BINNENLAND. Uit de Pens. STADSNIEUWS. Bij beschikking van den Minister van Justitie is ie. aan den heer H. J. Raedt, insp. der registr. en dom. te Utrecht, op zijn daartoe gedaan verzoek eervol ontslag verleend als plaatsverv. lid der Kamer van Toezicht over de notaris sen en candidaat-notarissen, gevestigd te Utrecht. 2e. benoemd tot plaatsvervangend lid der Kamer van Toezicht over de notarissen en candidaat-notarissen, ge vestigd te Utrecht, de hee. J. C. J. Pels Rycken, inspecteur der regis tratie en domeinen te Amersfoort. Heden heeft mr. H. Goeman Bor- gesius, de bekende liberale staatsman en formateur van het tegenwoordige ministerie, dertig jaren achtereen het lidmaatschap van de Tweede Kamer be kleed. Hij had achtereenvolgens zitting voor de districten Winschoten (1877 1888), Veendam. (18881891, Zutphen (18911905), en sinds dit laatste jaar voor Enkhuizen. Zijn Kamerlidmaalschap van 18971901 viel samen met zijn ministerschap. „De Vaderlander", wijdt aan den jubi laris een dankbaar artikel. Het blad meent, dat mr. Borgesius „drie benjjdbare eigenschappen" bezit, namelijk: „groote werkkracht, gezond optimisme en het geheel vrij zijn van persoonlijke overwegingen." De „Vereeniging voor Vrouwen kiesrecht" zal hare algemeene vergadering houden op Zaterdag 14 December te Haarlem. De afdeeling Groningen zal daarin voorstellen eene commissie te benoemen voor het samenstellen van een aantal schema's, regelende de kiesbevoegdheid en de verkiesbaarheid der vrouw, op zoodanige wijze, dat de voorstanders (sters) van algemeen vrouwenkiesrecht en van de verschillende vormen van be perkt vrouwenkiesrecht allen hun (haar) wenschen te dien opzichte in één der schema's belichaamd vinden. Het hoofdbestuur praeadviseert niet zoover vooruit te loopen op de komende dingen en niet nu reeds een besluit te nemen omtrent hetgeen te doen zal staan wanneer de Grondwetsherziening is aan genomen. Het hoofdbestuur stelt o. a. de vraag tot het houden van een openbare ver gadering bij de bespreking der Grond wetsherziening in de Tweede Kamer. De schrijver der Brieven uit de Hoofdstad in de P. Gr. Ct. laat zich als volgt uit over de crisis in de diamant nijverheid Een der bloeiendste industrieën der hoofdstad doorleeft op 't oogenblik zeer zware dagen de diamantnijverheid gaat gebukt onder een zeer ernstige crisis, een gevolg van de jongste financieele gebeurtenissen in Amerika. Men weet, dat Amerika de belang rijkste afnemer is cp de diamantmarkt hier ter stede. Er wordt hier in de drukke tijden soms voor millioenen aan diamanten gekocht en hel ging tot voor kort den diamantnijverheid zóó voor den wind, dat enkele groote juweliers groote fabrieken deden verrijzen waarop plaats was voor eenige honderden diamant bewerkers. Doch de wind draaide, Amerika had plotseling geen geld meer om diamanten te koopen en daar zaten onze juweliers met een belangrijken voorraad geslepen goed, terwijl een niet minder ruime hoeveelheid ruw diamant reeds door hen was gekocht om bewerkt te worden. Het spreekt van zelf, dat zij begonnen met dit laatste in hun brand kasten op te bergen, geen nieuw werk uit te geven, zooals men dat noemt, en de fabrieken stop te zetten. En dienten gevolge zitten zij, met eenige millioenen aan geslepen en ongeslepen goed in hun bezit, vastverkoopen doen zij haast niet, laten werken kunnen zij niet, voor verderen inkoop van ruw materiaal mis sen zij gereed geld en nu kost het hun zelfs moeite hunne wissels op groote Amerikaansche huizen, waarmede zij geregeld in verbinding staan, verdis conteerd te krijgen. Willen zij aan gereed geld komen om de loopende zaken af te doen, dan zijn enkele banken wel bereid geld voor te schieten op diamant als onderpand, doch deze zijn zoo duur met hun geld, dal menige juwelier er over denkt zijn kantoor geheel te sluiten in afwachting dat er weer betere dagen komen. Maar intusschen begint het leger van diamantbewerkers danig te lijden onder deze onverwachte werkloosheid. Direct broodsgebrek is daarvan nog wel niet het gevolg, omdat menige diamantslijper in de laatste paar jaren gelegenheid heeft gehad een stuivertje over te leggen en omdat de kas van den Diamantbewerkers- bond de werkloozen steunt naar vaste regelen. Maar aan alles komt een einde en wanneer die toestand een paar maan den blijft aanhouden, voorzie ik ernstige toestanden in de wereld der diamant nijverheid. In de gisteren te Rotterdam ge houden huishoudelijke vergadering van den Scheepsbootwerkersbond is de staking opgeheven verklaard. Heden zouden allen zich weer aanmelden. OUDE PLUNJE. De Standaard schreef gisteren naar aanleiding van de begrootings- debatten «Op de twee soorten democraten», vrijzinnig en sociaal, kan het Kabinet nu vast rekenen.» L. en V. zegt hierover: «De twee soorten. Eenmaal stond daar een Minister, die, toen hem ver weten werd de afdanking van zijn oude plunje, met fierheid verzekerde dat hij was christen-democraat, en als christen-democraat hoopte te sterven. «Dat was een woord, een frase. De schijn werd nog bewaard. Nu is ook dat r.iet meer noodig. Christen-demo craten zijn er niet meer.» EEN BRIEF VAN Mr. VAN HOUTEN. De laatst verschenen brief van Mr. v. Houten behandelt de vraag wat ons politiek leven te wachten staat, als de gezaiulijke groepen de Rechterzijde zich weder onder leiding van Dr. K u y p e r mochten stellen en hoe dit kan worden verhoed. Wat Dr. Kuyper gedaan heeft is tweeërleilo. de verkerkelijking en ver volgens verkuypering der voormalige conservatieve partij en 2o. de vorming van een papo-Kuyperiaansch bondgenoot schap, ten einde de schatkist in steeds toenemende mate open te stellen voor kerkelijke onderwijs-inrichtingen. En wat wij van hem te wachten zouden hebben bij herleving van de politieke conjunc uur van 1901-1905 leert ons de jongste Pauselijke Encycliek in haar uitspraak, dat de [gezamenlijke wetenschappen en kunsten als dienstmaagden aan de god geleerdheid onderworpen en onderdanig bebooren te zijn. En deze „godgeleerd heid" is nietde samenvatting van alle weten, gissen en verbeelden in een alom vattende, hoog verheven geestelijke per sonificatie, maar eene, welke „God als een onmiddellijk voorwerp van weten schap" en „wat de geschiedenis betreft als een historisch persoon" beschouwt. De God, wiens vertegenwoordiger op aarde voor de Roomschen is de Paus en voor een deel der Protestanten, wel niet rechtens, maar feitelijk Dr. Kuyper. Welnu, staat ons een nieuw regeerings- program van Kuyper te wachten, dan zal daarin een aanzienlijke plaats moeten worden ingenomen door een actie in papo-Kuyperiaanschen geest op het ge bied van het hooger onderwijs. Om geld te krijgen voor zijn „Vrije Universiteit" zal hij ook op de een of andere wijze voor zijn Roomschen bondgenoot de Staatskas moeten openstellen ten nadeele van het werkelijk vrije onderwijs, dat aari de openbare Universiteiten genoten wordt. Men is in menigen kring wat minder ongunstig gaan denken over de Room schen invloed op ons Staatswezen, dan we bij het licht der historie van ouds gewoon waren. Dat is te danken aan Dr. Schaepman, type van den Ka tholieken modernist, zoowel in de wijze waarop hij deelneming aari het moderne leven en denken wist te paren aan een voldoende trouwens in de peri ode zijner grootste werkzaamheden ver moedelijk maar effenljes voldoende mate van kerkg loof, om in de Katho lieke Kerk in aanzien te blijven, als ook in de beminnelijke persoonlijke eigenschappen, welke de Paus bij de modernisten _zoo gevaarlijk vindt: een uiterst werkzaam leven, buitengewone toeleg en ijver in de studie van allerlei wetenschappen én gewoonlijk, wegens haar gestrengheid, loffelijke zeden. Deze hoedanigheden nu, waardoor iemand invloed erlangt, op anderen, ook op andersdenkenden, bezat Schaepman in de ruimste mate. Oefende een man als Schaepman op veler verhouding tot het Katholicisme een verzoenenden invloed, Pius X ge neest een ieder, die zich in dezen ge- daclitengang met een betere toekomst heeft gevleid, van elke mogelijke illussie. Ter toelichting van deze laatste meening brengt Mr. v. Houten het oordeel van de Encycliek over het modernisme en over de beoefening der wetenschap naar voren en vraagtWie zal er, ook in de Katholieke kerkelijke wereld, bestaan in den gerichte? Het juk der Kerk, zegt hij, wordt zwaarder dan het bij mijn weten ooit te voren sedert de dagen der inquisitie is geweest. Dat deze Encycliek verstrekkende ge volgen zal hebben op onze geheele staatkunde, is niet te betwijfelen. Onmiddellijk gevolg moet zijn, dat de gevaren van de papo-Kuyperiaansche coalitie voor een ieder zichtbaar worden en men gaat vragen of 't hoogste Roomsch- kerkelijk gezag bij zoodanig optreden met steeds ruimere toelagen uit de Staatskas gesteund mag worden en zijn invloed op de vorming onzer academische jon gelingschap rnag worden versterkt. Ook in de Katholieke wereld zelve kan allicht daartegen verzet komen. En de conser vatieven zullen ongetwijfeld inzien, dat zij zich te veel door Kuyper op sleep touw hebben laten nemen. Raakt de papo-Kuyperiaansche coalitie los, dan komen ook de liberalen vrij; behoeven niet langer, om dit kwaad te keeren, saam te werken met de sociaal- en vrijzinnigen-democratische groepen. Liever dan het overwicht dezer groepen nog langer te ondergaan, zou ongetwij feld een bestuur in den geest van den ouden Heemskerk worden aanvaard. De loop der gebeurtenissen helpt mee ter oplossing. Het Kabinet-De Meester helt sterk naar democratische zijde over. De vraag stelt zich, of het zal worden vervangen door een tweede Ministe- rie-Kuyper, dan wel door een dat bij de centra steun vindt en zich tegen Kuyper en Troelstra beiden keert. Kuyper ziet dan misschien den tijd gekomen om het samengaan der gauche's te bevorderen, waarmee hij in zijn rede van 20 Decem ber 1904 de conservatieven onder zijne aanhangers dreigde. Onze politiek komt dan van zelf in meer regelmatige banen terug en Kuyper wordt weer wat hij, zonder de fouten van het Ministerie- Pierson van 18971901, in welks voet stappen het Ministerie-De Meester helaas weer treedt, vermoedelijk wel gebleven zou zijnjournalist en agitator. Ook kerkhervormer, als men dezen naam toepasselijk acht op ieder, die het ker kelijk leven in groote beroering brengt. Kunst en Wetenschap. Zaterdag en Zondag exposeerde de «Vereeniging tot het houden van kunstbeschouwingen te Amersfoort», in Amicitia werken van onzen stadgenoot, den heer A. van Weezei Errens. Daar waren vele stukken, schilderijen, etsen, teekeningen, die ons een denk beeld gaven van het veelzijdig ont wikkeld talent van den maker, knap artistiek werk, waaronder vooral de etsen in hooge mate de aandacht trokken. De landschappen, het werk waarin de heer van Weezei Errens vooral zijn kracht vindt, kwamen, ook door plaatsing in een ruime zaal, prachtig uit. Door wijlen mej. Ida Van Staveren, 26 Oct. alhier overleden, is aan onder scheidene inrichtingen op Geref. grond slag bij testamentaire beschikking een kleine f 3000 vermaakt. Door den afdeelingen van den Alg. Ned. Timmerliedenbond, R. K. Timmerliedensecretariaat en Prot. Chr. Timmerliedenbond, is aan de patroons en werkgevers in het timmervak het verzoek verzonden, ie den werkdag vast te stellen van Maart tot Septem ber op el) uur per etmaal, de overige maanden op tien uur per etmaal, 2e. het minimum loon te bepalen op 20 ct. per uur, 3e. voor overuren te betalen minstens 25 pCt. verhooging, voornacht- arbeid .50 pCt. en voor arbeid op Zon en feestdagen 100 pCt., 4e. geen stuk werk of andere aanbestedingen aan de gezellen te geven. Het verzoek gaat vergezeld van een memorie van toelichting, waaruit blijkt dat het hoofddoel een korte werkdag is, vooral met het oog op de stationaire werkloosheid in het vak zeer noodzake lijk. Alle andere punten, 2, 3 en 4, zijn dan ook bedoeld als aanvulling om den 1 o-urendag mogelijk (in geldelijk opzicht, en de werkloosheid minder te maken. Het programma van het ruiterfeest der Rijschool bevat caroussel en oefe ningen der instructeursklasse, geleid door den directeur, luitenant-kolonel Metelerkamp. Quadrille de lanciers, ge leid door ritmeester Grondhoudt; spring- nummer van officieren, door luit.-instruc teur jhr. Godin de Beaufortmanoeuvre de la flèche, van luitenant PrinsHon- gaarsche post en voltige van adjudant- piqueur Pijl; standen en schermen onder wachtm. Duizendstra. De feestcommissie wordt gevormd door kapitein A. F. Singels, van de artillerie; luitenant C. A. Prins, art., en luit.-instructeur jhr. J. W. Godin de Beaufort. De levering van het diner voor de reünisten dat in Amicitia wordt gehou den, is opgedragen aan den heer De Bruyn, restaurateur te 's Gravenhage. Het beloofd een schitterend feest te zullen worden. Zaterdag 30 Nov. tegen één uur komen de reünisten in Hotel Reichmann samen en vandaar gaat het in rijtuigen, voorafhegaan door muziek naar de manége. Na afloop van het Ruiterfeest wordt aan onder-officieren en minderen een feestmaaltijd aangeboden. Men verzoekt ons te willen mel den, dat Vrjjdag 22 Nov. a.s. des avonds ten half acht voor de afd. Amersfoort v/d Ned.-Proteslantenbond door Ds. E. ten Gate een spreekbeurt vervuld zal worden. Het onderwerp is: Augustinus en zijn mystiek. Men zie de advertentie daaromtrent in dit nummer. Precies te 12 uur spoortijd stoomde heden de extra trein met de Duitsche Keizerin het station binnen. Tien minuten te voren was Prins Hendrik per rijtuig aan het station gekomen, waar hij werd ontvangen door den burgemeester van Amersfoort. Zoodra de trein stil hield, ging de Prins in het salon-rijtuig der Keizerin, waarin ook de burgemeester werd genoodigd, om te worden voor gesteld. Na een oponthoud van vijf minuten vertrok de trein naar Apeldoorn. Er was een vrij talrijk publiek, dat, daar geen perronkaarten werden afge geven, gebruik maakte van het bekende middel om een kaartje naar Soesterberg of halte Kleine Koppel te nemen. Even wel kon men daarmee niet verder komen dan het eerste perron. De Gooische pluimvee en konijnen- vereeniging houdt 24 Dec. en twee volgende dagen te Bussum haar tweede tentoonstelling van pluimvee en ko nijnen. Na de keuring 24 Dec. heeft een hanengekraai concours plaats. In de jury heeft o.a. ook zitting de heer G. Muijs alhier. Gedurende den voetbalwedstrijd H. V. C.—U. V. V. II, achter Rust oord, geraakte Zondag de kleeren van een jongetje van S a 9 jaar, genaamd P., in brand, doordat een jongen hem een brandend stuk sigaar in zijn hals wierp. Door spoedig toegeschoten hulp werden weldra zijn kleeren uitgedoofd, wat niet weg nam dat een groot gat in zijn blouse, hemd en borstrok brandde. Hij zelf bekwam gelukkig maar een klein brandwondje. Door de recherche uit Hilversum zijn, bij een koopman hier ter stede verschillende van diefstaf in genoemde gemeente afkomstige voorwerpen in beslag genomen. Bedoelde koopman had die voor werpen gekocht van zekeren v. M. wonende aan den Laarderweg te Hil versum. WERKLOOZENVERZEKERING. Gisterenavond werd in het Valkje de tweede vergadering gehouden, uitge schreven door „Onderlinge Hulp" ter bespreking van de verzekering tegen gedwongen werkloosheid. De heerGerritsen opent de ver gadering met de volgende woorden: M. H. Ik open deze tweede bijeen komst en wensch voor we overgaan tot het openen der discussie, te consta- teeren, dat Onderlinge Hulp zich na deze bijeenkomst terugtrekt. Onderlinge Hulp heeft zich geleend, om datgene te doen, wat we meenden, voor de vakvereeni- gingen te moeten doen en daarmee is haar taak aan een eind. Aan een eind te meer, daar door de vakvereenigingen een motie is aangenomen, die de zaak in een stadium brengt zooals ze bij den Gemeenteraad hoort. De heer Pels Rijcken is vorig maal geëindigd met deze woorden: Ik wil u alleen opwekken aan den Raad te adres- seeren met het verzoek op de begrooting alsnog een som uit te trekken voor werkloozenverzekering, opdat het fonds voor Rijksubsidie in aanmerking kan komen. Daar loopt de zaak over. We waren primitief van plan, deze vergadering niet te laten doorgaan, omdat we feitelijk reeds aan een einde zijn. Maar er bestaat vermoedelijk misverstand en om dat uit den weg te ruimen, hebben we de ver gadering doorlaten gaan. Want hel zou ons spijten als door misverstand de zaak in het water zou vallen. De motie is aangenomen met alge meene stemmen en er is bijgezegd dat de toelichting zou gegeven worden. Maar die toelichting is hier niet noodig. Men begint met zich te wenden tot den Raad en dan kan men over de condities gaan praten. Wanneer we op het oogenblik gaan vooruitloopen op hetgeen we wenschen en willen, is het beter er maar uit te scheiden. Om subsidie te krijgen zal de gemeente moeten decreteeren wat ge beuren zal en niet de vakvereeniging. Ik open dus de discussie over moge lijk misverstand dat te weeg heeft ge bracht het geschrijf in de couranten. Het eerst geef ik het woord aan den heer Pels Rijcktn, voor een korte toelichting, wat hij bedoelde met zijn open brief. De heer Pels R ij eken: Wat is het doel der eerst bijeenkomst geweest? Eenvoudig u warm te maken voor de zaak. Op het oogenblik gebeurt er in onze gemeente niets. Daarom heb ik u op willen wekken te adresseeren. Onderlinge Hulp heeft niet een of ander stelsel op den voorgrond geplaatst, dat is heelemaal niet waar. Ik heb mijn opinie gegeven om een lezing te houden. Maar wat voor stand punt ge inneemt gaat Onderlinge Hulp aan. In de eerste plaats reeds daat niet, omdat O. H. geen vakvereeniging Het eenige waartoe ik heb willei wekken is tot adresseeren aan den meenteraad. Gij hebt een motie aangenomen. Wel stel dan ook een adres op en stuurt aan den Raad. Een stelsel is niet r de orde, dat komt later pas. Daar b O. H. geheel buiten, en discussie da over is dus niet aan de orde. Het be is, dat de vakvereenigingen, die zich v de motie verklaarden, een commis benoemen, om het adres aan den R te richten. Dan is bereikt, wat ik 1 voorstelde. Op welke manier ge 1 krijgt is mij onverschillig, hoe meer krijgt, hoe liever 't mij is. De heer v. W ij land: Door de f combineerde besturen is ook wel gevoe dat er misverstand bestaat, 't Is ons öt de werkloozenverzekering zooveel doent zekerheid te geven, dat ze slagen z> Wij meenen, dat een verzekering, buili de vakvereenigingen, waartoe ook ong organiseerden kunnen toetreden, ge kans van slagen zal hebben. We hebben de bewijzen voor de juis heid van ons standpunt meegebracli' maar als daarover geen discussie raap gevoerd worden, moeten, we die tharl laten rusten. De heer Gerritsen: Ik wil dr niet tegenspreken, maar het hoort hi niet thuis. Die bewijzen kunt ge lal leveren als de Raad de verzekeri: inricht. De verschillende bezwaren kir ge dan laten hooren, ik ben er zeker van, dat er voldoende gelegenlit zal zijn, bezwaren in het midden brengen. Discussie daarover geeft hij niets, wat wilt ge daarmee De heer v. W ij 1 a n dDe heen die een andere meening hebben, ovt tuigen van ons recht. De heer Gerritsen: Daar z we niet voor bjj elkaar gekomen. I heer Pels Rijcken heeft de zaak alg meen behandeld. Wendt U eenvouc tot den Gemeenteraad om dat of dat krijgen. De heer van Lent: Ik kan 0. volkomen vereenigen met hetgeen n Wijland heeft gezegd. De heer Pt Rijcken heeft in de vorige vergaderi: niet in naam van Onderlinge Hulp g sproken, maar een beginsel verkondi, van werkloozenverzekering waarmee v ons niet kunnen vereenigen. Er is ook gezegd, dat de wet, die» het oogenblik aanhangig is, bepaalt, d: de ongeorganiseerden moeten kunst toetreden. Dat is volkomen onjuist. A-> minister heeft verklaard, geen wed - loozenverzekering te kunnen denke zonder het Gentsche stelsel. De heer Pels R ij eken: Wa: neer is die wet in de Kamer geweesl De heer van Lent: In August» De heer Pels R ij c k e n Mai het is alleen nog maar een wetsontwei; Do heer van Lent: De minist heeft in antwoord aan den heer v. Bergh, den afgevaardigde voor Helder in 1905 gezegd, dat de ve zekering van de belanghebbenden zefi moet uitga n. Dat is noodig voor o noodige controle, waartoe zij alleeD 1 staat zijn. Eerst dan zijn er termen voi'- steun van Staat, Provincie en Gemeenl- De heer Pels R ij eken: Ma: dit is een voorstel van 1907. Daari zegt de regeering, dat er gegronde ve: wachtingen bestaan, dat dat de best weg is, maar daarom bestaan nog gee redenen, andere pogingen niet te steune; De minister is dus van zijn standpui van 1905 teruggekomen. Waar de Re( geering nog niet het juiste systee: weet, mogen we wel zeggen, dat w met discussie daarover niet veel verde komen. De heer van W ij land: Er b» staat een vooropgezette meening dooi de artikelen in „De Eemlander" en ,D| Eembode", die zeer in ons nadeel - Het oordeel van den minister is, dit niet gezien mag worden, naar kleur i richting. De regeering sluit niemand uil maar daarom zegt ze niet tot de vak vereeniging je moet de ongeorgani seerden tot je nemen. De heer van Lent: De minister ziet zeer goed in, dat geen kans van slagen bestaat, anders dan met het Gentsche stelsel. In Amsterdam is mei zelfs nog veel verder gegaan. Een core missie uit den Raad heeft daar vooi gesteld alleen aan goedgeorganiseerde uitkeering te verschaffen en aan onge organiseerden alleen als ze een Vereeni ging vormden. Een Burg. en Wetli namen dat voorstel over. De heer Gerritsen: Daar komt: we allemaal niet verder mee. De Ge meenteraad moet het geld geven en <c moeten subsidie hebben van het Rijt- Nu is de vraag onder welke voorwaar den die zal gegeven worden. Er zal toch gelegenheid genoeg zijn voor de vak vereenigingen, dat ze na indiening va» het adres daartoe kunnen overgaan De heer van W ij land: Wan neer de Raad er toe overgaat, zullen de discussies, hier gevolgd, wel worden nagegaan. Wanneer nu blijkt dat van ons standpunt verkeerde voorstellingen

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1907 | | pagina 2