WEERBERICHT. BINNENLAND. Tbermometerstand De officiële spelling. STATEN-GËNERAAL. MEDEDEELINGEN VAN HET KONINKL. NED. MET. INSTITUUT. (Opgemaakt voorm. 10.50 uur.) De Bildfc, 10 December 1908. Hoogste barometerstand 773.1 m.M. te Hortalaagste 732.1 m.M. te Thorsbavn. Verwachting tot den avond van 11 December 1908. Wind: Krachtige tot stormachtige Z.-W.-lyke wind. Gesteldheid van de luchtZwaar bewolkt tot betrokken, regenbuien. Temperatuur Iets zachter. Barometerstand te AMERSFOORT Barometerstand hedenmiddag te 12 uur 750 m.M. Vorige stand te 12 uur 762 m.M. te Amersfoort. Hoogste gisterenF. 50 Laagste hedennacht F. 38 Hedenmiddag 12 uur F. 45 hebben eene hoogeschool,deItaliaansch sprekende onderdanen van Frans Jozef hebben sinds lang aangedrongen op hooger onderwijs in hunne taal, maar de regeering is doof voor hunne wen- schen. De vrijzinnige Italianen vreezen de clericale neigingen der Oostenryk- sche regeering. Nog altijd is het be zoek van hunnen koning aan het Oostenryksche hof niet door een tegen bezoek beantwoord. Men heeft z(jne grieven en de Engelsche en Fransche pers doet haar best om telkens de Italianen daar aan te herinneren. Maar er is nog iets anders. De verhoudingen der mogendheden onderling zijn zeer veranderd in den laatsten tijd. Engeland, dat wan trouwend, zoo niet vijandig tegenover Rusland stond, Rusland dat de bond genoot van Frankrijk was, staat thans met beide staten, het keizerrijk en de republiek op den besten voet. Vroeger was Engeland min of meer het buiten lid van het Drievoudig Verbond en ItaliS mocht hopen, indien het tot eene crisis kwam op den ten minste indirecten steun van de grootste zee mogendheid. Maar indien thans een aanval wordt ondernomen op de mogendheden van het Drievoudig Ver bond zal geen Engelsche vloot de Italiaansche beschermen tegen een Fransch eskader. Nochtans blijf Italië, zooals uit het laatste Kamerdebat is gebleken bij het verbond der middenstaten, niet met met geestdrift, maar omdat het voor- loopig nog de meeste bescherming Nadruk niet verboden. 7) i Zij die de beschaafde uitspraak tot hoofdregels voor de spelling nemen, ontkomen aan de ouoplosbare moeilik heden van Kluit en d.V. en t.W. wat de woordgeslachten aangaat. Men heeft maar op te letten of een woord het of de voor zich krijgt (en dat leert men in kringen waarin men de be schaafde spreektaal gebruikt reeds aan moeders schoot), en al de regels met uitzonderingen voor het M. en V. ge slacht der zaaknamen vervallen. Nu zijn er waarlik nog die menen, dat door het afschaffen van het in de spreektaal dode den onduidelikheid of beperking van stijlwendingen zal ont staan. Maar heeft dat dan niet plaats bjj O. en V. naamwoorden Is het Engels soms onduidelik, zijn er in die taal geen meesterstukken van stijl? En toch heeft het Engels voor ons helde en den alleen the. Z(jn soms de geschriften in Vereenvoudigde Schrijftaal van de professoren Hesse- 1] Met gebruikmaking van de tweede druk van Opstellen over de Spelling en Verbul- ging door dr. R. A. Kollewijn. verleent, terwijl indien men overging naar de andere zijde en b.v. een ver bond aanging met Engeland, Frankrijk en Rusland, Italië zou behandeld worden als eene ondergeschikte mo gendheid. Maar geheel zuiver is de toestand niet en vorst von Bülow zegent de wereld in den naam van den vrede, maar h(j ook kan ten slotte voor niets instaan. DE BALKAN-CRISIS. De Echo de Paris zegt van een on genoemd diplomaat de volgende be richten ontvangen te hebbenVoor eerst moet Servië, een week geleden met een Oostenrijkschen inval zjjn bedreigd, waarop het de Mogendheden waarschuwde. Voorts zou de Keizer van Oostenrijk zeer ontevreden zijn over Aehrenthal's politiek en zou de weigering van den Keizer ter gelegen heid van zijn 60-jarig Regeeringsjubi- leura zijn Minister in den gravenstand te verheffen, zooals oorspronkelijk zijn plan was, daarvan een direct ge volg zijn geweest. Ten slotte zou be doelde diplomaat verzekerd hebben, dat Rusland nolens volens medege- sleept zou worden in een gewapend conflict tusschen Oostenrijk en Servië, terwijl zich bij duizendtallen Russi sche vrijwilligers aanmelden om bij een eventueelen oorlog tusschen ge noemde landen dienst te nemen in het Servische leger. Natuurlijk ver- eischen dergelijke berichten hetnoodige voorbehoud. Een feit is echter, dat er in Oosten rijk wei degelijk mobilisaties plaats hebben, ondanks de herhaalde tegen spraak van officieuse zijde. De commandant van de Oostenrijk- sche vloot, graaf Montecuculi, is vol gens een telegram aan de Matin uit Undine te Fiume aangekomen. Op zijn reis uit Weenen, bezocht hij Monfalcone, waar lichters worden gebouwd, die moeten dieuen om troe pen te debarkeeren. Montecuculi zal ook een bezoek aan de oorlogshaven Pola brengen. GROOT BRITANNIË. In het Engelsche Lagerhuis deed Asquith gisteren een mededeeüng om trent hetgeen voor het overige deel der zitting nog te doen viel. Hij zeide dat de regeering voornemens was ver schillende wetsontwerpen in te dienen, waaronder de wet op den achturigen werkdag voor mijnwerkers en de wet betreffende de haven van Londen. Hij noemde den 18en December als de datum, waarop de zitting mogelijk zal worden verdaagd. TURKIJE. Te Jaffa kwam 4 Dec. 11. een stoom schip van den Oostenrijkschen Lloyd binnen. De havenarbeiders aldaar, die ijverig aan den boycot van Oosten ryksche goederen meedoen, wierpen bij het lossen 24 postzakken in zee. Ongelukkigerwijze bevond zich in een dier zakken een geschenk van Keizer Wilhelm aan het Duitsche Ziekenhuis te Jerusalem. De Duitsche Regeering eischt naar aanleiding van het ge beurde 150.000 mark schadeloosstel ling. De Duitsche gezant heeft, volgens berichten uit Konstantinopel, een be zoek aan Kiamil-pasja gebracht en hem medegedeeld, dat markies Palla- vicini, de Oostenryksch-Hongaarsche gezant, Konstantinopel vermoedelijk op het einde van de week zou ver laten. De Duitsche gezant sprak niet over de boycot, maar de grootvizier bracht haar zelf te berde en ver klaarde, dat het hem onmogelijk was, tegen den wil van een vry volk in te handelen. ling, Salverda de Grave, de schrijvers Marcellus Emants, Brandt van Doorne, dr. Schepers en heel veel anderen niet mooi gestileerd of soms moeilik te verstaan Iemand die gewoon is te zeggen, en van beschaafd sprekenden te horen „Ga op de hoek bij de bak ker", en verlangt dat er geschreven en gedrukt moet worden den hoek en den bakker, doet toch eigenlik mal. Wat nodeloze drukte om in strijd met onze hedendaagse taal nu en dan by het schrijven te gaan opzoeken of een woord M. of V. isl D. V. en t. W. hebben zich veel moeite gegeven om aan de niet O. woorden een M. of V. geslacht toe te kennen. „Slechts van woorden die aangetroffen worden in geschriften uit den tyd dat zy nog in 't gesprek verbogen werden, kent men het ge slacht met zekerheid," zeggen ze. Dat is dus de zekerheid dat het toen zo was, maar niet dat het nog zo is. Levende talen zijn aan voortdurende ontwikkeling, aan afslijting van ver- bulgingen onderhevig. Men zegt niet meer „Ga op den hoek bij den bakker," Dat weglaten van n in dezenmijnen, goeden enz. doet d. V. en t. W. het besluit trekken „Het lydt geen twij fel dat de hedendaagse taal het vrou welijk geslacht voortrekt." Zeer mee- TWEEDE KAMER. Geeft de Minister van Marine zich voldoende rekenschap, dat 's lands geld slechts met de grootste denkbare doelmatigheid voor het materiaal j mag worden besteed Als men de spre kers, die gisteren in de Tweede Ka mer het woord voerden, hoort is er reden zulks te betwijfelen. Yan de 4.2 millioen, dit jaar we derom voor aanbouw uitgetrokken, wenscht de Regeering een groot deel tej besteden voor den verderen bouw van „De Zeven Provinciën", het schip door den heer Talma indertijd den Minister Cohen Stuart gegund. Twee millioen zullen voorts gebezigd wor den tot het aanschaffen van twee torpedojagers, voor Indië, grooter dan de Staatscommissie ze indertijd ver langde, doch van mindere snelheid dan de nieuwe Engelsche schepen van die soorteen half millioen dient tot verwapening van twee der drie Kor- tenaers. Vooral dit laatste plan heeft in de Kamer verzet uitgelokt. Geen der sprekers had er een goed woord voor over en het is ook niet wel te be grijpen met welk doel de Minister voor zoo iets gelden durft aanvragen. De Kortenaers kunnen nog hoogstens een zestal jaren mee, de nieuwe ka nonnen kunnen niet grooter zyn dan 21 cM. doorsnee, te onmachtig mits dien om op drie mijl afstand een ge pantserd vaartuig te beschadigen. Het eenige voordeel van 't nieuwe geschut zou gestegen zijn in een door des kundigen ernstig betwijfelde snellere schietvaardigheid. In ieder geval komt deze enkel neer op „sneller niet ra ken." Geldverspilling lykt de verwape ning der Kortenaers. Zy is niet de eenige. In een betoog, ook voor hen, die 't met de landsverdediging goed meenen en die gaarne zouden zien, dat Neder land over een slagvaardige uitnemend georganiseerde, zij 't kleine vloot, be schikte, de aandacht waard, toonde de heer Hugenholtz aan hoe schromelijk veel er wordt uitgegeven tot onder houd van absoluut onbruikbaar mate riaal, waarvan men overbodige op leidingsschepen gelieft te maken. Ware dat jaarlijks bestede bedrag tegeneen rente van 4pCt. berekend gekapitali seerd, zoo zou er vast een zeven millioen voor nuttige inrichtingen over schieten. Ter illustratie gaf de afge vaardigde van Weststellingwerf het geval van de Mosa. Voor dat rivier vaartuig werden nieuwe ketels aan geschaft. Toen deze gemonteerd moesten worden, bleek de rest van 't schip te zeer vervallen om ze te plaatsen. Sedert 1898 is 't vaartuig buiten dienst gesteld en toch heeft het daarna nog ongeveer f 40.000 aan onderhoud gekost. Zoo ergens, dan is hier een onderzoek naar den toestand en de bruikbaarheid van 't materiaal noodig. Opperde de heer Hugenholtz mede ernstig bezwaar tegen de andere ver nieuwingen, de heeren Verhey en Duyraaer van Twist konden zich met de aanschaffing van de torpedojagers en de onderzeeboot vereenigen. De laatste beweerde terecht, dat wy ons uitgaven voor vlootverbetering en uit breiding hebben te getroosten, ten einde de neutraliteit des lands te kun nen handhaven. Intusschen, mag ge vergd worden, dat niet lichtvaardig ten deze met 's lands geld wordt om gesprongen. De heer Thomson ver gaande hebben zy dan ook aan halt en trem het V. geslacht toegekend. Duidelik is dat een vergissing, want op de vraagHeb je de trein al gezien luidt het antwoord„Hij is nog niet voorbij." Terecht merkt dr. Buitenrust Hettemaop: „Niet de bepalende woor den met hun r- en n, waar deze reeds ge durende eeuwen by velen werden onderdrukt, kunnen m. i. in de eerste plaats aangewezen worden om het geslacht te onderscheiden. Evenals in 't Engels moeten de pronomina deze dienst verrichten. En dan blykt m. i. duidelik dat met uitzondering van de oostelike provincieën, waar al de stof namen vrouwelik zyn, in het beschaafde gesproken Nederlands de zaaknamen, en de meeste diernamen mannelik gebruikt worden." Op de vraag waar de viool, of de pen, of de griffel, of de naald is, geeft men in beschaafd Nederlands ten antwoordHij ligt op de grond." Multatuli zou aan wie er aanmerking op maakte, verbluft gevraagd hebben Moet ik zij zeggen Volgens de nieuwere taalwetenschap is het zeer te betreuren, dat het woord geslacht in gebruik is gekomen voor een bepaalde wijze van verbuigen. Daardoor wordt verwarring gesticht. Als men van wijn zegt „Hij is lekker," en van soep „ze is warm," dan denkt klaarde zich gaarne bereid voor klein materieel de uitgaven te vöteeren, doch achtte voor het oogenblik den aan bouw van een torpedojager voldoende. Hij ontwikkelde ook de reeds door de Staatscommissie uitgesproken denk beelden algeheele afscheiding van de Nederlandsche en de Indische marine, de eerste behoorde dan te ressorteeren onder een algemeen departement van Landsverdiging. Aldus ware alleen de noodige eenheid tusschen Oorlog en Marine, wier ontbreken thans te vaak aan| 't licht komt, te verkrijgen, ter wijl voor 't gebruik in 't moederland slecht de daarvoor geschikte schepen zouden worden aangebouwd. Dat de Ministtr zich over deze plannen nog niet wenscht uit te laten en zich bepaalt tot de mededeeling, dat by hem bezwaren daartegen be staan, had den Leeuwarder afgevaar digde niet verbaasdzij zouden im mers neerkomen op een machtsver- mindering van den Nederlandschen bewindsman voor marine. Verder werden sterk gecritiseerd de maatregelen die de minister ge meend heeft te moeten nemen tot be teugeling van ontuchtmaatregelen, die volgens de meening van sommigen het kwaad nog erger zullen maken een kwaad dat reeds zoo erg is, dat het percentage v.m matrozen, lijdende aan de gevolgen van uitspatting in Nederland meer dan 18, in Indië zelfs 30 procent bedraagt. De totaal-indruk van den dag is voor den Minister geen gunstigen, zegt de overzichtschrijver in het Vad. Wel sprak uit de redevoeringen geen on welwillende toon menigeen had misschien bij de eerste gekerstende begrooting van dezen Minister anders verwacht maar wat de heer Thom son uitsprak, klonk door alle rede voeringen heen: deze bewindsman is allerminst een hervormer die de marine op hooger plan zal vestigen. Nederland en Venezuela. Een telegram uit New-York aan de Kölnische Zeitung meldt, dat aldaar bericht is ontvaugen uit Caracas, volgens 't welk President Castro in Duitschland drie kanonneerboojen heeft besteld. Reuter seint uit Santander: Castro is hier hedenmorgen aan boord van het stoomschip Guadeloupe aangekomen. Hy is voornemens te Bordeaux te debarkeeren, maar zou onmiddellijk naar Berlijn gaan om geopereerd te worden. Castro hoopt, dat de Fransche regeering hem goed zal ontvangen. En later De gouverneur van Santander is Castro aan boord uit naam van de Spaansche regeering gaan begroeten. De overige overheidspersonen brachten hem eveneens een bezoek. Castro zond aan koning Aifons een begroetingstelegram. Reuter seint uit New York De Associated Press heeft een telegram uit Santander, waar Castro op weg naar Bordeaux is aangekomen. In dit telegram wordt gezegd, dat Castro's bezoek aan Europa niet alleen ten doel heeft zich van een nierge zwel te laten opereeren, maar ook om de geschillen van Venezuela met Frankrijk en Nederland op te losseD. Castro hoopt in Februari terug te keeren, na den vrede tusschen Vene zuela en de wereld hersteld te heb ben. De zeereis is Castro's gezondheid zeer ten goede gekomen. Hij weigerde de waarschuwing van den Venezo- laanschen consul ter harte te nemen, dat ,hij zich zou blootstellen aan een vernedering, als hij te Bordeaux landde. Het feit zeide hy dat men by hij niet aan iets manneliks, en by ze niet aan iets vrouweliks. Bij het onderwijs kan de verwarring aan 't licht komen. Voor een klasse die al volgens d. V. en t. W. geleerd had dat de 4e nv. in 't M. enkelvoud den en in t. V. enk. de voor zich krygt bij 't schrijven, wees de onderwijzer eerst naar een hoed en toen naar de kachel, telkens vragende „Van welk geslacht is dat dingt" De éne leerling antwoordde M. de ander V. Toch wis ten ze dat geen van die dingen een mannetje .of wijfje voorstellen. Aan een leerling die goed had geantwoord, dat het woord muis V. is, vroeg de onderwijzer of dat beteekende dat alle muizen V. zyn, en daarop kreeg hy een bevestigend antwoord. Op de vraag of er dan geen mannetjesmuizen zyn, luidde het antwoord. „Neen, mynheer." De onderwijzers die spraakkunst te behandelen hebben met de jongere leerlingen, ondervinden de moeilikheid om hun een goed denkbeeld te geven van de woordgeslachten, omdat de verbuigingsuitgangen die er onder verstaan moeten worden, zo goed als verdwenen zijn uit de beschaafde spreektaal. Deze heeft dus alleen maar naamwoorden door de of hef vooragegaan, als 't overschot van de de vroegere woordgeslachten. hij met uitgestoken hand kwam, was hem reeds voorafgegaan. Daarenboven is hy bereid belangrijke tegemoet komingen te doen om de vriendschap, pelyke betrekkingen met Fiankrijk te herstellen. De omgeving van den president ontkent de waarheid van de bewering die in het aangehaalde interview Castro wordt toegeschreven, dal. hy er trotsch op is in slechte verhouding tot de meeste mogendheden te staan. Van die zijde wordt echter verklaard, dat Castro van meening is, dat de internationale verhoudingen een veelomvattende zaak is, die door de consuls zou kunnen worden afgedaan en dat hij weinig geduld had ten aanzien van het diplo matieke ceremonieel. Ook ergerde hy zich wel over het karakter van eenige buitenlandsche vertegenwoordigers, die naar Caracas werden gezonden, het geen een inbreuk was op de waardig heid van Venezuela. Castro kritiseerde de betooging der Nederlandsche oorlogsschepen, toen hy bericht daarvan kreeg. Werkloosheid te Am sterdam. Bij den penningmeester zijn gedurende de eerste week giften ingekomen tot een gezamenlijk bedrag van f 9.414.75. Aan de heeren, die zich bereid ver klaarden bijdragen in ontvangst te nemen ten behoeve van de stichting van het sportpark, in verband met de werkverschaffing door de commissie voor de werkloozen, is een bedrag van f 66.000 toegezegd. De penningmeester, de heer J. H. Scheltema merkt op, dat men nog niet genoeg doordrongen schynt van den ernst der zaak. Om 15 dezer met het werk te kunnen aanvangen en 24 dezer een uitdeeling in geld te doen plaats hebben aan hen voor wie geen werk te vinden is, zouden de giften vlugger moeten toestroomen. Bij den uitgever C. N. Teulings te 's Hertogenbosch is een brochure verschenen, getiteld„Eenige hoofd punten met toelichtingen voor een programma van legervorming en be zuiniging, door onzen stadgenoot C. M. A. Douglas, luitenant-kolonel-inten dant. Het daarin voorgesteld stelsel beoogt, zooals de schrijver mededeelt: In het algemeen: evenwicht te brengen tusschen de economische eischen eenerzyds en de militaire ter andere zyde. In het bijzonder: Vermindering van personeelen druk door kortoren oefen tijd voor een belangrijk deel der dienst plichtigen en mogelijkheid tot verkor ting voor de overigen; eveneens door afschaffing van het blijvend gedeelte en van de 3e herhalingsoefening voor de onbereden wapens. Gelijkmatige verdeeling van druk door algemeenen dienstplicht, door (afschaffing van de viermaanders, van de le categorie van het reservekader en (grootendeels) van de loting. Billijke verdeeling van de voor- en nadeelen van den dienst- en oefenplicht. Besparing van veel produc tieven arbeid. Voorkoming van het verlies van betrekking of beroep en van stoornis in studiën en opleiding. Groote beperking van het kazerneleven. Localisatie van de militie. Verbetering van het voorbereidend militair onder richt en van de oefeningen. Plaatselijke oefening. Uitbreiding van bet militie kader (officieren, enz.), ook ten behoeve van de Landweer. Oplossing van het gebrek aan beroepskader. Verbetering van de positie der onderofficieren. Verjonging van do troepencomman danten, Uitbreiding van de leger- sterkte. Completeering van ontbrekend materieel. Snellere, meer zekere mobi- By de voornaamwoorden komen by ons, net als in 't Engels, nog drie geslachten voor. In 't Engels wyzen ze, met enkele uitzonderingen, hetM. of V. persoonsgeslacht aan, terwijl een afzonderlik voornaamwoord te kennen geeft, dat het naamwoord, waarnaar het voornaamwoord verwijst geen M. of V. wezen is. Natuurlik kunnen zaken of werkingen geper sonifieerd worden. By ons is dat anders. Hij en Zij wyzen niet alleen M. en V. wezens aan, maar ook geslachtloze zaken. Zoals wij reeds opmerkten, wordt in dit geval meestal hij gebruikt als het naamwoord geen het voor zich heeft. In de preek- en redenaarstaal wordt nog des, den, zijnen, goeden enz. ge bruikt maar die vormen zijn in de beschaafde omgangstaal verouderd. Dichters hebben nog als voor eeuwen de vrijheid om aan een naamwoord dat geen M. of V. persoon voorstelt, een willekeurig geslacht toe te ken nen. Dat kan aan de leerlingen voor gehouden worden met de opmerking, dat zy er zich niet van bedienen, eer zy als predikers, redenaars of dichters optreden. A. M. K. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 2