WEERBERICHT. Thermometerstand UIT DE PERS. De officiële spelling. STADSNIEUWS. Kerk en Sehoolnieuws. ALLERLEI. MIDïDSELINGEN VAN HET IONIMIX. NïD. MET. INSTITUUT. (Op|*MMikt Toorm. 10.60 uur.) Be Bildb, 23 Januari 1900. Hoogste barometerstand 776.0 m.M. te Neufahrwasser laagste 747.7 m.M. te Seydisfjord. Verwachting tot den avond van 24 Januari 1909. WindZwakke tot matige oostelijke wind. Gesteldheid van de lucht: Voor- loopig nevelig tot helder, later toe nemende bewolking, wellicht sneeuw. Temperatuur: Matige vorst. Barometerstand te AMERSFOORT. Barometerstand hedenmiddag te 12 unr 747 m.M. Vorig» stand te lf uur 772 m.M. t» Amerafoort. Hoogat» gisterenF. 30 Laagat» hadannaeht F. 20 Hadaamiddag lf uur F. 24 om daar een flink sparrebosch te krijgen, was voor langen tyd ver keken. Gehoopt werd, dat de dader of liever daders nog bezig waren, doch geen mensch was te ontdekken en dus sal de politie hier de taak te ver vollen hebben, de daders op te sporen. Zjjn Wet aehtar erfgooiers, dan zal er by de kaersehende wantoestanden wel weer weinig aan te doen zijn. Voorloopig zal de politie echter een oogje houden op die plek grond. EEN VERNIETIGEND OORDEEL. De briefschrijver Jan van Holland heeft het in de antirevolutionaire „Stiehtaehe Courant" over het chris telijk werklieden-verbond „Patrimo nium". Over .Patrimonium" en zjjn leiders (is de man niet bijzonder wel te spreken. Men oordeele .Van 3oeiale wetgeving nog geen spoor. Met de eerste proove, de Onge vallenverzekering bljjft 't sukkelen. En 't ergste is, dat van vaste lijnen van oplossing, en gegronde overtui gingen bij de leiders onzes volks, nog niet te roemen valt. Een typisah beeld daarvan biedt op dit oogenblik de werkliedenvereeniging .Patrimonium*. De leiders van eer tijds Talma, Van Vliet, v. d. Molen, Huizinga zjjn nu wal allen in het ge stoelte der eere en invloedrijken ge zeten, maar .Patrimonium" zelf drijft stuurloos rond op de onstuimige en gevaarvolle wateren de sociale poli tiek. En stelt nu 7oor, zich weer te reorganiaeeren, om des te beter te kannen gaan atudeeren." Wat het wonderlijke in dit stukje Nadruk niet verboden. 19) Hoezeer het Duits door zijn grotere rijkdom aan grammatiese vormen in duidalikheid achterstaat bij 't Frans, Engels, Nederlands enz. kan blijken uit een menigte zinnen als deze Seinem Landsmann, dom er in seiner gamen Bildung ebensoviel verdankte, wü GoetheWie geen uitvoerige levenibeschrljving van Goethe gelezen heeft kan uit die zin onmogelik op maken of het woord Goethe in de le of 3e nv. staat. In onze taal zou een schrijver terstond duidelik geschreven hebben rij» landsman, aan wie hij in lijn ontwikkeling evenveel te danken had als Goetheo{ als aan Goethe. Nu kan een Duitser die dubbelzinnigheid wel vermijden door b. v. voor het woord Goethe een lidwoord te plaatsen maar 1] Met gebruikmaking van de tweede druk van Opstellen over de Spelling on Verbui ging door dr. B. A. Kollewyu. proza isde leiders schijnen vrij uit te mogen gaan. Of zou Jan van Hol land niet in slaat zijn te begrijpen, dat .Patrimonium" stuurloos rond drijft .op de onstuimige en gevaar volle wateren der sociale politiek", juist omdat de leiders het verbond in steek gelaten hebben Zjj gebruikten „Patrimonium" als een ladder om omhoog te klimmen. Nu zij eenmaal zoover zijn, heeft de Moor zijn Schul digkeit gedaan. Toch zullen de mannen van het vaderlijk erfdeel in den komenden stembusstrijd hand- en spandiensten verrichten als van ouds. Zullen nieuwe eerzuchtigeu, dank zij „Patrimouium", omhoog klimmen, en in het gestoelte der eere plaats nemen. En tot loon Een ezelstrap. Ondank is nu eenmaal het loon dezer wereld. Ook van die kleine wereld, waarin de antirevolutionairen regeeren. (De Vaderlander). Woensdag a.s. wordt in het Logegebouw een lezing gehouden door den heei Marius A. Poel, architect te Hilversum overLijkverbranding. De heer Poel is de ontwerper van het goedgekeurde plan van het eerste Nederlandsche crematorium. De in richting, waarvoor de kosten geraamd zijn op f70000, zal worden opgetrok ken van zandsteen en gedekt worden met een koperen koepel. Onder het gebouw is een kelder met twee ver diepingen, de bovenste bevat den oven, in de onderste zijn de stookplaatsen en de bergplaats der brandstoffen. De 16 M. hooge hal kan 200 personen bevatten. Bij ontvangen toestemming zal dit crematorium worden opge richt op de begraafplaats Westerveld te Velzen. Van de levensverzekeringmaat schappij „Dordrecht", vertegenwoordi ger de heer A. C. R. O. Leinweber, ontvingen wij een keurig uitgevoerde zak-agenda, geschikt om er allerlei notities in te maken. De agenda, waarin tal van voor beelden voor verzekering en lijfrente «ijn aangegeven, bevat tevens allerlei goed gevonden aansporingen tot ver zekering. Door Burgemeester en Wet houders onzer Gemeente, wordt tot de ingezetenen het verzoek gericht met ingang van 1 Februari a.s. het voor den reinigingsdienst bestemde afval in verschillende bakken of em mers voor den vuilniswagen beschik baar te houden. Dit verzoek wordt gedaan op grond van de overweging, dat de vervaar diging van compost en andere mest- soorten bij den gemeente-reinigings dienst ernstige bezwaren ondervindt door de vermenging van het huisafval met sintels, gruis en audere bestand- deeleD,afkomstig uit kachels, fornuizen en andere stookinrichtingen. Daarom wordt verzocht in het vervolg ten opzichte van het door den gemeente reinigingsdienst afgehaald huisvuil, genoemde bestanddeelen afgezonderd te houden van het overige huisvuil. Naar w(j vernemen hebben voor de betrekking van gemeeDtearchitect zich reeds ruim 90 sollicitanten aan gemeld. We herinneren aan de herstem ming voor twee leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken op Dinsdag 26 Januari a.s. des voormid dags tusschen 10 en 1 uur. B(j de op Donderdag 14 Januari gehouden stem ming verwierven de meeste stemmen de heeren: Si v. Vollenhoven 10, A. Eysink 10, J. W. Eggink 5 en R. van 't Hof, zoodat deze vier heeren in herstemming komen. dewijl er in 't Duits zoveel woorden zjjn die verschillende vormen hebben voor le en 3e nv., denkt een schrijver er niet altijd aan, dat wat in zjjn voorstelling helder is, onduidelik kan zijn voor de lezer. Een van de oor zaken van de dubbelzinnigheid in 't Duits ligt dus in zjjn grotere rijkdom aan grammatiese vormen. Het feit dat talloze zinnen als de bovenstaande volkomen duidelik zjjn, als er genoeg verschil in de naanmvallen is, leidt tot het gebruikt van gelijkvormige konstrukties zonder voldoende ver schil in verbuiging, waardoor de be doeling van de schrijver niet helder wordt uitgedrukt. Het blijkt dus dat het gebruik van een vaste woordorde niet alleen ge- makkeliker is dan het bezigen van verbuigingsuitgangen, maar ook duide- liker, en daardoor gaat het verwaar lozen van oude buigingsuitgangen samen met de ontwikkeling van een voudiger en doeltreffender hulpmid delen die veel minder dan de oude uitgangen misverstand doen ontstaan. Wel zijn er gevallen denkbaar waar- iu een bestaande dubbelzinnigheid Aan de Gebrs. Ruitenberg werd opgedragen het bouwen van een dub bele woning in de Blankenheimstraat, voor rekening van raej. E. Middelburg, alhier. Morgen speelt H. V. C. haar laatste ontmoeting van dit seizoen. Victoria II uit Hilversum wordt nu haar gast, en aangezien het eerste elftal van H. V. C. geen spelers uit het tweede noodig heeft en dus zeer sterk is, zullen de gasten vermoede lijk met een klein verlies huiswaarts keeren. Zooals uit de in dit nummer voorkomende advertentie blijkt, zal de loterij-commissie van den H. Vincen- tius van Paulo Dinsdag en Woensdag a.s. een tentoonstelling houden der voorwerpen, voor die verloting be schikbaar gesteld. In de Eembode lezen we omtrent deze tentoonstelling het volgende „Met ware voldoening mochten wij hieromtrent vernemen, dat ook deze tentoonstelling wegens de veleprjjzen, die reeds zyn ingekomen, onder welke er zijn, die zeer de aandacht vragen, haar gewoDe aantrekkelijkheid in ruime mate weder hebben zal. Wjj vertrouwen stellig, dat zij over haar geheel wel zoo'n flink figuur zal heb- beD, dat veel bekijks zal worden uit gelokt. De verwachting mag dan ook wezen, dat een druk bezoek de dames, die zich zoo zeer voor deze loterij ver dienstelijk hebben gemaakt en ook allen, die door het vervaardigen van prijzen of het aanbrengen ervan zich zooveel moeite hebben getroost, be- loonen zal. Hierdoor zal men tevens nog meer het schoone doel n.l. het verzachten van de ellende en het lijden van den evenmensch, helpen bevorderen." HAMLET. Gaarne vestigen we nogmaals de aandacht op de aangekondigde op voering van „Hamlet", Maandag a.s. door de Hagespelers in Amicitia. Het streven van dit gezelschap om wei-verzorgde voorstellingen te geven is genoegzaam bekend, zoodat we er niet op behoeven te wijzen, dat we ongetwijfeld een avond van goede kunst zullen mogen verwachten. We meenen echter onzen lezers een dienst te doen door den inhoud, zooals die op het programma wordt meegedeeld, hier te laten volgeD, opdat onbekenden met Shakespeare's werk er niet ge heel vreemd voor zulleu staan. „Claudius, koning van Denemarken, heeft zyn broeder Hamlet, den vorigen koning, vergiftigd, en door het huwe lijk met diens weduwe, koningin Geer- truide, zich van de regeering ver zekerd. Zoo is de kans van opvolging voorloopig verloren geraakt voor Ham let, den zoon. Hamlet, een gevoelige en verbeeldings-volle man, in wien veel aanwezig is wat de geest konin klijk doet zijn, leeft sinds dien aan het hof te Elseneur, geplaagd door vermoedens, zwaarmoedig verlangend zijn stadiën te hervatten aan Wit tenberg's hoogeschool. Hij haat zijn oom, den indringer, en vooral wordt hy gekrenkt in zijn kinderlijke ge voelens, omdat zijn moeder, de koningin zijn vader, dien hij hoog vereert, zoo spoedig kon vergeten voor den uiterlijk en innerlijk minderwaardigen oom. Bjj den aanvang van het spel is er een scherpe wacht op het plat van het kasteel, dat uitzicht heeft op de zee. Er wordt een inval gevreesd van den energieken Noorschen prins Portin- bras, die de landon terug wenscht te winnen, door zijn vader in geregeld gevecht verloren aan Hamlet's vader. Op dit plat komt, tijdens de nacht waak, de schim spoken van Hamlet's vader, uitgerust ten oorlog. Prins Hamlet, gewaarschuwd door zijn vermeden had kunnen worden door buigingsuitgangen. Maar een natuur- like woordschikking zou in zo'n ge val dezelfde dienst bewijzen. Een zin als „die stad heeft de Koningin veel te danken" kan dubbelzinnig zyn maar men zal in de spreektaal ook altyd door het woordje aan de dub belzinnigheid opheffen, en ieder pro zaschrijver zal dat ook doen, als het verband de dubbelzinnigheid niet voor komt. Zinnen als de besprokene ko men evenwel in werkelikheid niet voor buiten verband. Dichters die meer rekening houden met de versmaat, en in 't algemeen meer met klaDk, zullen er eerder dan prozaschrijvers toe overgaan konstruk ties te gebruiken die dubbelzinnig schynen te zyn. Een oogenblik na denken zal de bedoeling doen blijken. Waar dat niet het geval is, waar ondui delijkheid blijft bestaan is, een fout ge maakt tegen de woordschikking van het Nieuwnederlands. En zulk een fout kan men nagenoeg even groot achten als het gebruik van het latijnse do- rninum (3e nv.) in plaats van domïnus (Ie nv.). In 't Latijn moet men aan vriendenHoratio, Marcellus en Ber nardo, waakt den volgenden nacht mede en herkent ontroerd het beeld van zyn vaderhjj laat zich mede voeren door den geest en hooit de ware en zijn vermoedens bevestigende toedracht van het plotseling sterven. In dit plechtige samenzijn laat hy de taak zich opleggen, de misdaad te wreken en de daarop gevolgde schande. En onder de stemming van den zwaar gevoelden last, maakt zijn verbeelding zich een denkbeeld hoe te handelen hjj doet zyn vrienden geheimhouding zweren en verzoekt hun niet verbaasd te zyn, hy wijlen hem de rol te zieD spelen van een gek. Volgens zijn plan, verschijnt hy in het tweede bedrijf als een geestes kranke, gebruik makend van het recht eens dwazen, tegenover elk die zijn argwaan heeft. Hy wikt en weegt, de verschijning kon een dwaalgeest toch zijn, en zweept zjjn gedachten op voor zyn groote taak. Ily offert er alles aan op. Hy heeft de liefde van Ophelia, de dochter van Polonius, den raadsman van de kroon, hy verliest haar in den troebel zijner verwikke lingen en verstoort haar geestver mogens. De toevallige aankomst van een tooneelspelersgroep geeft leiding aan zijn verbeelding. Van een oud tooneel- spel, gelijkend in hoofdzaak op wat de verschijning hem onthulde, maakt hij gebruik om zyn misdadigen oom te ontmaskeren. Eb als by de ver tooning, in het derde bedrijf, de schul dige koning buiten zich zeiven geraakt is hij uitgelaten om de zekerheid, die hij verkreeg. Doch ook dan doet hy niets, niets als de gelegenheid zich aanbiedt en hy den koning in zijn afzondering kan treffen. Zooals een dichter, die het plan blijft vertroetelen van een groot poëem, maar er geen woord van neêr- schrijft, aarzelt hij bij alles wat niet op de hoogte is van zyn wraak-ge- dachte. Daarentegen doet hij iets on voorziens en het ergste wat hij doen kon, hij bevlekt zjjn verbeelding. In het begin van het gerichtgesprek met zijn moeder, in haar kamer, waar de geest hem nog eens verschijnt, en hèm alleeü, verslaat hij, in groote opwin ding geraakt, een verkeerde, hij door steekt Polonius, die achter het behang staat te luisteren. En zoo heeft hjj diens zoon Laërtes tot zjjn natuur lijken vijand gemaakt en jaagt hij Ophelia voor goed in den waanzin, die haar doodt. 'n Gevaarlijk persoon geworden, voor iedereen te vreezen, heeft hy zelf nu de reden geschapen, dat de sluwe koning hem kan bannen van het hof. Schijnbaar met een opdracht, en in gezelschap van zijn vroegere speel makkers, de hovelingen Guildenstern en Rosenkrantz, wordt hij naar Enge land gestuurd. Inderdaad zjjn zij de dragers van een staatsstuk, waarin wordt geëischt en -beschreven, hem uit den weg te ruimen. Hij weet echter het schelmstuk te verijdelen en vervolgens, het schip door een kaper geënterd zynde, raakt hjj ge vangen en wordt uitgeschud, terugge zet op Deenschen grond. De brief, waarin hy zijn landing meldt, ver schrikt den koning zeer listig weet deze de wraakzucht van Laërtes aan te wenden tot een nieuw plan, hem onschadelijk te maken. In het laatste bedrijf verschijnt Hamlet met zijn eenigen vriend Ho ratio op het kerkhof van Elseneur en hoort er het onverschillige leven spot ten uit de monden der grafmakers boven den open kuil voor-Ophelia. Feitelijk is hier Hamlet reeds een geslagen man. Hij strijdt met Laërtes, maar walgend loopt hjj heen, en uit een daarop volgend gesprek met Ho raria bljjkt dat hjj zich maar laat gaan. Tot dat in het spel met de de- de uitgang niet alleen zien in welke naamval een naamwoord staat, maar ook bij welk zelfst. nw. een byvoege- lik gebruikt woord behoort; de woord orde komt daarbij niet in rekening. In sommige levende talen wordt dat alles door woordschikking aange duid. In 't algemeen streven de levende talen er voortdurend meer naar om de rangschikking der woorden op de voorgrond te stellen voorgrammatikale doeleinden. En dat is wezenlik een stap in de goede richting, daar het bezigen van een bepaalde woordorde het eenvoudigste en mooiste middel is om het spreken gemakkelijker te maken en de taak van de hoorder te verlichten. De logge vormen, van ouds gebruikelik om overeenstemming en betrekking aan te duiden, worden er meer overbodig door. De vervanging van buigingsuit gangen door een vaste woordschik king kan men noemeneen over winning van geestelijke middelen op stoffelike. Woordorde heeft grammatiese be tekenis verkregen. En als wij vragen gens zich het treurspel vervult en hij, zelf stervend, den hem opgelegden last volbrengt. Plotseling, onberede neerd, doodt hy den schuldigen ko ning, zooals hy Polonius doodde. Fortinbras, de daadmensch, komt ten slotte en neemt bezit van den troon. PREDIKBEURTEN. Op Zondag 24 Jan. EVANG. LUTH. KERK. Voorm. 10 uur, Ds. J. L. F. de Meyere. REMONSTRANTSCHE KERK. Voorm. 10J uur, Ds. I. Hooykaas. DOOPSGEZINDE KRING. Loge gebouw van Persynstraat 1. Voorm. 10| uur, Ds. S. Lulofs te 's Graven hage. B ij zonder onderwijs. Men schrijft aan de Bode Dezer dagen meldden de Haarlem- sche bladen de heer L. Ph. G. Klees alhier is benoemd tot onderwijzer aan een bijzondere school te Venray. Als men nu weet, dat genoemde persoon hier 25 jaar lang een boek winkeltje heeft gedreven en nu ten gevolge eener ziekte op twee krukken loopt, moet men dan niet zeggen voor bet bijzonder onderwijs ia alles goed genoeg 1 viaagt het blad. Geheimzinnige misdaad. Omtrent een bij Breda gevonden vrouwenlijk, meldt het Dbl. v. N.-B. o.a. Hij lijk van de vermoorde vrouw vertoont nog geen spoor van ontbin ding, maar is verschrikkelijk aan den hals toegetakeld. De hals is aan den linkerkant van de strot tot aan den halswervel niet opengesneden, maar opengekerfd. Want er zit niet een snee in den hals, maar een gat, waar men heel de hand in zou kunnen leggen. Het kakebeen ligt bloot, alle vleesch is daar weggehakt. De slachterij is gepleegd op een wei, op eenigen afstand van de sloot, waarin het lyk gevonden is. Het gras is door een plas bloed roodgekleurd en ook daar is het mes gevonden, waarmee de misdaad is gepleegd. Een klein knipmeaje, ongeveer als de be kende soldateumessen. Men kan eenigs- zins de afschuwelijkheid dezer mis daad begrijpen, als men weet, dat het mes totaal „omgesneden" is, d.w.z. de scherpe kant was geheel omgebogen, zóo heeft het op de beenderen van het slachtoffer gewerkt. Het slachtoffer is een vrouw tus schen de 30 en 40 jaar, naar schat ting. Het is moeilijk den ouderdom van een zoo toegetakeld lijk te schat ten, maar degenen, die de vrouw meenen te herkennen als een zekere J. J., gewoond hebbende op den Haag- dijk te Breda, thans woonplaats voor loopig onbekend, schatten haar zoo oud. Zij is schamel gekleed, armoedig zelfs, heeft een donkeren rok aan, een dito jak en evelasten pantoffels aan de voeten. Een lichtbruine om slagdoek, later op de wei gevonden, heeft ze om de schouders geslagen gehad. Nadat de moordenaar zyn afschu welijk misdrijf gepleegd had, moet hij zijn slachtoffer naar de sloot hebben gesleept. Het is een smal slootje, on geveer een meter breed en er staat niet meer dan een voet water in. De posten-oorlog. Naar wij vernemen moeten de door den A. N. D. B. „geposten" voornemens zijn, een stuk grond te koopen, dat vlak tegenover het bekende „land- hoe dat in z'n werk is gegaan, krijgen we ten antwoordhet is gekomen door langdurige groei, zonder enige bedoeling van de kant van de spreker. Heel langzamerhand gewende men er zich aan, de woorden op een zelfde manier te rangschikken. En denaam- valsuitingen die tot dusver het voor naamste grammatikale middel waren om de eerste en vierde naamval te onderscheiden 01 om aaD te wijzen waarbij zelfstandige en bijvoegelike naamwoorden behoorden, worden ein delik geheel of nagenoeg geheel over bodig. De grammatiese bedoeling werd dus eerst uitgedrukt door zekere meer stoffelike hulpmiddelen, onafhankelik van de woordorde, dan door dezelfde middelen èn een bepaalde woordorde, en eindelik door de woordorde alleen, onafhankelik van de oorspronkelike kentekenen. A. M. K. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1909 | | pagina 2