WEERBERICHT.
Thermometprstand
BINNENLAND.
STADSNIEUWS.
Kerk- en Schoolnieuws.
Ingezonden.
Land-, Tuinbouw en Veeteelt.
ALLERLEI.
11
'Te
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. NED. MET. INSTITUUT.
(Opgemaakt voorm. 10.50 uur.)
De Bildt, 9 April 1908.
Hoogste barometerstand 773.8 m.M.
te Horla laagste 756.0 m.M. te Hapa-
randa.
Verwachting tot den avond van 10
April 1908.
WindZwakke tot matige N.O.lijke
wind.
Gesteldheid van de lucht: Toenemende
bewolking, mogelijk regenbuien.
Temperatuur: Iets kouder.
Barometerstand te AMERSFOORT.
Barometerstand hedenmiddag te 12
uur 764 m.M.
Vorige stand te 12 uur 767 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisteren .F. 63.
Laagste hedennacht .F. 29.
Hedenmiddag 12 uur .F. 46.
PERZIË.
Ongeveer in het midden van Maart
II. werd een regiment van Tabris naar
Oermia verplaatst. Te Tabris had men
„vergeten" het regiment soldij uit te
betalen. Te Oermia aangekomen, eischten
de soldaten van den stedelijken gouver
neur aldaar betaling van het achter-
'stallige. Daar de gouverneur niet wilde
of wat waarscitjjnlijker is, niet kon
betalen, verliet het geheele regiment
eenvoudig de stad. De overheid, voegt
het Pet. Tel.-Agentsch. er droogweg
aan toe, deed geen moeite de soldaten
tot blijven te noodzaken.
De ontslagaanvrage van den presi
dent der Rekenkamer jhr. mr. De
Savornin Lohman is gedaan om met 1
Juli a.s in te gaan en staat in verband
met het voornemen van den titularis om
zijn woonplaats buiten Den Haag te
vestigen.
Wij hebben naar aanleiding van
het in ons Ochtendblad van heden op
genomen bericht van Het Centrum,
volgens hetwelk er een Onderwijs-Depar-
tement zou komen, informatiën inge
wonnen, die ons aan de juistheid van
bet bericht sterk doen twijfelen.
Daar, waar men het ongetwijfeld zou
weten, indien het juist ware, wist men
niets van een dergelija voornemen.
Wellicht vindt het bericht zijn oorzaak
in de voorgenomen overbrenging van
de aldeeling Onderwijs naar het Voor
hout. Vad.
Het bestuur van het Nationaal
Verbond van Gemeente-ambtenaren in
Nederland heeft adressen gericht aan
den minister van binnenlandsche zaken
en den voorzitter der Tweede Kamer
der Staten-Generaal, met verzoek de
motie-Drucker-Treub inzake rijkspension-
neering van alle gemeente-ambtenaren
en hunne weduwen en sveezen door het
rijkspensioenfonds, wel te willen steunen
en aan de orde te doen stellen.
Uitvoering der Kinder
wetten. De verhooging wordt voor
gesteld van het IVe Hoofdstuk der Staats-
begrooting voor 1908. Voorgesteld wordt
te verhoogen art. 70 wegens subsidiën
aan vereenigingen of instellingen van
weldadigheid met f200,000 en art. 71
wegens toelagen aan de voogdijraden
met f 35,000.
Voor de toelichting verwijst de Minister
van Justitie naar de beraadslagingen bij
de behandeling der Staatsbegrooting.
DE KERKELIJKE COALITIE.
Geknipt uit een hoofdartikel van de
(Christ.-Hist.) Nederlander:
„Zijn dr. Kuyper en mr. Loeff in die
peren zin geestverwant? Hun staatkun
dige beginselen verschillen hemelsbreed
hun samengaau is alleen verklaarbaar
en geoorloofd, omdat de R.-Kalh. zich
neerleggen bij onze Grondwet, die de
toepassing of invoering hunner beginselen
niet gedoogt."
Het Roomsche deel der coalitie kan
het zich voor gezegd houden
AAN WIE DE SCHULD
In „Het Volk" van 24 Maart j.l. wordt
geklaagd, dat Minister Tahua het wets-
onlwerp-Veegens op de ouderdomsver-
zekering heeft ingetrokken en dat de
wisseling van Regeering nu opnieuw
vertraging doet ontstaan. Mismoedig en
korzelig roept hel blad uitde heeren
hebben den tijd
Wie met „de heeren" worden bedoeld,
wordt niet mei zooveel woorden uitge
sproken. Maar het is waarschijnlijk, dat
de Redactie daarbij niet in de eerste
plaats heeft gedacht aan de sociaal
democratische Kamerleden. Toch zijn
deze het, die de rechterzijde op 't be
slissende oogenblik hebben geholpen,
om het Kabinet tot aftreden te nopen,
waarvan Minister Veegens deel uitmaakte,
die de daad mede hebben gepleegd,
waarvan het optreden van een rechlsch
Ministerie het noodzakelijk gevolg moest
zijn en dus voor hun deel de intrekking
van het wetsontwerp en de daaruit
vooitvloeiende vertraging, hebben uit
gelokt en bevorderd.
Indien het landsbelang, zoo dringend
als de soc.-dem. woordvoerders beweren,
de verwijdering van Minister Van Rap-
pard, en bijgevolg onder de bestaande
omstandigheden die van het Ministerie,
eischle, dan is het wel wat heel
naïef, ja onverstandig, later over de
noodzakelijke gevolgen van het wel
bewust uitgebracht votum te klagen.
Straks zullen wij „Het Volk" zeker
ook hooren klagen, dal de vermindering
van het blijvend gedeelte niet gehand
haafd is, dat verzwaring van persoon
lijke en financieele lasten ten behoeve
van het leger nu stelliger dan ooit deel
van het regeeringsprogramma geworden
is. Maar het zou al even naïef en
onverstandig zijn. Een klein kind kon
begrijpen, dat, indien men Minister Van
Rappard tot aftreden noopte, zijn op
volger niet dichter bij hetgeen de soc.-
dem. partij ten aanzien van het blijvend
gedeelte wenscht, zou staan, maar in
tegendeel veel verder daarvan verwijderd.
De soc.-dem. Kamerfractie heeft er dit
voor over gehad. Eventueele klachten
zouden dus slechts vermoedens van
gemis aan ernst bij de soc.-dem. partij
kunnen wekken of versterken.
Wij behandelden dit onderwerp reeds
vroeger, n.l. in ons nummer van 25
Januari j.l. „Het Volk" heeft op ons
artikel, in zijn nummer van 29 Januari
d.a.v., eenige kantteekeningen gemaakt,
onder het smaakvolle opschrift „Katte
righeid". Wij zijn op die kantteekeningen
toen niet verder ingegaan, omdat zij in
hun geheel ten volle bevestigen, wat de
strekking van ons betoog waste doen
gevoelen, hoezeer er aanleiding is, dat
bij velen de vraag rijst, of het de takliek
van de soc.-dem. partij ook aan ernst en
verantwoordelijkheidsbesef ontbreekt. Het
is toch die taktiek die de ware oorzaak
moet worden genoemd, waarom een
hervormingsgezinde partij, die zich met
het bereikbare tevreden stelt, voortdurend
in de minderheid gebracht wordt, en tal
van hervo mingen zoozeer vertraagd
worden.
Nu het orgaan der soc.-dem. partij
zelf verder over die vertraging klaagt,
zouden zijn lezers verstandig doen, door
de hand eens in eigen boezem te steken
en zich af te vragenaan wie de schuld
(De Vaderlander).
Gisterenavond vergaderde de 2de
afdeeling van den Gemeenteraad
Inzage de aanstelling van een In
specteur van het bouw- en woning
toezicht ging de afdeeling mee met het
voorstel van Burg. en Wethouders, ook
wal het voorgestelde salaris betreft.
Tevens sprak de afdeeling de wen-
schelijkheid uit van de benoeming van
een opzichter-teekenaar.
De salaris voorstellen ter verbetering
van de salarissen van het onderwijzend
personeel werden uitvoerig besproken.
Daar de heer van Duinen geen vol
doenden steun ondervond trok hij zijn
voorstel in.
Het voorstel van Burg. en Wethou
ders zooals dat geamendeerd is door
den heer Gerritsen vond instemming bij
de meeste leden.
Het amendement van den heer Ger
ritsen, dat we Dinsdag niet geheel vol
ledig meedeelden luidtvoor hoofdacte
f 200, dus f 75 meer dan B. en W.
voorstellen, en schrapping van de f 100
voorgestelde verhooging van de sala
rissen der hoofden van scholen.
Het eerste gedeelte van het amende
ment werd met groote meederheid aan
genomen, terwijl de afdeeling zich bijna
unaniem verklaarde voor het tweede
gedeelte.
De boomen op het L. V. kerkhof zijn
dezer dagen gekapt, waardoor het plein
een geheel ander aanzien heeft gekreg-m
Het zal wel noodig zijn voor de boomen
en ook gelooven we graag, dat het
kappen op oordeelkundige wijze zal zijn
geschied, maar we vinden het toch erg
leelijk staan, die magere boomen, met
een pluimpje bovenin.
De Paaschvacantie op de openbare
lagere scholen begint Woensdag 15
April a.s. en duurt tot Dinsdag 28 April.
De afd. Amersfoort van den Kon.
Bond van Oud-onderofficieren koos tot
afgevaardigde naar de in Augustus te
houden algemeene vergadering den heer
L. J. Krook en als plaatsvervanger den
heer A. Hassing.
Den heer G. van Ede, in de vorige
vergadering tot bestuurslid gekozen is
de functie van penningmeester opge
dragen, terwijl de heer N. G. v. d. Stadt
als penningmeester van het begrafenis
fonds is opgetreden en de heer A.
Graansma als commissaris.
Gisterenavond zijn twee personen
op heeterdaad betrapt bij een diefstal
van kippen op den Lageweg. Het mocht
de politie gelukken een der daders een
zekeren B. te vatten, de ander met name
v. R. is nog zoek.
De dezer dagen bij den heer Brand-
sen op de Langestraat ontvreemde fiets
is door de politie opgespoord.
Door Gedep. Staten onzer provincie
zijn voor den dienst ongeschikt bevonden
en door den luitenant-kolonel plaatse
lijke adjudant daaruit ontslagen 8 lote-
lingen van de lichting 1908.
Deze miliciens, die bestemd waren
voor volledige oefening moeten het vol
gende jaar door andere, behoorende tot
dezelfde lichting vervangen worden. Twee
ervan zijn afkomstig uit de gemeente
Bunschoten.
AANKLACHT VAN EEN PROFESSOR
TEGEN EEN STUDENT.
Prof. mr. D. van Emden te Amster"
dam heeft naar de Tel. meedeelt
bij den Senaat der Amsterdamsche
Universiteit, een aanklacht wegens be-
leediging ingediend tegen den soc.-
democratischen candidaat in de rechten
C. G. Bakker.
Het gebeurde vindt zijn oorsprong in
de aanwezigheid van pi of. Van Emden
bij een cursusavond van den soc.-dem.
heer F. van der Goes, waar hij niet
opponeerde, terwijl hij later in Land cn
Volk een verslag van de voordracht
van den heer Van der Goes gaf met
critische opmerkingen. Dit heeft ten
gevolge gehad twistgeschrijf tusschen
den heer v. d. Goes, die het stuk van
prof. Van Emden „één gemeene streek
van het begin tot het eind" noemde en
prof. Van Emden, waarin zich de stu
dent G. G. Bakker mengde, met wien
prot. Van Emden zich daarna in schrif
telijk debat begaf. Het slot was een
stuk van den student Bakker, aldus
eindigende
„Wij achten het een schande voor
onze universiteit, dat 'n hoogleeraarsstoel
is bezet door iemand, die zich niet kan
verdedigen na een beschuldiging als
door ons geuiteen schande voor stu
dentenverenigingen die zulk een hoog
leeraar als eerevoorzitter handhaven,
een schande voor de studenten, die zulk
een hoogleeraar tot hunne vergaderingen
toelaten."
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
Amersfoort, 8 April 1908.
Mijnheer de Redacteur.
Naar aanleiding van het laatste ge
deelte van het artikel „Langs den Weg"
in het nummer Uwer courant van 7
April, verzoek ik U een weinig plaats
ruimte voor het volgende.
Waar is dat een arts het noodig vond
een Utrechtschen collega bij één zijner
patiënten in consult te roepen. Deze arts
is ongeveer 10 minuten vóór den
voor het consult vastgestelden tijd in het
ziekenhuis gekomen, is niet in de wacht
kamer geweest, doch direct naar zijn
patient gegaan. Eenige minuten voor den
vastgestelden tijd kwam de Utrechtsche
medicus. Toevallig stond ik zelf aan de
deur, liet hem binnen en daar wij nog
iets te bespreken hadden gingen wij in
de polikliniek, dus al weer niet in de
wachtkamer. Toen het tijd was voor het
consult is een derde medicus, die ook
aan het consult zou deelnemen en in
middels bij ons was gekomen even gaan
zien of de eerste arts reeds in huis was.
Onmiddellijk daarna kwam hij ons mede-
deelen dat dit het geval was en werden
onze besprekingen uitgesteld tot na het
consult. U ziet veel blijft er niet meer
over van het verhaal. Alleen nog dit.
Als oorzaak van de vergissing, meent Uw
zegsman te moeten mededeelen, dat het
geheele verplegend personeel tegenwoor
dig was bij een godsdienstoefening.
Mag ik U even mededeelen, dat er
toen in 't geheel geen godsdienstoefe
ning werd gehouden, dat alle verplegende
zusters op haar post waren, dat in het
geheele jaar dat het ziekenhuis bestaat
op dat uur zelfs nog nooit een gods
dienstoefening is gehouden, en dat nooit
alle zusters bij eene godsdienstoefening
tegenwoordig zijn.
U dankend voor de mij verleende
plaatsruimte, heb ik de eer te zijn, met de
meeste hoogachting
Uw dw. dn.
J. W. JORISSEN.
Geneesheer-Directeur
v/h St. Elisabeth's Gast- of Ziekenhuis.
(Wij zullen dit stuk aan Flanor ter
hand stellen, die er in zijn volgend
schrijven desgewenscht op terug kan
komen. Red.)
PRINS HENDRIK EN DE
LANDBOUW.
Een door Z. K. H. Prins Hendrik
aan de besturen der verschillende land-
bouwmaatschappijen, landbouw vereeni
gingen, enz. toegezonden schrijven
luidt als volgt
«'s Gravenhage, 2 April.
Terwijl het een onmiskenbaar feit,
is, dat in de laatste jaren een opge
wekt leven valt waar te nemen onder
de landbouwers, waartoe inzonderheid
de krachtige ontwikkeling van het
vereenigingsleven heeft bijgedragen,
valt toch moeilijk te ontkennen, dat op
het gebied van 't landbouwtentoonstel
lingswezen nog veel is te verbeteren
Alhoewel door de provinciale landbouw-
maatschappijen of hare afdeelingen
meermalen belangrijke tentoonstellin
gen zijn gehouden, waarvan de gun
stige invloed zich niet" zelden deed ge
voelen ook buiten de grenzen van de
betrokken provincie of streek, zoo heeft
de ervaring, welke in het vorige jaar is
opgedaan op de met zulk een goeden
uitslag bekroonde nationale en inter
nationale landbouwtentoonstelling, al
hier gehouden, duidelijk aan het licht
gebracht, van hoe groote beteekenis
voor de ontwikkeling van den geheelen
Nederlandschen landbouw aldus inge
richte tentoonstellingen kunnen zijn.
Zullen dergelijke tentoonstellingen, op
regelmatige tijden terugkeerende, aan
de Nederlandsche landbouwers de ge
legenheid bieden, een overzicht te
verkrijgen van den stand van het be
drijf op een bepaald oogenblik zullen
deze inderdaad hun, zoowel uit een
wetenschappelijk als uit een practisch
oogpunt, tot leering strekken en den
vreemdeling een beeld kunnen geven
van wat Nederland als exporteerend
land op landbouwgebied vermag, dan
is het noodzakelijk, ervoor te waken,
dat de in het afgeloopen jaar opgedane
ervaring niet te loor ga en dat een
organisatie in het leven worde geroepen,
wier taak het o.m. zal moeten zijn,
die tentoonstellingen voor de toekomst
voor te bereiden en te leiden. Een
zoodanige organisatie, aan de totstand
koming waarvan, indien ik mij niet
bedrieg, steeds meer algemeen de
behoefte wordt gevoeld, zal echter geen
levensvatbaarheid kunnen hebben, zon
der de krachtige en doelbewuste samen
werking van hen aan wie vanwege
de landbouwers zeiven, hetzij in de
verschillende^ provinciën, hetzij over
het geheele land, de behartiging van
de belangen van den landbouw, of
van een zijner onderdeelen is toe
vertrouwd. In de overtuiging, dat
ook uwe vereeniging met mij door
drongen zal zijn van het groote be
lang, dat hierin voor de toekomstige
ontwikkeling van den Nederlandschen
landbouw is gelegen, wensch ik het
initiatief te nemen tot 't bijeenroepen
van een samenkomst, waar de grond
slagen eener organisatie, als boven be
doeld, zouden kunnen worden bespro
ken, en noodig ik u mitsdien uit, uwe
vereeniging op die bijeenkomst, welke
ik mij voorstel te houden op Donderdag
23 April a.s., des namiddags te twee
uur, in het Koninklijk Paleis te Amster
dam, door het zenden van een afge
vaardigde te doen vertegenwoordigen,
u verzoekende, mij den naam en de
woonplaats van dien afgevaardigde voor
10 April e.k. wel te willen mededeelen.
(get.) HENDRIK.
Prins der Nederlanden,
Hertog van Mecklenburg.
Dit schrijven is gisteren op het feest
maal ter gelegenheid van de jaarlijksche
veetentoonstelling te Rotterdam met
buitengewone sympathie besproken en
heeft de aan den landbouw bewezen
eer algemeene erkenning gevonden, en
is den Prins een telegram van hulde
voor zijn initiatief gezonden.
Uit de stembus Zwarteweg te 's Graven-
hage kwam gisteren het volgende versje:
Mij klopte het hart
Voor rood noch zwart,
Want Bronsveldiaan
.Alleen trekt me aan
En blijft mijn keus
Als Watergeus. (Vad.)
Kievitseieren. Er worden
in Friesland weinig kievitseieren ge.
vonden. Het weer blijft te koud endt
hooge waterstand heeft te lang geduurd
zoodat vele landen nog te drassig zijn
Daarbij komt dat vele eigenaren vat
landerijen het zoeken van die eieren oj
hunne eigendommen verboden hebbe:
en de politie daarop toeziet. De prijs ii
nog hoog20 a 23 ct. per stuk.
Een verhaal uit Wehl aan de Post
d.d. 1 April:
'n Geit moest het wezenmaar geei
gewone! Neen, dat niet: 't moest er eei
zijn van zuiver Zwitsersch ras; en dit
kon je in Wehl krijgen. Zoo had z'tle
vrouw 't hem besteld en de noodigi s
centjes meegegeven Hij, Keesje Pimpel
trok dus op 'n goeien middag naar om
dorp. Spoedig was hij bij iemand aange
land, die 'n mooi geitje had. Op Keesje:
vraag, of 't een van zuiver ras was,
kreeg hij ten antwoord, dat alleen dt
vader een „Zwitser" was en dal
er op 't oogenblik geen echte waren tt
krijgen. Wel waren deze al lang ondei
weg, maar tot heden nog niet aange
komen. Kees kocht dus 't geitje
spierwitte, met mooie horens, en hieli
nog 'n paar gulden drinkgeld over.
Onderweg legde hij eens aan en zeilt
't sikje op stal. Hij liet 't glaasje noj n
al eens vullen en vertelde z'n heel
wedervaren. De zoon van den kasteleii§"
wilde eens een grap hebben en zetli
een bokje, ook een witte en even grool
in de plaats van de geit. Keesje, die nq
al diep in 't glaasje had gekeken, merkte
niets van die verwisseling en toog wel f'
gemoed ,naar huis. Onderweg kreeg hi
nog 'n troep schooljongens achter zich
die „van bokkie, bokkie bè" zongen
maar hij haalde z'n schouders op ei
D
0
v
a
:1
e
schold ze voor stommeriken.
Eindelijk kwam hij bij moeder dl
vrouw. Deze was zeer in haar schil
met de „Zwitsersche"maar bij naden
inspectie brak de bui los: „Wel, leelijki
zatlap, breng je me nou 'n bok thuis?'
,'n Geit is het", zei Kees. „'t Is 'n bok
zeg ik je. Heb je dan geen oogen in j
kop?" „Dan heeft die vent me bedio
gen; morgen ga ik hem ruilen en za
hem de kast eens uitvegen.
Keesje ging den anderen dag al vroe,
op wegmet z'n bok natuurlijk.
Hij moest halfweg eerst nog eens
„slokkie" drinken en den Wehlsche;
bedrieger aan den kaak stellen. Ictus
schen werd de bok verruild voor
geitje.
Keesje Pimpel ging weer op pad, dl
geit achter zich aantrekkend. Drifti;
opende hij de deur van „den bedrieger'
„Mot je me nou 'n bok inplaats v
'n geit verkoopen Gauw m'n geld teru|
of ik haal de politie." „Maar kerel, bi
je zestig of mankeert het je in je bovei
kamer? Als dat 'n bok is, dan weet
het nietDaar stond nu Kees ree
beschaamde kaken en nam z'n geilj
maar weer terug
„Je nemt 't mien toch niet kwaolijk 'i
„Nee, dat nou niet, maar ie most 1*
'n goeien bril aanschaffen."
,,'t ls toch 'n geit, vrouw", zei
bij z'n thuiskomst, ,'n Geit, da's on
mogelijk", hernam moeder, die tocl
eindelijk haar ongelijk moest bekennen
„Sapperloot, dacht Kees, dan heeft
wijf gister toch 'n brom in gehad."
Maar hoe nu eigenlijk de vork in de
steel zatzie, dat weten ze hedei
nog niet. |e
Een reuzendier. Aan boor 'e
van de stoomboot „Savoie" bevind ziel
naar de „Gaulois" weet te melden, ee
metkwaardige vracht, die naar Parij
bestemd is.
Het is het afgietsel van een fossi
reuzendier, den Diplodocus, 't ge we
digste van alle bekende dieren uit ea I
voorhistorisch tijdperk. Wanneer bil
is opgesteld, zal deze gipsen-copie et
lengte van 25 pn een hoogte van
meters hebben de onderdeelen zijn I
niet minder dan 34 reusachtige kist<
verpakt.
Andrew Carnegie heeft het skel
voor een vermogen aangekocht en In
ten geschenke gegeven aan zijn lier'
lingsstichting, het museum te PittsbMI
Opdat echter de geleerden van de
heele wereld nut zouden kunnen trekki
uit zijn aanwinst, heeft hij de
vaardiging van drie afgietsels in g>f
bevolen. Elk van deze afgietsels het
hem 240.000 gulden gekost; het eersl
is aan koning Edward van Engeland h
geschenke gegevenvan de twee at
Droevig ongeluk. De trein
van 11.29 spoortijd van Amsterdam
naar Rotterdam heeft gisterenmiddag
op een overweg tusschen Breukelen en
Harmeien twee personen en een paard
overreden en gedood.
Eeu Dichteraan destembus.
dere gaat het eene naar Parijs, wal
Camergie persoonlijk de opstelling
komen bijwonen, en de derde copie 1
aan keizer Wilhelm worden geschonket
Vroegere drinkgewoo
ten. Het kan geen kwaad eens na
gaan, of de drinkgewoonten in on«
tijd werkelijk zoo erg zijn, als men »aa
beweert, en men zal the Lancet moeW