Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken.
No. 59
DONDERDAG 9 APRIL 1908.
5e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDEB".
Hoofdredacteur B. G. RIJKENS.
Versehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: BREEDESTRAA.T 20.
DE LIBERALE PARTIJ.
FEUILLETON.
)e Familie Von Kröchert.
s
BUITENLAND.
I
Abonnementsprij s
Per jaarf 4.—
Franco per post- 5.60
Per 3 maanden- 1.
Franco per post- 1.40
Afzonderlijke nummers- 0.05
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertèntlên:
Van 1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer- 0.08
Buiten het Kanton Amersfoort per regel - 0.10
(By abonnement belangrijke korting.)
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem.
,Nu ja," zegt er soms iemand van de
egenparlij, „we ontkennen niet, dat de
liberale partij iets gedaan heeft, maar
;e had meer kunnen doenvijftig volle
aren is ze onafgebroken aan 't bewind
;eweest, en dien langen tijd in aan-
nerking genomen, kan men toch niet
mtkennen, dat de oogst bijzonder schraal
s geweest."
Schijnbaar is dit zoo. Maar men ver
bet één ding.
Als men van 1818 af begint te tellen,
lan rekent men stilzwijgend alle mini-
iteries maar tot de liberale; de conser-
atieve en de heel of half clericale even-
Aoed als de werkelijk vrijzinnige. Waren
ie ministeries-Van Hall (5356), Van
rugghen (5758), Rochussen (5860),
an Hall (6061), Van Heemstra
61—62), Heemskerk (6668), Heems-
erk (74—77), Van Lynden (7983),
leemskerk (8388), Mackay (8891),
uyper (01—05) soms liberaal?
De waarheid is, dat van 1848 tot 1905
Ie liberale 28 en de anti-liberalen 29
aar aan het bewind zijn geweest.
h
el
in
n
KI
1
re
eli
En welk een strijd heeft de liberale
lartij moeten voeren
Op haren weg plaatste zich het be-
oud, het onverzettelijke conservatisme,
at zich kantte legen elke nieuwigheid,
n heete tranen schreide bij 't omver
alen van elk vermolmd gebouw.
En dan het aanwassend clericalisme,
oe heelt dat in de laatste halve eeuw
len liberalen den voet dwars gezet.
Groen van Prinsterer, kampende voor
ijn gereformeerd geloof, tegen de vrij-
eid door de revolutie gebracht; de
toomschen, miskennend de in 1848 ver
regen rechten, strijdende in bondge-
ootschap met hunne calvinistische aarts-
ijanden.
Naar het Duitsch,
VAN
HENRIETTE VON MEERHEIMB.
5)
Freule von Hohenthal moest het
:ns zien!» antwoordde Kröchert wel
at verlegen want hij vond de vraag
it princes zeer gegrondhij zelf had
ook al in zich voelen opkomen.
En wilde ze niet met u gaan,
adat u niet getrouwd is Zij lachte
weer vroolijk. «Ik heb u immers
eens gezegd, Sitta is te stijf. Zij
°est later als wij in Glückstad re
geren bij ons hofmeesteres worden.»
Dat hoop ik niet,» antwoordde
Hij nam op eens het besluit om
1° hart voor haar uit te storten en
'd geen tijd om te bedenken of dat
ïstandig was of niet. «Ik hoop na-
dijk dat freule v. Hohenthal eenmaal
Msteres zal worden op Rotenwalde.»
Wat Zij keek doodverbaasd op.
Maar uwe Hoogheid zal mij niet
Fjerradenl»
Neen, neen dat zweer ik 1 Ik
twijgen als die gletscher daarginds I
Het is toch een feit, dat alle anti-revo-
lutionnaire kamerleden in 1871 gestemd
hebben tegen de wet, die vrijheid gaf tot
het vormen van arbeidersvereenigingen.
Van die toen geschonken vrijheid heeft
natuurlijk in de eerste plaats de soc."
democratische partij geprofiteerd, maar
de kerkelijke partijen hebben er toch ook
niet weinig gebruik van gemaakt.
De liberale partij heeft gestreden voor
de vrijheid. Die strijd ging gepaard met
bescherming van de zwakken.
Wie zijn dat
In de eerste plaats het kind. Welnu,
heeft die partij niet gezorgd voor goed
en goedkoop onderwijs, dat alle rangen
en standen diende? Zeker, dat onderwijs
is nog ver van volmaakt, maar toch
maakt ons land geen slecht figuur en
blinkt het, wat de zorg voor 't onder
wijs betreft, zeer zeker uit boven de
clericale staten van Europa.
Toen de nijverheid de vleugels uit
sloeg, toen baatzuchtige ouders en fabri
kanten niet schroomden gebruik te maken
van al te jeugdige krachten, toen is in
1874 op initiatief van v. Houten aan
dat misbruik een einde gemaakt. Het
was de eerste wet, die ingreep in den
arbeid. Een zwakke poging, ja, en on
voldoende ook. Maar die eerste stap is
gevolgd door andere. Is niet de leer
plichtwet, zijn niet de kinderwetten daar,
om te getuigen van de zorg voor het
zwakke kind, dat, aan zichzelf over
gelaten en door zijne natuurlijke ver
plegers verwaarloosd, geen onderwijs
zou ontvangen, van alle opvoeding zou
verstoken blijven.
Zwak is in de tweede plaats de min
vermogende, de werkman, de tobber. Er
is een tijd geweest, waarin de bezittende
klasse weinig, althans naar verhouding
niet voldoende bijdroeg in de algemeene
lasten. Dat was een misstand, een on
Maar mag- ik het ook niet aan den
prins vertellen
Kröchert moest lachen. Hij wist
maar al te goed dat of hij nu ja of
neen zei, de prinses toch niet zou
kunnen nalaten om haar gemaal bij de
eerste de beste gelegenheid in het oor
te fluisteren«Weet je het nieuwtje
al? Kröchert is verliefd op Sitta.»
Maar door dat intereseante geheim
vergat zij Majola, Pontresma en het
fotografeeren. «Hebt u haar al ge
vraagd?» vroeg zij.
Geen kwestie van, uwe Hoogheid.
De woorden bevriezen mij op de tong
tegenover zoo'n ijzige koelte!»
Zij zal wel ontdooien. Ik zal u
helpen
Maar ik verzoek u dringend om
niets te zeggen, Hoogheid.»
Neen, maar ik zal u voortdureud
prijzen 1»
Ook dat niet, Hoogheid. Dat
wekt den geest tot tegenspraak op.»
Kan ik dan niets doen
Neen, we moeten afwachten.»
Dat is jammer I Maar ik heb nu
lang genoeg naar den gletscher ge
keken het blijft steeds ijs en het is
vreeselijk vermoeiend voor de oogen.
Ik kan er niet eens van eten en ik
heb toch zoo'n dorst
Dan gaan we naar het restaurant,
uwe Hoogheid. Het is niet ver meer I»
Kröchert stond op en nam den plaid
recht. Maar aan de belasting op het
brood, op brandstoffen, op schapen- en
varkensvleesch, op zeep en zout, aan de
plaatselijke accijnsen, aan het patent,
aan dat alles is een einde gemaakt en
ze zijn vervangen door belastingen, die
de groote bedrijven en inkomsten treffen.
En werpt men ons nu tegen, dat die
belastingwetten op zich zelve wel goed
zijn, maar nog niet voldoende, dan
aarzelen wij niet, toe te stemmen, dat
verbetering en verscherping mogelijk is.
Maar wij voegen er dadelijk bij, dat het
oogenblik kan komen, waarop de be
zitter de zwakke b(ijkt te zijn, zoodat
bescherming ook hier plicht is. Het ont-
eigeningsrecht heeft ook zijn grenzen en
tusschen liberalisme en socialisme blijtt
een klove.
LEGERSCHANDALEN IN FRANKRIJK.
Nadat eenige dagen geleden knoeie
rijen ontdekt waren betreffende de
vleeschleverantie aan de Oostelijke grens-
garnizoenen, heeft de onder-staalssecre-
taris van Oorlog, Chéron, in lal van
garnizoenen, ook te Parijs, een streng
onderzoek laten instellen naar de quali-
teit van het voor de soldaten bestemde
vleesch. En wat bleek? Zoowel te Parijs,
als te La Rochelle en te Bayonne waren
de eerste monsters, die in beslag ge
nomen werden, van de meest inférieure
qualiteit.
Het krachtige optreden van Chéron,
die juist ter wille van de onpartijdig
heid uit het geheele land monsters heeft
doen opvragen, wekte zoowel in militaire
ais in burgerlijke kringen groote sen
satie. Tal van leveranciers zijn natuur
lijk gecompromitteerd. In hoeverre ook
militaire autoriteiten schuld aan deze
misstanden dragen, is nog niet uit te
maken.
Ook in de Kamer heeft men deze
knoeierijen ter sprake gebracht. Aan
Chéron werd hulde gebracht voor diens
doortastend optreden.
Vermeld dient nog, dat de abnormale
sterfte onder de soldaten van sommige
garnizoenen reeds lang de aandacht had
en den onnut meegesleepten kodak
der prinses op. «Ik heb trouwens ook
dorst.» zei hij.
Met u is het altijd gezellig,»
prees de prinses hem. «Als de prins
en Sitta hier waren, dan zouden zij in
zulke verheven gevoelens zwelgen
misschien zouden ze zelfs een Goethe
meegenomen hebbenIk moet altijd
gapen wat schrijft die dichter
vervelende liefdesbrieven En waartoe
dient dat geschrijf als men elkaar den
heelen dag kan zien kussen? Vindt u
ook niet
Kröchert onderdrukte een zucht.
Maar toen zij hem vriendelijk aankeek
haar handje op zijn arm iegde en zei:
«Ik sla erg veel onzin uit, niet!» toen
dacht hij verzoend; «Men moet haar
nemen zooals zij is en niet meer van
haar verlangen dan zij kan geven. Als
de prins wat bescheidener was in zijne
eischen dan zou hij heel gelukkig met
haar kunnen leven
Zij dronken in heel opgewekte stem
ming hunne chocolade op het terras
van het hotel te Pontresma en aan
vaardden den terugtocht zoodra het
frisch begon te worden.
De prinses brandde van verlangen
om Kröchert en Sitta voortaan scherp
gade te slaan en vertelde hem dat ook
heel naief. Het idee dat het toch zoo
vreemd was, dat de Prins per sé alleen
met Sitta naar Maloja wilde gaan werd
getrokken. De doktoren moeten herhaal
delijk vergiftigingsverschijnselen bij de
zieken hebben opgemerkt. Vooral in het
militair hospitaal te Versailles, waarheen
de zieken uit de garnizoenen van St.
Cloud, Rueil, de forten St. Cyr, Jouff
en Val d'Enfer gezonden worden, moet
de sterfte onder de zieken buitengewoon
groot zijn.
Te Nantes en te Besangon zijn vol
gens de Matin onder de garnizoenen
eveneens een groot aantal zieken. Hier
aan zou echter niet de slechte qualiteit
van het voedsel de schuld zijn. Te Nan
tes nl. heeft het garnizoen op 6 Maart
11. in een stortregen een groote marsch-
manoeuvre gemaakt, die van 's morgens
halfnegen tot 's middags halfvijf uur
duurde. Gedurende dien tijd was het
geen oogenblik droog en kregen de sol
daten éénmaal gelegenheid een koud
maal te nuttigen. Een paar dagen daar
na meldden zich de eerste zieken aan.
Op het oogenblik is hun aantal reeds
tot 200 gestegen. Te Besangon moet de
artilleriekazerne zich in zeer slechten
toestand bevinden. Sedert het eindz van
Januari heerscht dientengevolge onder
het in genoemde kazernes ingekwartierde
regiment een influenza- en bronchitis-
epidemie, waarvan reeds verscheidene
soldaten het slachtoffer moeten gewor
den zijn. Daar de kazerne en de aan
grenzende stallen zonder onderbouw op
een bodem staan, die geen water door
laat, moet de vochtigheid er 's winters
verbazend groot zijn. Van de paarden,
die tot dit regiment behooren, zouden
er op het oogenblik ook plm. 200 ziek
zijn. In het militair hospitaal te Besan
gon liggen nu zestig soldaten aan in-
tluenza of bronchitis ziek.
RUSLAND.
De Doema heeft het wetsontwerp van
den minister voor verkeersmiddelen be
treffende den aanleg der Amoer-spoor-
weglijn behandeld. De ministers, die het
ontwerp verdedigden, wezen op het be
lang der lijn voor de ontwikkeling van
het Amoergebied, voor de welvaart der
bevolking, voor de kolonisatie en op de
strategische beleekenis voor het Verre
Oosten.
De ministers meenden, dat de Doema
door de aanneming van dit ontwerp een
daad van staatsmanswijsheid zou vol
brengen, en tevens de in het Verre Oosten
daardoor geheel uit hare gedachten
verdreven.
Een smalle straatweg, maar net breed
genoeg dat twee rijtuigen elkaar konden
passeerenrechts kale grauwe rotsen,
links een diepe afgrond waarin de brui
sende Inn over steenen en takken voort-
stroomt. Reusachtige berggevaarten,
groene pijnboomen en hutten dat
is de weg naar Maloja. Het is een
prachtige weg vol afwisseling, doch
steeds grootsch.
De rivier verbreedt zich tot een meer.
Groen als een smaragd ligt het Silva-
plana-meer met het dorp Silvaplana
tusschen rotsen en sneeuwbergen.
De schimmels liepen vlug en gestadig
door. De andere postrijtuigen en equi
pages bleven ver achter hen in de op
stijgende stofwolken.
Prins Albrecht zat achterovergeleund
in de kussens. Van zijn gezicht was nu
elk spoor van vermoeidheid of onder
drukt ongeduld verdwenen. Zijne
oogen straalden van bewondering voor
het prachtige landschap. Zeer vaak
wendde hij zich tot zijne zwijgend naast
hem zittende dame en maakte haar
fluisterend of slechts door een gebaar
op het een of ander opmerkzaam. Zij
keken elkaar aan als twee menschen
die elkaar volmaakt begrijpen. Tusschen
hen heerschte de verheven stilte van
volmaakt begrijpen dat zich niet in
woorden behoeft uitte drukken. Zij zagen,
wonende stamverwanten een grooten
dienst bewijzen.
Van de sprekers over het ontwerp,
die namens hunne partijen verklaringen
aflegden, waren de progressist en de
kadet tegen het ontwerp, de eerste om
dat hij het Amoer-gebied voor niet zoo
belangrijk hield als de regeering, de tweede
omdat hij den financieelen toestand niet
gunstig achtte voor zulk een belangrijke
onderneming. De Octobrist graaf Uwarof
verdedigde het ontwerp op de gronden
door de regeering aangegeven, de rechter
zijde op strategische, economische en
vooral nationale gronden. De beraad
slaging wordt Donderdag voortgezet.
NOORWEGEN.
In verband met de houding, door de
Noorweegsche onafhankelijke linkerzijde
aangenomen tegen het ministerie, gaf,
minister Gunnar Knudsen Dinsdag in
het Storthing den wensch te kennen,
dat de vergadering zou verklaren of de
regeering ai of niet haar vertrouwen
nog geniet, opdat het ministerie kan
beslissen of het zal aftreden of aan
blijven, terwijl het van de grootte der
meederheid zou afhangen welke beslis
sing de regeering zou nemen. Hij voegde
daaraan toe, dat parlementaire «amen-
werking met de sociaal democraten bui
tengesloten was. Hierop gaf de leider
der onafhankelijke linkerzijde, de heer
Liljedahl, te kennen, dat zijn partij niet
zou beproeven het ministerie len val te
brengen, maar dat zij hare houding af
hankelijk zou maken van door de re
geering in te dienen voorstellen.
HONGARIJE.
In antwoord op een interpellatie ver
klaarde minister-president Wekerle, dat
de politiek betreffende de Trans-Bal-
kansche spoorwegen in de eerste plaats
bevordering der beschaving beoogt.
Daarom steunt de regeering het nog in
wording zijnde spoorwegplan en neemt
zij geenszins een vijandige houding aan
tegen het plan van een spoorweg door
den Balkan tot aan de Adriatische Zee.
Dit plan wordt zelfs door de regeering
gesteund, wanneer ten minste door den
aanleg aan de Hongaarsche belangen
geen nadeel wordt toegebracht.
De Kamer, acte nemend van deze
verklaring, hechtte daaraan hare goed
keuring.
voelden en wisten hetzelfde.
Silvaplana lag achter hen. De koet
sier liet de paarden een oogenblik stap
voets gaan. De zon brandde, maar van
de Inn en van den gletscher kwam een
koele luchtstroom. Men ademde gemak
kelijk in die hooge lucht.
Prins Albrecht nam zijn hoed af. De
wind streek langs zijn voorhoofd. «Sitta
als ge eens wist wat deze middag
voor mij is.» Hij nam hare hand en
drukte ze. «Met u kan ik praten Dat
meer zegtkan ik zwijgenEen heelen
middag geene kinderachtige dingen
aanhooren en beantwoorden I Kunt ge
voelen wat dat voor een genot Is?»
Sitta trok hare hand terug. Kröcherts
woorden schoten haar te binnen. «Zoo
iets moet u niet zeggen, Hoogheid
zei zij verlegen.
Hoogheid 1» Hij lachte even.
«Tegenover deze majestueuze natuur
komt me die titel onbeschrijfelijk ver
nederend en belachelijk voor 1 En ik
kan er mij ook alleen maar bij neer
leggen omdat ik me verwant voel aan
die natuur waarvan ik de «hoogheid»
begrijp. De ijzige stilte der bergen zegt
mij veel meer dan al het gepraat der
menschen. Als men zich zoo één voelt
met de natuur dan wijken alle grenzen
Men wordt dan bijna zoo klein, als een
atoom en aan den anderen kant toch
ook groot en onsterfelijk!»
(Wordt vervo>yd.)