DAGBLAD voor AMERSFOORT en OMSTREKEN.
STADSNIEUWS.
Uit de Omgeving.
No. 158.
VRIJDAG 7 AUGUSTUS 1908.
5e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Venaootsehap „DE EEMLANDER".
Vepsehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
HALF BLAD.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Familie Von Kröchert.
BINNENLAND.
Hoofdredacteur R. G. RIJKEN S.
Ab ounementsprij s
Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad
Franco per post id.
Per 3 maanden id.
Franco per post id.
Afzonderlijke nummers
f 4.—
5.60
- 1.—
- 1.40
- 0.05
Bureau: BREEDESTRAA.T 18.
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertentiën:
Van 1 tot 5 regels
Voor iederen regel meer
Buiten het Kanton Amersfoort per regel
(By abonnement belangrijke korting.)
f 0.40
- 0.08
- 0.10
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem.
DE TOESTAND IN TURKIJE.
De toestaDd in Turkije heeft nog
niets van zijn belangwekkendheid
verloren en bergt nog steeds vele
raadselen in zich.
Het door Reuter geseinde bericht,
dat het nieuwe ministerie reeds weer
ontslag heeft genomen, kwam niet
onverwacht.
Het was reeds bekend, dat het
Jong-Turksche comité, dat op dit
oogenblik den gang der zaken leidt,
niet ingenomen was met eenige der
tegenwoordige ministers, die men niet
vertrouwde, wijl men hen verdacht
van in het geheim te heulen met
de voorstanders van het oude regime.
Ook wekte het groote ontevreden
heid, dat de ministers van Oorlog en
Marine direct door den Sultan werden
benoemd, hetgeen in strijd was met
artikel 10 der thans weer vigeerende
grondwet, waarin wordt bepaald, dat
de ministers worden benoemd door
den groot-vizier. Reeds had de Sultan,
op dringend verzoek van de comman
danten der Turksche Oorlogsvloot,
den minister van Marine moeten ont
slaan.
Maar ook tegen den groot-vizier,
den ouden Saïd-Pacha, had men
grieven.
Hoewel hij vroeger reeds was op
getreden tegen den invloed van het
hof, en steeds had gestreden voor de
handhaving van het gezag der Porte,
achtte men zyn leiding thans niet
krachtig genoeg; men vond, dat hij
zich te veel liet beïnvloeden door de
reactionnaire elementen in zijn mini
sterie.
En daar kwam nog iets bij, waar
door de grootvizier zich ook in breede
volkskringen vijanden maakte.
Zooals het steeds gaat in tijden
van revolutie, werd ook hier gezocht
naar een zondenbok, op wien men
zich wreken kon, voor al het leed en
de verdrukking, waardoor het volk
onder het thans afgeschafte regime
geleden had. En dien zondebok vond
men in Izzet-pacha, den voormaligen
Naar het Duitsch,
VAN
HENRIETTE VON MEERHEIMB.
99)
Karola keek haar vader vragend aan.
Men las in haar schitterende oogen
duidelijk den lust om dat voorstel aan
te nemen.
Wel ja, kindje natuurlijk
zei de oude Kröchert kalm. „Rijd om
vijf uur weer weg van Heinrichskagen,
dan ontmoeten we elkaar. Ik kom je
dan tegemoet."
Karola sprong op, om haar amazone
te gaan aantrekken. Het duurde niet
lang, want haar haar zat nog heel
stevig in elkaar gevlochten van den
morgenrit. De stijve, Engelsche heeren-
hoed stond alleraardigst op het blonde
krullebolletje. Hans-Henning hielp
haar te paard en gaf haar de teugels
in hare hand.
Ziezoo en nu niet weer in je
oude fout vervallen, freule 1"
Wat, maakt ze altijd nogfouten
f riep de oude heer. „Lees haar maar
9 terdege de les, als zy iets verkeerds
chef der geheime politie, een man,
die inderdaad een reeks schanddaden
op zijn geweten had.
Van het oogenblik af, dat de vrij
heidsbeweging had gezegevierd, ge
voelde hij zich niet veilig meer te
Constantinopel.
Eerst vluchtte hij naar de Duitsche
ambassade, en van daar op een Duitsch
schip. Ten slotte echter gelukte het
hem een Engelsch schip te koopen,
waarmede hij vertrok.
De Turksche autoriteiten aan de
Dardanellen hielden het schip aan,
en wilden hem in hechtenis nemen.
Daar het schip echter nog altijd de
Engelsche vlag voerde, kon dit niet
geschieden, indien hij niet vooraf door
de Engelsche regeering werd uitge
leverd. De uitlevering werd nu door
Engeland op principieele gronden ge
weigerd, en zoo kon Izzet-pacha onge
hinderd vertrekken. Waar hij zich
thans bevindt, is niet met zekerheid
hekend.
Toen de tijding van Izzet's vlucht
te Constaniinopel bekend was, keerde
zich de verontwaardiging tegen den
groot-vizier, wien men verweet, dat
hjj Izzet had laten ontsnappen. En
de havenmeester, van wien bekend
was, dat hjj Izzet behulpzaam was
geweest, werd door een woedende
volksmenigte zoodanig mishandelt, dat
hij aan de gevolgen overleed.
De crisis is reeds opgelost.
Kiamil-pacha is de nieuwe groot
vizier. In de andere pacha's, effendi's
enz. zal het Nederlandsche publiek
wel geen belang stellen.
Intusschen komen er berichten van
een aanslag op het leven van den
Sultan.
Het heet dat Maandagnacht een
man in het slaapvertrek van den
Sultan is gedrongen on hem met een
dolk op de borst gestooteu heeft. De
dolk stootte af op het stalen pantser,
dat de Sultan droeg.
Het bericht moet echter nog beves
tigd worden.
DUITSCHLAND.
Graaf Zeppelin ontving het volgende
telegram van Keizer Wilhelm:
„Ik verneem tot mijn innigst leed
wezen, dat uw ballon door het
onweder vernield is en ik bied u bij
doet. Zoo'n dom ding I"
Karola stak een klein eindje haar
tong uit.
Hans-Henning besteeg zijD paard.
Ik vrees, dat ze zich mijn ge
brom niet erg aantrekt," zei hij glim
lachend. „Zij weet best, dat ik niet
boos op haar kan zijn I"
Als je werkelijk boos op me waart,
dat zou ik vreeselfjk vinden ik zou
geen rust hebben voordat ie weer goed
waart I" zei ze zachtjes. Hare blauwe
oogen keken ernstig tot hem op.
Hjj knikte haar vriendelijk toe, maar
dadelijk daarop zuchtte hij onwille
keurig.
Wat heb je Hans-Henning?"
Ik dacht aan ietsantwoordde
hjj kortaf.
De paarden liepen met onhoorbaren
tred over mulle zandwegen.
Hans-Henning hield zijn paard in en
keek om zich heen. Tusschen de slanke
stammen der hoornen zag men de
blauwen lucht en den waterspiegel van
het kleine meertje. Hjj ademde diep
de reine harsachtige lucht in. „Kunt
gjj begrjjpen, Karola dat men deze
streek, troosteloos en leeljjk kan vin
den vroeg hjj.
Leeljjk Karola keek hem ver
baasd aan. „Neen, dat begrijp ik zeker
niet. Ik vind het hier altijd mooi. In
den winter zijn de tinten zoo rein
dan zijn de ipijnboomen zoo donker-
dit allerdroevigst ongeluk mijn har
telijke deelneming aan, te meer daar
ik met geheel Duitschland alle reden
had te gelooven u met den roemvollen
uitslag van uw opzienbarende en
grootsche poging te kunnen geluk-
wenschen. Het bereikte succes echter
moet allerminst worden miskendhet
zal u troosten over het ondervonden
leed."
Uit alle deelen van het rjjk komen
berichten over verzoeken tot het bij
eenbrengen van gelden, uitgaande van
de overheden, dagbladen en groote
ondernemingen, ten einde een fonds
te stichten om zoo spoedig mogelijk
graai Zeppelin in de gelegenheid te
stellen een nieuw luchtschip te bou
wen. Zeer belangrijke sommen zijn
reeds bjj elkaar gebracht, waaronder
bedragen tot 100.000 Mark.
RUSLAND.
Het Petersburgsch telegraafagent-
schap meldt, dat in het gouvernement
Astrakan tot nu toe 51 cholerageval
len, waarvan '24 met doodeljjken
afloop, zijn voorgekomen in de stad
Zarizyn 96 gevallen, waarvan 55
doodeljjk, in Saratow 14 gevallen met
twee dooden.
De Wolga van Samara tot Nishi
Nowgorod en Rostov aan de Don
worden door de ziekte bedreigd
Saratow is besmet verklaard.
Te Petersburg is gisteren een ver
dacht geval aangegeven.
MAROKKO.
De meballa van Ahd el Azis, onder
hevel van Boe Auda, die gelegerd is
bij Arzila, heeft eenige landgoedereu
op den weg naar Alkasser, welker
eigenaars afwezig waren, overvallen,
twee wachters gedood en 14 vrouwen,
een aantal kinderen en eenig vee
geroofd. Raisoeii en eenige andere
Engelsche beschermelingen behooren
tot de beroofden. Eerstgenoemde heeft
dan ook reeds zijn beklag ingediend
bjj de Britscbe legatie te Tanger.
De pasja van Tanger, die op wog
was voor een inspectiereis door de
provincie Gharbia, is met grooten
spoed teruggekeeid na ontvangst van
het bericht, dat de bergstammen zich
bijeentrekken, om samen met de te
Alkasser aangekomen mehallah van
Moulay Haiid, Boe Auda aan te vallen.
Nederland en Venezuela.
De Londensche Globe plaatst een tele
gram van haar correspondent te New
York. Deze bespreekt daarin de weige
ring der Venezolaansche overheid, den
Nederlandschen kruiser „Gelderland"
toe te staan te La Guayra verbinding
te krijgen met den vasten wal. De
berichtgever van de Globe meent n.l.
het volgende
„Het is duidelijk, dat de toestand
te La Guayra uiterst delicaat is en,
zoolang de Nederlandsche kruiser er
blijft, inderdaad gevaarlijk. De zaak
schijnt niet ambtelijk ter kennis te
zijn gekomen van het departement
van Staat (buitenlandsche zaken) te
Washington. Op het' oogenblik is er
geen rechtstreeksche gedachtenwisse-
ling tusschen de Amerikaansche en
Venezolaansche regeeringenen uit
Willemstad komt geen ambtelijk
nieuws. Mocht de Nederlandsche re
geering van zins zijn om op de een
of andere wijze tegen Venezuela op
te treden, dan is het niet waarschijn
lijk, dat daartegen van uit Washing
ton eenig bezwaar zou worden inge
bracht.
Een zoodanige actie is echter on
waarschijnlijk en het is zeker, dat
niets zal geschieden, voor dat de heer
de Reus in de gelegenheid zal zijn
geweest, den staat van zaken aan zijn
regeering uiteen te zetten. Voor het
oogenblik is het eenige gevaar, dat
bestaat, gelegen te La Guayra, waar
zelfs het kleinste incident zou kunnen
aanleiding geven tot een gevecht tus
schen Nederlandsche matrozen en
Venezolaansche troepen."
Kamerzetel-Den Helder.
Naar de Tel. verneemt, heeft de Li
berale Kiesvereeniging te Den Helder
den afgevaardigde van dat district,
mr. Z. Van den Bergh, de vraag
gesteld of hy zich opnieuw beschik
baar zal stellen. Mr. Van den Bergh
heeft daarop geantwoord, dat hij liet
lidmaatschap van de Tweede Kamer
en de functie van wethouder van
Amsterdam ook nu nog onvereenig-
baar acht en tevens, dat hy tegen
September zijn beslissing bekend zal
maken.
groen en de stammen koperkleurig,
dan glanst het riet aan het meer in
den zonneschijn, dan wordt elke halm
door een kroon van ijs versierd. En
in het voorjaar die heerlijke harslucht
en die mooie pijnappels is dat niet
mooi. En in den zomer is alles her
schapen in een rood-lila bloemenzee,
als de heide bloeit. Bestaat is iets
mooiers dan dat?"
Je hebt gelijk 1" Hjj moest lachen
om haar geestdrift maar het deed hem
toch goed. „Met hare eenvoudige tinten
bereikte de natuur hier een zeer eigen
aardige werking vol stemming. Maar
men moet hier misschien lang wonen
om dat te zien."
Geloof je dat? Maar jij bent toch
pas drie jaar hier en ziet het ook?"
Misschien is die bewondering mij
aangeboren. Sitta vond het hier af
schuwelijk."
Sitta En die leek zoo tevreden en
kalm gelukkig."
Maar dat was zij niet. Zij was
zelfs zeer ongelukkig."
Ongelukkig Als jouw vrouw
Karola schudde ongeloovig haar hoofd.
Het was toch heusch zoo. Ik ben
het na haar dood te weten gekomen."
Waardoor?"
Door een dagboek."
Hans-Henning, men schrijft in
een dagboek waarschijnlijk alleen dat
op, wat uit een oogenblikkelyk stern-
De Raadscommissie inzake ver
zekering tegen werkloosheid houdt
Maandagavond haar laatste bijeen
komst, zoodat binnenkort de 'conclu
sies en voorstellen aan den- Raad
tegemoet gezien kunnen worden en de
zaak dus rijp is voor behandeling in
dat college.
Hedenmiddag vertrokken van
hier tal van officieren ter bijwoning
van de garden-party door H. M. de
Koningin-Moeder op het lustslot Soest-
dijk te geven.
De heer W. van Genderen alhier,
is laagste inschrijver voor het bouwen
eener kerk met toren, vergaderzaal
enz., voor rekening van de gerefor
meerde gemeente te Gorinchem. De
aanneemsom is f29.100.
ming voorkomt zonder het heel ernstig
te meenen."
Je meent het goed. Maar er staat
in dat boek toch een waarheid en een
waarheid die voor my zeer onaange
naam is."
Zy waagde het niet nog iets te zeg
gen want zijn gezicht stond zoo somber.
Toen zij langs de begraafplaats reden,
nam hij zijn hoed af. Maar de uit
drukking van zijn gezicht veranderde
nietde harde trek om zyii mond
bleef.
Op Sitta's graf bloeiden bonte zomer
bloemen. De vergulde letters op het
marmeren kruis fonkelden in de zod.
Zij reden zwijgend voort tot voor
het huis.
Je heb nog wel wat tijd, Karola,"
zei Hans-Henning. „Kom nog even
binnen. Oom zal je hier wel komen
halen."
Maar zou hy niet boos zyn
Geef mij de schuld maar."
Hjj hielp haar afstappen en ging
met haar naar de kinderkamer.
Ik wou Heini zoo graag even
goeden dag zeggen," zei zij.
Goed, ga maar een nat kusje
halen bij mijnheer Heini. Hy kust
namelijk gewoonlijk met een open
mond. Ik kom ook dadelijk."
Karola vond Fieken aan het kousen
mazen voor het venster terwijl Heini
ui zyn hek zat waaini iiy kon ruinl-
BAARN. Muziekuitvoering
door de blinden v a n S t. L a m-
b r e c h t s-W o 1 u w e. Het was een
goede gedachte, de harmonie der^,
blinden van het KoniDklyk Instituut
voor doofstommen en blinden te Wo-
luwe bij Brussel uittenoodigen naar
Baarn te komen, ten einde daar een
paar muziekuitvoeringen te geven.
Het jonge volkje werd zoodoende een
prettig uitstapje bereid en het aan
gename met het nuttige vereenigende,
lieten de lichamelijk zoo misdeelden
het Baarnsclie publiek tevens kennis
maken met hunne ongeloofelyke vaar
digheid in de muziek.
Donderdagmiddag bij aankomst aan
het station werden de blinden, on
geveer 55 in getal, hartelijk toege
sproken door den heer C. A. Wolt-
man Elpers waarna het gezelschap,
met banier voorop, zich naar den
speeltuinjvan het café „de Pauw"
begaf, alwaar ververschingen werden
aangeboden. Des middags werd eene
wandeling gemaakt, doch de regen,
die helaas overvloedig neerviel, be
perkte dit gedeelte van het programma
eenigermate. Des avonds dreigde het
concert niet te kunnen doorgaan, zoo
hevig stroomde het water uit den
loopen en desnoods neervallen zonder
zich pyn te doen, een zeker zeer
practische inrichting maar die aan
Heini's ondernemingslust te veel paal
en perken stelde. Karola bevrijdde het
kind onmiddellijk uit zijne gevangenis.
Zij ging languit op den grond liggen
en Heini maakte zijne meest gewaagde
klimpartijen over haar lichaam heen.
Aangezien zij hem bij zijne beide hand
jes vasthield kon hem ook niets over
komen.
Fieken, je kunt wel heengaan I"
riep zy tegen het meisje dat ook on-
middelijk verdween.
Hans-Henning die op dat oogenblik
binnen kwam, lachte hartelijk toen hy
Karola languit op den grond zag liggen.
Heini's kleine voetjes trappelden mee-
doogenloos op haar lichaam.
Zij richtte zich ietwat beschaamd op
en tilde het kiDd op. „Kom lieveling,
nu moogt ge eens naar de kippetjes
en de duifjes gaan kijken." Zy zette
het kind op de vensterbank en hield
het vast bjj het ceintuur van zijn
jurkje.
Hans-Henning keek met een stralend
gezicht naar het alleraardigste too-
neeltje.
Houd t ge van den jongenK arola
vroeg hij.
Wordt vervolgd.)