BINNENLAND. STATEN GENERAAL. Uit de Pers. STADSNIEUWS. De Sjah had zijn kozakken bevolen-het Parlementsgebouw te bombardeeren en de verdedigers aan te vallen. Dat zou een groot bloedbad tengevolge gehad hebben. De Russische commandant der kozakken ried het den Sjah op het laatste oogenblik af, omdat hij de kozakken niet kon vertrou wen; dezen (zij zijn Perzen) weigerden te marcheeren. Daarop werd de Sjah meer verzoeningsgezind. Een later bericht zegt, dat de volks menigten, door tusschenkomst van de priesters zijn uiteengegaan. Er is een nieuw Kabinet gevormd. Tweede Kamer. De begrooting voor Binnenlandsche Zaken is Donderdag zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Daarna was Oorlog aan de orde. De heer Thomson opende de rij der sprekers. Hij besprak achtereenvolgens de samenstelling van het leger, het ge bruik er van en de gezindheid tot her vorming des Ministers. Uitgangspunt was de vraaggaan wij den weg op van het volksleger, en hij beantwoordde dien vraag ontkennend. Om tot het volksleger te geraken, achtte de heer Thomson noodig invoering van den algemeenen dienstplicht en des wege verscherpte, verplichte keuring voor de loting. Het leger behoort niet uit zwakkelingen en idioten te bestaan, die tot lange oefeningstijden nopen. De goede, krachtige figuren moeten worden ingelijfd. In dit opzicht preciseerde de generaal Elandde lengtegrens worde verhoogd van 1.55 M. tol 1.60. De Minister heeft overweging toege zegd, maar daarmee was de Leeuwarder afgevaardigee niet tevreden. Hem duurde alles te lang bij 't Departement. Men vreest blijkens de stukken „wildheid" en „overijling" en volgt een slakkengang. De groote lijn in het beleid des Ministers zou ontbreken. Maar 's heeren Thomson's bezwaren golden vooral de weigering des Ministers om den eersten oefeningstijd te verkorten en zijn pogingen om voorloopig door versterking van beroepskader den kader- nood te lenigen. Hij vond hierin bestrij ding bij de heeren Duymaer van Twist en Van Vlijmen, die voor het volksleger niets gevoelen, lange oefentijden en be roepskader onmisbaar noemen. Voorts bevatte 's heeren Thomson's rede tal van speciale punten, zoo het oproepen van een zg. derde ploeg van het blijvend gedeelte, 's Ministers dubbel zinnige houding in zake de groote ma noeuvres, waarvoor hij zelf geen geld durft vragen, maar gaarne bij wege van amendement van de Kamer geld zal ontvangen de slechte geest in het leger die alleen te verklaren is uit het feit, dat wij een beroepsleger hebben de leveranties uitsluitend door Krupp gedaan. De heer Thomson weifelt of hij zijn stem aan deze begroeting zal geven, het zal afhangen van 's Ministers antwoord. De heer Duymaer van Twist maakle van den geest in het leger de hoofdzaak zijner redevoering. Ontstemming wekten het gebeurde met het blijvend gedeelte, de oproeping van de derde ploeg, welke thans weer in 1908 zal plaats vinden het plan om de milicien-sergeanten ter herhaling op te roepen na vijf maanden verlof. De slagvaardigheid van den troep lijdt onder dit alles, terwijl de kadernood de defensie in nog ongunstiger parket brengt. Het reservekader zou ook deze Minister niet gunstig gezind zijnhij zou op kader- dwang aansturen in een mililielcger. Ten slotte verlangde de afgevaardigde een Staatscommissie om de grondslagen der defensie naar een weloverwogen plan op te bouwen. De heer Eland keek min der ver in de toekomst, dan de heer Thomson. Hij hield zich aan het bestaan de en bepleitte nevens verscherping der keuring, afschaffing der schadeloosstel lingen aan kostwinners, die geheel vrij van dienst behooren te worden gelaten. Het zou kosten besparen en betere mili ciens in den troep brengen. De vier- maanders moesten maar afgeschaft wor den, de geoefendheid van den heelen troep lijdt onder dit instituut. Men zou d. e. t. de beter geoefenden spoediger met groot verlof huiswaarts kunnen laten gaan. De intermitteerende dienst van het reservekader levert geen goede kor poraals en onderofficierer voorloopig echter moeten de drie sooiten kader, militie-, reserve- en beroepskader ge handhaafd blijven. Een echte oppositie-rede, door een deel der rechterzijde dan ook met bravo's beloond, droeg de generaal Van Vlijmen voor, die eerst het Kabinet te lijf ging, dat maar gedurig op beslissingen der Kamer vooruit bleef loopengetuige het gebeurde met het blijvend gedeelte, de hoogere bevelvoering en de afwerking der Stelling Amsterdam. Voorbereidend militair onderricht ont- trekt onderofficieren aan den dienst, het blijvend gedeelte is noodig om het kader een behoorlijke oefening te bezorgen, lange diensttijden zijn noodzakkelijk. Vol gens deskundigen zou het bij cavalerie en artillerie niet best met de troepen sterkte, het kader en de paarden gesteld zijn. Ons leger is in verval, en waar moet het heen, wanneer men de vak mannen niet meer gelooft; dan gaat Nederland immers te gronde. De heer Bos besprak het bezuinigings rapport der commissie in zake de artil lerie. Hij wees op de groote fouten, die in de organisatie der artillerie werk plaatsen bestaan en deed middelen tot verbetering aan de hand. De heer Lely kwam er tegen op, dat deze Minister eischt, dat officieren van de legerauto- riteiten vergunning vragen om een huwelijk aan te gaan. Een officier tornt vrijheid toe, doch wenscht de Minister den vergunningseisch te handhaven, dat hij dan loyaal een wettelijk voorschrift uitlokke. De heer Van Karnebeek zag een mid del in verhooging van het contingent, waardoor mede de quaestie van het blijvend gedeelte zou kunnen worden opgelost; voorts in betere onderscheiding tusschen beroeps- en militiekader, het eerste dienend tot instructie, het andere tot aanvoering van den troep. De heer Tydeman oordeelde daarentegen, dat met verhooging van het troepenaantal geen proef mocht worden genomen, nu de kadernood nijpt. Kaderplicht is het mid del, naast het capitulantenstelsel om beroepskader te krijgen en te houden Voorts wenschte deze spreker het voor bereidend onderricht der viermaanders te verbeteren. De Staatscommissie tol onderzoek van het defensiewezen is bij de heeren niet meer in trek, vóór deze begrooting heeft de heer Talma zijn desbetreftende motie ingetrokken en er was gisteren niemand meer die er iets voor voelde. Thans is dit een Raad van Defensie, adviseerend lichaam naast den verantwoordelijken Minister, dien men wenscht. Het huwelijksveibod zonder toestem ming van hoogerhand is door den heer Van Karnebeek verdedigd, door de heeren Lohman en Ruys, naar het voorbeeld van den heer Lely, veroordeeld. De Minister was er op gesteld. Voor den kameraadschappelijken omgang lus- schen officieren is het noodig, dat zij, willen ze hen bijzit huwen, den dienst verlaten. Intusschen zou Zijn Excellentie misschien een wettelijke regeling voor stellen. Reeds bij de replieken werd door de heeren Lohman, Lely, De Beaufort en Tydeman een motie ingediend om het Koninklijk Besluit met het huwelijksver bod buiten toestemming in te trekken. Zij zal later worden behandeld. Nog in den namiddag ving de Minister van Oorlog zijn rede aan met een schets zijner plannen. Zie hier in het kort 's Ministers programEen vrij veldleger, in slaat onmiddellijk gemobiliseerd te worden. Herziening van Landweer- en Militiewet, verbetering van het voorbe reidend onderricht. Het leger moet in vredestijd zóó worden georganiseerd, dat het bereid is bij oorlogsgevaar. Daarom moet het veldleger een commandant hebben, moeten de samengestelde divisiën worden georganiseerd. De geest in het leger worde verbeterd door wijziging der dienstvoorwaarden, invoering van het capitulantenstelsel, doelmatiger indeeling der werving en verhooging der soldijen. Dit alles op de basis van de bestaande Landweer- en Mililiewetten, die noch- thans loutering behoeven. Grootere lichtingen, kortere diensttijden, zoo mogelijk minder herhalingsoefeningen. Op dit oogenblik kan echter van ver korting van den oefeningstijd nog geen sprake zijn, de adviezen van autoriteiten luiden ongunstig. De voorgeoefende viermaander staat verre achter bij den geoefenden achtmaander,daarmede houde men rekening. In geenen de. Ie is de minister vooruit geloopen op nog door de Kamer te nemen beslissingen ten opzichte van dislocatie of legerbevel. Slechts heeft bij de namen van de inspecteurs veranderd, ze heeten thans commandanten. Voor verscherpte keuring gevoelde generaal Van Rappard veel. De kaderquaestie zal vermoedelijk naar 's heeren Tydeman's denkbeelden moeten worden opgelost, de Minister zou er liever niet toe overgaan, maar tot kaderplicht zou het toch wel moeten komen. Overigens kan de Minister veel kleine maatregelen nemen tot lotsver betering, maar niet de hervormingen invoeren die bv. de onderofficieren van hem eischen, zij zouden op millioenen komen te staan. De Raad van Defensie werd door den Minister slechts oppervlakkig besproken. Blijkbaar had hij de portée nog niet goed doorzien. Hij zelf vond den Raad niet noodig, maar wilde de Kamer er graag één hebben, dan zou de Minister er geen bezwaar tegen maken. Te Utrecht is dezer dagen uit de afgevaardigden van verschillende Neder- landsche drankbestrijdersvereenigingen een comité opgericht voor het gezamen lijk houden van volksstemmingen, op de wijze van de onlangs te Dinxperlo en te Steenwijk met zoo gunstigen uit slag gehouden volksstemmingen in zake vermindering van het getal drinkgelegen- heden. De vereenigingen, welke nog niet ver tegenwoordigd waren, zullen daartoe alsnog worden uitgenoodigd. In de Raadszitting der gemeente Leiden heeft zich het volgende pijnlijk incident voorgedaan: Bij de besprekingen over een voorstel tot aankoop van een paar huisjes, noodig voor de uitbreiding van de Hoogere Burgerschool voor jongens, zeide de voorzitter, dat hij voortaan voor de be handeling van dergelijke voorstellen de vergadering met gesloten deuren zou doen houden. De secretaris gaf daarop vrij luid te kennen, dat de Raad daarover te be slissen heeft. De voorzitter zeide dat de secretaris zich niet in de discussie heeft te mengen, en legde hem het zwijgen op. Daarna las hij uit art. 43 der Gemeentewet alinea 2 voor, waarop de secretaris hei nam, dat hij den Raad onvolledig inlichtte, wijzende op de 3de alinea, waarin ge zegd wordt, dat de vergadering beslist, of met gesloten deuren zal vergaderd worden. De voorzitter verzocht toen aan een der boden den commies-redacteur te roepen om den secretaris te vervangen. De oudste wethouder, de Heer Juta, kwam tusschen beide en ried schorsing van de vergadering aan. Aldus geschiedde. Ongeveer drie kwartier later werd de vergadering heropend. De secretaris be tuigde toen zijn leedwezen, dat hij tus- schenbeide was gekomen. Daarna werd de behandeling van de agenda voort gezet. In den Bond van Ambtenaren bij Departementen van Algemeen Bestuur en Hooge Colleges van Staat te 's Gravenhage is ernstige oneenigheid. Een strooming in den Bond wil erken ning als vakvereeniging in de uiterste consequentie, en dan aansluiting bij het Vakverbond. Donderdag vergaderde het hoofd bestuur van den Middenstandsbond te Nijmegen. De heer Thijs Plet werd, na zijn ernstige ongesteldheid geluk gewensebt door den voorzitter, den heer Meeuwsen. De Nederlandsche Bond van Bierhande laren en Mineraalwaterfabrikanten, de Ned. Bond van Rijwielhandelaren en herstellers, de Amsterdamsche Vereeni- ging van Vrij Winkelbedrijf, de Am sterdamsche Loodgieterspatroonsver- eeniging, de Nederl. Bond van Stuka doorspatroons, werden als leden aange nomen. Tal van andere Vereenigingen hebben toetreding toegezegd. Een brochure over de werking van het Rijksbureau naar onderzoek van handelswaren zal verschijnen. De heeren M. v. Hout, Thijs Plet, W. Nieuwenhuyzen, zullen een commis sie vormen tot wijziging van de statuten. Daarna werd besloten een schrijven tot den Minister van Waterstaat te richten, ten einde in de postkantoren de openstelling der loketten voor de postwissels met eenige uren te ver lengen. «HET MINISTERIE UIT ZIJN LIJDEN VERLOST.» De a.-r. Rotterdammer kan niet begrijpen, waarom men toch van rechts niet toetreedt om het huidig ministerie op te doeken. Onder het opschrift: «Wat scheelt er toch aan schrijft het blad Het is toch komiek Als ge zoo de geesten onder het anti-revolutionnaire volk hoort, dan wenscht een ieder, dat er aan de lijdensgeschiedenis met het tegenwoor dige ministerie maar spoedig een eind moge komen. Ook in roomsche kringen beluistert men iets dergelijks. Ja, het is een wonderlijke historie Het staat in de Kamer 49 tegen 51, onder de 51 dan nog de socialisten meegerekend. Als nu toch die 49 eendrachtig altoos op hun post waren, dan ware toch in minder dan drie weken het ministerie uit zijn lijden verlost, en werd ver werping als nu weer van het amende- ment-Aalberse, waarbij het belang van ons bijzonder middelbaar onderwijs ten zeerste betrokken was, bijna zeker voor komen. Men mag vragenwat scheelt er dan toch aan in de Tweede Kamer, dat men zoo bang blijkt het Kabinet nederlagen te bezorgen STAATSSUBSIDIE AAN OPEN BARE LEESZALEN. Over de verwerping van het amende ment-Van Vuuren om de subsidie aan openbare leeszalen te schrappen, schrijft de «Nieuwe Courant»: Het hoera'tje, dat na den uitslag aan den linkerkant der Kamer opging, is gerechtvaardigd. De dienstbaarheid, welke heden door de rechterzijde aan den dompergeest is betoond, is een beleediging van ons verleden, een on heilspellend teeken voor de toekomst. Waar is, in ons tegenwoordig Neder land, de geest gebleven van een Groen vau Prinsterer, waar is de protestantsche traditie, met nationale traditie saam- geweven, dat het vrije onderzoek is de eenige bron van zedelijke en maat schappelijke kracht, dat goed en bloed geofferd moeten worden als het geldt geestelijke censuren te keeren Kunst- en Wetenschap. JAN ONGELUK. We kunnen niet zeggen, dat het ons erg aanlokkelijk scheen gisteren den avond te moeten doorbrengen in Amicitia waar de Utrechtsche Onderwijzers Too- neelvereeniging een uitvoering gaf ten bate van „hulpbehoevende onderwijzers." Wanneer men al eenige kluchten heeft moeten „genieten", wordt men het wel een weinig moe wederom zoo'n gefa briekt blijspel te verduwen, ook al is het er dan een, dat lang niet de minste is onder dit soort spelen, saamgesteld uit een reeks onwaarschijnlijke mogelijk heden en onmogelijke waarschijnlijk heden. En dat is ongetwijfeld „Jan Ongeluk". Dat munt voorzeker ver uit boven soortgelijke stukken en is meer malen zoo in-humoristisch, dat men al beslist Nurks in eigen persoon moet zijn, wil men niet schudden van het lachen. Maar zoo gezegd, als men, in het Amersfoortsche tooneelseizoen, dat toch al niet een rijke verscheidenheid kan bieden, reeds eenige kluchten heeft gezien, dan verlangt men sterk naar iets anders, iets degelijkers. Wanneer we dus op den voorgrond stellen, dat onze verwachtingen niet hoog waren gespannen, ook niet met het oog hierop, dilettanten aan 't werk te zien, dan zal spel en aankleeding van het geheel, zeker hoog geroemd zijn, 7.00 we aanstonds daarop laten volgen, dat we genoten hebben, genoten op een wijze, die ons heugen zal. En al dragen we dan van een dergelijk stuk niets anders mee naar huis, „Jan Ongeluk" blijft dan in de hoogst aangename her innering, omdat het ons van het begin tot het eind allerdolst heeft geamuseerd. En wat is dat ook niet heerlijk, zoo eens flink de lever te laten schudden, dat moet in deze zwartgallige tijden voor menigeen een verkwikking zijn. En daarom zijn we de II. O. T. reeds hoogst dankbaar. Het is haar ten volle gelukt het zeer talrijke publiek braaf te amusee ren, en wanneer we zeggen dat een dave rend gelach aanhoudend door de zaal ging, dan voelen we eigenlijk een te zwakke term te gebruikenmeermalen schaterde de hartelijk gulle lach, in één woord bet was een fameus lachsucces van begin tot eind. Het stuk achten we bekend. Zooals we zeiden is het niet uit al te onmo gelijke waarschijnlijkheden opgebouwd en is daarbij rijk aan kerngezonden humor. En waar het nu op een wijze werd opgevoerd, zooals we dat slechts van beroepstooneelisten hadden verwacht, daar mag het geen verwondering wek ken, dat zulk een uitbundig succes werd verworven. Zonder ook maar eenigszias Ie kort te willen doen aan het spel der anderen, willen we toch in 't bijzonder wijzen op het uitmuntend vertolken der rollen door de heeren Martin Hallerst&dt, Waldemar Knauer en Boris Menski, terwijl ook de dames zeer goed spel gaven. Vergeten we niet, dat het charmante nichtje, Martha Wendel, zeker wel een compli mentje verdient voor haar keurige japornetjes. Ook de grime der spelers was uit stekend terwijl de regie goed verzorgd was. Alles bij elkaar genomen zijn wij ten hoogste voldaan over dezen avond en zeker allen met ons. Van harte roepen wij dan ook de U. O. T. een tot weer ziens toe. Deze eerste kennismaking is een hoogst aangename geweest en we twijfelen er niet aan, een volgend maal kan men wederom op een hartelijke ontvangst rekenen. Vermelden we nog dat bij het einde van het derde bedrijf herhaaldelijk moest gehaald worden en het applaus veel van een ovatie kreeg. Gedurende de pauze kregen we van een klein ensemble eenige muzieknum mers te hooren, hetgeen een aardige atwisseling bracht. Burgem:ester en Wethouders van Amersfoort maken bekend, dat het bureau van den Burgelijken Stand gedurende de beide Kerstdagen voor het publ iek geopend zal zijn des voormiddags van 8!/29 uur uitsluitend tot het doen van aangiften van geboorten of overlijden. De hiervoor noodige aanvrage moet geschieden aan het gemeentehuis, mon deling of schriftelijk, uiterlijk tusschen 88V4 uur des voormiddags van den dag, waarop men aangifte wil doen. De Gemeenteraad vergadert a.s- Dinsdagmiddag. Voor de agenda zie men ons nummer van Donderdag. Raadsstukken. Het Rapport en voorstel van B. en W. betreffende een verzoek van een aantal werklieden- en vakvereenigingen tot het subsidieeren van vakteekenondcrwijs, luidt in zijn geheel als volgt Voldoende aan uw opdracht, advies uit te brengen over het ter zijde ge noemde adres, hebben wij de eer het volgende op te merken. In uwe vergadering van 28 Juni 1906 werd behandeld een verzoek van de afdeeling Amersfoort van het Neder- landsch Werkliedenverbond „Patrimo nium", den R. K. Volksbond „St. Joris", de Timmerlieden vakvereeniging „St. Joris", de Christelijke Timmerlieden ver- eeniging en de Metaalbewerkers vereeni- ging „St. Eloy" en een adres van de Kamer van Arbeid voor de bouwbedrijven te Amersfoort, met verzoek de klasse van voortgezet teekenonderwjjs aan de Burger Avondschool weder in testellen. In ons advies hadden wij gelegenheid er op te wijzen, dat er van opheffing geen sprake kon zijn en gaven wij U in overweging, afwijzend op het verzoek te beschikken, waartoe door U met alge- meene stemmen besloten werd. De vereeniging „Ambachtsschool voor Amersfoort en omstreken" had intusschen een avondcursus gedurende dat jaar voor vakteekenen geopend ten dienste van ambachtslieden. Verschillende vereenigingen wenden zich thans tot de Gemeente met het verzoek, voor een teekencursus eene subsidie van f250 te willen verleenen. De meening van de adressanten, dat de f250, die beschikbaar is gesteld voor den melselcursus, die niet doorgaat, in 19u8 voor het gevraagde doel kan wor den gebruikt, is onjuist. De Gemeente heeft besloten, den melselcursus te steunen voorloopig wordt deze nog niet ingesteld wegens het geringe aantal leer lingen. Melden zich evenwel voldoende leerlingen aan, dan zal natuurlijk tot oprichting worden overgegaan en kan de Gemeente de eens toegezegde sub sidie niet terugnemen. Waar nu in andere plaatsen o.a. Arnhem, Nijmegen, Zwolle, met goed succes het metselen onder de leervakken van de Ambachts school is opgenomen, is het waarschijnlijk, dat de metselcursus ook in deze Ge meente weldra een voldoend aantal leerlingen zal trekken. In ieder geval kan over de toegezegde gelden thans nog niet beschikt worden. Wat nu het verzoek zelf betreft, kun nen wij U niet tot inwilliging adviseeren. Wij willen hiermede .allerminst geacht worden het nut van het gevraagde onderwijs te onderschatten. Wij meenen evenwel, dat de Gemeente aanvankelijk geen nieuwe uitgaven voor het vak onderwijs op zich kan nemen. Er wachten nog zoovele aangelegenheden op beter regeling, die niet aan de orde gesteld kunnen worden wegens de daar aan verbonden financieele gevolgen, en waarvan de behartiging nog meer op den weg der Gemeente ligt, dat wij ernstig moeten ontraden, deze lasten wederom uit te breiden voor het ge vraagde doel. Dit klemt te meer en noopt tot voor zichtigheid ten opzichte van subsidi- eering van vakonderwijs voor vol wassenen, omdat aanvragen tot hoogere subsidies voor dit doel niet onwaarschijnlijk zijn. Heeft de Gemeente voor éen jaar de subsidie toegezegd, dan zal zij deze in volgende jaren niet kunnen intrekken. Nog moeten wij opmerken, dat het ons niet wenschelijk voorkomt, zijdelings er toe mede te werken, dat de lokalen van de Ambachtsschool voor het onder wijs gebruikt wordenbij uitbreiding van de Burger-Avondschool zijn die lokalen voor die school noodigworden deze evenwel met medewerking van het Gemeentebestuur mede gebruikt voor het vakteekenen voor volwassenen, dan zullen deze bezwaarlijk voor de Burger- Avondschool ontruimd kunnen worden; alsdan zal het Werkhuis in gebruik ge nomen moeten worden, waardoor de kosten van de Burger-Avondschool weder belangrijk zullen toenemen. Nog kunnen wij er ons niet mee ver eenigen, dat, waar het hier onderwijs voor volwassenen geldt, die, naar ons oordeel, zelf de kosten van hun onder wijs behooren te betalen, bij een geraamd bedrag van f 525 in uitgaven, door hen zeiven slechts f 75 wordt betaald, terwijl zich reeds meer dan 60 deelnemers aan gemeld hebben. Op deze gronden hebben we de eer U voor te stellen, afwijzend op het adres te beschikken. Het Voorstel van B. en W. betref fende het personeel, te benoemen voor het landgoed „Birkhoven" luidt als volgt

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1907 | | pagina 2