DAGBLAD
OMSTREKEN.
voor AMERSFOORT en
LAUWHEID.
No. 29
DONDERDAG 4 FEBRUARI 1909.
6e JAARGANG
Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER".
Vepsehijot dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
FEUILLETON.
DR XAVIER
BUITENLAND.
Tot plaatsing van advcrtontiën en reclames ran buiten liet kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Algemeen Binnen- en Bnitenlandseh Advertentiebureau I). Y. ALTA. ïïarmoesstiaat 76—78 te Amsterdam.
Hoofdredacteur R. G. RIJKENS.
Abonnementsprijs
Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f 4.
Franco per post id. - 5.60
Per 3 maanden id. - 1.
Franco per post id. - 1.40
Afzonderlijke nummers- 0.05
Bureau: BREEDESTRAA.T 18.
Telefoon Intero. 62.
Prijs der Advertöntiën
Van 1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer- 0.08
Buiten het Kanton Amersfoort per regel - 0.10
(Bij abonnement belangrijke korting.)
Wij hebben heden een appeltje te
schillen met onze eigen party genoo-
ten, de vrijzinnigen in Amersfoort,
Een dezer dagen gehouden verga
dering van eene Vrijzinnige Kiesver-
eeniging kon slechts de belangstelling
wekken van een zestal menschen.
Dat is voor den geest onder
de Amersfoortsche vrijzinnigen be
schamend I En dat in een tijd. waarin
niet alleen de Kamer maar ook de
Gemeenteraadsverkiezingen in aan
tocht zijn.
Laat dat alles hen dan zóó onver
schillig, gevoelen zij dan zóó weinig
het groote belaDg voor alle ingezete
nen, dat het beheer der gemeente
zaken geleid worde in de richting
door hen gewenscht, dat zij de hun
geschonken gelegenheid om aan hunne
wenschen uiting te geven, onbenut
voorbij laten gaan
Gevoelt men zich door een be
stuursmaatregel gekrenkt of benadeeld,
acht men een Raadsbesluit in strijd
met eigen opvatting omtrent het
algemeen belang, dan is men in par
ticulier gesprek zelden spaarzaam
met zijn klachten of geeft men aan
zijn ontevredenheid of wrevel lucht in
een ingezonden stuk.
Alles mosterd na den maaltijd.
Het is heusch niet voldoende om
straks, als de verkiezingsdag daar is,
zijn stem te gaan uitbrengen en dan
spoedig nog een paar mannetjes bij
elkaar te trommelen om onze candi-
daten de zege te helpen verschaffen.
Dan is het veelal te laat. Onze tegen
standers weten dat opperbest.
In clericale bladen wordt de groote
trom geroerd en steeds is het dezelfde
roffelgaat uit om kiezers te vangen.
En op eene vergadering van de vrij
zinnige kiesvereeniging waar deze be
langrijke quaestie zal worden bespro-
Naar het Engelsch van
MAX PEMBERTON.
7)
Zij ging naast haar broer zitten,
nam zijne hand in de hare en begon
heel snel tegen hem te spreken in
het Spaansch. Hij luisterde eerst met
weerzin en dan met eenige belang
stelling naar haareindelijk nam hij
haar in zflne armen en kuste haar.
„Ja, Ja,* zei hij in het Engelsch,
„die dag zal komen ik haast mij
al. Wjj zullen er samen heengaan I"
Esther sloeg dat kleine tooneeltje
zenuwachtig gade, want er sprak een
nieuw geheim uit, en dat huis was
toch al zoo vruchtbaar, wat geheimen
betrof. Ze was echter zoo verstandig
onverschilligheid voor te wenden, liep
naar de piano en begon heel zachtjes
een nocturne te spelen, om de twee
anderen niet te hinderen door haar
tegenwoordigheid. Toen ze weer op
keek had dr. Xavier de kamer ver
laten en was zij alleen met zijne
zuster, die er op gesteld was om ex
cuses voor hem te maken.
„Mijn broer is heel dapper," zei hij,
ken, verschijnen heelemaalzes
leden.
Waarlijk 't is om zich te schamen
en betreurenswaardig.
Het helpt niet of wij dit al trach
ten te verbloemen, er liever niet in
't openbaar over willen spreken het
moet gebeureneerst als men het
kwaad volledig kent, is er genezing
mogelijk.
Het wordt hoog tijd, dat de Amers
foortsche vrijzinnigen ook buiten den
verkiezingstijd de groote vraagstukken
van den dag wat meer behandelen en
speciaal dat zij zich ook buiten den
verkiezingstijd wat meer vrijzinnig
voelen en wat meer doen om de vrij
zinnige beginselen bekend te maken
en te verdedigen.
Wordt dit niet bet geval, blijven
zij langer toezien, dan is het gevaar
zeer groot, dat hun vertegenwoordigers
in den Raad wegsmelten als sneeuw
voor de zon.
Van harte hopen wij dat, wat er
heden avond ook worde beslist in de
vergadering der kiesvereeniging Amers
foort, dat besluit een nieuwe en meer
gezonde aera moge inleiden in het
politiek leven der vrijzinnigen hier ter
stede.
En thans nog een woord aan het
adres der toekomstige candidaten. Dit
gaat nu nog gemakkelijk, omdat nog
niemand genoemd is.
Over het algemeen weten de kiezers
weinig af van de moeilijkheid om
geschikte candidaten te winnen.
Menschen onder onze Amersfoortsche
vrijzinnigen van wie nagenoeg ieder
zegt, dat zij voor het lidmaatschap
van den Raad als aangewezen zijn,
wijzen die eer met de meeste beslist
heid af.
Dit ligt niet voornamelijk in de
vrees om niet gekozen te worden.
Veel meer ligt, naar wij meenen, het
bezwaar van vele geschikten hierin
„maar deze jaren van ballingschap
kosten hem veel. Hij is een groot man
in Spanje geweest dat is te zeg
gen, eigenlijk niet in SpaDje, maar in
zijn eigen koninkrijk Cadi.
Het volk zou hem graag terug wil
len hebben, maar hij heeft het aan
den stok gehad met zjjn vorst, en ik
vrees, dat dit nooit meer bijgelegd
zal worden. Gij kunt hem misschien
helpen, daar, waar ik van geen nut
kan zijn. Dat hopen wij beiden. Hy
heeft je hier gehaald, omdat hij zoo
zeer gelooft in je talenten ik kan je
nu niet precies vertellen, wat gij doen
moet omdat hij het je liever zelf wil
zeggen, maar geloof me, dat hij heel
goed en vriendelijk is en je nooit eenig
onheil zal aandoen. Ge zult hem trouw
dienen, lieve Esther, dat zult ge doen
om mijnentwil 1"
Esther begreep volstrekt niet, hoe
een jong overmogend meisje, dat zich
zelf had opgevoed en zoo weinig wist,
zelfs van haar eigen land, een vreem
deling in zoo'n zaak kon bijstaan. Ze
zeide iets dergelijks, maar niet als
iemand, die er niet toe geneigd was.
„Ik ben niet knap, ik vrees, dat uw
broer zich ln my vergisthet spreekt
van zelf, dat ik zeer benieuwd ben
naar datgene wat ik voor hem doen
moet, maar als gij zegt, dat ik moet
wachten dan zal ik dat doen. In elk
geval zal ik nooit zijn vriendelijkheid
dat zij over de periode die aan de
verkiezing vooraf gaat, heenkijkende
in de eischen van het Raadslid
maatschap zelf al te groote moeilijk
heden zien.
De veranderingen, die in de laatste
jaren in de begrippen omtrent ge
meente-administratie zjjn gekomen,
hebben als van zelf grooten invloed
gehad op de positie van de,leden van
den Raad. Twintig jaar geleden was
deze gemeente veel kleiner, de taak
van het gemeentebestuur was 'niet
zoo omvangrijk als tegenwoordig
men had geen gemeentebedrijven, geen
vraagstukken van moderne sociale be-
teekenis en de verhouding van B.
en W. tot den Raad was een geheel
andere, in dezen zin, dat de
Raadsleden meer geneigd waren
zich over te geven aan de lei
ding van het dagelyksch bestuur.
Thans is de taak van een Raadslid
om zoo te zeggen meer gespecialiseerd.
De Raad is onder-verdeeld in com-
missiën, vaste en tijdelijke, die grooten
invloed hebben op den algemeenen
gang van zaken. Wat vroeger in den
kleinen kring van het beheer veelal
aan B. en W. word overgelaten, is
thans op de schouders van Raadsleden
gelegd en de vaste commissiën, die
vroeger ook bestonden, hebben veel
meer invloed dan toen. Belangrijke
zaken worden veel meer dan vroeger
in de afdeelingen van den Raad be
handeld. Vandaar dan ook, dat het
veel interessanter moet wezen nü
Raadslid te zjjn dan voorheen. Maar
ten koste van welke offers 1 Vergade
ring volgt op vergaderinghet Raads
lid moet bespreking houden, bezoeken
ontvangen, toestanden in loco gaan
zienals een moderne Moloch ver
slindt z(jn eervol ambt, zooal niet hem
zelf, dan toch zijn kostbaren tijd.
Inderdaad is het lidmaatschap van
den Raad, voor hem, die er iets wil
beteekenen, in hooge mate tijdroovend.
van dezen morgen vergeten."
„Hij is tegen iedereen vriendelijk',
antwoordde Julia, „en als hij arme
kinderen op straat ziet, dan breekt
zijn hart bijna. Geloof mij, lieve
Esther, ge zult nooit iets te vreezen
hebben van Francisco Xavier. Water
ook gebeuren moge, vergi et nooit, dat
hij u gaarne gelukkig wil zien en te
leurgesteld zal zijn, als ge het niet
zijt
Zij legde een zekeren nadruk op
die laatste woorden, evenals iemand,
die een ander waarschuwt en die
waarschuwing ging voor Esther niet
verloren. Toen zij om elf uur naar
haar slaapkamer ging, en daar alleen
bleef, gingen al de gebeurtenissen van
dien vreemden dag een voor een aan
haar geestesoog voorbij, evenals de
bladzijden van het een of andere op
windende verhaal. Hoe heel anders
was de dag van gisteren voor haar
geweestToen was ze nog op het
punt van het slachtoffer te worden
van de grootste verleiding der vrouw,
toen had zij geen te huis en geen
vooruitzichten in die groote, hartelooze
stad. Ze was van de eene deur naar
de andere gedreven als een paria, wie
niemand huisvesting wilde verleenen.
Al hare plannen waren tot asch ver
koold, al haar verwachtingen al haar
hoop op succes in Londen, waren ver
vlogen.
En dat is het, wat zoovelen afschrikt
om zich er in te begeven. Vooral de
jongeren, die hun levensweg nog voor
zich hebben of er midden in staan.
Wat de ouderen betreft, die hun taak
achter den rug hebben, zy bezitten
niet altijd de geschiktheid meer, zich
in te denken in de eischen van het
hedendaagsch gemeentebestuur.
Het mag dus nietverwonderen.dat
velen, uitgenoodigd de Raadszaal bin
nen te treden, aarzelend op den drem
pel blijven staan. Zy beseffen hoeveel
werk hun wacht.
Toch mag dit voor hen, die zich
bekwaam gevoelen, geen beletsel zijn-
Men moet in een samenleving wel
eens meer doen, wat men liever ge
makshalve zou laten.
Juist in een tyd als deze, van
nieuwe denkbeelden zijn de beste
krachten het meest noodig.
En laten zij, die straks geroepen
zullen worden, vooral ook dit beden
ken, dat bij onze tegenpartij offer
vaardigheid in dezen steeds zeer grootis.
RUSSISCHE TOESTANDEN.
Zooals wij gisteren reeds meldden,
heeft de Russische Doema zich bezig
gehouden met de Azeff-affaire waar-
omtient in ons vorig nummer het een
en ander is medegedeeld. Maandag
avond reeds vergaderden alle groepen
uit de Doema afzonderlijk om het voor
gevallene te bespreken.
De uiterste linkerzijde stelde een
interpellatie op, waarin wordt gewezen
op de betrekkingen, die Azeff met de
Russische politie onderhield, in het
byzonder met het hoofd van de Rus
sische geheime politie te Parijs Rats-
jofski. Gevraagd werd of de Minister
van Binnenlandsche Zaken kennis
droeg van het feit, dat dit geen op
zichzelf staand geval is, maar dat
dergelijke practyken steeds door de
geheime politie worden uitgeoefend.
Voorts werd gevraagd welke maat
regelen de Regeering dacht te nemen,
De lange uren aan de deuren van
den schouwburg, het afwijkende ant
woord en het bittere gevoel van „niet
slagen," waren van te jonge datum,
om vergeten te zijn. Zij wist dat ze
veel had geleden en dat zij van dat
lijden met. fabelachtige snelheid was
overgegaan tot het toppunt van vreugd.
Een betrekking, een te huis, goede
vrienden, over dat alles had dr. Xavier
gesproken, toen by haar vroeg, om
met hem mede te gaan Was 't een
eerlijk voorstel Kon zy er in ge-
looven Dit mooie, stille huis scheen
haar uit te noodigen om te rusten en
te vergeten. Zou zij op dien schyn
kunnen vertrouwen Stak er niets
achter, waarvoor een vrouw bang
moest zyn Esther waagde het zich
niet zelve te bedriegen. Er moesteen
geheim aan verbonden zijn, dacht zy.
Zij kleedde zich op haar gemak uit en
draaide de lamp naast naar bed uit.
Het was zoo volmaakt stil in de kamer,
en het was buiten zoo rustig, dat het
was alsof er in den tuin geen enkel
blad bewoog en of de boomen in
het geheel niet ruischten.
Een tijdlang deed zy haar best om in
slaap te komen, maar zonder succes.
Eens meende zij zachte schreden te
hooren te hooren op het poitaal; zij
ging ontsteld overeind zitten en luis
terde verscheiden minuten met gespan
nen aandacht. Gerustgesteld door de
om Azeff, Ratsjofski en de andere
politieambtenaren voor het gerecht te
dagen, daar zy zich schuldig hebben
gemaakt aan aanzetting tot misdaden.
Het gedrag der geheime politie, zoo
luidde het voorts, bedreigt de open
bare veiligheid en demoraliseert het
land, daar het ten doel heeft de reactie
te versterken en het nemen van buiten
gewone maatregelen te rechtvaardigen.
Ten slotte wordt in de interpellatie
de Regeering er van beschuldigd, dat
zij Lopoehkine, den oud-chef van het
Russische politiedepartement, die meer
van de zaak weet, heeft laten arres
teeren om hem zoodoende het doen
van verdere onthullingen te beletten.
Natuurlijk zijn de Russische bladen
vol van allerlei bijzonderheden over
de zaak Azeff.
Volgens den Timescorrespondent te
Petersburg heeft Azeff o. a. ook deel
genomen aan het vormen van het zg.
complot tegen den Tsaar in 1906, welke
samenzwering leidde tot het beruchte
proces tegen de socialistische leden
der Tweede Doema en tot de ont
binding van deze.
Men herinnert zich wellicht, dat
e uiige jaren geleden een dochter van
den nu gearresteerden Lopoehkine, die
te Londen vertoefde, op geheimzinnige
wjjze verdween, toen zy met haar
zuster en haar gouvernante uit een
theater kwam. In bet gedrang raakten
haar begeleidsters haar kwijt en de
jonge dame bleef eenigen tyd zoek.
Daarna kwam zy terug en zeide in
een kelder te zyn opgesloten.
De correspondent van de Daily
News te Petersburg meent nu, dat
de ontvoering van Lopoehkine's doch
ter het werk is geweest van de Rus
sische geheime politie, daar Lopoek-
kine de autocratie den rug had toe
gekeerd en tot het liberalisme was
overgegaan.
Loepoehkine moet toen zyn zwager
Prins Oroessof hebben gewaarschuwd,
dat in het Ministerie van Binnenland
sche Zaken proclamaties werden ge
drukt, waarin tot het houden van
progroms werd aangezet.
Oroessof hield daarop in de eerste
Doema zyn bekende redevoering over
deze aangelegenheid en zoodra men
gewaar werd, dat Lopoehkine degene
was geweest die hem deze gegevens
had verschaft, besloot men zich op
stilte om haar heen, lachte zy zich
zelf uit om haar kinderachtigen angst
en ging weer liggen. Het was bepaald
heel laat toen zij eindelyk in een
lichte sluimering verviel. Zij had niet
lang geslapen toen zij weer wakker
werd, maar volstrekt niet angstig.
Tot haar groote verbazing was baar
kamer nu verlicht door een zacht,
geelachtig licht dat zy eerst voor het
maanlicht hield. Zij vergiste zich
echter daarin en toen zij een poosje
had liggen droomen, merkte zij dat
die lichtstralen door eene opening in
den muur naar binnen kwamen. Dat
licht was zoo zacht en aangenaam
voor de oogen, dat het Esther was
alsof zij zich in het een of andere
sprookjesland bevond waar alles voor
haar gemak gemaakt was. Weldra
voelde zij ook dat dat licht haar nood
zaakte om te gaan slapen, hoeveel
moeite zy ook deed cm wakker te
blijven. Zy deed hare oogen dicht en
weer open, woelde wat heen en weer,
deed haar best om wakker te worden,
maar het lukte haar niet.
Wordt ■vervolgd