BINNENLAND.
STATEN GENERAAL.
Mepkwaapdige Woopden en (laden
Uit de Pers.
STADSNIEUWS.
brengen van de legerschandalen
en dat nagelaten hebben.
Ook Bülow zou aftreden en in zijne
plaats Graaf Fürstenberg benoemd
worden, die thans bij den Keizer te
Highcliffe vertoeft.
De chef van het militaire kabinet
en de commandant van het garde-korps
zouden eveneens aftreden. Zoo ook
Radoliu, de gezant te Parijs, die door
von Marshall vervangen zou worden.
Dat alles zou wel heel radicaal zijn,
maar voorshands kunnen we aan een
dergelijke algeheele opruiming moeilijk
gelooven.
Het Duitsche Reichsgericht heeft
een uitspraak gedaan in een quaestie
van majesteitschennis die zeker
in overeenstemming is met 's Keizers
liberale denkbeelden over deze zaak.
Een socialist had een vergadering bij
gewoond van liberalen een »hochc op
Keizer werd uitgebracht, maar de socia
list bleef zitten. De rechtbank beschouw
de dit als majesteitschennis en veroor
deelde den man. Het Reichsgericht
heeft de uitspraak echter vernietigd.
President Roosevelt heeft aan een
bankier uit Pennsylvanië, die het Witte
Huis bezocht, medegedeeld, dat hij in
geen geval na afloop van zijn mandaat
opnieuw een candidatuur voor het
Presidentschap zal aanvaarden.
Toen dit bericht bekend werd, stroom
de het menschen naar het Witte Huis,
die Roosevelt vroegen, of het waar was
en aan allen verklaarde de President,
dat zijn besluit onherroepelijk was. Hij
acht Taft het meest geschikt om zijn
opvolger te zijn.
Tweede Kamer.
Uit de behandeling van de begrooting
voor Waterstaat, diezooals we in het vorig
nummer meldden, is aangenomen, moeten
we nog even rele veeren een belangrijke rede
van den heer Patijn over de Rijkspost
spaarbank.
Z. i. deugde de wijze van belegging
niet, om in geval van nood genoeg
liquide geld te hebben. Vreemde ef
fecten ,en wissels moesten voor beleg
ging genomen wordenchèque en
giro-veikeer ingevoerdgezorgd dat
er geen tekort bleef en den directeur,
die het te druk had, een financier ter
zgde gesteld. Deze middelen keurde
de heer Pierson niet af, maar hij be
val de bevordering der Staatsschuld-
boekjes aan en Minister Kraus be
loofde overleg. Maar het debat ein
digde «iet, zonder dat de heer Treub
zich bij den Min. had aangesloten om
te betoogen, dat er slechts een fictief
te kort was en dat uit de rede van
den heer Patijn geen ongerustheid
mocht volgen, omdat de inleggers door
den Staat zijn gerandeerdDat gaf de
heer Patijn gaarne toe.
Vrijdag is de behandeling der Marine-
begrooting begonnen.
De heer Hugenholtz vond dat zelfs
deze minister nog te veel geld uitgaf
meer dan een vast bedrag mocht niet
voor de marine besteed worden. Wat
het tekort aan personeel betreft, vond
hij goed dat de Min. dc oorzaken
had erkend, al ontkende hij dat de
socialisten ontevredenheid aanwakker
den. Door de erkenning der orga-
Ministers en Kamerleden gedurende de
Jaren 1850'58,
ontleend aan Kollewyn's Geschiedenis
van Nederland. 4e deel.
Het vroeger meegedeelde verwekte
bij een groot deel van de Protestanten
vrees voor de Roomse bisschoppen,
alsmede een geest van onverdraagzaam
heid, die voorbij deed zien, dat de paus
volgens het beginsel van de grondwet
van 1848 in zijn volle recht was om
zijn kerk in ons land naar eigen goed
vinden te regelen, met inachtneming
van onze staatswetten.
De ontevredenheid richtte zich niet
alleen tegen de Roomse kerk, ook
tegen het ministerie Thorbecke, omdat
het zich niet had verzet tegen de in
voering van de bisschoppelike hiërarchie,
en bij de anti-revolutionairen ook nog
wegens hun afkeuring van de door
Thorbecke voorgestelde armenwetzij
verzetten zich tegen staatkundige inmen
ging bij hun kerkelike armbesturen.
Met medewerking van de Hervormde
kerkeraad te Utrecht werd een adres
aan de Koning opgesteld, waarin het
volgende voorkomt
«Twee eeuwen zijn reeds over de
vroegere strijd heengegaan, en hebben
de afstand tusschen het Protestantse
en Rooms-Katholieke gedeelte van de
bevolking verminderd, gelijke rechten,
gelijke bescherming, gelijke vrijheden
nisaties en meedere zorg voor de
minderen, was de toestand verbeterd.
Doch tractementsverhooging was noo
dig, "ook om huwelijken te bevorderen.
Het zenden der miliciens naar Indië,
verlenging van diensttijd dus, was in
strijd met 't program der Regeering.
Ook bleef hij opheffing der mariniers
bepleiten. De heer De Waal Malefijt
waarschuwde tegen het 'jdoen teloor
gaan van de tucht en tegen het prijs
geven van den 'aanbouw van schepen,
zoowel voor Indië als voor Nederland.
De Min. deed verkeerd met zijn plannen
te koppelen aan 'n onderzoek eener
Staatscommissie fen in de quaestie dei-
kustverdediging. De heer Verhey was
't met den Minister een»de tijd om
plannen bloot te leggen, was nog niet
gekomen. Men moest een speciale ko
loniale marine vormen en het personeel
aanvullen, door betere bezoldiging in
uitzicht te stellen. Ofschoon het eens
met 's Ministers afwachtende houding,
drong de heer Jansen op bespoeding
der plannen aan en op zuinigheid, bij
kazarnebouw, aan de werven, enz.
Deze spr. ontwikkelde voorts be
denkingen tegen een departement voor
landsverdediging, dat buiten de politieke
invloeden zou staan. Marine moest
zelfstandig blijven.
De heer Van Wassenaar recomman
deerde den bouw van de best bewapende
kustforten. Z. imoest de positie van
den matroos zoo goed worden, dat hij
op 30-jarigen leeftijd in zijn stand ge
huwd kon zijn. De heer Thomson
verdedigde de afschaffing van het be
roepsleger, ook voor de marineeen
zeemilitie was noodig en mogelijk, ook
voor Indië. In uitbreiding der mariniers
zag hij geen heilvoor de kustver
dediging waren de matrozen-kannoniers
beter dan de landmilitairen en mariniers.
De heer Schokking was het vooral, die
oorlog en marine buiten de wisseling
der politiek wilde stellencontinuiteitwas
noodig. Het verloop, wel degelijk aan
ontevredenheidzaaien te danken moest
men door alle middelen keeren, alvorens
lot verlenging van diensttijd mocht
worden overgegaan.
De minister heeft gisteren de sprekers
beantwoord.
Het overleg met den Minister van
Oorlog over de kustverdediging is nog
gaande, de zaak zelve wordt met ijver
en voortvarendheid behandeld, ook al is
men 't nog niet eens of deze lak der
defensie onder Marine of Oorlog zal
moeten ressorteeren.
Het personeel blijft zerg dragen, al
neemt het toe in aantal op dit oogen-
blik. Al wat tot verbetering van de
positie der matrozen gedaan kan worden,
zal geschiedenverhooging van soldij
wordt trnstig overwogen. Maar zou het
verloop aanhouden, dan moest men wel
tot andere maatregelen overgaan en
zeemiliciens met langeren diensttijd voor
de vloot bezigen. In Indië zelf is voor
de koloniale schepen geen voldoende
bemanning te vinden.
Intusschen moet men voorzichtig zijn
bij de lotsverbetering. Een toelage voor
gehuwde matrozen zou hel doel
voorbij streven. Elke aanmoediging toch
van 't huwelijk onzer zeemanschappen
zou 't verloop doen toenemen en de
neiging een vaste positie aan wal te
zoeken, vergrooten.
De Minister kon voorts met pleizier
constateeren, dat zelfs de heer Hugen
holtz de verhonding tusschen meerderen
en minderen beter genoemd had dan
voorheen. Wel had deze afgevaardigde
aan beide delen van de natie gewaar
borgd, maar haar protestants karakter
heeft zij daarbij niet verloren.
«Dit is de vrucht van haar geschie
denis. En hebben in de jongste
tijd de eisen, heeft de toon en de houding
van de Rooms-Katholieke bevolking
reeds bij velen achterdocht en ontstel
tenis verwekt; hoeveel sterker zal de
naijver en spanning worden, hoeveel
dieper de scheiding, hoeveel verderfeliker
en gevaarliker voor de bloei en de
welvaart van het vaderland de strijd,
wanneer in die openlik optredende en
erkende hiërarchie, het ultramontanisme
zich tegenover het protestantisme zal
plaatsen, het als uittardende en dagende
tot de strijd, niet slechts op het gebied
van godsdienst of onderwijs, van ge
schiedenis of letterkunde, maar vooral
op dat van de staat zelf
«Het is om al deze redenen, dat de
ondergetekenden U, M. eerbiediglik
verzoeken, dat Hoogstdezelve volgens
de macht, bij art. 65 van de grondwet
aan de koning toegekend, de vergun
ning niet wordt gegeven tot het aan
nemen van de titel, rang of waardig
heid van metropolitaan- en suffragaan
bisschop van enig gedeelte van ons
Vaderland, door een vreemde vorst
verleend, s) en dat in de geest van de
grondwet, welke de onzijdigheid van
ook beweerd, dat de leiders van den
Matrozenbond nog even socialistisch zijn
als voorheen, maar uit deze opmerking
viel met zekerheid te besluiten, dat deze
leiders niet bij de marine zelf, maar
elders, bij personen die den heer Hugen
holtz wel niet onbekend zouden zijn,
zijn te zoeken. In het bestuur van den
Matrozenbond toch is door ontslag en
overplaatsing voortdurende verandering.
De Kamer lachte om 's Ministers eerste
parlementaire handigheid, die wel deed
vermoeden dat Zijne Excellentie zich
door den Bond niet zal laten intimi-
deeren, veel min door deszelfs advocaat
in de Tweede Kamer, den heer Hugen
holtz. Zoolang nu het verloop hij 't per
soneel niet overwonnen is, wil de Minister
de mariniers niet missen. En voor de
kustverdediging èn tot aanvulling der
vlootbemanning heeft hij ze voorshands
noodig. Aan 't compromis, het vorig
jaar door den oud-Minister Cohen Stuart
met de Kamers gesloten, om n.l. voor
't korp» mariniers niet meer te werven,
houdt de nieuwe bewindsman zich dan
ook niet. 's Avonds bij de artikelenhe-
haiideling wees de heer Thomson nog
eens nadrukkelijk op deze contractbreuk
en diende hij een amendement in, om
den Minister te dwingen zich aan de
beloften zijns voorgangers te houden te
vergeefs. Het amendement werd verwor
pen met 36 tegen 22 stemmen. De Minister
betoogde nog, dat de plannen der kust
verdediging naar alle waarschijnlijkheid
handhaving van het korps mariniers
noodzakelijk zouden maken.
Neiging tot duren kazernebouw kan
den Minister niet verweten worden
juist wegens de hooge knsten heeft hij
afgezien van een nieuwe kazerne van
1600 man.
De eenige quaestie van belang die
's middags ter sprake kwam en 's avonds
werd beslist, is de gewijzigde bewapening
Van het beroemde nieuwe pantserschip,
de „Talma", zooals het wel smalend
genoemd wordt, 's Ministers voorganger
had den bewusten avond in de gauwig
heid tot een bewapening met vier stuk
ken van 24 cM. besloten, de heer
Wenlholt acht beter twee zware stukken
van 28 cM. Een technische quaestie,
waarover de heer Van Wassenaer van
Catwijck een langdurige redevoering
hield en een amendement indiende. Hij
wilde terug naar de kanonnen van 24
cM.de Minister leverde tal van argu
menten voor het zwaarder geschut. Na
de zeer uitvoerige rede van den Minister,
verdween het amendement-Van Wasse
naer, naar de spreker vertelde, wijl hij
de Kamer niet wilde stellen voor een
beslissing van technischen aard, een ont
dekking, die even goed vóór de indiening
van 't voorstel had kunnen plaats
vinden.
De avondvergadering bracht nog een
motie. De Minister wilde nl. gehuwde
matrozen geen gelegenheid geven het
middagmaal in hun gezin te gebruiken.
Ik moet de zekerheid hebben, dat die
mannen werkelijk goed gevoed worden,
zei hij. De heeren Hugenholtz en Duymaer
van Twist vonden 't echter noodig de
gelegenheid tot thuis eten te openen.
De motie wordt gedrukt en hebben weer
behandeld.
Over de Marine-begrooting zal daarna
de stemming plaats vinden.
H. A. M. Roelants. f Te
Schiedam is gisteren overleden, in den
ouderdom van ruim 80 jaren, het hoofd
van de welkende uitgevers-firma H. A.
M. Roelants.
1) In geen geval mogen de onderdanen
des Konings vreemde ordetekenen, titels,
rang of waardigheden aannemen, zonder zijn
biezondor verlof.
2) Het was volstrekt niet de bedoeling
van 't ministerie, dat die titels officieel erkend
zouden worden.
de Regeering jegens ieder kerkgenoot
schap vordert, geen de Protestanten
krenkende erkenning van de paus van
Rome, als opperhoofd van de kerk door
de Regeering moge plaats hebben.
«Zij vragen zulks met te meer aan
drang, omdat de bisschoppelike waar
digheid verplichtingen oplegt, bij ede
aan een buitenlandse macht bezworen,
en de bisschoppen verbindt, ook nog
heden ten dage, om, waar het de uit
breiding van het Rooms-Katholicisme
geldt, alle ketters, scheurmakers enz.
naar vermogen te vervolgen.»
Het adres was spoedig door ruim
4500 Utrechters getekend en daaronder
mannen als de professoren Vreede en
de beroemde scheikundige Mulder, die
later schreef; «Met duizenden in den
lande was ik verontwaardigd over de
indeling van het door zooveel bloed en
brandstapels vrijgekochte Nederland,
alsof het een pauselik rijk was».
Indien de Regering bij de oprichting
van de bisdommen, zoals het plan was,
eenvoudig had toegezien, dat er niets
gebeurde in strijd met de staatswetten,
had alles een kalm verloop kunnen
hebben zonder officiële erkenning van
de kerkelike waardigheden; maar het
wantrouwen was eenmaal opgewekt
tegen Rome en de Regering, en wan
trouwen is een slechte gids.
Een afschrift van het Utrechts adres
werd 30 Maart 1853 aan alle kerke
raden van de Hervormde gemeenten
gezonden om een algemeen petitione-
ment te verkrijgen, en binnen twee
weken waren verschillende adressen
door meer dan 200,000 mannen en
Bij de behandeling van de ontwerp-
rcglementen voor een tweetal polders,
deels in Noord-Holland, deels in Utrecht
gelegen, deed zich het geval voor, dat Ged.
Staten dier beide provinciën niet tot
overeenstemming konden komen over de
door de Staten van Noord-Holland vast
gestelde verkiesbaarheid van vrouwen ii
polderbesturen. Ged. Staten van Utrecht
hadden een kort geleden gedane besliste
uitspraak van de Staten van dat gewest
te eerbiedigen, en konden dus niet over
nemen de bepalingen, die de Ged. Staten
van Noord-Holland, eveneens gebonden
door een uitspraak van de Staten, hadden
te handhaven.
Bij dit geschil had dus de beslissing
van de Kroon moeten worden ingeroepen,
haddon niet Ged. Staten van Utrecht
bericht gezonden, dat de Prov. Stalen
van dat gewest zich in dit bijzondere
geval met de verkiesbaarheid der vrouw
in polderbesturen hadden vereenigd.
Behoudens eventueele wijzigingen'
in verband met onvoorziene omstandig
heden, is naar de Tel. verneemt, het
programma van het Keizerlijk bezoek
thans aldus vastgesteld:
Donderdag, 12 December. In den
avond, aankomst te IJmuiden van het
keizerlijk jacht Hohenzollern, met de
begeleidende oorlogsschepen-divisie.
Vrijdag, 13 December. Ongeveer 8
uur voormiddag opstoomen van de
Hohenzollern naar Amsterdam vergezeld
van de oorlogsschepen. Omstreeks 11
uur aankomst van de Hohenzollern aan
den kop van de Handelskade, onder
het lossen van saluutschoten, van de
voor de stad liggende Nederlandsche
oorlogsschepen.
Ontvangst van keizer Wilhelm, in de
hal van het gebouw voor den Al-
gemeenen dienst, door H. M. de Koningin
en Z. K. H. Prins Hendrik der Neder
landen. Vervolgens vertrek naar hel
Koninklijk Paleis op den Dam, via het
Damrak.
Te 12'/2 uur lunch ten paleize.
Te kwart voor twee uur wordt uit
gereden, om bezopken te brengen aan
het Rijksmuseum, waar o.in. de Nacht
wacht in den nieuwen uitbouw zal
worden bezichtigd, de collectie-Six,
Heerengracht, bij de Vijzelstraat, en aan
het Burgerweeshuis, ingang St. Lueiën-
steeg. De volgorde dezer bezoeken
staat nog niet vast.
Daarna wordt naar het Koninklijk
Paleis teruggetreden na vier uur cercle
en ontvangst van autoriteiten en de
putaties van Duitsche vereenigingen.
Om zes uur vangt het gala-diner ten
paleize aan.
Te 10 uur 35 (stadslijd) vertrek van
het Centraalstation, oponthoud van
11.35 tot 11.45 (stadslijd) te Amersfoort.
Het Vorstelijk Echtpaar komt Donder
dagochtend tegen 11 uur te Amsterdam.
Tot dekking van het tekort is een
suppletoire begrooting voor Landbouw
N. en H. over het nogloopendejaar in
gediend ten bedrage van f4,120,000.
In de Memorie van toelichting wordt
er aan herinnerd, dat het tekort, dat de
balans op 31 Decemb r vermoedelijk zal
aanwijzen, op f4,118,574 is berekend,
Nadere afrekening wordt voorbehouden.
Evenals in het ministerieele antwoord
op de interpellatie-Stork, waarnaar de
Memorie van Toelichting verwijst, wordt
het tekort toegeschreven aan drie oor
zaken het te laag geraamde bedrag der
administratiekosten, het renteverlies, dat
de R. V. B. lijdt doordat de werkgevers
en de risicodragende maatschappijen eerst
vrouwen getekend. Verreweg de meeste
van die adressen bevatten het met de
grondwet strijdige verzoek om de vesti
ging van de bisschoppelike hiërarchie
door de Regering te doen verbieden;
in slechts weinige werd verzocht dat
de bisschoppen niet officieel door de
Regering zouden worden erkend.
Ook de bisschoppen van de Oud-
Katholieke kerk in ons land zonden
een adres aan de Koning met verzoek
hun kerkgenootschap, het oudste in
Nederland, in bescherming te nemen
en de nieuwe kerkelike hiërarchie niet
te erkennen. De oud-Katholieke pastoor
De Vries te Amsterdam richtte zich tot
de Tweede Kamer met de klacht dat
de erkenning van een Rooms-Katho
lieke aartsbisschop van Utrecht en een
bisschop van Haarlem het recht schond
van de Oud-Katholieke kerk, welke
die waardigheden en titels van oudsher
met volle machtiging van de Regering
dezer landen uitgeoefend en bezeten had.
In het adres aan de Koning verzoch
ten de Oud-Katholieken ook om de
titel van «aartsbisschop van Utrecht»
weer officieel aan hun kerkgenootschap
toe te kennen, daar de Regering die
titel, sedert de onderhandelingen met
Rome, in strijd met het recht van hun
kerk, veranderd had in «aartsbisschop
t e Utrecht». Aan dit verzoek is door
het nieuwe ministerie terstond voldaan.
Het volk werd in beweging ge
bracht door vlugschriften, dag- en
Verkeerdolik wel eens Jansenisten ge-
genoemd. Deze behoren in Frankrijk thuis
en zfin van vee) jonger datum dan de
Nederlandse Oud-Katholieken.
na geruimen tijd het verschuldigde betalen
en de te gunstige indeeling van het be
drijf van laden of lossen van schepen.
Deze drie oorzaken worden nog uit
voerig met cijfers toegelicht.
Ten laste van de werkgevers en de
maatschappijen en vereenigingen kan het
tekort niet'worden gebracht zoo lezen
we voorls omdat de wet daartoe geen
vrijheid geeft en omdat de invordering
niet meer mogelijk zou zijn in veel ge
vallen.
Er blijft dus niets over, dan het defi
cit door den staat te doen dragen.
Om den toestand voor den vervolge
beter te maken, strekt het wetsontwerp
tot wijziging der Ongevallenwet.
HET SNEEKSGHE INCIDENT
Na wat over en weer over de kwestie
van de candidatuur van dr. Kuyper voor
Sneek geschreven is, geresumeerd te
hebben, zegt .Do Nederlande r."
Het schijnt alsof de „Standaard" het
Sneeksche incident waar de Christ.-
hist. buitenstaan wil benuttigen, ten
einde bij volgende verkiezingen laatst
genoemden te bewegen wat toeschietelijker
te zijn tegenover de Antirev. Van Anti-
rev. zijde toch wordt geklaagd, dat hunne
Ghrist.-hist. medestanders te veel het
laken naar hunnen kant trekken, terwijl
de Ghrist.-hist. dit ontkennen.
Daarover valt te spreken. Maar als de
.Standaard" meent, dat de thans door
haar ingeslagen weg de juiste is om tot
betere samenwerking te komen, vergist
zij zich schromelijk. Men behoort, onder
bondgenooten althans, elkanders goede
trouw te onderstellen tot bewijs van het
tegendeel. Meent men dit niet te kunnen
doen, dan dient men toch in elk geval
de tegenspraak te doen hooien, die de
beschuldigde voert. Weigert men zelfs
dit, dan maakt men zelf samenwerking
onmogelijk.
Het feit, dat de Friesch Christ.-hist.
bezwaar hebben gemaakt in Sneek de
verlangde samenwerking te verleenen,
berust voor een deel op de bitterheid,
ontstaan doordat vele antirevolutionairen
en onware voorstelling hebben gegeven
van hunne houding in 1905. (Een onware
voorstelling die ook de; er dagen weer
herhaald is.) Zulke bitterheid werkt vaak
lang na Laat men niet, op gelijke gron
den, bij de Christ.-hist. blijvende ont
stemming wekken.
Kunst- en Wetenschap.
Men heeft ons de opmerking ge
maakt, dat de termijn voor het inzen
den van antwoorden op onze Prijsvraag
in zake «Birkhoven» te kort was ge
steld. Wij hadden gemeend rekening
te moeten houden met omstandigheden
buiten ons zelf gelegen. Nu dit
echter niet het geval behoeft te zijn,
hebben wij den termijn voor de in
levering der antwoorden gaarne ver
lengd tot 1 Februari 1908.
weekbladen, spotprenten en geuzeliedjes
die op de wijs van straatdeunen ge
zongen konden worden. In die alle
werd gewezen op at het kwaad dat
van de bisschoppen te wachten was,
zelfs invoering van inquisitie en brand
stapel. Op sommige plaatsen werden
de Roomsen onaangenaam bejegend,
zodat deze en gene uit vrees voor
mishandeling vrouw eu kinderen in
veiligheid brachten, terwijl de vere
niging Phylakterion voorschreef, niet
in Roomse winkels te kopen.
Tegen die heftigheden kwamen adres
sen uit Leiden en Arnhem op, getekend
door enige aanzienliken, die zich niet
konden verenigen met de ongrondwet
tige strekking van veel kerkeraadsadres-
sen, terwijl de algemeene synodale
kommissie van de Hervormde kerk
aanried, zich niet door ijdele schrik
beelden te laten beangstigen en o. a.
deze wenk gaf: «Ziet het niet voorbij,
dat sommigen onheilig vuur op het altaar
hebben gebracht. De geschiedenis van
ons vaderland verheft haar stem tot
waarschuwing, dat geen godsdienstige
en kerkelike geschillen, tot partijleus,
noch tot masker van staatkundige en
eerzuchtige bedoelingen mogen mis
bruikt worden. Even bezadigd verdedig
den de Roomse bladen hun goed recht
voor hun kerkregeling, terwijl het Han
delsblad en de Nieuwe Rotterdamsche
Courant partij trokken voor het mini
sterie tegen de Aprilbeweging.
Wordt vervolgd.
Vrijdag 3 Jan. 1908 zullen wij
waarschijnlijk het voorrecht hebben in
Amicitia het tooneelgezelschap van
Louis Bouwmeester te zien optreden.