rijzinnig* Orgaan voor Amersfoort en Omstreken. DINSDAG 28 JANUARI 1908. 5e JAARGANG. Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER". Vepsehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. 20. FEUILLETON. >E KLEINDOCHTER. BUITENLAND. BINNENLAND. NO; 12. DE EEMLANDER Directeur R. G. RIJKENS. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau: BREEDESTRAAT Telefoon Interc. 62. Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels Voor iederen regel meer Buiten het Kanton Amersfoort per regel (Bij abonnement belangrijke korting.) f 0.40 - 0.08 - 0.10 Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarie m. In organisaties wordt tegenwoordig p gedeelte van den middenstand zich ]n kracht bewust. Het begrip middenstand is in ons id nog nooit juist gedefinieerd en arom is het misschien niet van belang tbloot, eens na te gaan wat men er n, Duitschland onder verstaat. Eenigen tijd geleden heeft het Rijks- jaglid, de heer Patzig, getracht in zen tak van Duitsche volksvertegen- bordiging er eene definitie van te iven. Het begrip middenstand, zeide hij, is t gemakkelijk juist te omlijnen, oducenten en consumenten, boeren burgers, allen willen er toe worden rekend. Huiseigenaren en woning- ireenigingen hebben de vraag tegen- er elkander uitgespeeld. Daarbij komt g de breede groep van ambtenaren m beambten, in dienst zoowel van ipenbare lichamen als van maatschap- lijen en bijzondere personen. Ja, ook le groep der handswerklieden schuift iet best betaalde gedeelte in den hiddenstand uit. Wij moeten daarom, zeide de heer Patzig, de zaak practisch aanvatten en ieggen: voor het Duitsche volk moet le rijke overvloed van zelfstandig wer kende individuen, die zeer zeker de n van onzen rijkdom vormen, be- aard blijven. Daartoe rekenen wij ook ambtenaren en beambten, die, hoe- :1 loontrekkend, in particulieren dienst, even naar zelfstandigheid en onaf- nkelijkheid. De redenaar betoogde arop, dat in strijd met de theorieën n velen, de middenstand niet bezig te verdwijnen. Zelfs Bernstein had erkend, en de statistiek bewijst het, t wel de kleine inkomens van be en de 900 Mark jaarlijks in aantal lijk blijven, maar de inkomens van 3000 Mark met 44 °/o 'n aantal Door M. BüHME. |30). De weduwe haalde de schouders op sprong met de handigheid der ge- |utineerde salon-dame op een ander derwerp van gesprek over. Jo nam n het gesprek weinig meer deel, ten- tte verstomde zij geheel en liet het n haar vader over, zich met mevrouw tze te onderhouden. Terwijl zij stil zat en nadacht over t zij gehoord had, scheen het haar lof een koude hand haar hart omvatte samenkneep. Op dat oogenblik kon niet beslissen, dacht er ook niet over, Ik gevoel in haar overheerschtede es en de zorg om het zieke kind, dat hien in dit oogenblik reeds met li dood worstelde, of het medelijden I t den beklagenswaardigen vader, die I ts van de ziekte van zijn kind wist, het misschien als dood zou weerzien, in hetzelfde oogenblik gevoelde zij afkeer tegen de aardige, vriendelijke 'uw met het gladde, blanke gezicht n de glanzen van oogen en wang- tjes en wist ook, waarom 3 «Zij heeft iets valschaardigs,» dacht De liefdelooze wijze, waarop me- zijn toegenomen in de laatste zes jaren. De inkomens van 30006000 Mark waren met 30 °/o verminderd. Men ziet, dat deze Duitscher als maatstaf wat tot den middenstand zal behooren, het jaarlijksche inkomen neemt. Dit is ook feitelijk de eenig juiste, want de naam middenstand duidt er reeds op, dat de uiteinden, de men- schen, die van dag tot dag leven, en aan de andere zijde de kapitalisten, er niet toe behooren. Een groote moei lijkheid zal het nu echter zijn een lijn te trekken. Te onzent is dit in verschillende wetten reeds gedaan, zonder dat daarbij het woord middenstand is genoemd. In de Ongevallenwet is bepaald, dat met loonen boven f 4 per dag geen rekening wordt gehouden. In het Arbeidscontract is dezelfde maatstaf aangelegd. Wie dus meer dan fizoo 'sjaars verdient, rekent men niet meer tot de arbeiders. Deze grens is natuurlijk eigenlijk geheel willekeurig, maar dat is met de meeste grenzen nu eenmaal het geval. Een onderverdeeling in klassen van den grooten middenstand levert nog veel meer bezwaar op. Men heeft een handeldrijvenden en een industrieëlen middenstand. Dan heeft men verder allerlei categorieën van staatsambtenaren, onderwijzers, post- employé's, gemeente-ambtenaren, enz. Ten deele zijn deze categoriën reeds lang georganiseerd en hebben zij hun wenschen kenbaar gemaakt, ja ten deele ook reeds verhoord gekregen. Ook de in particulieren dienst zich bevindende personen kwamen reeds gedeeltelijk tot organisatie. Maar zeer velen zijn nog ongeorganiseerd en blijven daardoor buiten beschouwing. De winkeliers weren zich op 't oogenblik het hardst en zij hebben volkomen gelijk, maar de andere klassen moeten zorgen, dat zij er ook bij zijn en niet over 't hoofd worden gezien. Er kan tegenwoordig bij onze ge compliceerde wetgeving haast niets worden gedaan in het voordeel van de eene klasse, zonder de andere te schaden en daarom is het voor allen noodig op hun hoede te zijn, vooral voor hen, die behooren tot den middenstand, maar officieel gerekend worden tot de rijpe citroenen, die uitgeperst mogen worden ten bate van de schatkist. DE PRUISISCHE KIESWET. De batsche afwijzing van het voorstel tot wijziging der Pruiiische kieswet door von Bülow, heeft tot een levendige agitatie aanleiding gegeven. Talrijke vrij zinnige vereenigingen gaven de vertegen woordigers hunner partij in ernstige overweging om hunnen steun aan de Regeering te ontzeggen, door het .Blok" te verlaten. In den Duitschen Rijksdag is deze quaeslie ook besproken. De socialisten hadden eene interpel latie ingediend. Zij wilden den Rijks kanselier vragen waarom hij het alge meen stemrecht, dat goed is voor het Duitsche Rijk, niet goed voor Pruisen achtte. Graaf Stolberg vroeg den Rijkskanse lier en de leden van den Bondsraad of zij die interpellatie wenschten te beant woorden. En toen stond onmiddellijk prins von Bülow op. Zijne houding voor spelde niets goeds en wat hij zeide was met die houding in overeenstemming. Hij verklaarde dat het Pruisische kies recht den Pruisischen Landdag aanging en niet den Rijksdag, die er niet mede te maken had. Is daarmede de zaak uit? Is de kies rechtbeweging misschien dood en be graven? Geenszins. Wat het kiesrecht in Pruisen betreft j gaan er eigenaardige geruchten. De vrij zinnigen laten de hoop nog niet varen op eene hervorming. Het is waar dat de Rijkskanselier in den Pruisischen Landdag het algemeen kiesrecht heeft afgewezen beslist en onherroepelijk. In den Rijksdag heeft hij er zelfs niet over willen spreken. Maar prins von Bülow is over 't geheel een man van schikken en schipperen en men schijnt te meenen, dat hij iets zal vinden dat wel niet aan de radicalen maar toch aan de gematigde vrouw Gotze over de doodzieke Erika sprak, stuitte haar, en zij voltooide haar stille beoordeeling van de weduw, door er in gedachte aan toe te voegen «Duizend tegen een dat ze tegenover Erika's vader en tantes overvloeit van teederheid en vleierij voor de kleine Erika.» De gebruikelijke tijd voor de visite was om. De weduwe liet Jo beloven haar vaak te bezoeken. Jo's tegenwer pingen, dat zij het vooral nu tegen Kerstmis, zeer druk had, en dus weinig tijd, werden door Burgard eenvoudig weg gevaagd «Je bent toch niet het winkelmeisje der Meiers. Ik wensch toch ook niet, dat je in den winkel werkt. Het is een aan matiging van de oude vrouw. Natuurlijk zal het mijn dochter een genoegen en een eer zijn, aan uwe vriendelijke uit- noodiging gevolg te geven, mevrouw.» Mevrouw Gotze reikte vader en doch ter de hand en het immer op haar trek ken glanzende lachje verhelderde een weinig, zoodat zij twee rijen prachtige tanden, wier regelmatigheid en witheid wel aan de echtheid deden twijfelen, tusschen de bloedroode lippen toonde.» Jo vond den druk der kleine, wals- achtigweeke hand, de vingers vol rin gen, onaangenaamzij gevoelde zich verlicht, toen zij uit de warme kamer in de koele gang en daarna aan den arm haars vaders naar buiten trad, in de koude van den klaren wolkeloozen winterdag. Mevrouw Gotze zag voor haar ven sters de beide elegante gestalten, die beter voor een paar verloofden dan voor vader en dochter konden doorgaan. Dan knikte zij bevredigd. Deze aardige, elegante, ridderlijke man was een aan genaam prater, goed om haar gezel schap te houden in de leege wintermaan den. Anders, als zij in de lente kwam, had zij Frederik Mannebach en eenige bekende Berlijnsche heeren altijd in Miesbach aangetroffen. Zij ging in 't algemeen liever met heeren om dan met dames. Haar oppervlakkige natuur en haar ijdelheid vonden behagen in de huldigingen, waarmee de mannen tegen over haar niet zuinig warenals er niemand was, die haar het hof maakte, ontbrak haar iets. Zij was als een bij. De vleierijen der mannen waren de bloesems, waaruit zij den honing harer goede stemmingen zoog. Jo's meededeeling over de ziekte van Erika verschrikte Erwig Meier ten zeer ste. Na de gemeenschappelijke wandeling in de bergen was de kleine dikwijls bij hem thuis gekomen, had uren lang stil bij hem gezeten in zijn kamer, plaatjes of platen-verzamelingen bekijkend of was bij hem geweest in den winkel, vroolijk ronddrentelend. En nu was het lieve kind zoo ziek, dat men voor haar leven vreest. voorstanders van eene hervorming zal voldoen. Hij heeft reeds gesproken van het meervoudig kiesrecht, waarvan hij niet afkeerig zou zijn. Maar als hij dat invoeren wil begint hij met eene her ziening der kieswet, waarbij naar men hoopt ook andere en betere maatregelen zullen worden getroffen. Of die hoop alleen berust op de eigenaardigheden van den Rijkskanselier en zijn voorliefde voor combinaties, waarmede hij voor eenigen tijd den vrede kan bewaren, weten wij niet. PORTUGAL. Volgens berichten uit Lissabon heb ben eenige republikeinen het plan gehad om op den 31 en dezer ongeregeldheden in die stad te verwekken. Men vermoedt, dat zij getracht hebben sommige politie agenten over te halen om meè te doen, hetgeen echter niet gelukt is. In het plan was een aanslag op het huis van minister Franco opgenomen en omdat men gelooft dat de samenzweerders alsnog zullen trachten dit gedeelte van hun programma uit te voeren, slaapt Franco eiken nacht in een ander huis. De overheid heeft tal van maatregelen genomen om de aanleggers van het plan meester te worden. FRANKRIJK. In de Fransche Kamer.is deMarokko- interpellatie aan de orde gesteld. De vroegere minister van Buiten- landsche Zaken, de heer Delcassé, wien men altijd een gevaar vond voor het behoud van den vrede met Duitschland, heeft bij die gelegenheid een rede ge houden, waarin hij iets gezegd heeft over het oorlogsgevaar waarin Frankrijk zou hebben verkeerd in 1905. Immers dat oorlogsgevaar heeft mede de houding van Frankrijk in de Marokkaansche kwestie bepaald. Het is inderdaad merk waardig, den man, die dan toch bij uitnemendheid bevoegd schijnt een oordeel te mogen uitspreken over het oorlogsgevaar van 1905, te hooren zeggen, dat dit oorlogsgevaar niet heeft bestaan. «Neen, mijne heeren,» zeide Delcassé Vrijdag, «men verklaart Frank rijk niet den oorlog, enkel omdat Frankrijk, trouwens met bijna alge- meene instemming van de groote mogendheden, niet bereid is, naar een conferentie te gaan.» Het slot van zijne rede was zeer chauvinistisch getint en had dus, als Den ganschen middag bleef de ge dachte aan Erika Erwig bij. Toen het schemering begon te worden, en hij zijn overjas aantrok, om zijn dagelijk- sche wandeling te gaan maken, viel het hem in, dat hij wel eens bij Beata Reichenberg kon aanloopen en naar den toestand der kleine zieke vragen. Eigen lijk had hij zijn belofte, Beata vaak te be zoeken niet in ernst bedoelt, en er nauwelijks nog aan gedacht, maar met het oog op deze buitengewone aanleiding wilde hij aan haar uitnoodiging heden voldoen. Beata was niet thuis, maar in de villa Mannebach, bij de kleine nicht, Erwig aarzelde een oogenblik. Dan ging hij, snel besloten, een eind van den weg terug en den breeden grintweg op naar de deftige villa van Louise Mannebach. Slechts aanbellen en vragen, hoe het stond, wou hij, en dadelijk weer gaan. Hij trok aan de schel en wachtte. Dadelijk daarop werd de deur geopend, en een geheel door een wijden mantel omhulde vrouw trad naar buiten. Met een kreet van verrassing wierp zij het hoofddoek terug, toen zij Erwig Meier zag. «U mijnheer Meier U wilde naar Erika Hoe goed van u.» «Ik wilde vragen, hoe het met Erika gaat, mevrouw. Ik ben eerst in uwe villa geweest. Misschien is u zoo goed mij te zeggen, hoe het met de zieke is.» altijd, een oogenblik succes, vooral toen hij zeide «Afrika, met zijne onmetelijke land streken en zijne weinig dichte bevolking, maakt de kostbare reserve van Europa uit. Het rijk, dat Frankrijk zich er gevormd heeft, is door zijne ligging eene bijzonder kostbare bezitting en moet tegen elke bedreiging van vreemde overheersching beschermd worden. Dat is het wat wij heden in Marokko moeten doen.» De meeste republikeinsche bladen zijn tot de conclusie gekomen, dat het optreden van Delcassé gevaarlijk is voor Frankrijk en voor den vrede. Gisteren en heden werd de inter pellatie voortgezet en met belangstelling mag men het einde en het resultaat verwachten. Wij komen er nader op terug. De Nationale Vereeniging voor Vrouwenarbeid hield Zaterdag te Utrecht een buitengewone algemeene vergade ring. Na opening stelde de presidente voor, urgent te verklaren het voorstel om de aftredende directrice, mej. Marie Jungius, tot eere-presidente der vereeni ging te benoemen. Zij herdacht daarbij de aftredende directrice met waardeeren- de woorden. Het voorstel werd daarop met algemeene stemmen urgent ver klaard en bij acclamatie aangenomen. Daarop werd aan mej. Jungius op haar aanvrage eervol ontslag verleend. Tot directrice van het bureau werd daarna benoemd, voorloopig voor 3 maanden, mej. Fl. IJzenhoed Grevelink, jur. cand. te Amsterdam. Aan het Ministerie van Landbouw, Handel en Nijverheid wordt thans krach tig gewerkt aan een ontwerp van wet tot wijziging van de Wet op het Vee- artsenijkundig Staatstoezicht en de Vee- artsenijkundige Politie. Het bestuur van den Nederland- schen Bond van Vereenigingen van den handeldrijvenden en industrieelen mid denstand heeft zich bij schrijven van 21 Januari 11. gewend tot het Centraal Comité tot bevordering van de aan sluiting van Nederland bij de Midden- Europeesche tijdregeling tot het beramen eener gemeenschappelijke actie in dien zin. Beata Reichenberg stiet de deur weer open. «Gaat u toch binnen, mijnheer Meier. Neen, neen, u moogt niet zoo voorbij gaan. Ja, Erika Naar onze meening is er nog geen verandering in haar toestand te zien, maar de dokter is zeer tevreden en geeft ons hoop. Ach, het zijn vreeselijke dagen en nachten ge weest. Zij is geheel bij kennis en zal blij zijn, als ze u ziet. Komt u toch, of ja diphtheritis is het.» «Ik ben niet bang voor besmetting,» zei Erwig kalm, «en als u denkt, dat het niet verkeerd voor het kind zal zijn.» «Integendeel.» Tezamen traden zij in de mat-ver- lichte vestibule der villa. Aan beide zijden van de breede trap stonden reus achtige Mooren met hagelwitte tanden, in de geheven handen dragend veel- armige geslampen met groene, geslepen ballons, die een zacht licht in de ruimte wierpen. Op de eerste verdieping kwam de trap uit in een groote ronde ruimte, met palmen versierd, van waar de gangen straalsgewijze uitgingen. Beata had hoofddoek en mantel afge worpen en ging Erwig voor tot aan de deur van Erika's slaapkamer. Met een handbeweging verzocht zij hem binnen te gaan. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 1