rijzinnig- Orgaan voor Amersfoort en Omstreken. 4. DONDERDAG 9 JANUARI 1908. 5e JAARGANG. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „DE EEMLANDER". Versehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. DE CRISIS. FEUILLETON. DE KLEINDOCHTER. BUITENLAND. Directeur R. 6. RIJKENS. Abonnementsprij s Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau: BREEDESTRAAT 20. Telefoon Interc. 62. Prijs der Adverténtiën: Van 1 tot 5 regelsf 0.40 Voor iederen regel meer- 0.08 (Bjj abonnement belangrijke korting.) Tal van geruchten, die dezer dagen n de couranten opduiken, maken, dat we met eenige ongerustheid de oplos ing van de ministerieele crisis tege- noet zien. Eerst kwam het bericht, dat Dr. vuvper op reis was gegaan. Dat was en heele geruststelling. Doch ziet, nauwelijks was dit bericht wij meenen dat het van de «N. Ct.» ras de wereld ingezonden of daar neldde hetzelfde blad, dat Dr. Kuyper vas teruggekeerd. En terstond daarop azen we de tijding dat er in den Haag ene bijeenkomst was gehouden van den eer Heemskerk met vijf Roomsch- atholieke Kamerleden en Dr. Kuyper. Hij is nooit weg geweest, kwam een erde blad ons vertellen. Maar het meest inslaande bericht was en bulletin van het nieuwslad «Voor- it», luidende als volgt «Wij vernemen, dat de crisis zal -orden opgelost door een Ministerie- uyper met een Raad van defensie oor Oorlog en Marine." Nu zijn dit alle nog wel slechts ge- uchten en het is meer gebeurd, dat «Iemand op zijn eenzamen post, als men em vergat, door tendenzieuse berich- n aan zijn bestaan herinnerde, maar «et is ook zeer goed mogelijk, dat al ie berichten dienst moeten doen als proefballonnetjes. Maar dan zou het ons niet verwon deren, als men van meer dan éen kant erstond ten sterkste tegen een derge- ijke oplossing opkwam. Niet, dat men er iets tegen zou kunnen hebben, indien de Kabinets- brmateur, in casu de heer Heemskerk, rniten het Kabinet bleef; datzelfde heeft pok de heer Borgesius gedaan al :ou het ook niet onvermakelijk zijn ils nu een Rechts Kabinet aan het oer kwam op dezelfde wijze, die de Door M. BöHME. 22). Als slim zaken man wachtte Tony if. Nam zij het aanbod aan, dan was het 'oor hem nog tijd genoeg, met zijn 'oorstel aan te komen. Wees zij 't af dan had hij immers den tijd, en be hoefde zich niet te haasten. En het onverwachte gebeurdeHerta weigerde de betrekking, uit aanhanke lijkheid voor de oude Stohmans, zooals ze zei. Dan verliepen weer jaren. Men gewende zich aan de gedachte, juffrouw Herta, ook zonder trouwring, tot de familie te kunnen rekenen. Zij voelde zich schijnbaar volkomen tevreden. Wat zij zelf dacht en hoopte en wenschte, wist niemand. Zij was in de j»ren bij de Stohmans nauwelijks ver anderd. Haar bleek, smal gezicht met den eenigszins plompen neus en de smalle zwarte oogen wisselde zelden van uit drukking. Even vreugdeloos en verf lenst 5 nu, op negen en twintig-jarigen -ëeftijd, had ze er uitgezien, toen ze pas bij Stohman in betrekking kwamWie haar beter kende wist echter, dat zij niet zoo onverschillig was en onver anderlijk als haar wezen aanduidde rechterzijde altijd zoo heftigheeft gelaakt. Maar een terugkeer van Dr. Kuyper zou, nu de stormen tusschen twee par tijen van ons volk juist een weinig zijn bedaard, de golven weer hemelhoog doen opzweepen. De «Zutphensche Courant» die be toogt dat mr. Heemskerk niet zelf buiten het kabinet kan blijven om Dr. Kuyper weder op diens oude plaats te doen zetelen, zegt, dat er vele redenen zijn, die een terugkeer van Dr. Kuyper verhinderen en schrijft o.a. «Om het land te regeeren zijn hoogere qualiteiten noodig dau dr. Kuyper ge toond heeft te bezitten. In zijn 4-jarige regeering heeft hij over ons land zoo veel verdeeldheid gebracht, dat zelfs zijn eigen partij in zijn terugkeer als minister-president geen heil meer ziet. En wij achten het een gelukwensch waard, dat hij, nu tenminste buiten het nieuwe ministerie gehouden zal worden. De man, die eens. in een ambtelijk, openlijk stuk schreef; «thans reageert de christelijke volksgeest tegen het weder opkomen van paganistische fac toren», behoort nimmer een ministers zetel meer in te nemen. Voor hem is slechts plaats in 't studeervertrek, om in alle stilte te werken aan weten- schappelijken arbeid, die hem trouwens naar zijn eigen verklaring, wel zoo lief is.» Wij onderschrijven volkomen hetgeen de Zutphensche hier zegt. Alleen den gelukwensch aanvaarden wij voorloopig niet. Wij helpen het wenschen, dat Dr. Kuyper thans niet terug mag komen, maar, zooals we boven zeiden, geheel gerust zijn we, na al die geruchten, niet. HET HARDEN-PROCES IN FRANKRIJK. Men heeft niet alleen en niet uit sluitend in Duitschland zich bemoeid maar dat in het meisje een groote geest kracht, veel verstand en berekening verborgen wareu. Tony had later nog wel naar een passende levensgezellin omgezien, maar het ging hem nooit erg goed. Bij zijn keuze behoefde het geld niet van invloed te zijn, dat had hij zelf genoeg, maar het was ook geen fout, als de uitver korene iets bezat. Tweemaal had hij het ongeluk, dat hij bij een reeds niet meer vrije aanklopte, en een blauwtje liep. Daarna werd hij besluiteloos, talmde, aarzelde, tot een ander hem de toe komstige, die hij op 't oog had, voor den neus weghaalde. Reeds begon hij zich in de gedachte in te leven, dat hij vrijgezel zou blijven, of misschien toch nog eens Herta Stieglitz trouwen. Zij was nu eenmaal bijna onmisbaar in den winkel. De modeartikelen bestelde zij op eigen houtje bij den reizigers. De smaak der oude vrouw ging niet met de mode mee, Herta kende juist de wen schen en den smaak van haar klanten koos en bestelde zeer voorzichtig en trof altijd het juiste, goed verkoopbare. Op dit punt der bewustheid aangekomen, kreeg Tony zijn kalm evenwicht weer terug. Hij overdacht de menigvuldige opwindingen, de onrust der bruidskeuze, beschouwde dit nu als afgedaan, daar de hoogste goederen des levens naar zijn inzicht niet in idyllische geschiede met de geruchtmakende zaak Harden. Zij heeft ook elders en met name in Frankrijk de aandacht getrokken. Er was in de Fransche bladen die daarmee zich inlieten, zekere Schadenfreude waar te nemen. Vroeger, in de dagen van het Dreyfusproces vooral, spraken telkens Duitsche bladen van het bederf in het Fransche leger; men kon er hun thans op wijzen dat ook bij het Duitsche leger zich dingen voordoen die het waarlijk niet tot eer verstrekken en men heeft niet nagelaten het te doen. En thans Nu wendt zich het eerste der Fransche bladen tegen Harden. De Temps heeft over het tweede proces een artikel waarin het aan Wittowski, genaamd Harden, verwijt telkens de Duitschers tegen Frankrijk te hebben opgezet. Met name in de Marokkaansche zaak, zegt het blad, heeft hij niets nagelaten om eene overeenstemming onmogelijk te maken en de dingen te verergeren. Het min of meer officieuse orgaan van het ministerie van buiten- Iandsche zaken wil aannemen dat Harden slechts de spreektrompet van den heer von Holstein is, maar hij liet zich dan toch maar als zoodanig gebruiken. Hij was de vijand van Frankrijk en de Temps beklaagt hem niet. Het blad vergist zich echter als het meent, dat de val van Harden invloed zal hebben op de gevoelens, waarmede de Duitschers de Fransche expedities in Marokko beschouwen. De Duitschers wantrouwen de Fransche politiek. Het is hun niet kwalijk te nemen. Het was niet Harden alleen, die waarschuwde tegen het voortdringen der Franschen in Marokko. Het was een Franschman en een vurig patriot die, voor zijn land opkomende, het wantrouwen der Duit sche buren wekte. Reeds in 1895 ver scheen een werk, getiteld «Het onbe kende Marokko», waarin een Fransch geleerde, professor in het Arabisch, Marokko voor de Franschen opeischte, o.a. op grond dat Marokko de nood zakelijke aanvulling was van Tunis en Algiers. Hij achtte het meer waard dan die beide staten te zamen, ook omdat Frankrijk uit Marokko zoovele strijdbare mannen kon trekken, die door Fransche officieren aangevoerd, bij het Fransche leger ingedeeld, dit leger na genoeg onoverwinnelijk zouden maken, nissen bestonden, maar in stoffelijke dingen, vooral in goed eten en drinken. Daar kwam Jo binnen zijn gezichts kring. Een losse opmerking van de oude mevrouw Meier tegen mevrouw Stohman was voldoende om het huwe lijksplan tedoen ontstaan. Dat waswerke- lijk een prachtig idee. De verbinding der zaken woog daartegen ruimschoots op. Voor Tony's oogen opende zich een prachtig gezicht op de toekomst. De scheidsmuur tusschen Meier-IJ en Meier-J zou vallen, in de plaats der beide winkels moesten éen groote in richting ontstaanFirma Meier en Stohman, voorheen Erwig Max Meier en Erwig Meier. Dat de kleine Jo een lieve, aardige verschijning was,-vond hij een aange name bijomstandigheden. Dat echter dit kleine piepjonge meisje een eigen mee ning hebben zou en dat deze meening wellicht al zijn toekomst-droomen zou verstoren, kwam niet bij hem op. Aan tafel nam Tony naast Jo plaats, in toon, blik en wezen een en al vertrou welijkheid. Voorloopig merkte Jo de intieme vriendelijke houding van haar tafelbuurman niet op. Zij was zoo van haar vreugde vervuld, dat alles daarin verdween. Men sprak over alles en nog wat. Over de gebeurtenissen van den dag, babbelde wat, kwam op de zaken, roerde nog eens de operatie van mevrouw ten minste nog sterker dan de Duitsche armee. Hij rekende op niet minder dan twee millioen Berbers en Arabieren. En, daar de professor eene levendige verbeelding heeft, zag hij reeds door de hulp van deze Afrikanen, Frankrijk zegevieren over al zijne vijanden en de wet voorschrijven aan Europa en de beschaafde wereld over 't geheel. Deze patriot heeft meer kwaad ge daan aan de Fransche koloniale politiek in Duitschland dan al de artikels van Harden vermochten. DUITSCHLAND. Zooals men weet, hebben de Polen besloten om door een boycot van Duitsche handelswaren zich te wreken over de indiening der Polenwet, waarbij de Poolsche grondeigenaars door de regeering van hun land kunnen worden beroofd. Zoowel in Rusland als in Oostenrijk maken de Polen zich gereed om op deze wijze den economischen strijd tegen de Duitsche verdrukking te voeren. Reeds is de Oostenrijksche consul te Warschau er in geslaagd om een groot aantal Poolsche handelaars over te halen om te gaan concurreeren met de Duitsche importeurs. Ook in andere deelen van het Poolsche land maakt men zich gereed om zijn Duitsche leveranciers te vervangen door die van andere nationaliteit. De Poolsche provinciën in Pruisen worden overstroomd door handelsrei zigers uit Oostenrijk. De Duitsche kooplieden in de grensplaats Katto- witz, hebben bekend gemaakt, dat zij de Polenwet, waarvan zij zeiven de eerste slachtoffers zijn, ten zeerste af keuren. Aan de Temps wordt gemeld, dat de Polen overal weigeren bij de Duitsche jonkers in de Poolsche provinciën als landarbeiders in dienst te treden. De Polen hebben zich daarbij de hulp verzekerd van de vakvereeniging der landbouwarbeiders. Ook de Poolsche priesters zullen van af den kansel deze actie steunen. SPANJE. Uit de plechtigheid, waarmee de Fransche minister van buitenlandsche Josefina aan, en besprak, uit 'n oogpunt van zaken, de nieuwe herfstmode. Om tien uur kwam Gerard Meier. Erwig liet zich verontschuldigen. Dade lijk daarna bracht mama Stohman het groote glas voor den bowl binnen, dien Tony kunstvaardig mengde. Een half dozijn geschilde perziken, een paar lepels suiker, besprenkeld met eenige druppels arak. Dan drie flesschen lichten moezel wijn, drie flesschen zwaren Pfalzwijn, een halve roode Bourgogne en einde lijk een flesch Champagne. «Let nu goed op, juffrouw Jo. Dat moet men kennen. Het ingieten doet 't 'm niet. Men moet de lichte, fijne hand hebben. En 't goede begrip van de zaak. Maar bovenal de fijne wijn- smaak. Dat moeten we u alles lang zamerhand bijbrengen." «Waarvoor Ik wil toch geen café beginnen," zei Jo. De oude heer Stohman lachte luid op. »Zie je? Daar heb je 't. Dat is een geslepen Berlijnsche. Die weet je te woord te staan." Jo begreep eigenlijk niet waarin de geslepenheid van haar antwoord had bestaan. Tot haar verwondering zag ze op alle gezichten een lachje van »We begrijpen 't al". Slechts juffrouw Herta behield haar onverschilligen ernst. Zij schilde kalm een peer. Onder de half gesloten oogleden keek ze slaperig, het scheen Jo toe, bijna een beetje spottend zaken Pichon te Madrid werd ontvangen en de feesten te zijner eere gegeven, maakt men volgens de Liberal op, dat er gemeenschappelijke besluiten van Spanje en Frankrijk te wachten zijn. Alle Spaansche bladen sporen de regeering tot voorzichtigheid in zake Marokko aan, o. a. de Impartial, welk blad Pichon hartelijk welkom heet en verwacht, dat zijn bezoek zal strekken tot versterking van de vriendschaps banden tusschen Frankrijk en Spanje, maar tevens de hoop uit, dat de regee ring daardoor niet zal afwijken van de gedragslijn, die zij tot dusverre volgde ten opzichte van Marokko. Men krijgt echter algemeen den indruk, dat de Spaansche regeering besloten is met Frankrijk door dik en dun te gaan. In het zuiden wordt een legerafdeeling van 6000 man marsch- vaardig gemaakt, welke spoedig wel licht de zeeëngte zal oversteken. JAPAN EN AMERIKA. Als d( verhouding tusschen de Ver- eenigde Staten n Japan waarlijk zoo vriendschappelijk was, waarom beijve ren zich dan telkens autoriteiten van beide Staten als om strijd te verklaren, dat er geen wolkje aan de lucht is? Dit is een vraag, die de lezer van de tallooze berichten, die in de laatste weken uit Amerika worden overge seind, zich onwillekeurig stelt. Men bedenke daarbij, dat nooit meer met vredelievende bedoelingen, hoffelijke besprekingen en hartelijke vriendschaps uitingen geschermd wordt als in den tijd, die een oorlog voorafgaat. De Petit Parisien verneemt nu weer uit New-York, dat de laatste nota van Japan door de Ame.ikaansche regeering als vriendschapp .-lijk» wordt beschouwd en dat er hoop bestaat, dat beide regeeringen tot overeenstemming zul len geraken, De onderhandelingen betreffende de immigratie worden op «zeer hoffelijke wijze» voortgezet. Het klinkt werkelijk verdacht. naar Tony en zijn tafelbuurvrouw. Men had reeds vooraf een paar glazen wijn gedronken. Toen de eend opgediend werd, bereikte de stemming een feeste lijke hoogte. Vader Stohman hield een humoristische voordracht. De stations chef vertelde uit zijn ervaring in de werk zaamheid op het station eenige moppen, die uitbundig gelach veroorzaakte. Jo had gaarne in de algemeene vroolijkheid gedeeld, maar zij ergerde zich weer te veel aan Tony en zijn opdringerige vriendelijkheid. Hij pelde noten voor haar. Met een fruitmesje vilde hij de bruine huid van de witte kern, en als hij deze op Jo's bord legde, greep hij telkens naar haar hand. Eens gelukte het hem, ze te vatten, en toen hield hij haar met zijn gladde, vette vingers vast en drukte haar zoo, dat Jo zich slechts met moeite bevrijden kon. »Wat valt u toch in," mijnheer Stoh man, zei ze onwillekeurig zoo luid, dat het vroolijke onderhoud aan tafel oogen- blikkelijk verstomde. Daar echter Jo noch Tony er iets aan toe voegden, was het levendige gesprek weldra weer in vollen gang. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 1