Nieuws-en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken. No. 39. DINSDaG 17 MAART 1908 5e JAARGANG. Uitgave van de Naaml. Venaootsehap „Dfi EEMLANDER". Vepsehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Ruwheid van de jeugd. FEUILLETON. DE KLEINDOCHTER. BUITENLAND. DE EEMLANDER Hoofdredacteur B>. G. RIJKENS. Abonnementsprijs Per jaarf 4.— Franco per post- 5.60 Per 3 maanden- 1. Franco per post- 1.40 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau: BREEDESTRAAT 20. Telefoon Interc. 62. Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels Voor iederen regel meer Buiten het Kanton Amersfoort per regel (Bjj abonnement belangrijke korting.) f 0.40 - 0.08 - 0.10 Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem. In de laatste dagen staan de bladen vol over baldadigheid en ruwheid der jeugd, naar aanleiding van klachten hierover uitgebracht door een reporter van het Handelsblad, die een tochtje door Amsterdam heeft meegemaakt met eenige, rijles ontvangende, officieren. UDit geeft ons aanleiding ook het een en ander in het midden te brengen over het steeds ruwer worden van de straat jeugd. Daar de opvoeding van het kind ge- ïiedt door de ouders en de onderwijzers, neten de wortels van dit kwaad in mgezin en school worden gezocht. Zoekt men naar middelen om dit kwaad te verbeteren, dan kan het huis gezin buiten rekening worden gelaten, om dn eenvoudige reden, dat de Staat daarin zoogoed als geen invloed kan uitoefenen. Van de school moet men dus alle heil verwachten en daar de hinderpalen uit den weg ruimen, die betere toestanden op dit gebied tegenwerken. |Met recht wordt een goede tucht op school voor het beste middel gehouden, om der jeugd goede zeden en fatsoen lijke manieren in te prenten, zoodat men dan ook in enkele landen den onderwijzer zelfs het recht heeft verleend, eene lichamelijke kastijding toe te dienen, wanneer bijvoorbeeld ruwheid en bruta liteit door andere middelen niet uit het kind zjjn te krijgen. Men behoeft geen ijverig voorstander van lichamelijke kastijding te zijn, om toe te geven, dat voor misdrijven, die uit een ruw karakter voortspruiten, een pak slaag de doeltreffendste straf is, en dat een ruwe knaap het meeste ontzag heeft voor een ijzeren vuist. I? Bij ons echter kan het aanwenden van een dergelijke straf de onaangenaamste gevolgen voor den onderwijzer met zich brengen, daar elke lichamelijke kastijding door het Openbaar Ministerie kan worden vervolgd, en dikwijls ook wordt, zoodra daaromtrent eene klacht wordt inge diend. Het hangt derhalve meestal van het inzicht der ouders at, of de onder wijzer in zulk een geval op het straf- bankje zal verschijnen. Het spreekt van zelf, dat deze het in de gegeven om standigheden wel zal laten, naar den stok te grijpen, ook al is zulks voor de tucht in de klasse noodzakelijk. Een eerste oorzaak van het steeds ruwer worden der jeugd is dan ook wellicht hierin gelegen, dat lichamelijke kastijding op de scholen niet meer wordt geduld, meenen sommigen. Dat het oude stelsel van de roede mits zonder overdrijving en nimmer in drift toegepast weer overweging ver dient, is eenige jaren geleden op heldere wijze aaBgetoond door den Amsterdam- schen onderwijzer J. W. Gerhard, een man, dien men overigens van geen reactionaire neigingen zal verdenken en die als onderwijzer zeer gezien is. In een zeer lezenswaardige brochure ,over lichamelijke straffen, de baldadig heid der jeugd en de rechtspositie der onderwijzers" heeft hij zijne meeningen omtrent deze punten uiteen gezet. Een tweede oorzaak is, meenen sommigen, gelegen in het feit, dat het aantal onderwijzeressen in de stadsscholen zoozeer is toegenomen. Nu begrijpe men ons goed, en wij haasten ons het hier terstond te ver melden, dat wij niets willen afdingen op de paedagogische waarde der onder wijzeressen en gaarne den gezegenden en beschavenden invloed van den om gang met vrouwen erkennen. Maar in verschillende klassen der lagere scholen zitten jongens, die onder bijzonder scherpe tucht dienen te staan, zullen zij geen nadeeligen invloed op hunne mede scholieren uitoefenen. En als men nu bedenkt, dat tegenwoordig, vooral in fabriekssteden, bijna de geheele opvoe ding in huis aan vrouwen is overgelaten, omdat de meeste vaders hun beroep Door M. Böhme. 56). «Hemel, we komen er niet meer door riep Beata, die dicht achter Erwig kwam. Een oogenblik stond hij stil en over zag den toestand. «Toch wel, we komen er nog door,> besloot hij dan. «Houd u aan mij vast. Het water kan hier nog niet diep zijn.» ttEn tot de meisjes: «Blijf dicht achter ons. Als wij den weg niet verliezen, zijn wij dadelijk boven en in veiligheid.» Beata greep met bevende handen Erwigs arm en steunde er op. De beide meisjes volgden het voorzichtig voort schrijdende paar op den voet. •J»et Was een huiveringwekkende weg 'lal de duisternis van den regen- en )rmnacht. Zij konden slechts langzaam lortgaan door het water naar het 'ger gelegen deel van den tuin. Het ge licht der lantaren gaf de omgeving idriegelijke vormen. Verder dan een iter konden ze niets onderschelden. iGeen van vieren sprak. Ze hadden elkaar ook niet kunnen verstaan. Het gevaar had het zieke meisje weer kracht gegeven. Erwig had de goede richting gehou den door het golvende, ijskoude, glin sterende water, stap voor stap, achter hen de brullende storm en de stroom. «Rechtuit, altijd rechtuit. Nog maar een minuutschreeuwde Erwig en trok Beata, die struikelde en dreigde uit te glijden, vaster tegen zich aan. Half onmachtig hing zij in zijn arm en omklemde zijn hals. Toen zij niet verder kon loopen nam hij haar op en droeg haar, totdat eindelijk de tuindeur bereikt was. Tot daar was het water nog niet gekomen. De weg lag vaal in het donker, als een in dien nacht strek kende band. Beata sidderde van kou. Tot boven de kniëen had het water haar kleederen nat gemaakt, haar beenen waren ver stijfd, zij kon zich nauwelijks meer be wegen. En toch bespeurde zij nu niets van den angst, niets van den storm, zij hield nog altijd Erwigs hand vast en dacht er niet aan, die los te laten, deze warme vaste hand, die haar door nacht en noodweer hierheen geleid had. «Ik vrees dat wij niet meer bij de villa kunnen komen,» zei Erwig ernstig, «ik hoop dat ze zich allen op tijd in veiligheid gebracht hebben. De signalen en stormklokken zijn voor de bewoners van den Rijnoever waarschuwing tegen buitenshuis uitoefenen, dan zal men niet kunnen ontkennen, dat mannelijke op voeding in de school dubbel noodig is. Eindelijk moet ook een oorzaak van het kwaad gezocht worden in het steeds toenemend aantal leervakken, dat tegen woordig op de lagere scholen wordt onderwezen. Immers, er blijtt geen tijd over, om zich veel bezig te houden met het. gemoed van het kindmen heeft nauwelijks tijd genoeg om het voorge schreven programma door te werken. Misschien zou er verbetering kunnen komen, als de jeugd, die de schooljaren achter den rug heeft, verplicht kon worden cursussen bij te woneH, waar de leeraren opvoedenderwijze onderricht geven. In fabriekssteden toch, krijgen kinderen, nadat de voorgeschreven leer plichtjaren zijn verstreken, hun volkomen vrijheid en men kan er zich niet over ver wonderen, wanneer zij deze misbruiken. Men ziet dit zelfs van andere en beter opgevoede knapen. Dat dergelijke cursussen een gunstig resultaat zouden hebben, mag men aan nemen, als men nagaat, dat politie- besturen van drie steden in Duitschland, waar zulke cursussen verplicht zijn ge steld, uitdrukkelijk hebben verklaard, dat tengevolge daarvan een merkbare ver betering was waar te nemen in de manieren der mannelijke jeugd. Het is de moeite van het overdenken waard. LIBERALEN EN UNIONISTEN. Wij hebben een paar dagen geleden meêgedeeld, dat het Engelsche Lager huis een ontwerp-wet ter bestrijding van werkloosheid heeft verworpen. De regeering kon niet met het voorstel meegaan. Het was de volstrekte be lichaming van het beginsel dat de staat werk of brood moet gevenmaar de uitwerking daarvan was niet erg prac- tisch, want men kon zichzelf tot werk- looze maken en daarmee recht op onmiddellijk dreigend|gevaar. Waarheen mag ik u brengen, mevrouw «Waarheen je wilt,» zei Beata zacht, «waar heen je wilt Laat me slechts niet alleen, ik kan niet meer alleen gaan nooit meer, nooit meer.» «U bent opgewonden, Beata kom, ik geleid u, waarheen wilt u gebracht worden Naar mevrouw Gotze Naar 't hotel Waarheen je wilt,» herhaalde Beata, en, plotselingen drang volgend vloog ze aan zijn hals. «Erwig,» riep ze, alles vergetend. «Waarom wil je niet begrijpen Ik wilde al die jaren vergeten die tusschen ons liggen. Laat de storm ze in den Rijn drijven, begraven onder het ijs. Ik ben je innerlijk trouw gebleven al die jaren door, en jij, en jij Erwig streek zacht het donkere, los gewaaide haar van haar voorhoofd weg. Haar hoofd lag aan zijn borst, zijn oogen blikten ernstig en mild in de haren. «Daarover zullen we een andere keer spreken, Beata,» zei hij zacht, «kom nu Is dat een nacht is dat een nacht I» Louise Mannebach wees den jongen slotenmaker zelf zijn werk. Het was niet een geldkist, maar een Mannebach- cassette, die geopend moest worden. De familie-papieren werden erin be waard. Toen zij de cassette wilde onderstand verschaffen, door zich aan het gemeentehuis te laten registeerea. Het argument der tegenstanders lag dus voor de hand, dat op die manier het aantal werkloozen eer zou rijzen dan dalen, omdat men door .werkloos" te zijn gevoed zou worden, zonder er voor te werken. Wel moesten er volgens het ontwerp commissies gevormd worden, die zooveel mogelijk werk zochten voor de werkloozen, maar als dat niet ge vonden kon worden, kregen zij onder stand van de overheid. Wanneer deze meende dat een werklooze niet werken wilde, dan kon ze dat door middel van een vrij uitvoerige procedure doen uit maken, en dan de ondersteuning wei geren. Door al die bepalingen werd het wetsontwerp zóó onpraktisch, dat zelfs de liberale regeeriBg, die zoo gaarne het euvel der werkloosheid zou tegengaan, er niet aan kon denken de aanneming ervan aan te raden. Het feit, dat het grootste deel der liberalen tegen het ontwerp stemde, maar een ander deel met de sociaal democraten er voor, strekt den Unio nisten tot vreugde, omdat deze hieruit meenen te mogen afleiden dat de scheuring der liberale partij en de vijandschap tusschen deze laatste en de arbeiderspartij volkomen is. FRANKRIJK. De Fransche minister van oorlog ontving gisterenavond van generaal d'Amade een telegram, gedagteekend 15 Maart en luidende: Hedenmorgen ver lieten de troepen de kasbah van Oeled Kaidom 12 uur 's middags werd het bivak te Dar Oeled Fatima betrokken. Er werden vele seinen waargenomen, waarop de vijand zich in grooten getale in de richting van Zaoi en El Oerini verzamelde. De generaal rukte toen tegen die stelling op. De vijand, ter sterkte van 1000 ruiters en evenveel voetvolk, ging tot den aanval over, maar ons ge schut boezemde den aanvaller den noodigen eerbied in en stelde de infanterie in staat den aanval door te zetten tol de tenten en de tentendorpen door te trekken. De Marokkanen boden verzet tot in de tenlendorpen en leden zware verliezen, waarvan vele met de bajonet werden toegebracht. Tenten en vee vielen in onze handen; grijsaards, vrouwen en kinderen zullen worden openen om er een oorkonde uit te nemen, had zij den sleutel niet kunnen vindeD. Daar zij het papier den vol genden morgen aan haar neef moest zenden, was zij wel genoodzaakt, het slot te laten openbreken. De vroeger beroemde Mannebach- cassetten waren verouderd en werden niet meer gekocht, maar het slot van zoo'n ding was zeer samengesteld, en een gewone slotenmaker zou er niet mee kunnen klaar komen. Toen was de oude dame op de gedachte gekomen, naar den slotenmaker Man nebach te sturen. Misschien, dat hij zelf kwam. Zij had haar neef Jerry nooit ontmoet, zij wist alleen uit alles, wat zij van hem gehoord had, dat hij een onverzoenlijke stijfkop was, die alle pogingen tot toenadering terug wees. Maar misschien was hij heden op de begrafenis van zijn schoondochter zachter gestemd. Louise Mannebach hoopte nog altijd een familie-verzoening tot stand te brengen op den honderdsten geboor tedag van haar vader. Josefine Meier was dood, maar Jerry Mannebach leefde, die moest tot den vrede be wogen moest. Eenigszins teleurge steld was ze, toen de bediende meldde, dat Mannebach een jongen knecht voor 't werk gestuurd had. «Kent u dit soort werk vroeg zij n haar goedige, vriendelijke stem vrijgelaten. A*n Franiche zijde werden slechts weinig verliezen geleden. CHINA. China, dat zich eerst zoo kordaat hield, heeft in 't eind toch toegegeven in het geschil met Japan. Naar een telegram meldt is de Tatsjoe Maroe vrijgelaten, de Japansche vlag met eerbewijzen geheschen, schadeloos stelling is betaald. Alleen de in beslag genomen wapenen zal China behouden, waarvoor Japan een som geld krijgt, en dit land zal in het vervolg beter toe zien op de smokkelarij van wapenen en munitie, RUSLAND. De reactie viert weer hoogtij in dit land. Er worden, zoo seint Reuter uit Petersburg, tegenwoordig in Rusland dagelijks gemiddeld zeven tot tien menschen terechtgesteld. Te Zembiansk zijn 25 leden van de Broederschap der Boeren, die ten doel heeft de bezit tingen van landeigenaars te verwoesten, wegens een aanval op een hoeve in Januari, waarbij de eigenaar werd ge dood, veroordeeld9 tot den strop, 6 tot levenslange gevangenisstraf, 2 tot vijftien jaar enz. Nowoje Wremja, vertelt, dat er vreeselijke hongersnood heerscht onder de Jakoeten en Tsjoektsjea, de volkstammen in het noordoostelijk Pool gebied van het Russische rijk. Men heeft, er kinderen de lijken van hun van honger gestorven moeders zien afknagen. De groote sterfte onder de rendieren verleden jaar schijnt de oor zaak te zijn. JAPAN. De oeconomische crisis in Japan, waarover we onlange een artikel schre ven, als terugslag van den laatsten oorlog en de jongste uitbreiding van leger en vloot, blijft aanhouden, wordt ernstiger. Gedurende de laatste 14 dagen hebben meer dan 20 belangrijke bank instellingen en handelshuizen failliet geslagen tot een gezamenlijk bedrag van ongeveer 1.00.000 yen. De goud reserve van de Japansche Bank wordt hoofdzakelijk door beschikking over de depóts te Londen op peil gehouden en dient dan in hoofdzaak om artikelen voor leger en vloot mede te betalen. oefende een eigenaardige werking op den jongen man uit, die verlegen werd en schuchter antwoordde «Ik denk van wel. Ik ken tenminste de samenstelling van de Mannebach- cassetten goed.» De oude dame knikte. «Mooi, begin dan maar. Schelt u maar, wanneer u klaar bent» En daar plotseling een hevige storm vlaag de vensters deed rinkelen: «Wat een weer I De Rijn zal van nacht weer stijgen.» «Heeft mejuffrouw straks de schoten niet gehoord vroeg Ferdinand. «Het ijs komt, wie aan den stroom woont, doet goed, zich voor den nacht in veiligheid te brengen». De blinde glimlachte. «Het zal zoo erg niet worden. Tot het dak stijgt het water niet. In den kelder hebben we den Rijn reeds meer dan eenmaal gehad. Onze benedenver trekken zijn al ontruimd. Ferdinand zag zuchtend het vertrek rond. Een plotseling opstijgend gevoel van zwakte deed hem even gaan zitten. Het was toch wel wat veel geweest, wat de dag gebracht had spoedig stond hij weer op en ging aan 't werk, dat weldra al zijn aandacht In beslag nam. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 1