DAGBLAD voor AMERSFOORT en OMSTREKEN. No. 159. ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1908. 5e JAARGANG. Ditgave van de Naaral. VenoMap „DE EEMLANDED". Versehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. 2N UÊWd FEUILLETON. De Familie Von Kröehert. BUITENLAND. Hoofdredacteur B>. G. RIJEENS. Aboimementsprij s Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f 4. Franco per post id. - 5.60 Per 3 maanden id. - 1. Franco per post id. - 1.40 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau: BREEDESTRAAT 18. Telefoon Interc. 62. Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regelsf 0.40 Voor iederen regel meer- 0.08 Buiten het Kanton Amersfoort per regel - 0.10 (By abonnement belangrijke korting.) Onlangs werd, naar men weet, een Bond van antirevolutionnaire gemeen teraadsleden opgericht, bij welke ge legenheid door dr. Kuyper een in leidend woord is gesproken, dat sinds dien onder den titel„Zelfstandig Ge meentewezen" als brochure in druk is verschenen. Men mag aannemen, dat het bij dat inleidend woord de bedoeling van den spreker is geweest, richting te geven aan het werken en streven van de „mannen broeders", voorzoover zij ge roepen zijn de anti-revolutionnaire beginselen in de vroedschappen onzer steden en dorpen hoog te houden. En waar een man als dr. Kuyper spreekt, loont het de moeite nauw keurig kennis te nemen van de door hem ontwikkelde denkbeelden. Naar zjjne meening nu moet de pas opge richte Bond „van meet af door een grootsche „gedachte bezield worden" en „de bekoring kennen van een hoog ideaal." Die grootsche gedachte wordt door hem blijkbaar gezocht in de her stelling van wat hij noemt, een „zelf standig Gemeentewezen" en als het hooge ideaal mag men in deze zonder vrees ,voor tegenspraak wel beschou wen het door dr. Kuyper gewenschte „Christelijke stempel" op dat gemeen tewezen. Nu behoeft men zich echter naar het eigen getuigenis van den inleider in de groote steden over dat „Christelijk stempel" niet al te onge rust te maken, want „het Christelijk ideaal, dat te „plattenlande nog altoos bereikbaar is, werd al meer voor „onze steden een utopie, die niemand meer najaagt." In een gansche reeks van bloeiende plattelands-gemeenten in Zuid-Hol land, Zeeland, Overijsel en Friesland kan echter, zoo oordeelt dr. Kuyper, „de gemeente-huishouding mits ze worde ■vrijgemaakt 1nog zeer wel op den Christelijken „grondslag hersteld worden." Het hooge ideaal van een „Christe lijk stempel", gedrukt op heel of half ons gemeentewezen, kunnen wij echter gevoeglijk laten voor hetgeen het is, Wü Cursiveeren. Naar het Duitsch, VAN HENRIETTE VON MEERHEIMB. 100) Heel heel veel." Hare oogen straalden. Waarom eigenlijk? Zij legde haar blozend gezicht tegen Heini's schouder aan en antwoordde niet. Waarom, Karola?" Zij hief haar hoofd op. Er stonden tranen in hare oogen maar zij keek hem toch recht in zijn gezicht. Op dat oogenblik werden alle hinderpalen tusschen hen weggenomen. De eene ziel sprak tot de andere. Omdat het jouw kind is, Hans- Henning." Hij kwam wat dichter naar haar toe legde zyn hand op haar haar. Hilda deed met veel drukte de deur open. „Fieken heeft me gezegd begon zij. Hans-Hennings hand gleed onmerk baar van Karola's hoofd op Heini's kopje. maar meer belang boezemt het ons allicht in te weten op welke wijze dr. Kuyper zich voorstelt, dat onze gemeentelijke organisatie zou moeten worden gewijzigd om te kunnen komen tot wat hij noemt een „zelfstandig gemeentewezen." Hij acht daartoe voor alles noodig de gemeenten te ontlasten van de uit voering der Rijkswetten en stelt zich daarmede partij in een der „moeilijkste vraagstukken, welke het positieve staatsrecht heeft op te lossen," gelijk Buys het destijds uitdrukte. Het geldt hier niet meer of minder dan een wijziging in de verhouding tusschen den staat en de gemeenten, welke overigens zonder grondwetsherziening niet is tot stand te brengen. De grief van dr. Kuyper gaat eigen lijk wel in hoofdzaak tegen de be noeming van den burgemeester door de koningin, wat onvermijdelijk is, wanneer aan de gemeenten zelve de taak blijft opdragen de Wet te helpen uitvoeren. Met den liberaal Buijs nu voelt dr. Kuyper veel meer voor het overlaten van de burgemeesterskeuze aan de gemeente, maar dan dient men natuurlijk voor de uitvoering van de rijkswetten een nieuw stelsel in het leven te roepen, omdat de staat an ders niet voldoende zekerheid heeft, dat zijne wetten in alle deelen des lands behoorlijk worden uitgevoerd. Aan de gemeenteraden zou dan blijven het behartigen van de belangen der zuiver plaatselijke gemeentehuis houding en voor de uitvoering van de Rijkswetten zou men iets moeten krijgen in den trant van de Pruisi sche Amten. Wij laten hier in het midden of het wenschelijk mag heeten, zulk eene ingrijpende verandering in onze admi nistratie te brengen en om nieuwe organen van zelfbestuur te gaan vor men, alleen op grond dat sommige gemeenten te klein zijn dan dat men onder de ingezetenen gemakkelijk de noodige personen zou vinden, geschikt voor de taak van zelfbestuur in den zin van uitvoering der Rijkswetten. Wij wenschen hieromtrent alleen op te merken, dat tegen dat euvel nog wel een ander geneesmiddel bestaat, n.l. het voegen van zulk een kleine gemeente bij een of meer andere, waar- Pas maar goed op Heini," ver volgde Hilde. Zij zag niet precies wat er gebeurd was maar de situatie kwam haar toch verdacht voor. Ik zal goed op hem passen, Hilda!" beloofde Karola en hare stem trilde een beetje. Maar zet hem dan als het je be lieft niet op de vensterbank. Dat is me te griezelig." Maar Heini wil graag zien hoe de kippetjes naar bed gaan niet waar HeiniIk kan hem ook wel op mijn schoot nemen en zelf op de vensterbank gaan zitten, dan kan hij het even goed zien." Ja, dat is beter. Maar windt hem niet al te erg op hij krijgt met een zjjn melk en dan gaat hij naar bed." Ja goedmaak je maar niet ongerustEr sprak een met moeite onderdrukt ongeduld uit de stem van Hans-Henning. „Het zal Heini geen kwaad doen als Karola wat met hem speelt. En als hij vandaag eens wat later gaat slapen, dan is dat ook zoo'n doodwond niet. Hilda giDg de kamer uit zonder Hans-Henning of Karola meer aan te kijken. Hare lippen trilden. Maar Heini trok ditmaal geen lipje. Hij interesseerde zich daartoe al te zeer voor een zwarte kip die niet naar binnen wilde. Hij sloeg met zijn kleine door de keuze van geschikte personen grooter wordt. Maar wat vooral den anti-revolu- tionnairen een doorn in het oog moet zijn, is de alleenheerschappij van een toevallig nog liberalen burgemeester in een goeddeels anti-revolutionnaire plattelandsgemeente. Weliswaar heeft dr. Kuyper, toen by nog op het Bin nenhof zetelde, ongetwijfeld het zijne gedaan om aan zulke toestanden een einde te maken en hebben dan ook vooral zjjne burgemeestersbenoemingen destijds zeer de aandacht getrokken, maar toch „tengevolge van liberale inmenging" vertoont de gemeentelijke huishouding in een gansche reeks van plattelands-gemeenten naar het oordeel van dr. Kuyper veel te flauw het antirevolutionnaire stempel en heeft die huishouding „vooral onder verkeerden burgemeestersinvloed zoo bitter geleden." Het zijn dus voornamelijk de liberale burgemeesters, die het hem hebben gedaan en de liberale invloed is zóo verderfelijk, dat het, naar dr. Kuyper weet mede te deelen, niet zelden voorkomt dat zijne eigen mannen in het „College van gedeputeerde Staten „de van liberale zijnde voor dat col lege ingezette routine volgen, en zoo „zonder het te merken, en stellig „zonder het ook mar in het minst „te bedoelen, aan de zelfstandigheid „van het gemeentewezen veel meer „dan noodzakelijk is, afbreuk te doen." Het moet inderdaad een hard gelag zijn goede antirevolutionnairen zoo sterk aan liberalistische nawerkingen te zien lijden, maar met dat al weten wij nog steeds niet precies, wat dr. Kuyper nu eigenlijk onder dat zoo noode gemiste „zelfstandig gemeente wezen" wil verstaan hebben. Het kan geenszins ontkend worden, dat de term op zich zelve een mooien klank heeft, en dat h(j zich bij uitstek leent om gebruikt te worden als leuze. Maar als onze antirevolutionnaire gemeente raadsleden hun grooten leider het lied van het „zelfstandig gemeentewezen" gaan nazingen, zal het zaak zijn, hun zoo nuchter mogelijk af te vragen, wat zij daar eigenlijk mee bedoelen. Wij weten uit deze reden van dr. Kuyper alleen, dat de gemeenten ontheven moeten worden van de uit voering van de Rijkswetten en dat de burgemeester weer een burger vader moet worden, in dien zin, dat hij door de gemeentenaren zelve moet worden aangewezen. Maar dat op zich zelf maakt het gemeentewezen nog niet meer zelfstandig dan het nu reeds is. In de regeling van zuiver huishoudelijke aangelegenheden zijn de gemeenten reeds thans zeer zelf standig en wordt het toezicht van Gedeputeerde Staten en Regeering zeker niet als een drukkende belem mering ondervonden. Is het dan wellicht de bedoeling, dat de anti-revolutionnairen zullen streven naar souvereiniteit der ge meenten in eigen kring? Men zou het haast zeggen en in dat licht bezien is de wenk gegeven aan de „eigen mannen in het College van Gedeputeerde Staten" al zeer eigen aardig. Een dergelijk, gansch niet onbeden kelijk streven naar wat eerder een onafhankelijk, dan een zelfstandig ge meentewezen zou moeten heeten is echter zeker niet ongeschikt om de meer reactionnaire elementen onder de „mannen broeders" in het gevlei te komen. Zoo geldt bij dr. Kuyper als grief tegen de Woningwet, dat door die wet in sommige gevallen het College van Gedeputeerde Staten op den stoel van den Gemeenteraad gezet wordt, m. a. w. de Woningwet heeft de onafhan kelijkheid van de Gemeentebesturen, wat betreft hunne zorg voor de volks huisvesting, ook naar het oordeel van dr. Kuyper niet voldoende ontzien, en blijkbaar behoeven de gemeenten naar zijne meening in deze een groo- tere vrijheid om naar willekeur al dan Diet krachtig in te grijpen. Zoo staat te vreezen, dat het aan dringen op een zelfstandig gemeente wezen" en het verzet tegen al wat de gemeentelijke souvereiniteit te na dreigt te komen voor alles bedoeld is als een doekje voor het bloeden. Want wie in de hier besproken brochure dacht te zien uiteengezet, hoe de anti-revolutionnairen zich ver houden tegenover de steeds meer veldwinnende denkbeelden omtrent de taak der gemeente op sociaal-politiek gebied, hij komt bedrogen uit. Hadden bandjes tegen de vensterruiten. De afdrukken der tien vingertjes waren er duidelijk op zichtbaar. Zoodra Hilda de kamer uit was liep Hans-Henning weer naar Karola toe. Zijne stem trilde. „Karola wilt ge de moeder zijn van dit kind waarvan ge zooveel houdt? Je zult er je wel over verbazen dat ik je nu al vraag mijne vrouw te worden. Maar ik wou zoo graag je antwoord weten." Zü legde haar heete wang tegen zijn hand die op haar schouder rustte. „Hoe aardig van je dat je me eerst vraagt of ik de moeder van Heini wil worden. Want dat doe ik graag o zoo graag!" Maar je wordt niet alleen Heini's moeder maar ook mijn vrouw, Karola!" Ja, Hans-Henning. Maar.... zij zuchtte even. „Het zal moeilijk zijn om je het verlies van Sitta ook maar eenigermate is vergoeden. Och, als me dat eens kon gelukken!" Karola 1" Hij deed een stap op zij en zijn gezicht betrok. „Ik vraag je niet of ge me liefhebt. Ik heb die vraag door Sitta bevestigend hooren beantwoorden en dat was een leugen. Ik waag het dus niet nog eens een dergelijke vraag te doen. Maar ik kom in mijn eenzaamheid tot je met een ernstige hartwonde die jouw liefde zou gunnen genezen." Hans-Henning, ik heb je van de „mannen broeders" van hunnen grooten leider niet mogen verwachten, dat hij ook hier richting en lijn aangaf? Toch zijn zij zonder aanwijzing ge laten omtrent de taak der gemeenten in deze en hebben zjj niets anders ontvangen dan een wachtwoord, dat vermoedelijk uitermate geschikt zal blijven om al wat gelijkt op een poging^ in de richting van eene vooruitstre vende gemeente-politiek te begraven onder theoretische beschouwingen en staatsrechtelijkediscussiën zonder prac- tisch nut. V. D. HET ALGEMEEN ARBEIDERSVER- BOND IN FRANKRIJK. Drie letters spelen thans in de Fransche bladen eene groote rol. Het zijn de hoofdletters C. G. T. Zij be- toekenen zooals men weet CoDfédé- ration Générale du Travail, alge meen arbeidersverbond. Dit verbond is den strijd begonnen tegen de regeering der Fransche republiek. In dien strijd, zooals men weet, heeft bloed gevloeid. Er zjjn altijd personen, in Frankrijk in de eerste plaats, die meenen de revolutie te kunnen en te moeten nabootsen, die zich kleine Danton's, om niet te zeggen kleine Robespierres en Marats wanen. Zoo waren er tijdens de Commune. En zoo zijn er waarschijnlijk onder het bestuur van de C. G. T. Daar is b.v. de algemeene secretaris Yvetot. Hij was vroeger drukker en werkte als zoo danig in de ateliers van de Patrie. In de werklieden-bladen verdedigde hij telkens weer het denkbeeld van de algemeene werkstaking. Ook de zoogenaamde sabotage het met opzet benadeelen van de patroons door in het geniep de werktuigen of de pro ducten te beschadigen, vond in hem een voorstander en daar de regeering deze leeringen gevaarlijk vindt, maakte Yvetot meermalen kennis met de gevangenis. In 't algemeen is men geneigd waar gestreden wordt tusschen arbeiders en ondernemers, partij te trekken voor de eerste. Zij zijn do zwaksten in de meeste gevallen. Ook, als het komt het eerste oogenblik af aan lief gehad, jou en jou alleen, zei zij eenvoudig. Heb je nooit iemand anders lief gehad Zjj lachte luidt. „Ik Wel neen I" Hij hief haar kopje op en keek haar diep in hare oogen. „Ik ben erg wan trouwend geworden, Karola. Zeg me eens heel openhartig trouwt ge met mij uit medelijden en uit verlangen om dat kind een moeder te bezorgen I Zeg het me als het je belieft maar." Zij schudde haar hoofd. Op eens zette zij Heini op den grond, stond op en sloeg haar beide armen om zijn hals. Zjj kuste hem. „Gelooft ge nu dat ik je liefheb vroeg zij. Heini trok zich aan haar japon over eind. |Hans-Henning tilde hem op en legde hem in hare armen. Mijn zonnestraal, mjjn geluk zei hij aangedaan. Karola keek naar buiten. Er kwam juist een ruiter aanrijden. „Daar is vader 1 Zou hij erg boos zijn?" We zullen hem ons geheim toe vertrouwen," zei Hans-Henning. „Dat zal hem weer verzoenen." Heinrich von Kröehert was al van zijn paard gesprongen en wachtte op haar met een wel voorbereidende straf- predikate, in de kamer van Hans- Henning. Als ik spreek over tegemoet komen dan versta ik daaronder dat jij mij ook tegemoet komt," begon hjj nadrukkelijk. Het vervolg komt morgen en de volgende dagen I" zei Karola lachend. Zij drukte den ouden heer op een stoel. „Wij blijven van avond hier Zoo, juffrouw I Jij met je amazone aan en de paarden....!" Genieten ook gastvrijheid op Heinrichshagen. We rijden met den jachtwagen van Hans-Henning naar huis." En wat vindt de heer des huizes daarvan Hans-Henning zocht voor zjjn oom zijne beste sigaren op. „Ik sluit mü aan bij het voorstel der spreekster, oom." Karola ging op de leuning van haars vader stoel zitten. „Dat is hij namelijk van plan om zijn verdere leven altijd te doen, vadertje." Zij lachte maar er stonden tranen in hare oogen. - Wat De oude Kröehert sprong op. „Hans-Henning, wil je dat onnutte meisje werkelijk tot vrouw hebben Ja, oom ik verzoek u om hare hand 1" zei Hans-Henning kalm. „Ik weet dat u haar noodig hebt maar ik heb haar nog veel meer noodig en Heini ook." Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 1