Vrijzinnig- Orgaan voor Amersfoort en Omstreken.
No'; .7
DONDERDAG 16 JANUARI 1908.
5e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EBMLANDER".
Vepsehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
De bezoldiging onzer politie.
FEUILLETON.
DE KLEINDOCHTER.
BUITENLAND.
DE EEMLANDEB
Directeur R. G. RIJKENS
AbonnementsprlJ a
Per jaarf 3.00
Franco per post3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Afzonderlijke nummers- 0.05
Bureau: BREEDESTRAAHM20.
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertentiën:
Van 1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer-£0.08
(Bjj abonnement belangrijke korting.)
In de laatste raadszitting van 1907
was nog ingekomen een adres van de
agenten van politie, waarin om veel en
velerlei gevfaagd wordt. Dit adres en
het voorstel van B. en W. dienaan
gaande, zijn naar de afdeelingen van
den Raad verzonden, waar ze een
onderwerp van beraadslaging zullen
uitmaken.
We hebben in ons nummer van
27 Dec. j.l. de hoop en de verwachting
uitgesproken, dat er voor de agenten
uit deze beraadslagingen wel iets goeds
zou kunnen voortvloeien, al zullen zij
ook bezwaarlijk al hun wenschen ver
vuld kunnen zien.
Wij spraken die verwachting uit, ook
omdat B. en W. in hun rapport over
deze quaestie, neveninkomsten van de
agenten bestrijdende, gezegd hebben
«indien het salaris te gering is, moet
dit verhoogd worden.»
En nu hebben we de moeite ge
nomen eens te informeeren, hoe het
gesteld is met de bezoldigingen van
politie-agenten in andere plaatsen. Bij
dat onderzoek zijn we tot de ervaring
gekomen, dat de politie-agenten in onze
stad ten achter staan bij hunne collega's
in andere steden.
In het kort zullen we eens even
aangeven welke salarissen hier de
agenten genieten.
De hoofdagent krijgt vanaf f650 tot
700 gulden een agent ie klasse f 600
650, een der tweede klesse f525600
en der derde klasse f475523. Vaste
emolumenten bezitten ze niet; ze kun
nen echter ongeveer op f 10 per man
rekenen. Bovendien f 65 per jaar voor
kleedinggeld.
Evenals alle gemeente ambtenaren en
beambten kunnen zij in het genot van
pensioen worden gesteld. Daar voor storten
zij 4°/o van hun jaarwedde. Dit pensioen
kan verkregen worden op 65-jarigen
Door M. BöHME.
25).
>Je vriendinnetje Else heeft ook geen
broers of zusjes, en is toch niet zoo
ongeduldig als jij."
»Ja, maar ze heeft een mama, en
zoo'n lieve mama, die prettig spelen
kan. Juffrouw Lindemann kan in 't
geheel niet spelen."
Frederik Mannebach antwoordde niets
en Erika ging ontstemd weg. Daar ze
zich in huis niet wist bezig te houden,
ging ze den tuin door naar de villa van
tante Beata, die wel eens bijzondere
verrassingen voor haar had.
Frederik Mannebach zag haar met
zeer gemengde gevoelens na. Het was
de eerste maal dat Erika liet merken,
dat zij de moeder miste. Misschien had
den tante Louise en Beata gelijk, dat
hij aan 't kind verplicht was, te her
trouwen. Als er maar dadelijk een ge
schikte vrouw te vinden was. Hij had
niet veel zin, om lang te kiezen. In zijn
gedachten ging hij de bekende dames,
die ln aanmerking konden komen, na
Daaronder ook mevrouw Gotze, de
eenlge dame in Miesbach, waarmee de
Mannebachs nader verkeerden. De jonge
leeftijd na minstens 20 dienstjaren en
na veertigjarigen diensttijd. Het be
draagt dan t/ao van het over de laatste
5 jaren genoten traktement5/s niet te
boven gaande.
Nemen we nu eens een stad van
ongeveer dezelfde grootte, bijv. Zaan
dam. Daar zien we, dat een hoofd
agent het brengt van f796f936; een
agent ie kl. heeft van f702 tot f780;
een der 2e kl. van f 650 tot f 728. Daar
krijgen ze f75 voor kleeding. Ze ge
nieten vrije geneeskundige behandeling
en ieder uur meer dienst dan gewoonlijk,
wordt met f 0.25 betaald. Daarbij komt,
dat ze pensioen hebben zonder storting.
Alleen voor weduwen- en weezenpen-
sioen wordt 5% gestort, na aftrek
van f 250.
Men ziet terstond hoeveel beter voor
het politiepersoneel de toestanden zijn
in Zaandam dan hier.
Bepalen we ons tot de salarissen van
de agenten 3e klasse zij wier finan-
cieele positie het dringenst verbetering
behoeft dan zien we, dat dezen ver
dienen
in Groningen 550— 625 Leiden 550—650
Nijmegen 650—625 Delft 626 - 675
Hilversum 676—754 Alkmaar 550625
Zu'len 550600 Zeist 625—750
Baarn 600550
Bij al deze plaatsen komt Amersfoort
dus achteraan.
Nu zijn de agenten hier in het pen
sioenfonds, dat hen op 65 jarigen leef
tijd een pensioen waarborgt. Maar daar
voor moeten zij 4 °/o der jaarwedde
storten, terwijl in Groningen, Hilversum.
Zutfen, Zeist en Baarn geen storting
bestaat in Nijmegen, Delft en Alkmaar
2 °/0 en in Leiden 21/, 0/° wordt ge
stort.
En nu de emolumenten.
In Nijmegen heeft men vrije genees
kundige behandeling, in Delft geniet
men f 25 per jaar. In Hilversum heeft
men vrije geneeskundige behandeling,
ook voor het gezin. In Zeist heeft men
weduwe was even dertig jaar, dus wat
leeftijd betrof, voor hem de goede
vrouwook verder beviel ze hem niet
slecht. In zijn gedachten onderstreepte
hij haar naam op de lijst der voor een
huwelijk in aanmerking komenden.
»Wat wil je, dat ik je bij de Meiers
breng Je bent niet wijs, Erikaatje" zei
mevrouw Reichenberg onwillig en
daarbij toch om het vreemde denkbeeld
lachend.
»Wat zou dat dan morde het kleine,
verwende ding. >Oom Erwig heeft u
toch ook de mooie rozen gestuurd. Hebt
u hem daarvoor al bedankt
»Neen", zei Beata en begon na te
denken.
Eigenlijk was er toch niets vreeselijks
in Erika's verzoek en ook niet in haar
toestemming, als ze die gaf. Om die
kinderachtigheid van vroeger behoefde
men zich toch waarachtig geen dwang
op te leggen. Reeds lang had ze heime
lijk den wensch gekosterd, nog eens
met Erwig Meier te spreken, zich te
overtuigen van wat er uit hem gewor
den was, of de omstandigheden hem
neergetrokken hadden tot het peil zijner
omgeving, of dat ten minste nog enkele
trekken herinnerden aan den opgewek-
ten, beminnelijken jongen van vroeger.
>Dat is waar, voor de rozen moet ik
bedanken. Kom, we zullen gaan, Erika,"
zei ze, aan een plotseling opwellende
vrije geneeskundige behandeling, waar
voor de gemeente in een ziekenfonds
stort, benevens ongeveer f 35 per per
soon. In Baarn heeft men vrije genees
kundige behandeling, ook voor het ge
zin en kan van overige emolumenten
op f 50 per persoon worden gerekend.
In Groningen, Leiden, Alkmaar en
Zutfen geen emolumenten.
Het kleedgeld is in alle genoemde
plaatsen, waar geen kleeding op dracht
wordt gegeven, hooger dan in Amers
foort, behalve in Zutfen, waar f 50 wordt
gegeven.
Wij hebben alleen die plaatsen ge
nomen, waar ook de verdeeling der
agenten in 3 klassen bestaat, maar ook
wanneer men Amersfoort vergelijkt met
de plaatsen, waar de agenten 2e klasse
de laagsten zijn, dan blijkt, dat overal het
salaris aanmerkelijk hooger is.
Een agent der derde klasse heeft
hier dus, als hij begint f 475 -j- f io
emolumenten )- f 65 kleedgeld dat is
f550 per jaar. Daarvan gaat af f 19
voor pensioen, rest f531.
Reken nu maar eens de laagst moge
lijk denkbare cijfers voor huishuur,
voeding, brandstof en licht, kleedirg en
schoeisel voor vrouw en kinderen. Wat
blijf er dan over? Of liever hoeveel
komt er te kort?
En nu nemen wij nog het gunstigste
geval. Maar stel eens, dat het gezin
door ziekte wordt geteisterd? En hoe
ziet men in zulk een gezin de komst
van een nieuwen wereldburger tege
moet
Het is een lijst van dorre cijfers, die
we hier onzen lezers hebben voorge
houden, een lijst waaruit tevens blijkt,
dat van eenige ontspanning die wij allen
toch noodig hebben, geen sprake kan
zijn. Alle genoegens zal men zich in die
kringen noodzakelijk moeten ontzeggen.
En dat zijn menschen, die prestige
moeten bewaren tegenover het publiek,
die onomkoopbaar moeten zijn.
neiging toegevend, en stond op.
Erika juichte van vreugde.
«Dadelijk
>Ja, dadelijk."
Erika sprong blij vooruit. Beata
Reichenberg volgde haar langzaam. Het
was dichtmistig, zij kon niet verder zien
dan eenige passen afstand. Beata trok
den lossen mantel vaster om de schou
ders. Zij huiverde, hoewel de lucht eer
lauw dan koud was. De mist, de grijs
heid de vallende bladeren, al die vreemd-
sombere kleuren en zacht-versmoorde
geluiden in den mist maakten haar
droevig.
«Erika riep zij, maar het kind luis
terde niet.
De grauwe mistsluiers verborgen haar
voor de oogen der achter haar komende
vrouw. Slechts een juichkreet klonk tot
haar door. Beata haastte zich voorwaarts
en zag tot haar groote verwondering
Erika aankomende aan de hand van een
man.
«Hier is oom Erwig. Dat is prachtig,
dat we hem ontmoeten, niet, tante Beata?"
riep het kind.
Erwig Meier I Naderbij gekomen
herkende zij hem. Natuurlijk, twintig
jaren gaan niet voorbij aan een mensch,
zonder hun sporen achter te laten. Hij
was erg veranderd.
Zijn oogen waren dezelfde. Ook zijn
trekken, en zoo veel, als men hem lang
aanzag.
Wij zullen er niet veel meer bij be
hoeven te voegen om deze categorie
van beambten nog eens warm aan te
bevelen in de afdeelingen van den Raad.
ITALIË EN ABESSYNIË.
Italië heeft eens weer te doen met
Abessynië, waarmee het, gewaarschuwd
door vroegere ervaringen, liever niet te
doen heeft.
De grens tusschen de Somalilanden,
die onder Italiaanschen invloed staan, en
het rijk Abessynië, is niet wel bepaald.
Koning Menelik van Abessynië heeft
indertijd aangedrongen op eene juiste
bepaling van de grenslijn en daarover
werd onderhandeld. Men had tevens
uitgemaakt, dal, zoolang de grens niet
zuiver zou zijn getrokken, de bestaande
toestand zou blijven gehandhaafd en
dat Italianen en Abessyniërs zouden
blijven waar zij waren. Aan die afspraak
echter hebben de Abessyniërs zich niet
gehouden. Zij kwamen in talrijk ge
zelschap over de Italiaansche grens en
overvielen o.a. de Ascaris, die in Ita
liaanschen dienst zijn. Karavanen werden
geplunderd en kooplieden gevangen
genomen. De bevolking wendde zich
tot den Italiaanschen vertegenwoordiger
te Lugh of Logh. Toen weid Logh door
de Abessyniërs ingesloten. Beide par
tijen leden in de gevechten, die volgden,
vrij aanzienlijke verliezen.
Dat is de zaak, waarvan natuurlijk
de Italiaansche bladen vol zijn. Een
oorlog met Abessynië zou Italië zeer
ongelegen komen. Toch moest men zich
daarop voorbereiden naar het scheen
en de regeering gaf bevel aan de
Italiaansche oorlogsschepen in de Roode
Zee om zich gereed te houden.
Maar waai schijnlijk zal het geval
beter alloopen dan men vreesde. De
laatste telegrammen zijn geruststellend.
Koning Menelik wil ook op zijn ouden
dag liever niet ten oorlog trekken. Het
schijnt dat hij niets heeft geweten van
het verboden uitstapje van een aantal
zijner onderdanen op het gebied, dat
tot nu toe als aan Italië behoorend
wordt beschouwd. Men zou dan te doen
hebben met een strooptocht van benedon,
Erwig nam den hoed voor de dame
af. Schijnbaar was deze een weinig
verlegen.
«Wij waren op weg naar u, mijnheer
Meier," zei Beata vlug. «Erika had
geen rust, ze verlangde zeer naar u. En
dan wilde ik u tegelijk voor de heer
lijke rozen bedanken, die u Erika eens
voor mij mee gaf. Ik was zoo blij, dat
u mij nog niet vergeten had."
Zij zweeg. Dat laatste had kunnen
wegblijven. Het roerde iets aan, waar
over zij in het geheel niet wilde spre
ken het was haar ook onwillekeurig
ontglipt. Hij ried Beata's gedachten.
«U is te goed, mevrouw," zei hij
rustig. «Voor een paar rozen behoeft
u me niet te bedanken. Ik ben blij als
ik met mijn bloemen iemand vreugde
kan geven. Ik heb u te danken, datu
mijn bloemen zoo vriendelijk hebt aan
genomen."
«Oom Erwig gaat wandelen. Wij
gaan mee, hé, tantetje. Wij hebben toch
geen ander plan babbelde Erika, die
reeds aan Erwigs arm hing.
«Als mijnheer Meier niets tegen ons
gezelschap heeft," zei Beata «Je bent
erg indringend, Erika."
«Dat is niet indringerig, dat spreekt
eenvoudig vanzelf onder goede vrien
den als wij zijn," lachte Erwig. «Ik kan
niet goed complimentjes maken, me
vrouw, ontsla me dus van de verzeke
ringen dat het mij een eer en vreugde
die evenmin de autoriteit van hunnen
koning als de aanspraken van Italië
eerbiedigen. En daar Menelik beloofd
heeft dat hij schadevergoeding zal be
talen en de schuldigen straffen, kan de
Italiaansche regeering tevreden zijn.
Echter is zij eens weer herinnerd aan
het feit het is een feit, dat vele
Abessyniërs hunne nabuurschap niet
goed verdragen en in de diepten van
hun trotscb gemoed de Italianen niet
kunnen uitstaan.
PRUISEN.
De Pruisische minister van Binnen-
landsche zaken, von Moltke, heeft in de
vergadering van het Huis van Afgevaar
digden alle verantwoordelijkheid voor
de onlusten van Zondag 1.1. op de
sociaal-demi eraten geladen. De sociaal
democratische leiders zelf waren volgens
hein de schuldigenzij immers hadden
de straatbetoogingen op touw gezet en
betoogingen moesten noodzakelijk tot
ongeregeldheden aanleiding geven. Zon
derling was in des heeren Moltke's rede
voering, dat hij het aantal betoogers op
een 12.000 schatte, terwijl de officieuze
Norddeutsclie Allgemeihe Zeitung over
50.000 heeft gesproken.
De politie kreeg een prijsje van den
ministerzij was zoo beleidvol opge
treden als het kon en had daardoor
veel erger dingen vermeden. Wanneer
het weer tot ongeregeldheden kwam op
aanstoken der sociaal-democraten, dan
zou, zoo zei von Moltke, de regeering
haar toevlucht nemen lot de scherpste
maatregelen.
De bladen weiden nog uit over de
gebeurtenissen van Zondag en het is
moeilijk zich een voorstelling te vormen
van den meerderen ol minderen ernst
der onlusten.
FRANKRIJK.
Bij de opening van de Fransche
Kamer heelt de heer Parsy, het oudste
lid in jaren, de gebruikelijke redevoering
gehouden. Hij bracht een eerbiedigen
groet aan de strijders van Marbkko,
waarna hij constateerde, dat er teekenen
van ontbinding merkbaar waren in de
stellingen, die noodig zijn voor het sociale
leven. Hij oefende critiek uit op de tot
stand gebrachte hervorming en bptoogde
dat de regeering de grondwet van 1875
zou zijn enz. Maar als u met ons beiden
wilt mee gaan, zult u er geen berouw
van hebben. Zoo'n wandeling tusschen
en op de bergen is ook in dit jaarge
tijde, waarin de natuur geen lentewer-
ken meer volbrengt, looneud en schoon.»
Lente 1 Terwijl Beata naast Erika
voortging, bedacht ze, of dat een toe
speling kon zijn. Maar de vroolijke,
blijde toon, dien bij aansloeg, verdreef
haar bevangenheid. Dat was wel geheel
nog de Erwig van vroeger, met de
symphatieke vermenging van ernst en
zonnigen humor in zijn wezen.
Daar hij in den loop van het gesprek
meermalen de vervlogen jeugd-tijden
noemde, en er aan herinnerde, kreeg
Beata ook moed en haalde oude beel
den op.
Levendig pratend sloegen zij den
slingerweg, die den berg op voerde,
in. Erika liep telkens vooruit danste
dan weer terug, en ging weer weg.
«Kortgeleden las ik in een geïllus
treerd tijdschrift een verrukkelijke
natuurschildering van den Rijn, die ge
heel op deze streek paste,» zei Beata.
Ik kon den schrijver met innerlijk be
hagen volgen langs de bekende wegen.
Ik meende dat mijn jeugd weer kwam,
en dat ik met miss Lowell in de bergen
wandelde, en zag u weer opduiken met
uw botaniseertrommel en ons uw schat
ten toonen.
(Wordt vervolgd),