DAGBLAD voor AMERSFOORT en OMSTREKEN. No. 87, DONDERDAG 14 MEI 1908. 5e JAARGANG. Uitgave van de Naami. Vennootsehap „DE EEMLANDER". Versehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Staatsexploitatie van Spoorwegen. FEUILLETON. De Familie Von Kröchert. BUITENLAND. DE EEMLANDEB Hoofdredacteur R- O. RIJKENS. Abonnementsprijs Per jaarf 4. Franco per post 5.60 Per 3 maanden- 1. Franco per post- 1.40 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau: BREEDESTRAA.T 20. Telefoon Interc. 62. Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regelsf 0.40 Voor iederen regel meer- 0.08 Buiten het Kanton Amersfoort per regel - 0.10 (Bij abonnement belangrijke korting.) Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem. Heden komt eindelijk de motie-Bos in de Tweede Kamer in behandeling omtrent de staatsexploitatie van spoor wegen. Het komt ons derhalve voor een geschikt oogenblik te zijn om nog eens een kort overzicht te geven van eenige hoofdargumenten, die voor en tegen staatsexploitatie van spoorwegen worden aangevoerd. Die zaak wordt gemak kely k gemaakt, doordat in het tijdschrift voor Nijver heid de meening van een vóór en van een tegenstander der Staatsexploitatie zijn afgedrukt. De heer U. G. Schilt- huis van Groningen is de een, de heer Mr. H. Smissaert de ander. En een van de belangrijkste argumenten van laatstgenoemde is, dat bjj particuliere exploitatie het beginsel van de con currentie behouden is gebleven. Zoo niet alle, zegt hij, dan toch zeer vele ,der door de Maatschappijen in het verkeer aangebrachte verbeterin gen zijn onder den prikkel der mede dinging tot stand gekomen en met die verbeteringen waren veelal niet slechts gebaat die plaatsen, waar de concur rentie zich direct deed gevoelen, doch ook andere, daar toch meestal de maatregelen waren van algemee- nen aard. Staats-exploitatie nu zou zjjn wegneming van alle concurrentie op spoorweggebied. De heer Schilthuis is van een andere meening. In verreweg het grootste gedeelte van ons land, zoo zegt hij, bestaat geen concurrentie. En zooals de ervaring in Engeland leert, duren de voordeelen der onder linge concurrentie van de spoorweg maatschappijen slechts zoolang, als niet hun belang meebrengt hunne mededinging te staken en het ver voer te regelen in onderling overleg. Wanneer men zich begeeft buiten het onmiddelijketerrein.waaropdestrjjdder concurreerende maatschappijen gestre den wordt, ondervindt men bij voortdu ring de nadeelen van het gebrek aan snel treinen, goede verbindingen en vooral van de noodige waggons voor het ver voer van goederen. Naar het Duitsch, VAN HENRIETTE VON MEERHEIMB. 30) Ik neem het je ook niet kwalijk maar het stemt me treurig." Dat moet ook niet. Ik wind mij op als ik weet, dat je je gekrenkt voelt. Dan denk ik aan jou en niet aan mijn werk." Toen kon ik niet nalaten hem te kussen, hem even in zijn oor te bijten en te fluisteren: „Maar ik wil je storen, je moet meer aan mij dan aan je geschrijf denken." Maar daar wilde hjj niets van weten. En dus zit ik alleen in mijn salon, dat heel modern is ingericht en denk aan onze reis in Zwitserland. Wij ztften aan de Walen See, het water sloeg bijna over onze voeten heen. Voor ons verhieven zich de trotsche bergen, waarvan de hoogste toppen in de blauwe nevels gehuld waren. Toen ter tijd werkte Hilmar nooit. We waren den ganschen dag bij el kaar. Och Hilda. Het is erg mal En de heer Smissaert weet juist zoo veel goeds van dat goederenvervoer te zeggen. Hij noemt onze goederen tarieven over het algemeen genomen laagde spoorwegmaatschappijen heb ben onzen doorvoerhandel op krachtige wijze bevorderd en ook het binnen- landsch verkeer tot ontwikkeling ge bracht. De heer Schilthuis ontkent dat niet, maar zoekt er een andere verklaring voor, dan de concurrentie van de spoorwegennamelijk de mededinging van de talrijke waterwegen in ons land. Ook bjj staats-exploitatie zullen deze waterwegen blijven en zal deze concurrentie voortgezet worden. En wat betreft het personenvervoer is de heer Schilthuis het allerminst met zijn tegenstander eens, die als stelling neerschrijft, dat men hier te lande niet in ongunstiger conditie verkeert dan in Duitschland. De personentarieven, zoo schrijft de heer Schilthuis, zijn in ons land niet laag, vergeleken met die daarbuiten. Door abonnementen, tienrittenboek- jes, kilometerboekjes kunnen| zij die veel reizen daaraan gedeeltelijk tege moetkomen, en in drie maanden van elk jaar ook het groote publiek door vacantiekaarten, mits over groote af standen, maar over het geheel is de regeling van het personenvervoer in ons land zeker niet van dien aard, dat die gunstig afsteekt bij andere landen. Een ander belangrijk punt is dit De ervaring leert, dat exploitatie van overheidswege duurder is, dan van wege particulieren. De stelling is van Mr. Smissaert. Naar zijn meening staat vast, dat het Ryk duurder bouwt, duurder exploi teert, in één woord duurder werkt, dan particulieren. Maar de heer Schilt huis is daarvan volstrekt niet over tuigd. Hij meent waargenomen te hebben, dat velen die daarbij vroeger zwoeren, niet zoo vast meer in hun schoenen staan. De gemeentelijke ex ploitatie van sommige bedrijven leidt z. i. tot heel andere gevolgtrekkingen en die van Amsterdam vertoonen cijfers, die de tegenstanders van exploitatie van overheidswege tot na denken stemmen. De quaestie heeft nog een politieken van mq, niet waar Ik weet ook heel goed dat men niet steeds aan de Walen-See kan blijven zitten en elkaar kussen. Maar het is van daag zulk naar, somber weer alles druipt, de daken, de parapluies der voorbij gangers, en mijn oogen. Tegenover mij zjjn precies zulke hooge huizen als waarin wij op de derde verdieping wonen. Ik zie de menschen boven op hun hoeden, als zjj beneden op straat voorbij stormen. Zij vliegen allemaal, niemand schijnt tijd te hebben en iedereen ziet er verdrietig uit. Het is misschien heel onbeschaafd, maar ik vind Berlijn afschuwelijk even als ik onze woning afschuwelijk vind. Aan den voorkant zijn drie groote kamers, en aan den achterkant een hoekkamer, waar het altijd donker is, zoodat er den heelen dag het gas brandt. De keuken is net een poppenkamer en een provi siekamer is er volstrekt niet. De meiden hebben hier een hokje om in te slapen, waarvoor onze varken hoedster in Rotewalde bedankt zou hebben, maar hier vindt niemand er iets in. In vertrouwen gezegd, be vallen me mijn twee-dienstboden absoluut nietze weten alles beter dan ik, branden hun haar en dragen sleepjaponnen. Men koopt hier alles bij het halve pond, omdat men ner gens plaats heeft om een voorraad kant ook. Exploitatie van Staatswege stelt den betrokken Minister in een ongewenschte verhouding tegenover het Parlement. Met andere woorden wil Mr. Smissaert zeggen, dat tegen over de Kamers of een afzonderlijk (spoorweg) minister of een der andere ministers de verantwoordelijke persoon is, die ook aan alle invloeden van het parlement bloot staat. Er kan misbruik bestaan van parlementairen invloed bij den aanleg, maar ook bij de exploitatie van Spoorwegen. De heer Schilthuis alweer is hier voor niet bang. Hij acht een zelf standige directie, afgescheiden van eenig ministerie, zeer wel mogelijk en wijst op de Fransche regeling, hierin bestaande, dat een commissie van 12 tot 15 leden eens per week bijeenkomt voor de regeling der loopende zaken. Daarboven staat een Commissie van 48 leden, gevormd door 8 leden van den Senaat, 8 van de Kamer, 16 spoorwegbeambten en 16 vertegenwoordigers van handel en nijverheid, met den Minister als voor zitter. Commercieele opvatting der zaken, eigen aan particuliere spoorwegmaat schappijen, is bij Staatsexploitatie niet te verwachten, betoogt Mr. Smissaert verder. De directies weten hun amb tenaren en beambten te doordringen van dien geest, dio voor een coulante behandeling van zaken een onmisbare voorwaarde is die ambtenaren weten commercieel te zijn. Zullen ook de Staatsambtenaren aanvankelijk op die wijze willen optreden, spoedig zal de eigenaardige plooi, die in Regeerings- bureaux pleegt te heerschen, zich doen gelden men zal boven een commerci eele behandeling der aangelegenheden de voorkeur geven aan stipte orde en strenge regelmaat bij de afwikkeling van zaken, aan de onverkorte naleving van reglementen en voorschriften, het navolgen van antecedentenmen zal niet durven of niet willen gaan buiten den afgebakenden, steeds betreden weg. Maar daarmee stemt de heer Schilt huis volstrekt niet in. Commercieele opvatting, zoo meent hij, zoekt men bij de ambtenaren van de bestaande spoorwegmaatschappijen meestal te vergeefs. Als regel gaat niemand hun- op te bergen. Als ik daarbij aan jou provisiekelder op Rotenwalde denk I Neen, het huishouden doen is hier geen genoegen. En alles is zoo kleinIk ruk vaak alle deuren wijd open, omdat ik het dan zoo benauwd kryg iu die eene kamermaar o wee daar stoor ik Hilmar weer, dan snjjd ik den draad zijner gedachten af. Klinkt dat niet stijlvol zoo als het behoort voor de gemalin van een dichter De klokken van de Gedachtniss- Kirche luiden voortdurend. Ik zou mijn ooren wel willen dichtstoppen. En daarenboven bellen er trams en rollen er rijtuigen. Slechts één seconde rust maar nee, dat heb je hier nietVreemd dat dat Himar stoort. „Daar ben ik aan gewend. Het leven in een groote stad is grootsch, even als de branding der zee," zegt hij, ,en niet zoo opdringerig als het lawaai in kleine steden Omgang hebben we weinig, onlangs hebben wjj een party bijge woond bij een zekere dokter Maltus. Hij is redacteur van het een of andere tijdschrift en zijn vrouw is zeer rjjk. Het was er vreeselyk vol. Men liet zich weinig voorstellen. Het scheen een soort van ontvangdag te zijn. Ik geloof dat zjj zelf niet precies wisten wie er waren. Te eten kregen we ner buiten het hun aangewezen ter rein van werkzaamheid, hoe beperkt dat mag wezen, durft niemand het geringste te ondernemen op eigenini tiatief, een groote algemeene vrees, aan zjjn superieuren te mishagen, be zielt zoo goed als het geheele perso neel, men heeft slechts éen doel, zich te dekken, éen vrees, die voor een berisping, voor schorsing of ontslag. Als aanbeveling voor staats-exploitatie wjjst de heer Schilthuis op post- en telegraaf en ontboezemt de ietwat merkwaardige verklaring, dat men over de telephoon de ernstige klach ten verneemt in die plaatsen, waar de netten in handen zjjn van parti culiere maatschappijen. Wanneer wjj nu nog zeggen, dat de heer Smissaert het bezwaar oppert, dat handel en nijverheid bjj staats exploitatie hun belangen bepleitend, in den Staat geen onpartjjdigen scheidsman zouden vinden, maar een rechter in eigen zaak, dan hebben wij de voornaamste van zijn stellingen mee gedeeld. De heer Schilthuis van zijn kant ziet groote bezuiniging in het feit, dat bjj Staats-exploitatie niet meer, zooals tegenwoordig, vier di recties met hunne staven noodig zouden wezen. Hoewel zelf beslist voorstanders van Staatsexploitatie zjjnde, om nog andere dan de hierboven aangewende redenen van den heer Schilthuis, meenen we toch ook de contra-betoogingen nog eens een plaats moeten verleenen, nu de quaestie weer aan de orde is. HET GEZANTSCHAP YAN MOULAY—HAFID. De afgezanten van Moulay Hafid kwamen gisteren te Berljjn op het ministerie van buitenlandsche zaken en werden ontvangen door den secre taris van legatie. De Marokkanen stel den dezen een eigenhandig schrijven van Moulay Hafid ter hand en ver klaarden, dat deze feitelijk meester was in het geheele land met uitzon dering van de kuststeden en dat hjj bovendien volgens de verklaringen van de oelama's op grond van de Koran niet veel, maar er werd muziek ge maakt, voorgelezen en gedeclameerd. Een dame zei zelfgemaakte gedichten op. Er kwam zeer veel in voor van lichtblauwe -gevoelens, van midder- nachtroode liefde en van donkervio- lette smart. Het was werkelijk iets dergelijks. Ik vond het krankzinnig, maar de anderen klapten luid. Ik keek naar Hilmar en zag een spot achtige trek om zjjn mond. Op ver zoek van zeer vele gasten zei hij toen ook een van zjjn ballades op. Een eenzame ruiter rjjdt 's morgens vroeg over de heide. Dat was wat anders als het violette gezanik van die rozenroode dichteres. Ik rook bepaald de harslucht der koperroode sparrenstammen, ik zag de heide bloeien, ik hoorde den dreunenden hoefslag van het paard en het getik van den sabel tegen de beugels. Daar was stemming in maar het was te gelijkertijd duideljjk en krachtig. „Der Tau blinkt funkelnd im Geschmeide, Ein Tirol pfeift sein Morgenstftck, lm Juninebel dampft die Heide, O Reitertag o Reiterglück I" Hij zag er zoo knap uit, toen hij zjjn toehoorders die laatste regels toeriep. Er ging een frissche lucht stroom door de warme kamer al die bleeke, lichtlila lyrische poëzie kroop weg in een hoekje. en de godsdienstige rechtsgebruiken moest worden beschouwd als de eenige, rechtmatige Sultan van Marokko. Moulay Hafid verklaarde zich bereid zich te houden aan de gesloten ver dragen, meer in het bijzonder aan de akte van Algeciras en alle mogend heden op geljjken voet te behandelen. Hy verzocht de keizerlijke regeering zich in verbinding te stellen met het Fransche gouvernement en de regee ringen, die de akte hadden onder teekend, ten einde te bewerken, dat de Fransche troepen en schepen wer den teruggeroepen en er een einde zou komen aan den oorlog. Hjj zou dan ten spoedigste de rust in het land her stellen en zijn bijzondere aandacht wjjden aan den handel met de mogend heden. De raad van legatie verklaarde, dat de plaatsvervangende staaatssecretaris van buitenlandsche zaken niet met de afgezanten in officieele onderhan delingen kon treden, daar hun last gever geen erkende machthebber is, en had daarom hem, die als lid van het keizerlijke gezantschap te Tanger bekend is met Marokkaansche zaken, opgedragen de heeren te ontvangen en hem dan mededeeling te doen van hunne verklaringen. „Ik heb", zeide hjj, .natuurlijk geen opdracht u iets bepaalds te beloven, maar moet het aan de keizerlijke regeering overlaten, of en wanneer zjj in uwe verklarin gen aanleiding zal vinden om zich met Frankrijk en andere mogend heden, die deel hebben genomen aan de conferentie, in verbinding te stel len. Dat de keizerlijke regeering er naar streeft de akte van Algeciras te handhaven is bekend. Haar wensch is, dat in Marokko ten spoedigste weder een normale toestand intreedt. Dit kan slechts geschieden, wanneer aan den binnenlandschen oorlog om de heerschappij over Marokko zoo spoedig mogelijk een einde komt. ENGELAND. In Cardiff hebben de suffragettes loon naar werken gekregen. De groote vergaderzaal was stampvol, geen plaats bleef onbezet, maar voorname lijk waren tegenstandsters van de agitatorische dames aanwezig. Het parool was „wraak voor Dundee", Hij was toch zoo knap met zijn trotsch profiel, zijn geniaal voorhoofd en zijne schitterende oogenIk kon niet anders, ik sprong op, liep naar hem toe en vloog hem om zijn hals. Wat was dat mooi lieve, beste Hilmar?" Hilda, in onze kring zou men dat vreeselyk ongepast gevonden hebben maar hier denkt men vryer. Zy lachten en klapten allen. Ik werd erg verlegen maar Hilmar wist een aardigen draai er aan te geven. Hij kuste mij de hand, nam een roos uit mijn ceintuur als dich tertoon en bracht mij terug naar myne plaats. Ik had het gevoel alsof we van dat oogenblik af aan het middelpunt van het feest waren. Ik amuseerde my verder heel goed, deels met, deels over de gasten. Maar het allermooiste was onze eenzame tocht naar huis door den stillen eenzamen Tiergarten. Ik vond hem voor het eerst mooi. Er stond een bieeke maansikkel aan den hemeltrans, de takken der boomen staken als fijne grauwe veeren tegen de lucht af. In het onbewegelijke watervlak van het nieuwe meer weer spiegelde zich alles als schaduwen. We hebben toen lang aan den oever ge staan, alleen mot onze groote, vurige liefde men ons jong en zalig ge luk. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 1