WEERBERICHT.
Thermometerstand
Kunst- en Wetenschap.
UIT DE PERS.
STADSNIEUWS.
Uit de Omgeving.
Land-, Tuinbouw en Veeteelt.
ALLERLEI.
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. NED. HET. INSTITUUT.
(Opgemaakt voorm. 10.50 uur.)
De Bildt, 23 Mei 1908.
Hoogste barometerstand 773.3 m.M.
te Horta laagste 744.2 m.M. te Bodö.
Verwachting tot den avond van 24
Mei 1908.
Wind Zwake tot matige, Zuidelijke
tot Westelijke wind.
Gesteldheid van de luchtVer
anderlijke bewolking, waarschijnlijk
onweers- of regenbuien.
Temperatuur: Aanvankelijk hooger.
Barometerstand} te AMERSFOORT.
uur 757 m.M.
Vorige stand te 12 uur 756 m.M.
te Amersfoort.
Hoogjte gisterenF. 56
Laagste hedennacht F. 44
Hedenmiddag 12 uur F. 57
AMERSFOORTSCHE
BAD- EN ZWEMINRICHTING.
Temperatuur van het water op
Zaterdag 23 Mei des morgens 7 uur
60° F.
het spoorwegnet toe, particulieren
moesten het zelve exploiteeren onder
permament toezicht der Regeering.
Dat deze, gelijk de heer Lely had
uiteen gezet, haar zin niet kon krijgen,
was geen bezwaar, integendeel de
Ministers moesten maar eens merken,
dat zjj niet overal de bazen konden
spelen. Bij Staatsexploitatie vreesde
mr. Lobman corruptie en vertroebeling
der politiek.
De heer Van Karnebeek vond de
motie verkeerd, wijl zij de Regeering
een gedragslijn voorschreef. Werd zjj
aangenomen en achtte een tegen
Staatsexploitatie geporteerde Regee
ring zich er door gebonden, zoo kon
deze niet anders dan aftreden. Mr.
Kolkman corrigeerde dit deel der rede
en zeide er niet aan te denken, met
zjjn pas verworven portefeuille te gaan
spelen. Voorts vreesde de Utrechtsche
afgevaardigde een onzuivere stemming.
De Kamer was nog niet voldoende
ingelicht, velen verwierpen het denk
beeld der Staatsexploitatie volstrekt
niet en zouden hun stem wel aan een
correct voorstel niet aan een motie
,in de lucht" willen schenken. Tegen
de motie zelve uitte ook de heer Van
Karnebeek het ambtenarendreigement.
De Staat zou wel eens geëxploiteerd
kunnen worden, in plaats van zelve
te exploiteeren, meende hij.
Verder was het vragendag. Men
vei nam, dat de minister een onder
zoek heeft ingesteld naar aanleiding
van de beschuldiging tegen het Dage-
lijksch Bestuur van de gemeente
Weert, dat het openbaar lager onder
wijs in die gemeente opzettelijk tegen
gewerkt wordt en dat dit onderzoek
nog niet is afgeloopen en dat de be
handeling van de zaakv. d. Brink
(toelating als gemeenteraadslid van
Breda) nog niet is afgeloopen.
Donderdagmiddag eindstemming over
de Visscherywet.
Zwakzinnige kinderen.
De Vereeniging tot het verzorgen,
opvoeden en onderwijzen van zwak
zinnige kinderen houdt hare eerste
algemeene vergadering op Zaterdag
30 Mei, 's middags half twee, in het
Gebouw voor Kunsten en Weten
schappen te Utrecht, waar prof. dr.
G. Jelgersma van Leiden zal spreken
over Het gevoelsleven van het achter
lijke kind".
De Kamers van arbeid.
Naar het Vad. verneemt, is een ont
werp tot herziening van de Wet op
de Kamers van Arbeid in voorberei
ding. Het voornemen der Regeering
moet zijn om de bevoegdheden der
Kamers uit te breiden en te ver
sterken.
PISUISSE-BLOKZIJL.
Voor den heer Pisuisse, tot voor
kort nog een ijverig werker in dc-
journalistiek, bestaat er één stad van
groote aantrekking, „la ville lumière."
en daarin is het speciaal één wijk,
Montmartre, waar het tintelt van
het leven, dat blijkbaar de grootste
bekoring voor him heeft en dat hem
dan ook dermate heeft aangetrokken,
dat hjj, met een jonger collega, Blok
zijl, den courantenarbeid, voor hen
meer speciaal de reportage, vaarwel
heeft gezegd, en nu treden zij als
chansonniers in het publiek op.
Pisuisse zet in 't kort uiteen hoe
zij beu zijn geworden van het ver
slaan van brandjes waarbij steeds
komtverzekering dekt de schade, en
zij zijn zich bewust geworden dat
geen verzekering de schade, dekt die
z(j Hjden zouden aan levenservaring
en levenswijsheid wanneer ze bleven
in hun arbeid. Er is in hen een
hang naar nieuwe indrukken, het
ongewone trekt hen aan, en om nog
niet geleverde stof aan de pers te
verschaffen maakten zij dezer zomer
hun welbekenden tocht als Italiaau-
sche straatzangers. Dat is het voor
spel geweest van hetgeen zjj eigenlijk
willen ondernemen, nu zullen ze de
wereld doorgaan, niet als straatzan
gers, maarals journalisten-chansonniers
en als zoodanig traden ze dan ook
gisterenavond in Amicitia op voor
een vrij groot publiek.
Beiden zijn erfelijk belast met een
zekere hoeveelheid muzikaliteit, zoo
als Pisuisse het uitdrukte, hij meer
vocaal en z(jn makker meer instrumen
taal.
Blokzijl zingt niet, maar acompag-
neert op piano, mandoline en op het
orgeltje, dat den tocht door Gelderland
heeft meegemaakt.
Pisuisse zingt, heeft een aangenaam
geluid en weet geheel het eigenaardig
charme te geven aan de typische
cabaret-liedjes. Hij is internationaal
chansonnier, zingt Fransche, Duitsche
en Engelsche en ook Hollandsche
liedjes. Ons land is arm aan werkelijke
chansonniers, er zijn er maar twee,
nl. Speenhoff en Edouard Jacobs. En
de laatste wordt geheel geinspireerd
door het leven op de vlakte, zooals
zich dat in de Pjjp te Amsterdam
uit, zoodat Pisuisse voor het gezel
schap van den avond van hem geen
liedjes durfde te zingen. Van Speen
hoff gaf hij te hooren„Brief van
een moeder aan haar zoon, die in de
nor zit", en „Opoe", twee stukjes,
roerend schoon in hun eenvoud, die
dan ook in doodsche stilte werden
aangehoord.
Na de pauze traden zij op als de
Italiaansche straatzangers, Pisuisse
een pracht vau een bohémien-type,
Blokzijl meer een armoe-lijder. We
kunnen ons voorstellen, dat niemand
op de gedachte is gekomen hierin
twee journalisten van het Handelsblad
te zien, toen zij hun eerste reis
ondernamen. Zelfs in het gebroken
Hollandsch van Speenhoff's liedje van
„Het meisje dat men nooit vergeet"
bleef het vreemd accent uitstekend
volgehouden.
Het succes was groot. Mascagni's
Intermezzo op het leuke orgeltje
verschafte Blokzijl zeer veel bijval;
trouwens geheel den avond toonde hij
werkelijk een vrij groote hoeveelheid
muzikaliteit te bezitten, terwijl, zoo
we reeds zeiden, Pisuisse als zanger
een uitstekenden indruk maakte.
We hopen, dat deze twee idealisten
zullen slagen in hun pogen, maar we
vreezen.
Nu is hun naam nog op veler
lippen, de tocht van den zomer, was,
hoewel het denkbeeld zelf niet nieuw,
in zjjn uitvoering origineel en de
oorspronkelijkheid verschafte hun ver
eerders. Maar zoo iets beklijft niet.
Over een jaar, over een maand wel
licht is een nieuw idee uitgevoerd,
komt weer iets anders de aandacht
vragen en wie denkt dan nog aan
onze journalisten-chansonniers Zjj
willen geen „Bühne" zangers worden
maar de volle maat toemeten aan de
cabaret-liedjes. Welnu wy zijn sterk
benieuwd hoe lang ze dat zullen vol
houden en hopen van harte, dat ze
niet zullen aanlanden in het café
chantant. Want dan konden ze nog
wel eens meer beu worden van dat
leven en weer innig verlangen naar
den journalistieken arbeid.
DE ZAAK VAN HET OPENBAAR
MINISTERIE
In de strafzaak tegen de anti-mili-
tairisten werd door een der verdedigers
niet meer of minder beweerd, dan dat
de geheele vervolging zou zijn geschied
op een wenk ahn onze justitie, van
uit Berlijn gegeven. Hjj wekte den
indruk daarvoor eenige aanwijzingen
te weten.
„Wat de oorzaak is van de vervol
ging, is de zaak van het Openbaar
Ministerie", onderrichte toen de voor
zitter den advocaat.
Die les kan onzes inziens, zegt het
Handelsblad, niet worden aangenomen.
Zoo één ambtenaar verplicht is, bloot
te leggen waarom hij handelde gelijk
hjj deed, dan is het wel die, welke
het ministerie der openbare zaak ver
vult. Het is in [naam der gemeenschap
en haar belang, dat hij het recht
tegen de schuldigen inroept; en ge
heimzinnigheid hierbij tegenover de
gemeenschap moet op misverstand der
onderlinge verhouding berusten.
Men mag toch niet aannemen, dat
in het zwjjgen, door den officier van
justitie tot de opmerking van den
verdediger gedaan, immers: het O.
M. leverde geen repliek, eene stille
bevestiging gelegen was?
Van dit soort comitas gentium toch
zou ons land alles behalve gediend
zijn! Voor Pruisische peper in de
Nederlandsche rechtspleging wordt
bedankt.
Het is daarom te hopen, dat het
door den advocaat geopperde ver
moeden alsnog zal worden opgeklaard.
Dit zijn geen zaken van het Open
baar Ministerie.
Het zjjn de zaken van het gansche
volk.
Hedenmiddag werd op de oude
begraafplaats alhier ter aarde besteld
het stoffelijk overschot van wijlen
Mr. J. K. H. Turk, in leven substi
tuut-officier van justitie bjj de recht
bank te Middelburg.
Op het kerkhof waren o. a. aan
wezig Mrs. Bastert, Umbgrove, Bod-
daert, van Son, Jhr. v. d. Poll, van
Rappard Jhr. Ram en een deputatie
van het studentengezelschap „Tres
faciunt collegium" uit Utrecht. Een
vijftal kransen dekten de kist. Toen
deze in de groeve was neergelaten,
trad mr. D. Bastert naar voren en
herdacht in hartelijke bewoordingen
de verdiensten van den overledene.
Hjj prees diens oprecht, nobel en
waarheidlievend karakter, als een
goed vriend zal hjj steeds in de her
innering zijner vrienden en collega's
bljjven leven.
Een broeder van den overledene
dankte namens de familie voor de
betoonde belangstelling.
Met 1 Juli worden de volgende
sergeanten van den Hoofdcursus bjj
het 5e Reg. gedetacheerdW. P. J.
Harmsen, W. Hoenkamp, C. F. Ph.
D. van der Vecht, S. Veldmeijer, H.
C. Abuys en F. Fessers.
De commissie uit de Oranjever-
eeniging voor de aubade op Koningin
nedag houdt a.s. Maandagavond in de
Keizerskroon een vergadering, waarbij
de onderwijzers der verschillende
scholen zijn uitgenoodigd om de plan
nen voor de aubade te bespreken.
De 12-jarige L. F. wilde giste
renmiddag uit een tuin aan den
Utrechtschenweg bloemen stelen. Hij
was daarvoor op het hek geklommen,
en had het ongeluk te vallen, zoodat
hjj met zijn buik op de pinnen terecht
kwam, waarvau er één door zijn kleeren
hem in het lijf drong. Hoewel niet
ernstig, was de wonde toch van dien
aard, dat de jongen gedwongen zal
zijn eenigen tijd rust te houden.
Zeer veel liefhebbers van het
billardspel waren gisterenavond opge
gaan naar Café Centraal om de seance
van prefessor 't Is-me-Edso bij te
wonen.
De professor heeft gisterenavond zjjn
ouden roem gehandhaafd en de vele
aanwezigen geamuseerd met zijn ver
schillende kunststóöten vooral met de
vingers wist hjj verbazende effecten
aan de ballen te geven.
Do heer Kielder heeft door zjjn
initiatief aan velen een genoeglijken
avond bereid.
Het uitvoeren van straatvernieu
wingen in de Rjjks groote wegen van
Eemnes naar Hoevelaken en van
Vollenhove naar Amersfoort is gegund
aan den heer J. W. van Vuuren te
Utrecht voor f7320.
SOEST. De Gemeenteraad stelde
het percentage der verlichtings
belasting vast op 3. Aan den heer
S. Snijders, hoofd der openbare school
in de kerkebuurt, werd op zjjn verzoek
een eervol ontslag verleend en in zijn
plaats benoemd de heer G. H. Veenstra
te Purmerland. Verworpen werd een
voorstel van B. en W. tot onbewoon
baarverklaring van een 7-tal woningen.
Bjj den Raad was een schrijven in
gekomen, van de Ned. Bell Telephoon
My. houdende mededeeling, dat een
aanvang zal worden gemaakt met den
aanleg van een telephoonnet en het
plaatsen van een publieke spreekcel
in de gemeente, een en ander geheel
onder eenige garantie van gemeente
wege.
In het Nederlandsch Landbouw
weekblad waarschuwt de directeur van
het Rijkslandbouwproefstation te
Hoorn voor een artikel dat, sedert vrjj
langen tijd reeds in den handel ge
bracht, zich sinds kort weer meer op
den voorgrond scbjjnt te dringen.
Reeds in 1906 namelijk kreeg de heer
van der Zande reeds een monster
daarvan in handenhet artikel werd
den veehouders aangeboden als een
middel tegen moeilijkbeden bij het
karnen, kostte flO per 100 gram hoe
wel hetgeen naar het proefstation was
gezonden, voor f5 bleek te zjjn ver
kocht. Bjj onderzoek bleek het artikel
uit gewoon keukenzout te bestaan
De volgende gebruiksaanwijzing
wordt bjj elk doosje gevoegd: „Een
eierlepeltje in koud water opgelost is
voldoende voor tien emmers of hon
derd liters merk. Wanneer de eerste
melk in de roomton is gedaan, ver
deelt men deze poeder in bovenge
noemde hoeveelheid; zoodoende karnt
men gemakkelijker dan gewoonlijk en
krjjgt men goede boter."
In elk geval is hoogst onwaarschijn
lijk dat een eierlepeltje gewoon zout
op 100 L. melk een middel zou zyn
om moeieljjkheden bij het karnen te
overwinnen en om goede boter te
krijgen wanneer men slechte maakt.
Dat het verkoopen voor f 10 of f 5 van
eene hoeveelheid eener stof die onge
veer een cent waard is, niet te ver
dedigen is, spreekt van zelf. Ondanks
de vele ernstige waarschuwingen
vooral ook van den zuivel consulent
voor Zuid-Holland, schijnt juist daar
nog veel met het poeder te worden
gewerkt.
Het poeder wordt verkocht in doos
jes waarop gedrukt staat: E. Hu-
bregtse, Middelburg" en waarbjj ge
schreven is: „Poeder om zoet te kar
nen voor 1000 emmers room 10 gulden."
De inbraak in het Post
kantoor te Apeldoorn. Om
trent den reeds gisteren door ons
vermelden inbraak in het plaatselijk
postkantoor te Apeldoorn, schrijft de
Nieuwe Apeld. Ct. o.a. het volgende:
„De manier waarop de brandkast is
opengebroken, n.l. door boring, wyst
erop, dat men hier te doen gehad
heeft met geroutineerde inbrekers.
Toen eenmaal het slot uitgebroken
was, ging het verdere gemakkelijk.
Want zooals we reeds zeiden, de brand
kast was er eentje van niet al te beste
kwaliteit.
Het ligt tot nu toe in het duister,
op welke wjjze de dieven zijn binnen
gekomen.
In verband met het ontbreken van
elk spoor van inbraak buiten aan het
gebouw, vermoedt men, dat zij zich
met een valschen sleutel door de ach
terdeur toegang hebben verschaft.
Eigenaardig is, dat alleen aangetee-
kende stukken en geldswaarden zijn
meegenomen.
De brandkast in het privé-kantoor
van den directeur (waarin een groot
bedrag aan kasgelden aanwezig was;
de geforceerde brandkast bevatte alleen
een 40-tal aangeteekeude brieven, het
voorradige wisselgeld en de kleine
kasgelden) heeft men ongerept gelaten.
Ook de effecten en obligatiën zijn
blijkbaar niet van hun gading geweest;
deze hebben ze althans laten liggen.
Welk bedrag wordt vermist, is uit
den aard der zaak niet na te gaan.
De inbraak veroorzaakte, zooals
begrijpelijk is, in ons rustige dorp
een heele consternatie.
Overal voor de winkelramen, waar
onze bulletins prijkten, zag men
groepjes menseden samenscholen en
het geval druk bespreken en criti-
seeren.
Het mag dan ook niet ontkend,
dat hier schromelijke nalatigheid in
het spel is geweest.
En het is onbegrijpelijk, dat het
Rijk (dat toch geen failliete boedel is)
niet beter zich wapent tegen de steeds
brutaler te werk gaande inbrekers.
Men had hier een houten loods, met
een brandkast uit het jaar nul en
daarin vertegenwoordigd een aan
zienlijke waarde.
Op die wjjze maakt het Rjjk zelf
de dieven, want geld, dat voor het
grijpen ligt, is en blijft altijd een
begeerlijke buit.
Zelfs vernamen wij van betrouw
bare zijde, dat de Directeur reeds bjj
herhaling op verzekering tegen inbraak
had aangestuurd, doch dat de Directeur.
Generaal tegen die uitgave bezwaar
had.
Ook de manier van bewaking, n.l.
door éen man, die tot 12 uur werkt
en dan slapen gaat, is niet van zor
geloosheid vrij te pleiten.
Het geval moge ook een waar
schuwing zijn voor dat deel van het
publiek, dat vaak aangeteekende
brieven verzendt met vrij groote
waarden en het niet noodig acht, deze
te laten aanteekenen voor het volle
bedrag.
We hoorden dezen morgen van
iemand, die gisteren een aangetee-
kenden brief had afgehaald, waarin
een aanzienlijke som was geborgen.
De brief was aangeteekend zonder
aangegeven bedrag.
Ware hjj verloren geraakt,' dan zou
de eigenaar dus f 25 van z'n heele
fortuintje hebben teruggekregen. Ge
lukkig is deze den dans (ontsprongen,
doch van de 40 anderen zijn er wel
licht ingevlogen.
Want dat er van de geëclipseerde
bedragen veel terecht zal komen, dat
meenen we uit wat we van het geval
vernamen, met recht te mogen be
twijfelen.
De nummers der vermiste bank
biljetten van het Postkantoor alhier
zijn
7 bankbiljetten van f 100. No. L.
N. 1902; L. M. 8928; M. Z. 5647;
L. Z. 3253 L. U. 9188; L. R. 447;
J. S. 8288.
1 van f 200. A. V. 9776.
3 van f 60. K. H. S309G. W.
2576J. Q. 7292.
4 van f 40. J. D. 2320N. J. 9726
M. U. 2472 N. E. 1253.
3. van f 25. C. C. H. 3844; D. D.
E. 2530; A. A. O. 8026.
2 van f 10. A. O. 77049A. G.
45799.
DemoordzaakteLaporte.
Bij het voortgezet onderzoek der j ustitie
zjjn feiten aan het licht gekomen,
welke doen vermoeden, dat op Kerst
nacht 1906 eenige gasten hebben deel
genomen aan een feestje op de hoeve;
en dat zij na afloop allen zijn ver
moord. Een boodschapjongen, zekere
Emil Greening, heeft over die party
op 25 December 1906 mededeelin-
gen gedaan aan de justitie. Den 26en
was het hem opgevallen, dat alle gas
ten verdwenen waren. Hjj vroeg toen
de weduwe ei naar. Juffrouw Guiness
antwoordde, dat een der feestvierders
zij noemde hem „den professor"
en diens vrouw, naar Los Angelos
waren vertrokken met Jennie Olson
(de pleegdochter van juffrouw Guiness).
Vrederechter Schmutzer, die het onder
zoekt leidt, denkt dat Jennie Olson en
een man, wies lijk geïdentificeerd is,
als dat van zekeren John Moe, tegelijk
met „den professor en zjjn vronw"
zjjn afgemaakt in den nacht van 25
op 26 December 1903, en dat de vier
ijjken alle in denzelfden kuil zyn ge
gooid. Het moet aanvankelijk de be
doeling van juffrouw Guiness zijn ge
weest, enkel het meisje Olson en den
„professor" met zyn vrouw uit den
weg te ruimen. Maar het toeval wilde,
dat juist Moe, met 3600 gulden in den
zak, de hoeve bezocht, daartoe aan
gelokt door een advertentie van de
weduwe. Welnu, hy kwamnetoptjjd
om gezamelijk met de anderen te wor
den vermoord en begraven. De gravers
die den kuil met de vier Ijjken hebben
geopend, verklaren, dat alle vier de
lichamen op de zelfde wjjze waren
verminkt waarschijnlijk met een
zaag. De beenen waren boven de knie
van de romp gescheiden, de armen bjj
de oksels afgesneden, en ook de hoof
den van het lichaam gescheiden.
Lamphère, de opzichter van de hoeve,
werd in het bezit gevonden van een
horloge, dat had toebehoord aan Moe.
Nog is door een winkeljuffrouw te
Laporte op de eergisteren geopende
zitting van de Grand Jury meegedeeld,
dat juffrouw Guiness haar vroeger
eens had verteld, ervoor bevreesd te
zjjn, dat Lamphère haar woning in
brand zou steken. Ook schjjnt deze
man indertijd eens in hechtenis te zjjn
gesteld wegens het bedreigen van de
weduwe met een geweer.
Napolitaansche bandie
ten. Spitsboeven zjjn vindingrijk en
de Napolitaansche mogen zich in den
roem verheugen in dit opzicht nog
boven hunne colleca's uit andere
plaatsen te staan. De beroemde wed
denschap van een boef om op de
openbare straat en op klaarlichten
dag een officier de uniform van het
Ijjf te stelen, kon slechts in Nape's
gewaagd en gewonnen worden. Thans
hoort men weer van een nieuw spe
ciaal beroep der Camorra aldaar. Er
leven talrijke spitsboeven van den
roep en in zekeren zin op kosten van
bekende en gezochte dokters, doordat
ze een soort van voorpostendienst
van het station tot aan hunne wo
ningen of klinieken organiseeren en
zieken, die uit de provincie naar
Napels komen, om daar een bekende