WEERBERICHT. Thermometerstand UIT DE PERS. 8TALLSJSIEUWS. Langs den WS&g. Uit de Omgeving. Kerk- en Sehooinieuws. Ingezonden. Land-, Tuinbouw 8n Veeteelt. MEDEDEELINGEN VAN HET KONINKL. NED. MET. INSTITUUT. (Opgemaakt voorm. 10.50 uur.) De Bildt, 14 April 1908. Hoogste barometerstand 776.5 m.M. te Gliristiansundlaagste 755.5 m.M. te Nice. Verwachting tot den avond van 15 April 1908. Wind Meest matige N.O.Iijke wind. Gesteldheid van de lucht: Afnemende bewolking, weinig of geen regen. Temperatuur: Dezelfde. Barometerstand te AMERSFOORT.^ Barometerstand hedenmiddag te 12 uur 764 m.M. Vorige stand te 12 uur 765 m.M. te Amersfoort. Hoogste gisteren .F. 45. Laagste hedennacht .F. 34. Hedenmiddag 12 uur .F. 39. steld tot het voorbereiden van voor stellen aan de Regeering tot reorgani satie van bet Lager, Middelbaar en Hooger Onderwijs, voor zoover deze tot eene betere ineenschakeling van de onderscheidene takken van bet onder wijs noodig zal blijken, dr. R. H. Woltjer, te Amsterdam, en de aan den secretaris dier Staatscommissie toege kende belooning wordt bepaald opeen bedrag van een duizend gulden (f iooo) 's jaars. Naar Set Centrum verneemt, zal dit jaar in de maand Augustus het Nat. R. K. VakvereenigiDgscongers te Utrecht worden gehouden. Zaterdag jl. zijn, zoo verneemt de Rotterdammer, de heeren J. P. A. te Boekhorst van Amsterdam en H. Dieiner van Rotterdam als afgevaardigden van het nationaal comité tot afschaffing van den bakkersnachtarbeid door den minister van landbouw, nijverheid en handel, den heer Talma, in particuliere audiëntie ontvangen. De minister verklaarde, dat hij van plan is, en zulks zoo spoedig doenlijk, een wetsontwerp in te dienen ui zake verbod van den nachtarbeid in het bak kersbedrijf. Het ontwerp zal zoo kort mogelijk zijn. Voorden minister is het een punt van ern stige overweging liet verbod zoowel voor hoofden en bestuurders van bakkerijen als voor de bakkersgezellen te doen gelden. De oud-minister, mr. J. H. Geert- senia, is heden morgen te Utrecht overleden in den ouderdom van 91 jaar. STANDAARD EN NEDERLANDER. De Nederlander schrijft, dat het ook haar ter oore kwam, dat alleen aan mr. Heemskerk de Kabinetsformatie is opgedragen, niet aan dr. Kuyper, daaruit volgt, dat deze niet heeft .geweigerd". „Maar om nu niet de „legende" te doen ontstaan, dat dr. Kuyper door zijn eigen geestverwanten stillekes in den in den hoek is geduwd, zou men toch nog iets meer dienen te weten. „Bv. of dr. Kuyper niet zeil van oor deel is geweest, dat onder de gegeven omstandigheden mr. Heemskerk en deze alleen voor de Kabinetsformatie de aan gewezen man was ol dr. Kuyper niet zelf van oordeel is geweest, dat die formatie niet moest worden opgedragen aan hem. „Het spreekt toch vanzelf, dat, indien dr. Kuyper zelf van ooideel geweest is, dat zijn optreden thans minder gewenscht was, van een terzijde schuiven van dien leider geen sprake kan zijn. „In zaken als het hier geldt, is men met halve waarheden niet gediend. Zij kunnen zelfs misleidend werken. Mis schien kan de Standaard licht ver schaffen." De Standaard had geschreven, dat de heer De Savornin Lohinan in zake onderwijs lijnrecht ingaat tegen het program van beginselen door hem zeiven onderschrevendat hij zich „eigener autoriteit" losmaakt van het „aceoord" neergelegd in heL Uunie-rapport van 17 April 1900, en dat hij zijn woord terug nam. Het was aanvankelijk het voornemen van de Ned. nog eens de schreeuwende onwaarheid van dat alles in het licht te stellen. Maar waartoe zou het dienen? vraagt het blad, waar zijn lezers genoeg zaam ingelicht zijn en die tegenspraak door de Standaard stelselmatig doodge zwegen wordt. „Zij doet eenvoudig, alsof geen woord tegen haar averechtsche voorstelling ware ingebracht. „Het lijkt ons niet handig. Indertijd heeft het blad denzelfden strijd gevoerd legen het oorspronkelijke Unie-rapport, welks grondfout was, dat men het had durven ontwerpen zonder medewerking of toestemming van den destijds af wezigen dr. Kuyper. Na langdurigen slrijd is het i iettemin, zoo goed als ongewijzigd, tot stand gekomen. „Het is zeker nog al pikant te be weren, dat de oorspi onkelyke steller van dal rapport thans daar vlak tegen ingaat, en dat daarentegen de Standaard de beginselen er van tegen hern handhaaft. Laat ons haar dat genoegen gunnen. Slechts een kleine kring van haar ge trouwen de meesten krijgen nog wel iets anders dan de Standaaid onder de oogen zal zich er door laten beet nemen. „Maar, al is men ter bereiking van een politiek doel, niet altijd kieskeurig in het aanwenden van middelen, kan daarin toch niet te ver gaan PLATTELAND EN STAD. Wie herinnert zich niet meer de juchkreteri, die uit het kamp der rech terzijde opgingen, toen voor enkele jaren ook in de groote steden kerkelijke af gevaardigden naar 's lands veffegen- woordiging gekozen worden Het was uit met der liberalen heerschappij, nu ook de middelpunten van beschaving en vooruitgang den liberalen den rug toekeerden, zoo werd het alom uitge bazuind. Lees nu den volgenden Standaard- driestar van jl. Zaleidag, getiteld: „Onze groote stede n". „In Den Haag is de laatste stem bus weer bitter legerigeslagen. „Weer twee plaatsen zijn de partijen van Rechts er aan de liberalen kwijt. „Dit toont opnieuw wat gevaar ons uit de groote steden bedreigt. In Rotterdam staan we er beter voor, ornaat de annexatie er geheel anti revolutionaire dorpen bijvoegde. Maar te Amsterdam worden we met min der scherp bedreigd. „En vooral in Den Haag, waar het meer van de Ghr. Hist, moet komen, en wij luttel in het cijfer zijn, is de hoop op herwinning van onze positie zoo goed als uitgesloten. „Dat zag men aan deStaten-Generaal. „Dat zag men aan de Provinciale Staten. „En dat ziet men nu ook aan den Gemeenteraad." Wat blijft er nu over van al dat vieloiiegekraai? Alleen Rotterdam is goed (wat nog de vraag is Red. Vad.), maar let wel niet de stad Rotterdam, doch de „antirevolutionaire dorpen", die er bijgevoegd zijn, doen de kerkelijke par tijen er beter voor staan. InAmsterdam nog hoop, hoewel scherp bedreigd. En in 's Gravenhage hoop op herwinning „zoo goed als uitgesloten". Wat onze gemeente betreft, is het S t a n d a a r d-oordeel zeker niet on juist. Bij verstandig overleg tusschen de vrijzinnigen hangt het geheel van hun goedvinden af, of nog één clericaal in Den Haag zegevierend uit een stem bus zal te voorschijn komen. De residentie bhjve een vrijzinnig bolwerk 1 Vaderland). Wij kunnen heden deze rubriek beginnen met goed nieuws, dat velen zal verblijden. De gemeente is namelijk gisteren eigenares geworden van het ergenis gevend dnepuntje aan den Arnhemsclienweg. Ook is o.m. door haar gekocht het huis van den tapper A. Hoksbergen, daartegenoverhet geheel voor de som van f 700U. In die omgeving zal dus nu een betere toestand geschapen kunnen worden. A Jhr. S. M. van Reigersberg Ver- sluys heeft gisteren zijn functies ten stadshuize weder hervat. Blijkens de in dit nummer voor komende advertentie zal het toelatings examen voor de Hoogere Burgerschool 3 Juli a.s. aanvangen. Volgens de N. R. Gt. zal de kolonel Nierstrasz, van het 7e regiment infanterie benoemd worden tot generaal- majoor, commandant der 4e divisie in fanterie het Handelsblad verzekert echter dat genoemde kolonel het bevel zal krijgen over de le divisie. We zullen nu maar afwachten. De Raad onzer gemeente zal I Dinsdag 28 dezer vergaderen. Bij desaanbesteding voor verbouw en vergrooting met drie lokalen van de Gabrie-Mehensrhool,aan de Groote Haag, werd als volgt ingeschreven van Keulen f 6368.50 G. Wassink f 6057 T. van Hoogevest f5745, aan wien het werk gegund is. De Kanier van Koophandel en Fabrieken houdt Donderdag 16 April a.s. des namiddags 8 uur ten Raadhuize een openbare vergadering. (Amersfoortsche Kroniek en Critiek). IV. Ik heb gelezen, dat er dezer dagen in den Gemeenteraad is gesproken over het voorstel om een opzichter bij het Woningtoezicht te benoemen. Als ik bij die gelegenheid iets te zeggen had ge had, zou ik hebben voorgesteld tege lijkertijd over te gaan tot het instellen van nog een andere gemeeritebelrekking. De groene gordel, die de oude stad omringt en die we gewoon zijn saam te vatten in het begrip Plantsoen, is als aanleg een meesterstuk te noemen. Als we die aanleggen goed onderhoud! n, met de aanpiantingen en het maken van perken wat aesthelisch en practised te werk gaan, vormen zijn een attractie te meer voor den vreemdeling. Maar het aesthetische zoowel als het practische laten mijns inziens wel eens te wenschen over. Als men bijvoorbeeld in het plantsoen komt achter de Hel lestraat, ziet men daar een glooiing, op het midden waarvan een statige beuk prijkt. Dat is zoo bedoeld en dat is mooi, maar nu gaat men die omgeving ontsieren, door er een perk met thuya's een heele massa staan er, opgepakt als haringen in een ton te maken. Dat is noch aesthelisch, noch practisch. Het perk bederft de omgeving en de heesters willen onder die groote boomen, waar ze in de schaduw en onder drup staan, natuurlijk niet groeien. Die ervaring heeft men kunnen opdoen, vlak erbij, waar men, met volharding een betere zaak waardig, steeds weer nieuwe heesters plant, die na korten tijd weer sterven Ook met practisch is het, als men alle jaren opnieuw duizenden nieuwe graszoden gaat leggen, zonder dat men de zoden goed aanstampt en het grasperk behoorlijk afsluit, waar dit tusschen twee paden ligt en de haastige mensch altijd geneigd is er over te loopen. Dit is uil fuiantieel oogpunt een fout. Om al deze redenen zou ik wenschen, dat er een stadstuinman werd aange steld, die oog heelt voor dergelijke zaken en eenigszins aesthetisch is aangelegd. Het tractement aan zoo iemand uitge keerd, is niet weggeworpen. De personen, onder wier toezicht de werken aan de plantsoenen thans ge schieden en zij die de werken verrichten, doen ongetwijfeld huil best, alleen het is geen werk voor hen. Langer dan me lief was, heb ik dit maal moeten wachten lot mijn kroniek geplaatst kon worden. Immers mijne lezers hebben het er, sedert het stuk van den directeur van het St.-Elisabeth's Gasthuis in deze courant verscheen, wel voor moeten houden, dat ik er maar wat op los schrijf. Ik ben nog eens op informatie uitgegaan en ben tot de over tuiging gekomen, dat, al mogen een paar bijkomende omstandigheden niet juist zoo zijn geweest, als ze mij werden meegedeeld, de hoofdzaak waarheid was en iets erger dan ik haar had voorge steld. Nu ben ik helaas genoodzaakt nog eens op de geschiedenis terug te komen. Welnu, ziehier de feiten: De behan delende geneesheer, die, dit is mogelijk, vijf minuten voor het afgesproken uur aanwezig was, had zich bij het binnen komen gemeld en heeft langer dan een kwartier na het vastgestelde uur moeten wachten op den arts uit Utrecht, die toch precies op tijd aanwezig was. Eerst genoemde was hierover terecht ontstemd, vooral in verband met het feit, dat hij een paar dagen vroeger, bij clienzelfden patient vertoevend, driemaal te vergeefs om de verpleegster had gebeld, eindelijk zijn pogen opgaf en, zonder de verpleeg ster te hebben gesproken, het ziekenhuis heeft verlaten. Meer zal ik er voorloopig niet van zeggen. Had men misschien liever gehad, dat ik op deze wjjze de aandacht op het gebeurde had gevestigd? In tamelijk onschuldigen vorm, zooals in een causerie de gewoonte is, had ik dit meêgedeeld. De zaken waren mij door een' zeei betrouwbaar persoon verteld, misschien een weinig gekleurd, maar de ondergrond was ernstig. Alleen is mij achteraf ge bleken, dat het gebeurde met zijn oorzaak vond in de aanwezigheid van het per soneel bij eene godsdienstoefening. Maar dit is ook bijzaak. En nu had men met de mededeelin- gen, het verhaaltje, in mijn vorige kroniek zijn voordeel kunnen doen. Maar inplaats daarvan, schrijft de directeur een stuk, waarin ik vrijwel voor een leugenaar word uitgemaakt en waaruit men zou moeten opmaken dat in het gasthuis tout e3t pour le mieux dans le meilleur des ïiiondes. (Jp bijzaakjes wordt een schel licht geworpen, waarheid wordt gezegd, maar niet alles wordt meêgedeeld. Dat is, laat ik zeggen, niet oprecht. Dit is jammer, ook voor de inrichting zelve. Zij is pen sieraad voor de plaats onzer inwoning, een hoogst nuttige en degelijke instelling, zooals ineest alle ziekeninriclitingen door roomsch-katho- liekeu geëxploiteerd. Maar zij is nog zeer jong en uil den aard der zaak kleven jonge inrichtingen wanneer ook de directeur voor het eerst als zoodanig optreedt nog gebreken aan. En door dergelijke gebreken te erkennen, zal men meer vertrouwen in het verbeteren of wegnemen ervan wekken, dan door ze botweg le ontkennen. FLANOR. BAAKN. H. M. de Koningin-Moeder heeft ten behoeve der ruet de Pinkster dagen alnier te houden nationale ten toonstelling der Hollandsche Sierduiven- club een groot bronzen medaille ge schonken. HOEVELAKEN. Er zal hier een begin worden gemaakt met bet aanleggen van Rijksproefvelden. Voor rogge en gras is dit thans te laat, doch voor aardappelen kan dit nog. Daarom worden 10 veldjes aangelegd, die gedeeltelijk met kunstmest zullen worden bemest. Deze proefveldjes komen op de boer derij van den heer M. Doornekamp. Rechtszaken. De Hooge Raad heelt verworpen het beroep van Flons Vos, industrieel te Naarden, door het Gerechtshof te Amsterdam veroordeeld tot een maand gevangenisstraf, wegens wederspannig- heid door twee of meer vereenigde personen, gepleegd tegen agenten, die den heer Vos wilden arresteeren, omdat zij alleszins reden hadden om aan le nemen, dat hij zich wederrechtelijk be vond ten kantore der naamlooze ven nootschap (Jud-Bussem en zij hem des wege voor den huipolficier van justitie te Huizen wilden geleiden. Naar men verneemt, heeft gisteren de Academische Senaat der Amster- damsche universiteit vergaderd en be sloten den student Bakker een sctirijven te zenden, waarin, onder afkeuring van zijn gedrag, wordt medegedeeld, dat de Senaat hein verder niet zal bestraffen, omdat van prol. Van Embden een voorstel Ui dien geest was ingekomen. Vooropstellende dat de zaak nu feite lijk hem zelf niet betreft, maar een academische diseipline-quaestie, had prof. Van Einden den Senaat le kennen gegeven, dal hij geen prijs stelde op een vervolging van den student Bakker. Gelijk gezegd heeft de Senaat zich met dat voorstel vireenigd. Buiten verantxvoordeLykheid der Redactie). Mijnheer de Redacteur. Zeer gaarne hadden we een plaatsje in Uw veelgelezen blad, om nog een keer in dezen tijd van salariswijziging onze opinie bekend le maken. De gedachtenwisseling naar aan leiding van de voorstellen van den heer van Duinen en de intrekking daarvan hebben alle onderwijzers zeer teleur gesteld. We zijn hem dankbaar voor zijne rechtvaardige pogingen en be treuren het met hem, dat ze bij gebrek aan steun schipbreuk hebben moeten lijden. In dezefde vergaderingen der leden van onzen Raad kwam echter een ander amendement ter sprakeDe heer Ger ritsen heeft opnieuw het onderwijs zijn gewaardeerden steun geboden. De wijze, waarop hij ditmaal evenwel het onder wijzend personeel dienstig wil zjjn, kunnen we tot ons leedwezen niet toe juichen. Vorige keeren hebben we reeds geschreven, dat we het volkomen met B. en W. eens zijn, waar ze zeggen, dat eene belooning van f 125 voor de hoofdacte voldoende geacht kon worden. Wij hebben ons altijd voorgesteld, dat de f 10U, die de wetgever eischt bij het bezit van die akte een goede be taling daarvoor is. De taak van alle onderwijzers in de lagere school is toch precies dezelfde, en nooit is er op gemerkt, dat de resultaten van 't onder wijs bij de niet-hooldacte bezitters minder gunstig zijo, dan die van hun collega's met de hoofdacte. Hoe zou het ook anders le verklaren zijn, dat er door den Raad dezer gemeente tal van onderwijzers zonder hoofdacte worden benoemd, die door de hooiden van scholen geoordeeld werden, de meest aanbe velenswaardige te zijn onder tal van sollicitanten, onderwijzers zonder en met hoofdacte Nu reeds ontvangen de on derwijzers met de hoofdacte elke maand een aanmerkelijk bedrag op ons kleine deel meer en daarom lijkt het ons toe, dat dit verschil niet behoefde te worden vergroot, maar dat de daa'toe benoo- digde som van f 1650 beter zou kunnen worden aangewend. Het is geen aangename taak, nadet uiteen te zetten, hoe twee derden der onderwijzers en de hoofden van scholen voor 't hoofd zouden worden gestooten door een kleine groep beter te salari- eêren. Hierbij dient men zeker niet uit het oog te verliezen, dat er op die wijze veertien collega's aanmerkelijk meer zouden ontvangen, omdat ze èn door de voorgestelde wijziging van B. en W. èn door het amendcment-Ger- ritsen hun salaris zouden zien verhoogd, terwijl een zestal, dat onze gemeente reeds zeer lang dient, in 't geheel niets zou krijgen. In de memorie van B. en W. zien we dat dit college in de eerste plaats heeft overwogen de verhoogingen na 30 en 35 jaar toe te kennen na 14 en 16 jaar. Uit de verslagen van de afdeelings- vergaderingen meenen wij te mogen op maken, dat een deel der Raadsleden wel geneigd is, om nog een zeker bedrag uit de gemeentekas ten bate van hel onderwijzend personeel aan te wenden. Welnu, de veranderingen van die beide laatste in verhoogingen na 14 en 16 jaar, zou aan de gemeente slechts twee honderd gulden meer kosten, dan de ruimere salarieëring van de hoofdacte bezittel s, en daarom schijnt het om meer rechtvaardig toe, die som in den vorm van maximum verhooging te be steden. Hierdoor wordt niemand geschaad hierdoor worden allen gebaat, óók die zes anderen, waarvoor de gemeente alleen 6 X f 125 f 750 meer sub sidie ontvangt. Met dank voor de verleende plaats ruimte. De perscommissie van de afd. Amersf van den B. v. N. O. ZIEKTEVERSCHIJNSELEN NA VOE DERING MET GRONDNOTEN- MEEL. Nu en dan ziet menj in de buiten- landsche landbouwpers mededeeling van gevallen waarin het voederen va. groBd- notenmeel ten gevolge heeft gehad dat het vee, hetwelk dit voedermiddel werd toegediend, zwaar ziek werd. De verschijnselen waren sterke doorloop, opdrogen der melk, volkomen gebrek aan eetlust, koorts enz. De analyse deed blijken dat het grond- notenraeel was vermengd met zeer kleine hoeveelheden van het vooral in den laatsten tijd zoo veelvuldig beschreven en daardoor wel aan elk landbouwer bekend ricinuszaad. Ieder herinnert zich nog de ziekte- en vergiftigingsgevallei in ons land, na voedering van kratok- boonen, waartusschen in den regel ooi ricinuszaad voorkwam. Een tweede ge vaar, aan grondnotenmeel verbonden, is het licht optreden van schimmel welke ook vaak de oorzaak van ziektever schijnselen is. In de duurdere kwali teiten treft men deze echter zelden aan, Terwijl hier dus de oorzaak der ziekte kon worden vastgesteld, gelukte dat in andere gevallen niet. Bij de bezichtiging van dieren, die grondnotenmeel hadden gevreten bleken ze geheel verlamd te zijn en éen geslacht zijnde, leverde vleesch dat voor consumptie werd afgekeurd, aangezien het onderzoek geelzucht uit wees en het vleesch voor menschelyke voeding onbruikbaar was. Op grond van waarnemingen bleek dat het meel oorzaak van vergiftiging was zonder dat men de uitwerking aai jec een bepaald bestanddeel toeschreef; zoo nam men bv. aan dat jong vee, nadal het gedurende zes maanden geen kracht voeder had genoten, sterker op vergil reageerde dan dieren die geregeld daar aan gewend geweest waren. Ook meende men eene oorzaak te zien in den plotselingen overgang van groen- voeder op droogvoedering met kracht voeder en gelijktijdige toediening val draf en bieten waarbij da. de combini- tie van deze voedermiddelen de schade lijke werking van het grondnotenmeel zou verhoogen. Ieder veehouder keal het verlies aan melk en de overige moeielijkheden in het voorjaar bij hel in de weide kome. van het vee of bjj den overgang op groenvoeder en omge keerd in den herfst bij het opstallen. Hoe dan ook, het verdient aanbeveling, bij voedering van dit meel nauwkeurig acht te geven op alle afwijkende verschijnse len bij het vee, die een gevolg van de voedering kunnenjzijn,Jvooropgesteld, dat langzamerhand van het eene artikel op het andere worde overgegaan. Bij plot selinge verandering van voeder kunnen bij elk voedermiddel natuurlijk ziekte gevallen het gevolg zijn van een derge lijke onverstandige handelwijze.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 2