WEERBERICHT.
UIT DE PERS.
STADSNIEUWS.
Gemeenteraad.
Tliermometerstand
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. NED. MET. INSTITUUT.
(Opgemaakt voorm. 10.50 uur.)
De Bildt, 28 April 1908.
Hoogste barometerstand 768.2 m.M.
te Seydisfjordlaagste 745.7 m.M.
te Valencia.
Verwachting tot den avond van 29
April 1908.
Wind Zwakke tot matige, Z.O.lyke
tot Zuidelijke wind.
Gesteldheid van de lucht: Zwaarbe
wolkt, mogelijk regenbuien.
Temperatuuriets zachter.
Barometerstand te AMERSFOORT.
Barometerstand hedenmiddag te 12
uur 759 m.M.
Vorige stand te 12 uur 758 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 53
Laagste hedennacht F. 39
Hedenmiddag 12 uur F. 50
Leiden, Verder zal daarbij worden be
handeld de motie van de atdeeling
Groningen tegen vermindering van
jaarwedden ingeval van vereeniging
in één persoon van verschillende be
trekkingen bij de gemeente-admini
stratie.
Besloten is niet in te gaan op een
verzoek van twee bondsleden om te
vragen een wijziging van het burger
lijk wetboek in dien zin, dat uit de
geboorte-extracten van erkende natuur
lijke kinderen niet langer blijke het
feit hunner onechte geboorte. De bond
zou hiermede betreden een terrein ge
legen buiten zijn werkkring.
De gewone algemeene jaarvergade
ring zal dit jaar worden gehouden te
Groningen op Maandag 7 September.
Te Deventer is een tweedaagsch
congres gehouden van den Algemeenen
Nederlandschen Timmerliedenbond.
Voorzitter de heer G. Goedhard.
In het jaarverslag wordt omtrent
den toestand in het bedrijf medege
deeld, dat in vele bedrijven, maar
vooral in de bouwvakken een tijdlang
een tamelijk groote werkloosheid heelt
geheerschtdat het zich liet aanzien
dat deze ongunstige toestand niet
spoedig zou veranderen ten gunste
der werklieden en dat hij eerder
slechter dan beter zou worden. Deze
malaise meent het hoofdbestuur te
moeten toeschrijven aan de finanteele
crisis, den daardoor veroorzaakten
hoogen retestandaard en het geschokte
vertrouwen in de hypotheekbanken.
Dat de crisis het gevolg is van de
enorme hooge loonen, zooals dikwijls
verkondigd is, aanvaardt het hoofd
bestuur niet. Voor velen is het jaar
er een geweest van ontbering en
ellende en in veler herinnering zal
deze winter met een zwarte kool
staan aangeteekend. Deze toestand
heeft zeer belemmerend op den groei
en vooruitgang van den Bond gewerkt
en hierdoor is het te verklaren, dat
een groot aantal leden den Bond heb
ben verlaten, en trots een aanzien
lijke toetreding van ongeorganiseerde
vakgenooten, is het ledental niet
noemenswaard vooruitgegaan. Wat de
loonbewegingen betreft, kon het hoofd
bestuur, wegens de malaise in het
bedrijf nergens met die kracht optre
den die voor een welslagen noodig
is. De gevoerde loonbewegingen be
paalden zich dan ook hoofdzakelijk
tot het zenden van adressen aan
patroons en gemeenteraden tot het
verzoeken om samensprekingen.
Op 1 Maart 1908 telde de Bond 43
afdeelingen tegen 35 in het daaraan
voorafgaande jaar.
DE RAAD VAN DEFENSIE.
De „Staatscourant" bracht ons 19
April 1.1. het Koninklijk Besluit,
waarbij de beloofde Raad van Defensie
wordt ingesteld. In art. 4 van dat
K. B. lezen wij, dat behalve de 4
burgerleden van die commissie daarin
qualitate qua zitting zullen nemen:
a. de commandant van het veldleger
b. de chef van den generalen staf,
of, b(j diens ontstentenis, de sous
chef van dien stafc. de commandant
van de Stelling Amsterdamd. de
commandant van de Stelling Den
Heldere. de commandant van de
Stelling van de monden van de Maas
en van het Haringvlietf. de chef
van den marinestaf, of, b(j diens ont
stentenis, de chef van Liet bureau
Staf aan het Departement van Marine
g. de inspecteurs der wapens, of van
onderdeeleu der wapens, of de hoof
den van dienstvakken, ressorteerende
onder het Departement v. Oorlog
h. de directeur en commandant der
marine te Amsterdam.
Zooals men ziet, zullen dus als
militaire leden van dien Raad van
Defensie enkel zitting nemen hoofd-,
opper- en vlag-officieren, d. w. z. al
leen officieren van den hoogsten rang.
En nu veroorloven wij ons de vraag
of dat goed gezien is. Z(jn die heeren
nog wel vertrouwd met de tegen
woordige nooden en behoeften van
troepen en vloot, nu zy daarvan
reeds zoo lang verre staan En ware
het vooral met het oog op de bur
gerleden van dien Raad niet zeer
wenscbelyk. dat ook de mannen van
de practijk des dagelykschen dienst,
m. a. w. ook een kapiteiu en een
luitenant ter zee, als leden in dien
raad werden opgenomen
En nu moet men niet zeggenDie
zitten in den Raad, want art. 11 van
het K. B. bepaalt, dat aan den raad
als secretarissen worden toegevoegd
een subaltern officier van de land
macht en een subaltern officier van
de zeemacht, respectievelijk door onzen
Minister van Oorlog en van Marine
aan te wijzen.
Het zal toch wel geen betoog be
hoeven, dat onze bedoeling is, dat er
ook tot leden van den Raad een
subalterne officier van land- en zee
macht zullen worden benoemd, dus
niet om op te schrijven en klerken
werk te verrichten, maar om als ge
lijkgerechtigden hunne voorlichting te
geven. Dat het burgerlijk element in
dezen raad zoo verre in de minder
heid is, kan eindelijk weinig dienen
om het doel, dat men in de Kamer
met een Raad van Defensie voor
oogen had, te bereiken. Welk doel
was, dat men ook buiten het leger
de nooden en behoeften daarvan zou
leeren kennen. (Vaderlander.)
Vergadering van den Raad der ge
meente Amersfoort op Dinsdag 28
April 1908, te half twee ure.
Voorzitter de Burgemeester.
Afwezig met kennisgeving de h.h.
Heyligers en Jorissen.
Medegedeeld wordt dat is inge
komen o.a.
Verschillende besluiten van Ged.
Staten, houdende goedkeuring van
eenige Raadsbesluiten.
Het verslag van de gemeente Amers
foort over 1907.
Verslag van de Commissie van Toe
zicht op het Lager Onderwijs over
1907.
Adres van H. A. de Vries over te
weinig leveranties aan de Gasfabriek.
Dit laatste in handen van B. en W.
gesteld.
Tot benoeming van een tijdelijk
leeraar in de Nederlandsche taal en
letterkunde aan de Hoogere Burger-
schooi voor het tijdvak 1 Mei 1908—15
Juli 1908, wordt niet overgegaan.
De heer B. van Esveld heeft name
lijk verzocht niet in aanmerking te
komen voor de benoeming. B. en W.
stellen voor de zaak uit te stellen.
Aldus besloten.
Tot onderwijzeres aan de O. L. School
2e soort, (vacature Mej. van Eek),
wordt benoemd mej. B. Simons, alhier.
Twee stemmen werden uitgebracht
op mej. Cöller en éen op mej. Schoutte.
Eervol ontslag wordt verleend aan
den onderwijzer I. J. Ansink, O. L.
School 2e soort en aan den onder
wijzer B. J. Groenevelt Jr., O. L.
School 3e soort.
In behandeling komt het voorstel
van B. en W. tot tijdelijke versterking
van het personeel, verbonden aan de
Hoogere Burgerschool gedurende den
cursus 1908/1909.
Na eene zitting met gesloten deu
ren, die tot 3 uur duurde, werd in
openbare zitting overeenkomstig het
voorstel van B. en W. besloten.
i?Het voorstel van B. en W. tot ver
lenging van het verlof, verleend aan
den onderwijzer A. M. van den Broek
strekt tot verlenging met. 3 maanden
tot 1 Augustus.
Aldus besloten.
Daarna is aan de orde het voorstel
van B. en W. betreffende de organi
satie van het personeel in dienst bjj
de fabricage.
De beer Hamers: Ik vind het
salaris van den inspecteur van f 1500
wel te hoogik heb gehoord dat men
voor f 1000 wel een geschikt persoon
kan krijgen. Laat ons met het oog
op de gemeente-financiën den gulden
middenweg bewandelen en dit salaris
bepalen op f 1300. Ik doe dit ook met
het oog op de vrees dat de inkomsten
belasting zal tegenvallen.
Dit voorstel wordt niet ondersteund
en kan dus geen punt van beraad
slaging uitmaken.
Bij art. 3, salaris van den inspec
teur, stemmen de heeren Hamers en
Kroes tegen.
De gewijzigde verordening wordt
aangenomen.
Thans komt in bespreking het voor
stel van B. en W. betreffende de
salarisregeling voor het persoueel, ver
bonden aan inrichtingen, voor lager
onderwijs.
De heer v. Duinen: Mijn
heer de Voorzitter, naar aanleiding
van den weinigen steun die mjjn amen
dement in de afdeelingen heeft onder
vonden, trek ik dit in.
De heer Plomp: Ik heb mij
afgevraagd hoe staan wij tegenover
den Staat. Wij geven meer dan ge
vraagd wordt.
In de tweede plaats, hoe staan wij
tegenover de gemeente?
En dan word ik genoopt tot
voorzichtigheid. Bij het vaststellen
van salarissen voor een groote cate
gorie van ambtenaren moeten we
voorzichtig z(jn.
Wij moeten niet beginnen met eene
verordering, die op goede beginselen
rust, te vernietigen.
De heer Gerritsen: Mijn voor
stel tot verhooging van de belooning
voor hoofdacte is eenvoudig een
quaestie van appreciatie. In den regel
zijn de beste krachten zij, die de
hoofdacte bezitten. Een betere be
looning daarvoor is tevens een prikkel.
Ik blijf dan ook mijn voorstel hand
haven.
De heer v. E s v e 1 dIk geloof dat
de bezoldiging yoor den onderwijzer,
die de hoofdacte heeft behaald, te
weinig is.
De Bond en de Commissie van
Toezicht hebben destijds ook de hoofd
acte geapprecieerd en ik kan m(j dus
wel vereenigen met het voorstel van
den heer Gerritsen.
De heer Plomp: Het komt mij
onjuist voor, dat betere bezoldiging
een prikkel zal z(jn tot doorstudeeren.
Die prikkel is dat men hoofd eener
school kan worden, en die hoogere
prikkel ontstaat bij de betere individuen
vauzelf.
De heer Ha g e d o o r n Allen,
zooals we hier zitten, zullen we wel
willen toegeven, dat de salarisregeling
te laag is, en dat die alleen uit nood
zoo laag is. Yoor opvoeders van kin
deren, die ."'naderhand de maatschappij
moeten vormen, worden zij te
slecht beloond. Maar 'ik zie ook in,
dat we op 't oogenblik niet meer
kunnen geven. Ik ben daarom ook nu
tevreden met het1/voorstel van B.
en W.
Wat nu de hoofdacte betreft, by
verruiming van gezichtsveld, vermeer
dert ook de beschouwing en wordt
men beter opvoeder. Daarom zal ik
meegaan met het voorstel Gerritsen.
Maar m. i. is de categorie van
plaatsvervangende hoofden vergeten,
Ik weet wel dat deze in bepaalde geval
len bijslag krjjgen, maa: niet in alle. Die
zes, die het hoofd vervangen zou ik
een verhooging van f200 willen geven.
De heer van Kalken: B. en
W. hebben wilden voorkomen het ver
loop van de onderwijzers. Men zegt
wel dat de onderwijzers te weinig
krijgen, maar als ze werkelijk ont
wikkeld zijn, kunnen ze er wel iets
anders b(j krijgen. Als ze de hoofdacte
hebben, kunnen ze gemakkelijker bij
baantjes krijgen. Dat is dus de be
looning voor hun hoofdacte. Het onder
wijzend personeel had m. i. dankbaar
behooren te zijn voor de voorstellen
van B. en W.
De heer Celosse: Men moet
niet die bijzondere waarde hechten
aan het bezit der hoofdacte, die vele
heeren daaraan hechten. Men moet ook
niet vergeten, dat het feit, dat sommige
onderwijzers die hoofdacte niet
hebben kunnen behalen, gelegen kan
zijn geweest in bijzondere omstandig
heden. De onderwijzers van bijstand,
waarop de heer Hagedoorn doelt, doen
werkelijk niet zooveel bijzonders, dat
zij er meer voor beloond behoeven te
worden.
Bij art. 5 stellen de heeren Ooster
veen en Veis heyn voor, de aanvangs
salarissen van hoofden te regelen als
volgtle soort 16501850, 2e of 3e
soort 1200—1400; de minimum-jaar
wedde woidt telkens verhoogd met
f 50.
De heer Tromp vindt het
jammer, dat deze amendementen zijn
ingediend na de afdeelingsvergade
ringen.
De heer Oosterveen gelooft
niet, dat het billijk is, dat voor de
hoofden van scholen le en 2e en 3e
soort verschil moet bestaan in de
verhoogingen. Na eenige discussie
trekken de voorstellers echter, nadat
zij de hoop hebben uitgesproken dat
B. en W. bij volgende gelegenheid
hunne aandacht hieraan zullen wijden,
hun voorstel in.
Het voorstel van den heer Gerritsen,
verhooging van de hoofdacte te brengen
op f200 wordt verworpen met 10
tegen 5 stemmen.
Voor de heeren v. Duinen, Hage
doorn, Tromp v. Holst, Gerritsen en
v. Esveld.
De heer v. Esveld trekt zjjn voor
stel, om de hoofdacte te brengen op
f 175, in.
Het voorstel van den heer Hage
doorn, om aan plaatsvervangende hoof
den der scholen f75 per jaar meer te
geven komt nog in bespreking. De
heer Hagedoorn zegt wel genegen
te zijn het in te trekken, wanneer
B. en W. beloven dat z(j het later in
goedgunstige overweging willen nemen.
De heer Celosse: Ik kan dat
niet beloven, op grond van de mo
tieven, straks aangeduid.
De geheele verordening wordt hierop
met algemeene stemmen aangenomen.
In behandeling komen het rapport
en voorstel van B. en W. betreffende
vaststelling eener nieuwe verordening,
houdende bepalingen voor het over
dragen aan de Gemeente van verkeers
wegen of terreinen, tot het aanleggen
van verkeerswegen bestemd.
De heer van Esveld: Met
zoo'n verordering op de wegen moeten
we zeer voorzichtig wezen. Gaan we
te streng te werk, dan hinderen we
het bouwen. Ik zou daarom deze zaak
in de afdeelingen behandeld willen
zien.
De voorzitter: Hetjwordtdoor
dit voorstel juist gemakkelijker voor
de bouwers.
De heer Visser: Als vroeger
de lieden te veel hadden betaald, was
er voor ons geen gelegenheid iets terug
te geven. Het zal voor de gemeente
voordeelig z(jn, als er geen straten
meer komen.
De heer v. Esveld: Ik zou
gaarne, vooral met het oog op den
aanleg van waterleiding, meer voor
gelicht worden. Deze verordening lijkt
mij zeer scherp gesteld en wel in 't
nadeel van de bouwers.
De heer Oosterveen: Ik zou
ook gaarne voorgelicht worden met
het oog op de waterleiding.
De heer Visser: De voorwaar
den en garantie kan men vinden in de
overeenkomsten met de waterleiding.
D.e heer v. Esveld: We krijgen
een nieuwen inspecteur die zal in het
begin uit den aard der zaak scherper
kijken en daarom lijkt het me zaak,
dat we hier een goede regeling moeten
hebben.
Het voorstel van den heer v. Esveld,
om het naar de afdeelingen te zenden,
wordt aangenomen met 14- tegen 1
stem. Tegen de heer Visser.
Aan de orde is het voorstel van
B. en W. tot wijziging der verorde
ning, regelende de voorwaarden,
waarop in de gemeente Amersfoort
gas uit de gemeente-gasfabriek wordt
verstrekt.
De verordening wordt met alge
meene stemmen aangenomen.
In behandeling komt het nader
voorstel van B. en W. betreffende de
nachtwakers.
In de vorige zitting werd het voor
stel van B. en W. inzake de afschaf
fing der nachtwakers teruggezonden
met verzoek om nadere voorstellen.
B. en W. rekenen nu uit, dat indien
alle nachtwakers gepensionneerd wor
den, dit jaarlijks aan pensioen zal
kosten f506.43'.
B. en W. vinden geen vrijheid
nadere voorstellen te doen.
De heer van Duinen hand
haaft zijn voorstel in de vorige ver
gadering gedaan.
De heer Plomp: Ik heb het
altijd onbillijk gevonden om personen
weg te sturen, want waar is dan de
grens tusschen willekeur en geen
willekeur. Iemand, die zijn betrekking
goed waarneemt, mag men maar niet
zoo aan den dijk zetten. Voor de rede
neering van B. en W. is zeker veel
te zeggenjuridisch hebben ze wel
licht gelijk, maar er is toch ook een
moreele zijde. Nu spreekt de heer van
Duinen om de menschen met meer
dan 12 jaar dienst pensioen te ver-
leenen, maar het financieele bezwaar
is hierbij groot. Ik zou dan ook zeggen,
laten we de menschen herstellen in
hun rang.
De heer Gerritsen: Over
deze kwestie is nog veel te zeggen.
Er is echter niet zoo'n haast by, we
kunnen de stukken gerust nog eens
terugzenden naar de afdeelingen, om
alles nog eens rustig te overwegen
Wat de heer Plomp wil, zou ik zeet
bejammeren. Terug komen op een
besluit, dat goed is, moeten we niet
doen. Ik zou liever aan het Hoofd
der Politie willen vragenzou het
niet mogelijk zijn, de menschen met
de meeste dienstjaren te doen over
gaan in vasten dienst?
De voorzitter: Wordt het
voorstel van den heer Gerritsen onder
steund
Stemmen: Ja.
De vjoorzitter: Dan zullen \n
het voorstel naar de afdeelingen ver
zenden.
Hierop volgt het voorstel van B. en
W. tot aankoop van eigendommen
gelegen aan het kruispunt van de
Bergstraat, Arnhemschen wegen Leus-
denschen weg en tot overname van
een gedeelte van den Arnhemschen
weg.
DeheerHagedoorn: Met veel
genoegen heb ik gezien dat deze zaak
eindelijk haar beslag heeft gekregen.
Dikwyls hebben we in besloten ver
gaderingen over het beruchte driepun
tje reeds gesproken, waar zoo vaak
gevaar voor het verkeer bestond. Ik
geloof dan ook uit nam van allen te
spreken, wanneer ik van ganscher harte
B. en \V. dank zeg voor hun activi
teit in deze. Ik hoop dat voortaan
de gevaren op dat punt zullen zijn
afgeweerd. (Applaus.)
De voorzitter: Ik dank den
heer Hagedoorn voor deze vriendelijke
woorden en den Raad voor de instem
ming.
Het voorstel wordt aangenomen.
Thans volgt het voorstel van B. en
W. tot het geven eeDer subsidie van
f200 aan de Oranje-vereeniging voot
1908.
Aangenomen.
Aan de orde zijn het rapport en
voorstel van B. en W. betreffende
reclames van H. J. van den Brink en
J. Broekhuysen, tegen den aanslag in
het vergunningsrecht.
Als herschatter wordt benoemd de
heer J. Kerkhoff.
Na vaststelling van het 2e (laatste]
gedeelte van het oorspronkelijk kohier
der plaatselijke directe belasting naar
het inkomen, dienst 1908 op 16722.50
en aanneming der voorstellen van B.
en W. tot het verleenen van afschrij
ving van plaatselijke directe belasting
naar het inkomen dienst 1907 ad
f7.50 en 1908 ad f 241.50 wordt over
gegaan tot behandeling van reclames
in zake "plaatselijke directe belasting
naar het inkomen, dienst 1907.
Daarna wordt de vergadering ge
sloten.
Zondag 3 Mei a.s. wordt, des
morgens half tien, in de Remon-
strantsche kerk een godsdienstoefe
ning gehouden voor jongelieden van
9 tot 14 jaar.
De gewone dienst voor de gemeente
vangt om elf uur aan.
Naar w(j vernemen z(jn voor het
Muziek-concours, op Hemelvaartsdag
alhier te houden, 19 medailles be
schikbaar gesteld.
Voor den Doopsgezinden Kring
wordt a.s. Zondag 3 Mei des morgens
half elf in het Logegebouw, van Per-
sjjnstraat 1 een godsdienstoefening
gehouden, waarin als spreker zal op
treden Ds. S. D. A. Wartena van
Zutphen.
De heeren Dr. Ph. H. Peyrot en
N. E. Rost hebben hunne benoeming
tot bestuursleden van het Nutsde-
partement alhier, aangenomen.
Maandag 4 Mei zal eene alge
meene vergadering worden gehouden
van het comité uit de Amersfoortsche
burgerij tof steun bij tijdelijke werke
loosheid.
De agenda vermeldt
1. Installatie van een nieuw comité-lid.
2. Voorstel van het Dagelyksch Be
stuur om de besluiten, genomen in de
vergadering, jl. Vrijdag gehouden, on
wettig te verklaren, primoomdat het
ontbreken van de punten van behan
deling op het convocatiebiljet aan
leiding kan zijn geweest, dat betrek
kelijk weinigen ter vergadering aan
wezig waren
Secundoomdat, geheel te goeder
trouw enkele vakvereenigingen ver
tegenwoordigers naar die vergadering
hadden gezonden, die nog niet als lid
van het Comité door de vergadering
waren toegelaten, waardoor de stem
mingen als onwettig moeten worden
beschouwd.
3. Voorstel van het Dagelyksch
Bestuur, om het tegenwoordig Dage
lyksch Bestuur, bestaande uit de hee
ren G. J. Buys, J. W. Middelburg,
R. G. Rykens, L. A. baron van Itter-
sum, H. Noorman, D. Gerritsen en
G. van Wjjland, permanent te ver
klaren, welk bestuur het overgebleven