit voor een hoogere rente en behielden het kapitaal. Ik heb voorgestemd straks bij de quaestie van het kasgeld, maar dat heeft met deze zaak niets te maken. Maar ik zou in dit oogenblik geen geen besluit willen nemen, doch in 't volgend jaar als de krisis verdwenen is, dan bepalen of men leenen zal ja dan neen. De f 60000 zijn aanwezig; het wordt betaald ook. Maar de boe king kan gerust nog een jaar worden verschoven. De heer Visser (kon door ons niet worden verstaan) Als een koopman een buitenkansje heeft en hij belegt dat kapitaal goed, dan wordt zijn credietwaardigheid ook grooter. Hoe meer eigendommen de gemeente heeft, hoe meer geld wij kunnen leenen. Nu moet de dienst 1907 geregeld wordeneen gemeente moet zijn diensten afzonderlijk houden. Ged. Staten zouden met eene verschuiving ook stellig geen genoegen nemen. Met Juli sluit de dienst en als we nu uit stellen, komt er niets van terecht. Nadat de heeren Plomp en v. Dui nen nog het voorstel van B. en W. hebben verdedigd, wordt het aange nomen met 15 tegen 1 stem. Tegen de heer Gerritsen. Daarna komt ter tafel het voorstel van B. en W. betreffende „Birkhoven',. De heer Plomp: In de eerste plaats wil ik, B. en W., dank zeggen voor de uitnoodiging, waardoor we in staat zijn gesteld het landgoed te bezichtigen. Ik, geloof dat we allen overtuigd zijn. dat Amersfoort een prachtige bezitting rijker is geworden. We zullen echter alles op bescheiden wijze moeten inrichten. Aan den eenen kant moeten we er al het mogelijke uitslaan en aan den anderen kant het beheer zuinig inrichten. Er zullen sport- feesten, zendingsfeesten, enz. moeten worden gehouden. En waar nu op alle manieren menschen gelokt moeten worden, zijn we tot de overtuiging gekomenkijk, behalve B. en W. moesten ook andere menschen mede zeggingschap hebben, die zich met de zaak kunnen bemoeien. Met andere woorden er zou eene commissie van bijstand gewenscht zijn. Het spijt ons, dat B. en W. deze meening niet deelen. Mede uit naam van de heeren Ger ritsen en Tromp van Holst stel ik eene motie voor, waarin de Raad B. en W. uitnoodigt een voorstel te doen zich een [commissie uit den Raad toe te voegen voor het beheer van Birkhoven. Verder is de vraag gerezen is een houtvester noodig voor een opper vlakte van slechts 95 H.A. Ik hoopte dat een boschwachter zou worden aangesteld, tegelijk onbezoldigd rijksveldwachter, en twijfel er aan of ik wel de juiste opvatting heb van wat B. en W. zich voorstellen van een houtvester. Is verder de exploitatie niet in eigen beheer te nemen De Voorzitter: De naam hout vester is genomen op het voetspoor van de benaming, die bij de Heide maatschappij wordt gebruikt. Een boschwachter of een baas houden gewoonlijk uitsluitend toezicht. Maar de persoon zal mee werkzaam zijn daarom zou ook maar éen arbeider worden aangesteld. Wat nu de motie aangaat, de Raad kan daarover zijn oordeel uitspreken. B. en W. zullen deze in overweging nemen en in de volgende vergadering advies over uitbrengen. De heer II e y 1 i g e r s Ik zou voor de motie zijn, als ze kon worden ge splitst, het beheer van het bosch bij B. en W. en het andere bij de Com missie van Bijstand. De heer Gerritsen: Onze be doeling is geweest, dat de voorzitter zou zijn ook voorzitter van de com missie. Dan komt men niet in conflict met elkaar, wat men wel zal komen als het voorstel-Heyligers wordt aan genomen. De Voorzitter: Het beheer blijft toch volgens de wet bij B. en W. conflicten zullen er dus ni et komen, Maar B. en W. zullen gaarne dit voor stel in overweging nemen. De heer C e 1 o s s eMaar wordt das de tijd niet te kort De Voorzitter: Dat geloof ikt niet, maar ik zou toch wel machtiging willen voor het aanstellen van een persoon De heer C e 1 o s s eMaar dan zal de Raad reeds beginnen te doen, met wat het werk van de Commissie van Bijstand is. Ook ik ben het eens met de heeren, die meenen. dat een Com missie wenschelijk is. De heer Veis H e ij n Is het noodig dat er onmiddellijk een persoon benoemd wordt, of kan dat wachten De Voorzitter: Het is wel wenschelijk. Den 25 November gaat het goed over en de te benoemen persoon heeft tijd noodig om zich los te maken. De Commissie benoemt tocb nooit, dat doen B. en W. De heer Celosse: Neen, maar als de Commissie benoemd is, dan kan die toch adviseeren over de benoeming, De heer Visser: B. en W. hebben hunne ambtenaren en technici om zich op de hoogte te stellen. Als de heeren der Commissie het niet eens zijn, dan moeten B. en W. toch weer beslissen, Een houtvester is oogenblikkelijk noodig. De heer Gerritsen: Laten we nu eerst uitmaken, of er een commissie komt, anders duurt het te lang. De Voorzitter: Ik geloof dat de leden van den Raad beter kunnen oordeelen, nils eerst advies is uitgebracht. De heer v. E s v e 1 dHebben we niet alreeds het advies van B. en W Als we nog een maand wachten, zullen B. en W. zich eenvoudig houden aa dat advies. Dan zijn we alweer ee maand verder. De motiePlomp wordt daarop aan genomen met 14 tegen 2 stemmen Tegen de heeren Heyligers en Visset, Thans moet worden gestemd ovetj den houtvester. De heer v. E s v e 1 dNu eenma: de Raad zich uitgesproken heeft ove de commissie, is het nu wenschelijk oc nu reeds een persoon te benoemer Als die niet meevalt, zegt de commit' sie: fdaar weten wij niets van.» De Voorzitter: B. en W. zij: alleen uitgenoodigd voorstellen te doe: tot het instellen van eene commissi' Er is nog niets besloten. De heer Rolandus Hagedoo:''' Als nu eenmaal de Raad bijna una* niem heeft nitgesproken, dat er een commissie zijn zal, begrijp ik niA waarom B. en W. zich zoo met hand

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1907 | | pagina 2