DAGBLAD voor AMERSFOORT en OMSTREKEN.
No. 73.
ZATERDaG 27 MAART 1909.
6e JAARGANG
Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDEB".
Vepsehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
yWmk ji -4J5II N.
FEUILLETON.
DR. XAYIER.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
DG EEMLANDEB
Hoofdredacteur R. G. RXJKENS.
üSt
Bureau: BREEDESTRAA.T 18.
Abonneinentspr ij s
Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f 4.
Franco per post id. - 5.60
Per 3 maanden id. - 1.—
Franco per post id. - 1.40
Afzonderlijke nummers- 0.05
Telefoon Intero. 62.
IS®
Prijs der Ad verten tién:
Van 1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer- 0.08
Buiten het Kanton Amersfoort per regel - 0.10
(Bij abonnement belangrijke korting.)
Tot plaatsing van adverlentiön en reclames van bniteu het kanton Amersfoort in dit blad is „nitslnitend" gerechtigd bet Algemeen Binnen- en Buitenlandscb Advertentiebureau D. T. ALTA, Warmoesstraat 76—78 te Amsterdam.
EEN TELEURGESTELD
INZENDER.
Ia deadvertentierubriek zullen onze
lezers eene opwekking vinden om in
de Amersfoortsche Courant van heden
avond een artikel te lezen, dat
wordt er blijkbaar tot aansporing bi)
gevoegd geweigerd is door de Eem-
lander.
Nu deze inzender heeft gemeend, in
eene zaak, die wij, zooals onze plicht
is, tusschen hem en ons zosden heb
ben gehouden, het publiek te moeten
betrekken, zal hij er natuurlijk ook
niets op tegen hebben, dat het publiek
de reden verneme, waarom wij ge
meend hebben het stuk te moeten
weigeren.
Het zeer lange stuk dan, dat tot
opschrift droeg „Amersfoortsche be-
1 .ngen" behelsde weinig anders dan
twee zaken, nl. het oordeel van den
inzender, dat de nieuw aan te leggen
verkeersweg van Amersfoort over
Birkhoven naar den Soesterweg hon-
d;rd meter hoogerop had moeten lig
gen, dan zou men er geen last hebben
gehad van den rook der treinen, en
dat het sportterrein „Birkhoven" ver
der van den Soesterweg had moeten
liggen dan nu het geval i3.
Nu hebben wij in een onderhoud
den inzender het plaatsen van dit stuk
ontraden, omdat, naar het ons voor
kwam, dergelijke beschouwingen geen
nut meer konden hebben.
Als de inzender zijn meening ingang
had willen doen vinden als hij werke
lijk meende, dat men verkeerd deed
met het aanleggen van een weg ter
plaatse waar zulks nu geschiedt, dan
was het verstandig en tot op zekere
hoogte plicht geweest, zulks te publi-
ceeren toen het tijd was, n.l. toen het
voorstel van B. en W. betreffende deze
zaak, bij den Raad was ingediend.
Maar het tegenovergestelde heeft hjj
gedaan; hij heeft al dien tijd zijn licht
Naar het Engelsch van
MAX PEMBERTON.
49)
Door de open deur kwam een stroom
lichtzij ontdekte een groep officieren
in UDiform en bijna voor dat het rij
tuig stilhield, kwam er een oudachtig
man, wiens harnas en helm van zilver
waren naar haar toe en heette haar
zeer koeltjes welkom.
„Dit is het paleis, madame", zei hij
zoetsappig. „Ik ben kolenel Varez en
heb last gekregen van den hertog, mijn
meester, om u uit zijn naam welkom
te heeten".
Zij antwoordde hem kalm en deftig,
want ze was vast besloten om geen
vrees te toonen. Zjj had altijd een ze
kere statige gratie gehad, wanneer zij
sprak of handelde, en deze eigenschap
verliet haar niet toen zij den kolonel
toestond haar uit het rijtuig te helpen
en hem volgde, een klein steenen trapje
op en een groote vestibule in. Er was
in de atmosfeer van die vestibule iets
kils alsof er een nachtwind woei. Geen
enkel kleed, geen enkel schilderij ver
brak de eentonigheid van de marmeren
onder een korenmaat gezet en laat
het eerst schijnen nu de weg reeds
lang is aanbesteed en de werkzaam
heden daaraan begonnen zijn.
Met het sportterein op Birkhoven
is het precies hetzelfde geval.
Dat noemt men met een kernachtige
Hollandsche uitdrukkingmet het
zout komen aandragen als het ei
verorberd is.
Men zal ons ten goede houden, dat
wij niet veel lust hadden onze kolommen
te vullen met ellenlange retrospectieve
beschouwingen, die nu geen nut meer
hebben, vooral daar de inzender het
ons gemakkelijk maakte door te zeggen,
dat indien wij het stuk niet plaatsten,
er een ander blad was, dat het met
veel genoegen zou opnemen.
Deze opheldering meenden wij onzen
lezers, met bet oog op de bewuste
advertentie, niet te mogen onthouden.
DE BALKAN-CRISIS.
De algemeene indruk is heden beter,
maar alles wijst er op, dat Engeland
zal weigeren de Servische kwestie aan
de erkenning der inlijving te verbin
den. Het zal de voldongen feiten aan
vaarden, maar niet in de onderhande
lingen over Servië.
Er is niets uitgelekt over de ont
vangst door Oostenrijk van de nieuwe
Engelsche formule, maar er bestaat
veel hoop, dat een overeenkomst
mogelijk zal blijken. Oostenrijk dringt
ernstig aan op waarborgen voor de
toekomst.
FRANKRIJK.
Een paar Parijsche bladen deelden
mede, dat de beambten van post, tele-
phoon en telegraaf, die thans, zooals
men weet, weer allen aan het werk
z(jn, Dinsdagmorgen aanzegging heb
ben gekregen, dat zij krachtens
de bepalingen der wet van 18 Juni
1853 zullen worden gestraft met
inhouding van een maand salaris.
Nadat de staking was opgeheven,
versieringen of verleende eenige kleur
aan de koude steenen, waaruit al de
beelden waren gehouwen. Het was
Esther alsof ze het een of ander mu
seum was binnengekomen, waar zij
ontvangen werd door een geheel leger
van lakeien, die allen te gelijk naar
haar toekwamen en bogen als knip
messen.
Die eerbewijzen konden haar even
wel niet om den tuin leiden. Van af
het oogenblik harer komst teCaditot
aan de laatste stonde van lijden nam
zij de behandeling die zij ondervond
niet verkeerd op en schatte de betee-
kenis er van op haar juiste waarde.
Haar vernedeiing zou absoluut en mis
schien ondragelijk zijn geweest, als ze
niet bedacht had, dat ze van korten
duur moest zijn. Het geloof in haar
geliefde steunde haar tot aan het einde.
Zij antwoordde den kolonel zonder
vrees en zonder zich te schamen.
,Ik kan niet anders, dan u gehoor
zamen. De hertog, uw meester, zal
mij toch zeker geen nieuwe beleedi-
ging meer willen aandoen. Ik ben in
zijn macht, maar ik ben een Engelsche
vrouw." Hij boog en lette niet op die
beschuldiging.
„De hertog zal wel voor zich zelf
opkomen, madame", zei hij. „Intus-
schen is alies in dit huis te uwer
beschikking. Wees zoo goed deze dame
te volgen. Zij zal voor u zorgen."
werd door de gewezen stakers op de
muren van Parijs een manifest aan
geplakt gericht tot het publiek. Het
manifest draagt tot opschrift het
woord: „Merci", en de inhoud is onge
veer als volgt
„De verregaande onheuschheid, lomp
heid en dwingelandij v^n den heer
Simyan heeft ons genoopt het werk
neer te leggen. Wij hervatten thans
onze dagelijksche bezigheden. Wij
erkennen den heer Simyan niet meer
als ons hoofd. Ons is beloofd dat zijn
taak is afgeloopen. Dit is de recht
matige vergelding voor willekeur.
Onze eerste plicht is dank te zeg
gen aan de medeburgers, die ons zoo
gesteund hebben. De schade vergetende,
die zij van onze staking leden, hebben
zij bijna eenstemmig onze houding
goedgekeurd. Dank I Wij zullen ons
best doen, ons het vertrouwen van
onze medeburgers waardig te betoo-
nen. Post, Telegraaf en Telephoon
moesten worden bestuurd als handels
ondernemingen. Vast besloten ons te
verzetten tegen het bureaucratisch
stelsel, streven wjj naar verbeteringen
in den dienst, in het belang van het
publiek, in het belang van de wel
vaart des lands.
Wij zijn geen werktuigen. Wfi wil
len in staat gesteld zijn van ons werk
te houden, dat ons welstand en vrij
heid moet verzekeren."
Het stuk eindigt met de mededee-
ling van de motie tot hervatting van
het werk.
De Ministerraad zou nu hebben be
sloten om de onderteekenaars van dit
manifest te ontslaan. Er moet reeds
een disciplinair onderzoek tegen hen
zijn geopend.
De reden van dit optreden moet
gelegen zijn in de zinsnede van het
manifest, waarin wordt verklaard, dat
men den heer Simyan niet meer als
chef erkent en dat door de Regeering
de belofte is afgelegd, dat Simyan zou
worden ontslagen.
Gisteren kwam over deze quaestie
in de Kamer een raotie-Chaigne aan
de orde. Het eerste gedeelte, luidende
De Kamer, besloten aan de ambte
naren een wettelijke regeling hunner
positie te geven, werd met algemeene
stemmen aangenomen. Het tweede ge
deelte, waarbij het recht tot staken
Hjj keerde zich om, om een jong
meisje voor te stellen, dat naast hem
stond zij was niet veel meer dan
een kind, doch ze was zeer beslist
mooi.
„Dat is mademoiselle Desjardins
sta me toe dat ik haar aan u
voorstel."
Haar gezicht viel in Esther's smaak
en Esther voeldo zich wat meer op
haar gemak in haar tegenwoordigheid.
Mademoiselle Desjardins aarzelde niet
om avances te maken.
„Ik ben er van overtuigd dat u
moe moet zijn na uw reis," begon
zij. „Het is een heel eind van Foix
en de wegen zijn zoo slecht. Wilt u
niet dadelfjk mee naar boven gaan
uw kamer is klaar."
Esther vond het niet onaangenaam
om te ontsnappen aan de doordringen
de blikken die van alle kanten op
baar geworpen werden en ging dus
graag mee naar boven.
De slaapkamer, waarin mademoi
selle Desjardins haar bracht, maakte
een bijna even kalen en kouden in
druk als de vestibule beneden. Boven
een belachelijk klein bed verhief zich
een reusachtige gebeeldhouwde hand,
die bijna tot aan het plafond reikte.
De kaptafel was van verguld hout,
stijf en pretentieus. Een Louis XV
spiegel boven den schoorsteen weer
kaatste den achterkant van een mar-
formeel wordt [uitgesloten, ging er met
470 tegen 63 stemmen door. Het derde
gedeelte, luidde vertrouwen stel
lende in de regeering, gaat over tot
de orde van den dag.
Voordat dit gedeelte in stemming
kwam, zeide Clemenceau dat het zijn
plicht was de rechten der regeering
te beschermen. Hij wenschte een ver
zoening hij zal er de voorkeur aan
geven als men hem bjj dit werk hielp
in plaats zich aan te sluiten bjj de
aanzetting tot een algemeene staking.
Barthou verklaarde, dat in het on
derzoek de afgevaardigden der ver-
eenigingen zullen worden gehoord. Hij
was vast besloten alle verantwoorde
lijke personen uit te vinden hij zal
aan die afgevaardigden vragen of het
aanplakbiljet van vóór de hervatting
van het werk dagteekent. Van het
antwoord op deze vragen zal de be
slissing der regeering afbangen.
Hierop werd het derde gedeelte der
motie met 341 tegen 247 stemmen en
de motie in haar geheel bij handop
steking aangenomen.
SERVIË.
De Koning heeft de leiders van de
verschillende politieke partijen ontvan
gen en met hen den toestand bespro
ken, die ontstaat door het afstand
doen door den kroonprins van zijn
recht op troonopvolging.
Er zjjn aanwijzingen, dat men tot
een schikking zal komen, en dat de
kroonprins zjjn besluit om afstand te
doen zal intrekken.
Uit de uiteenzetting van regeerings-
wege volgt, dat de bediende van den
prins het slachtoffer is gewordeD van
een ongelukkig toeval, ten aanzien
waarvan het onmogelijk was vast te
stellen wie verantwoordelijk is of de
schuldigen te vinden. De bediende
heeft in het hospitaal verklaard, dat
hij van de trap is gevallen, en uit
vrees voor een vererging van de breuk,
waaraan hij leed, overbrenging naar
het hospitaal had gevraagd. Het pro
ces-verbaal van dit verhoor meldt, dat
het slachtoffer zijne verklaringen bij
volle bewustzijn heeft afgelegd.
PERZIÊ.
De Engelsche en Russische legaties
hebben bij de regeering een nota in-
meren klok en lusters zonder kaarsen
er in. De garderobekast was van sa
tijnhout, en bijzonder mooi, maar
paste niet in die omgeving. Een klein
stuk karpet, nieuw en leelijk, bedekte
een gedeelte van den parketvloer voor
het bed. Een eleetrische lamp met
glazen peren zonder kappen erboven,
verspreidde een weinig licht. Er wa
ren geschilderde figuren op het plafond,
waarvan de lijnen echter geheel waren
uitgewiscbt door de vochtigheid en
het vuil. De eenige verdienste, die de
kamer in Esther's oogen bezat, was
het feit, dat het haar kamer was, en
de deur was dan ook nauwelijks ge
sloten of zjj maakte haar mantel los
en viel met een zucht van verlich
ting op een stoel neer. Mademoiselle
Desjardins van haar kant, deed geen
moeite om haar gevoelens te verber
gen. Zjj stond naast Esther en begon
onmiddellijk te praten.
„Het spijt mij zoo voor u, het spijt
mij heel erg 1 Is er iets dat ik voor
u kan doen?"
Esther streek het haar uit haar ge
zicht en deed haar best om haar te
genwoordigheid op die plaats te ver
klaren, even als de beteekenis van
haar ontvangst.
„Waarom spijt het u, mademoi
selle?" vroeg zij verbaasd, „zeg mij
als 't u belieft, wie ge zijt en waarom
ze mij hierheen gebracht hebben?"
gediend, waarbij gevraagd wordt den
nieuw aangestelden onder-gouverneur
van Teheran, die, naar algemeen wordt
verondersteld, bevel heeft gegeven tot
den moord op de uitgewekenen naar
de heilige plaats van Sjah Abdoel
Azim, te ontslaan. In de nota wordt
de regeering gewaarschuwd voor de
ernstige verantwoordelijkheid die zij
op zich laadt, als zij 't verzoek in den
wind slaat en de dientengevolge moge
lijke beleediging van Engelsche en
Russische onderdanen.
De Turksche zaakgelastigde heeft
naar Konstantinopel het verzoek ge
seind om troepen in gereedheid te
houden ten einde naar Teheran te
kunnen oprukken als het gezantschap
bescherming noodig heeft.
ITALIË.
Donderdagochtend is er te Rome een
bom gesprongen. Twee werklieden
worden er zoozeer aan de armen door
gewond, dat deze afgezet moesten
worden. Men verdenkt hen, dat zjj zelf j
de bom hebben gedragen. Twee andere''
werklieden, die in hun gezelschap'
waren, zijn gevangen genomen. Men
vermoedt, dat de bom bestemd was
voor den koning en de koningin.
Kinderarbeid, Het Hoofd
bestuur van den Bond van Neder-
landsche Onderwijzers geeft in een
adres aan den Minister van Landbouw
te kennen, dat het heeft kennis ge
nomen van het „Ontwerp algemeene
maatregel van bestuur, al3 bedoeld bij
artikel 4 der Arbeidswet,
dat daarin o.a. voorkomt in Hoofd
stuk I, artikel 1
„Het is verboden een persoon be
neden 14 jaren arbeid te doen ver
richten, bestaande in loopwerk tus
schen 9 uur des namiddags en 5 uur
des voormiddags",
dat dus voor kinderen beneden 14
jaren, voor 't meerendeel kinderen, die
nog de Lagere School bezoeken, tus
schen 5 uur des voormiddags en 9
uur des namiddags arbeid, bestaande
in loopwerk, volgens ditontwerpbesluit
geoorloofd blijft,
dat door dezen maatregel dus niet
Het antwoord was even openhartig
als haar viaag.
„Ik ben Marguerite, de dochter van
Gustave Desjardins, notaris alhier;
mijn vader is een vriend van den
hertog. Wij wonen in het paleis, en
hij had mij gevraagd om u te helpen.
Ik weet dat u in moeilijkheden ver
keert, dat heeft mjju vader rnjj ge
zegd. De menschen hebben het palois
den heelen dag bestormd, maar de
soldaten dreven hen terug. Er zijn
afschuwelijke dingen gebeurd. Ze heb
ben van morgen Ferdinand Morez
gedood. Hjj was de vriend van Prins
Arthur. De couranten zeggen dat
het een omwenteling is. Ik kan u
niet alles vertellen, dat zou ik niet
durven."
Esther zei, dat ze alles wilde weten.
„Weet ge wel dat ik de vrouw ben
van Prins Arthur?"
Marguerite wendde haar gezicht af.
„Ja," zei zij, „maar zoo willen zjj
u in Cadi niet noemen. O, het spijt
mfj zoo voor u ik kan u niet zeg
gen hoezeer het mij spijt I Als men
lief heeft, weet men dat wel. Sta mij
toe, uwe vriendin te zjjn, u zult er
zoo weinig hebben in dit huis."
Wordt vervolgd.)
t