Vrijzinnig* Org*aan voor Amersfoort en Omstreken.
No: 115.
ZATERDAG 14 DECEMBER 1907.
4e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER".
Veipsehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
yyyyyyyyyyyyyy
Oneerlijke Concurrentie.
FEUILLETON.
DE KLEINDOCHTER.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
DE EEMLANDEB
Directeur R. G. RIJEENS.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
A.fzonderljjke nummers- 0.05
Bureau: BREEDESTRAA.T 20.
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertentiën:
Van 1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer- 0.08
(Bü abonnement belangrijke korting.)
'«fifA** Zij die zich met X
Januari a.s. op dit
blad abonneeren, ontvangen de
tot dien datum verschijnende
nummers gratis.
Wij meeuen, dat het reeds in 1904
was, dat op het Middenstandscongres
de conclusie is aangenomen om de
Regeering te vragen «wijziging of
aanvulling van een aantal artikelen in
het Wetboek van Strafrecht, nopens de
oneerlijke concurrentie.
Als er nog een bewijs noodig is, om
te doen zien, dat ons Burgerlijk Wet
boek, waaruit men nog iets tegen de
oneerlijke concurrentie meende te kun
nen halen, in deze onvolledig is, dan
is de bekende uitspraak van den Hoogen
Raad in zake het proces van de Singer-
naaimachine maatschappij daar, om dat
te bewijzen.
Deze maatschappij had een winkel te
Rotterdam. Een concurrent richtte in
dezelfde straat een winkelhuis in, precies
als dat van de Singer-maatschappij,
bezigde briefpapier en ook quitantiën,
precies als die van de Maatschappij,
zoodat een niet nauwkeurig kijker en
kooper van meening kon zijn, dat hij
gekocht had bij de Singer-naaimachine
maatschappij.
Wat deed nu deze maatschappij Zij
meende, dat zij tegen eene dergelijke
handelwijze beschermd werd door art.
1401 van ons B. W. dat aldus luidt:
«Elke onregtmatige daad, waar
door aan een ander schade wordt
toegebragt, stelt dengenen door wiens
schuld die schade veroorzaakt is, in
de verpligting om dezelve te ver
goeden.
Zij diende derhalve een klacht in en
Door M. Böhme.
10).
Jo zag peinzend voor zich. Zij her
innerde zich, dat haar ouders het ge
val Mannebach bespraken. Haar anders
zoo zachte, rustige moeder wond zich
dan telkens in toorn op en haar oogen
vlamden van haat als zij over den schoft,
den bedrieger sprak, die de oorzaak van
den dood van haar grootvader was ge
weest.
«Als grootvader toen zijn recht had
gekregen, stonden wij er nu anders
voor. De drommel hale de weldadig
heid der Mannebachs, het is voor de
helft ons geld, wat ze weggeven.»
Ook in haar, in Jo, was een toornige
verbittering ontstaan tegen Frederik
Mannebach. Maar dat men zijn nako
melingen, zijn kleinkinderen en achter
kleinkinderen, die met zijn schuld niets
te maken hadden, haten moest, haten
kon, dat wilde haar niet duidelijk wor
den.
«Ja, de haat die is hard en duur
zaam als staal en ijzer», zei Erwig,
«daarom duurt hij door geslachten. Maar
machtiger dan staal en ijzer is het vuur,
want het doet beide door zijn kracht
eischte schadevergoeding van den on
eerlijken concurrent.
De Hooge Raad besliste echter, dat
onder de woorden «onregtmatige daad»
niets anders kan worden verstaan, dan
datgene wat strijdt met de positieve
wet en daar er geen enkele wettelijke
bepaling is inzake de oneerlijke con
currentie, heeft zij den eisch tot schade
vergoeding ontzegd.
Dat is een vonnis van ons hoogste
rechtscollege, en het is ongetwijfeld
juist, maar tevens zegt het zoo duidelijk
mogelijk tegen den eerlijken winkelier
«tegen oneerlijke concurrentie bestaat
voor u geen bescherming.»
De oneerlijke concurrentie is ook
weer een der vele plagen van den
koopman, die doet zien dat verbetering
van de toestanden waaronder hij leeft
en werkt, een zaak van groote urgentie
is, vooral van niet minder urgentie dan
de opbeuring van den arbeidersstand.
Men behoeft daarom niet te twijfelen
aan het goed recht van de grootsche
taak der arbeidersbeweging, maar dit
is niet te loochenen, dat de wetgever
ook naar de middenstands-zijde van
het [sociaal-probleem hef oog zal moeten
richten.
En zij, die er het meeste belang bij
hebben, de middenstanders zelf, zullen
goed doen, door krachtige aaneenslui
ting voor deze zijde van het vraagstuk
de belangstelling te wekken.
Men moge dan denken, gelijk de
sociaal-democraat, dat de middenstand
bestemd is om zich op te lossen in de
massa's van het bezitlooze proletariaat,
of men moge meenen, dat er voor dit
deel der samenleving, den middenman,
nog heel wat te doen valt en te doen
zal blijven, dit is zeker, zoolang hij er
is, behoort men rekening met hem te
houden, behoort een wijs regeerder hem
te erkennen als nuttig, arbeidzaam lid
der samenleving en hem dus de hand
boven het hoofd houden.
smelten, en sterker dan de haat is de
liefde».
Hij hield plotseling op, en zag met
wijdopen oogen in de blauwe verte.
«Kom,» zei hij na een poosje, «we
zullen langzamerhand naar huis gaan.»
De haan van den toren was een
purperen vlam in het avondrood, toen
oom en nicht de marktplaats over
wandelden. Juist toen zij voorbij de
kerk gingen ontmoette hen een heer,
die hen groette.
«Dat was Frederik Mannebach,» zei
Erwig, toen zij voorbij waren.
«Die
Jo draaide zich om, en bloosde, toen
zij bemerkte, dat de heer was blijven
staan en haar nakeek. Een seconde
ontmoetten hare oogen den blik van
den man Jo wendde zich gloeiend af.
«Hoe oud is die heer Mannebach?»
vroeg zij in 't verder gaan.
Erwig Meier haalde de schouders op.
«Zoo bij de veertig, misschien een
jaartje ouder wel. Zijn dochtertje is al
wel tien jaar. Het kind moet ziekelijk
zijn.» :gg
«Ach!»
«Ja, het is werkelijk als een noodlot
in de familie. Nu, daar zijn we weer
thuis.»
Louise Mannebach, de dochter van den
stichter der firma Mannebach, woonde
sinds tien jaren voortdurend in Mies-
bach. De andere Mannebachs hielden
Jaren lang vragen reeds de midden
standers bescherming tegen oneerlijke
concurrentie. Minster Cort van den
Linden heeft reeds bepalingen tegen
bedrieglijke handelwijzen in dezen voor
gesteld, maar in behandeling zijn ze
helaas nog niet gekomen en veel minder
hebben zij het Staatsblad bereikt.
En toch wordt het hoog tijd, dat
de Regeering er thans eens alle aan
dacht aan wijdt.
UIT DpN DUITSCHEN RIJKSDAG.
Op het oogenblik is men, volgens
de uitdrukking van een der leden van
den Rijksdag, bezig de vruchten van
het verbond, dat ook daar het Blok
heet, te oogsten.
De Rijksdag behandelt n.l. eene
nieuwe wet op de vrijheid van ver
eenigen en vergaderen. Zij was zeer
noodzakelijk. Tot nu toe was dit onder
werp door de verschillende staten op
verschillende wijze geregeld en er was
geen Rijkswet, die men thans wil
invoeren. In het conservatieve Pruisen
bestonden al zeer wonderlijke bepa
lingen die het recht van vereeniging
en vergadering tot eene carricatuur
maakten. Niet alleen moest van elke
vergadering kennis worden gegeven
aan de politie, zij kon ook eischen
dat haar de naamlijst werd overgelegd
van de leden der vereeniging, die de
vergadering belegde. Vrouwen moch
ten in overeenstemming met den regel
Muiier taceat in ecclesia, niet het
woord voeren. Het moet te Keulen
gebeurd zijn, volgens den afgevaardigde
Trimborn, dat eene dame spreken zou
in eene' sociaal politieke vergadering.
Zij had hare rede opgeschreven maar
mocht haar niet uitspreken. Een
mannelijk wezen moest voordragen
wat de dame, die intusschen achter
een kamerschut mocht luisteren, had
geschreven. Om een haverklap ontbond
de politiebeambte, die met den dienst
was belast, de vergadering. Het ge
beurde, ook te Keulen, dat eene ver
gadering ontbonden werd omdat een
spreker gezegd had: Ik zal thans tot
zich alleen in de zomermaanden in
hun villa's aan den Rijn op. In dit
jaar waren ook zij van plan, iets lan
ger dan gewoonlijk te blijven. Na een
natkouden, onprettigen zomer kwam
de herfst met wonderlijk mooie, zacht-
warme en zonnige dagen. Frederik
Mannebach bleef in hoofdzaak langer
terwille van zijn dochtertje, daar de
Rijn-lucht haar goed deed, en Beata
Reichenberg, zijn zuster, gevoelde zich
zoo op haar gemak in haar prettig
ingerichte villa, dat zij ook niet aan
verhuizen dacht.
De villa van tante Louise, zooals zij
in de familie heette, was de dagelij ksche
verzamelplaats der familieleden. De
oude dame, een kleine sierlijke ver
schijning, met sneeuwwit haar, stelde
levendig belang in alles, wat in haar
omgeving voorviel. Wie haar niet
kende, zou moeilijk kunnen gelooven,
dat de oude vrouw, die zich zoo zeker
in tuin en huis bewoog, blind was.
Zij herkende ieder, met wien zij eens
gesproken had, zeker aan zijn stem,
de leden van haar familie en haar
huishouding herkende zij ook zonder
dat zij spraken. De fijne bewerktuiging
harer vier gezonde zintuigen deed het
gemis van een vijfde bijna vergeten.
Zij leefde altijd in een nacht, en miste
het gezicht bijna niet.
Veel goedhartigheid en vriendelijk
heid, maar ook veel eigenzinnigheid
het thema overgaan. Over den heer
Thema, zeide de politieman, mocht
niet worden gesproken. Bij het nieuwe
ontwerp krijgen de vrouwen het recht
om in vergaderingen het woord te
voeren en het toezicht wordt beperkt.
Het is nog niet naar den zin van de meest
vrijzinnige partijen en van de sociaal
democraten. Nu is er echter eene be
paling die aan den Rijksdag veel
moeite geeft en waarover men zeer
lang heeft gesproken.
Bij artikel zeven van het nieuwe
ontwerp is n.l. bepaald dat in de ver
gaderingen in den regel, tenzij goede
redenen bestaan om daarvan af te
wijken, Duitsch zal worden gesproken.
Men moet wel enkele afwijkingen
dulden. Men kan niet vorderen dat b.v.
bij internationale wetenschappelijke
congressen al de sprekers de Duitsche
taal zullen gebruiken. Maar het voor
schrift is gericht tegen de Polen in
de eerste plaats.
De Polen echter protesteerden en
hunne protesten gaven aanleiding tot
een scherpe rede van den staatssecre
taris, rijksminister van binnenlandsche
zaken von Bethman Hollweg, waarin
hij aantoonde dat de Polen door haat
tegen de Duitschers bezield nog altijd
streven naar het herstel van hun
koninkrijk. Had niet een hunner bladen
geschreven dat er geen rust in de
wereld zou komen eer Pruisen zijn
Tsjoesjima had gevonden Dat is zeker
niet vriendelijk. Bij Tsjoesjima ging
zooals men weet de Russische vloot
onder.
Het centrum, de Polen, de socia
listen zijn tegen de wet. Toch zal zij,
misschien, op sommige punten gewij
zigd, wel tot stand komen. Want het
Blok bestaat en is pas opnieuw inge
zegend door den Rijkskanselier.
RUSLAND.
In het ongelukkige Finland schijnen
de maatregelen van de Russische regee
ring weder verscherpt te zullen worden.
De bladen te Helsingfors verklaren,
dat Rusland vooral ten opzichte van de
Finlandsche sociaal-democraten krachtig
zal optreden.
Een aanhanger van het Bobrikhof-
régime, Geine, is benoemd tot adjunct
van den gouverneur-generaal.
lag in haar fijne trekken. Zij was de
oudste in de familie, en werd als zoo
danig in alles geraadpleegd. Haar uit
spraak gold voor beslissendzelfs
Frederik, de eigenlijke chef der familie,
onderwierp zich daaraan. Zij hield van
al haar verwanten, begreep allen. Haar
fijn, schrander vernuft ging de ver-
borgenste zielsbewegingen der haren
na, zij doorgrondde allen geheel.
Veel verwanten waren er niet meer
Frederik en Beata en Frederiks dochter,
de kleine Erika.
Ook heden waren de volwassen leden
der familie in tante Louises woonka
mer bijeengekomen, om over de kleine
Erika te spreken. Het kind had den
vorigen dag weer een aanval van kramp
gekregen, alleen uit woede over een
besluit van haar gouvernante. Deze had
daarop Frederik Mannebach meege
deeld dat zij den eersten der volgende
maand vertrok. De vijfde gouvernante
in zestien maanden.
Erika's zwak gestel had vanaf haar
geboorte de familie veel zorgen en
last veroorzaakt. Maar terwijl men er
voortdurend oppaste dat niets haar
lichamelijke ontwikkeling storen of haar
gezondheid schaden kon, had men ver
geten, dat in het zwakke lichaam een
geest huisde, die wellicht ook vorming
en leiding noodig had.
Uit vrees, haar op te winden, had
men het nooit gewaagd, weerstand te
Ook in de provincie Wilborg wordt
het toezicht van Rusland verscherpt,
onder voorgeven, dat men slechts op die
wijze met succes de Russische revolu
tionairen zal kunnen bestrijden, die in
groote getale daarheen de wijk genomen
hebben.
FRANKRIJK.
In den laatsten tijd wordt in Frankrijk
veel geklaagd over tuchtloosheid in het
leger bij de marine. Te Toulon heb
ben Woensdag opeens de matrozen ge
weigerd hun maaltijd te nuttigen en hun
werk te verrichten. De reden was, dat
zij, naar hun beweren in langen tijd
geen vleesch gekregen hadden. Door
tusschenkomst van een schout-bij-nacht
werden de matrozen er toe bewogen,
hun werk weer te verrichten, terwijl
terstond een onderzoek werd ingesteld
omtrent de al of niet gegrondheid hun
ner grieven.
CHINA.
Men schijnt te Peking bevreesd te
zijn voor onlusten. Althans Duitsche
bladen hebben hel bericht ontvangen,
dat de gezanten der Europeesche mogend
heden de bewaking hunner paleizen ver
sterken.
Tweede Kamer.
Het stond vast, dat een van de weinige
hoofdstukken waarbij „de politiek" een
rol zou vervullen, Binnenlandsche Zaken
zou zijn en dat daar bij, in tegenstelling
met de reeds behandelde afdeelingen der
Staatsbegrooting, talrijke amendementen
zouden voorgesteld en stemmingen uit
gelokt zouden worden, ten einde den
heer Rink een of meer kleine échecs te
bezorgen.
Wat de tuberculose-bestrijding aan
ging, mislukte dit echter, daar de heer
Schaper zijn amendement introk, be
palende, dat ook aan gemeenten subsidie
kon worden verleend. Minister Rink,
dr. Blooker en de heer Lobman be
duidden, dat hier van Staatszorg in de
eerste plaats geen sprake wasdat het
particulier initiatief zich ontwikkelde en
naar centralisatie zochtdat de gemeen-
bieden aan haar reeds vroeg zich
openbarende eigenzinnigheid. Een kleine
tegenspraak, een verbod, de weigering
een van haar wenschen te vervullen,
veroorzaakte bij het kind aanvallen
van woede, die niet zelden zooals
nu weer in krampen overgingen.
Iets moest gebeuren, om hierin ver
andering te brengen. Frederik Man
nebach vertelde, dat hij er over ge
dacht had of het niet goed zou zijn,
Erika in een voornaam gezin, zoo
mogelijk bij een arts, waar kinderen
van haar leeftijd waren, te plaatsen.
Tante Louise en Beata waren daar
geheel tegen. Hemzelf was de ge
dachte, zijn eenig kind niet bij hém
te houden, ook niet prettig, maar
«Weet gij iets beters? Een verande
ring moet er plaats hebben, hoe dan
ook. Erika is een teer, maar niet een
ziek kind en zij is tien jaar oud. In
haar eigen belang moeten we ervoor
zorgen, dat een krachtige persoonlijk
heid haar opvoeding begint. Door ons
wordt zij verwend, geen van ons
heeft de kracht, tegen haar op te
treden. En de gouvernantes geven het
na de eerste pogingen in den regel op».
«Je moest weer trouwen, Frits»,
zei tante Louise kalm, «dat is het wat
aan het kind ontbreekt, een moeder.»
Wordt vervolgd).