WEERBERICHT.
Thermometerstand
STADSNIEUWS.
AGENDA.
Uit de Omgeving.
Rechtzaken.
ALLERLEI.
MEDEDEELINGEN VAN HET
K.ONINKL. NED. MET. INSTITUUT.
Opgemaakt voorm. 10.50 uur.
De Bildt, 10 Febr. 1910
Hoogste barometerstand 776.0 m.M. te
Horta, laagste 735.4 m.M. te Seydisfjord.
Verwachting tot den avond van 11 Febr. 1910.
Matige tot krachtige meest Z.-W.lijke wind.
Gesteldheid van de luchtZwaarbewolkt
tot betrokken regenbuien.
TemperatuurZachter.
Barometerstand te AMERSFOORT.
770 m.M.
Vorige stand te 12 uur 767 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 42
Laagste hedennachtF. 28
Hedenmiddag 12 uurF. 40
niet opgelegd.
Ia het openbaar zou dan na de
pauze de zaak besproken worden.
Het is op een teleurstelling uitge-
loopen.
De heer Van Heeckeren van Keil
las andermaal een verklaring voor,
waarin hij den Minister verweet, bij
het onderhandelen over de Noordzee-
entente geen rekening te hebben ge
houden met het feit, „dat een naburig
souverein tijdens den Russisch-Japan-
schen oorlog had doen weten, dat hij,
bjjaldien geen maatregelen van tegen
weer werden genomen tegen een
eventueele aanval op onze havens
door Engeland, zich genoodzaakt zou
zien die havens zelf te doen occupee-
ren". Over dit telegram was de heer
Van Heeckeren van Keil door de be
trokken personen geraadpleegd, zon
der dat hein daarbij geheimhouding
werd opgelegd en niet in qualiteit
van gezant. Hadde de Kamer beslo
ten in comité-generaal te gaan, hjj
zoude zijn destijds gegeven advies
hebben overgelegd.
Ziedaar wat de heer Van Heecke
ren van Keil mededeelde, wjj gaven
het nagenoeg letterlijk weer.
De Minister van Buitenlandsche
Zaken antwoordde, dat de heer Van
Heeckeren niet was ingaan op zijn
verzoek een concrete vraag te doen,
waarop bij voorbaat een concreet ant
woord was toegezegd. De afgevaar
digde had alleen een feit genoemd,
concreet antwoord viel dus niet te
geven, weswege de Minister niet in
staat zou zyn het bedoelde feit, een
legende, volslagen te vernietigen. Hy
moest weten, wat verstaan wordt
onder „naburig souverein" voordat hy
aan de geruchten, die geen grond van
bestaan hebben, een einde maken kon.
Wat bedoelde de afgevaardigde ook
met „betrokken personen". Waren
het degenen, die het feit aan de Re
geering hebben meegedeeld? De Mi
nister herhaalde zeer te betreuren,
dat geen concrete vraag gesteld was,
nu was antwoorden, hoe wenschelyk
hjj 't ook in bet belang der zaak
achtte, hem onmogelijk.
En aangezien de heer v. Heeckeren
niet weer het woord vroeg, is de zaak
hierbij gebleven.
Iutusschen weten we nu geheim
houding niet is opgelegd toch wat
er in de besloten vergadering is ge
schied.
De heer van Heeckeren noemde
daar de namen, die hij, vervolgens,
na de heropening der vergadering
weder door vage aanduidingen verving.
Hij zeide niet voor zijn persoon te
spreken, maar slechts een comité-
generaal te wenschen ter bespreking
van de vraag, of het waar was, dat
de Duitsche Keizer indertijd (ver
moedelijk 1904) aan H. M. de Ko
ningin een brief had geschreven,
waarin van bezetting van grondgebied
sprake was, indien niet zekere maat
regelen, met de landsverdediging ver
band houdende, door ons werden ge
nomen hjj, de heer Van Heeckert n,
was tijdens zyn vorige betrekking
(gezant te Stockholm) van die quaest ie
gesaisisseerd geweest.
Daarom is het jammer dat de
Minister toch niet op de zaak is in
gegaan want nu zal men eerst recht
gaan gelooven aan de waarheid van
het gerucht dat de Duitsche Keizer
zich met onze landsverdediging heeft
bezig gehouden.
Woensdag '23 Februari a.s. wordt
door de leerlingen van de Muziekschool
een uitvoering gegeven in Amicitia.
De afdeeling Amersfoort e. o.
van het Ned. ond. Genootsch. heeft
in eene drukbezochte vergadering op
Zaterdag 5 Febr. j.l. met algemeens
stemmen aangenomen onderstaande
motie:
De afd. Amersfoort e. o. v/h N. O.
G. van meening, dat de openbare
onderwijzers als ambtenaren van de
gemeente of van den staat, verplicht
zijn bij de jeugd de nationale gevoe
lens aan te kweeken en eerbied te
wekken voor onzen tegenwoordigen
regeeringsvorm en het regeerend Vor
stenhuis,
o v e r tu i g d, dat het overgroote
deel der natie van de onderwijzers
verwacht eene opleiding der kinderen
tot alle Christelijke en maatschappe
lijke deugden,
van oordeel, dat het handhaven
eener absolute neutraliteit, zooals door
het Hoofdbestuui v/d Bond van Ned.
onderwijzers wordt propageerd, in
strijd is met art. 35 der Wet en niet
gewenscht wordt door het Nederland-
sche Volk,
spreekt hare afkeuring uit over het
streven van het Hoofdbestuur v. d.
Bond in de richtiDg vau absolute neu
traliteit der openbare school en over
de desbetreffende passage uit de rede
vau den Voorzitter op de algeroeene
Vergadering v. d. Bond. en besluit,
deze motie te publiceeren.
Art. 35 der wet op het L. O. luidt
Het schoolonderwijs wordt onder het
aanleeren van gepaste en nuttige kun
digheden dienstbaar gemaakt aan de
ontwikkeling de verstandelijke ver
mogens der kinderen en aan hunne
opleiding tot alle Christelijke en maat
schappelijke deugden. Do onderwijzer
onthoudt zich vau iets te leeren, te
doen of toe ts laten wat strijdig is
met den eerbied verschuldigd aan de
godsdienstige begrippen van anders
denkenden.
In <le gisteren gehouden ver
gadering van bet Centraal Genoot
schap voor Kinderherstellings- en
vacantiekolonies werd o. a. meege
deeld, dat in 1909 voor een bedrag
van ruim f 34 was verkocht aan
staniol, theelood, capsules e. d. Dat
lijkt niet onaardig voor schijnbaar
waardeloos goed. Maar toch is het
nog veel te weinig. Wanneer de kring
van verzamelaars zich eens wat uit
breidde, dan zou dit bedrag zeker be
duidend hooger worden. Laat ieder
dit bedenken en voortaan geen van
die prullen meer weggooien, maar ze
bewaren, of ze meegeven aan kinde
ren naar school, want op de meeste
scholen staan kistjes om al dat goedje
te bewaren. De heer A. B. v. d. Klein,
Havik 38 a, neemt gaarne alles in
ontvangst. En hoe meer, hoe liever,
want er is noodde afdeelingskas
staat er niet gunstig voor, versterking
is dringend noodig.
In verschillende bladen, ook te
dezer stede verschijnende, kwam dezer
dagen een advertentie voor, omtient
het schrijven van adressen, voor 1000
adressen werd f8 betaald. Door een
stadgenoot is daarop geschreven en
het antwoord door hem ontvangen,
toont wel, aan welke zjjde eigenlijk
het geld verdiend moet worden. Het
luidt aldus
„Ingevolge uw schrijven, ben ik
zoo vrij U mede te deelen, dat U
zonder bijzondere Voorkennis aan de
Byverdienst van het scbryven van
1000 Adressen k 8 Gld. verdienst
kunt deelnemen. Mooi schrijven komt
bij mij niet in aanmerking. Het is
zoo ingericht, dat ieder kan werkzaam
zjjn. Na het inzenden van het bedrag
van 95 cent per postwissel zoo krijgt
U van mij het aanvang Materiaal
gelevert adreslijst en uitvoerlijke in
structies en schema en uwe werk
zaamheden kunnen beginnen. Het be
drag wordt U goed geschreven en bij
levering der tweede duizend adressen
ook aan U weder terug betaald."
Wie er nu inaar in wil vliegen Wie
zijn geld liever niet kwijt wil zyn,
zal wel zoo verstandig zijn, op deze
fameuse geldmakery niet in te gaan.
In dank ontvangen aan het bu
reau van ons blad voor het meisje
dat naar een sanatorium moet
Van N. N. f 1 van K. M. E. f 0.25,
van K. f2.50.
Bij den heer D. Gerritsen
Van baron van B. f 10.
(Hieronder worden gratis opgenomen aankondigingen
van vergaderingen, uitvoeringen enz.)
11 Febr. Gezondheidscommissie. Stadhuis.
12 Febr. Ned. Bond voor Vrouwenkies
recht. Valkje.
13 Febr. Jaarvergadering Ncd. Vereeniging
voor Drankbestrijding. Ons Huis.
14 Febr. Lezing C. K. Elout. Amicitia.
17 Febr. Ned. Geheelonthoudersbond. Von-
duhuis.
15 Febr. Lezing Protestantenbond, Remon-
strantsche kerk.
23 Febr. Uitvoering Muziekschool. Amicitia.
25 Febr. Ledenverg. Soc. Amicitia.
21 Maart. Concert. Amicitia.
21 April. Toonkunst. Amicitia.
BARNEVELD. Alhier is op ruim
83-jarigen ouderdom overleden mej.
E. A. Gaasbeek, die sinds haar zes
tiende jaar steeds te bed heeft moeten
doorbrengen.
Zjj genoot steeds een goede gezond
heid, doch zij kon (naar 't heet wegens
„losliggend hart") geen andere hou
ding aannemen, zoodat z(j genoodzaakt
was steeds te blijven liggen.
Misschien had deze vrouw den
eigenaardigen lichaamsbouw, waarbij
het hart zijn natuurlijken steun, het
middenrif mist, zoodat men in staande
houding, met „hangend" hart, ernstige
bezwaren ondervindt.
In elk geval is 't merkwaardig, dat
zoo iemand nog zestig jaar lang ge
zond is kunnen blijven.
EEN BELANGRIJK VONNIS.
Het Gerechtshof te Amsterdam
heeft gister in hooger beroep uit
spraak gedaan iu de strafzaak tegen
den schilder C. Kriller, te Haarlem,
die geweigerd had den eed af te leg
gen toen hy op 17 Juni j.l. als ge
tuige gehoord moest worden voor de
4e Kamer der Rechtbank.
Kriller had geweigerd den eed af
te leggen, omdat hij zeide niet in
God te gelooven en hij zyn geweten
niet met een leugen wilde bezwaren.
^Zooals men weet, heeft de Recht
bank bekl. van rechtsvervolging ont
slagen, o.a. op grond van de overwe
ging, dat er onder de huidige wetge
ving geen wettelijke verplichting be
staat tot het afleggen van den eed
voor hen die zooals bekla gde
de eedsformole niet als zinledige
woorden beschouwende, tegen het
uitspreken daarvan gewetensbezwaar
hebben en die niet op de wijze van
hun godsdienstige gezindte den eed
kunnen afleggen, omdat zij niet tot
eenig kerkgenootschap behooren.
Verder werd nog overwogen, dat
van oudsher de eed een godsdienstige
handeling geweest is, en dat het in
stryd moet worden geacht met de in
de Grondwet gewaarborgde vrijheid
van godsdienstige begrippen, indien
aangenomen wordt, dat ook degenen
die niet tot eenige godsdienstige ge
zindte behooren en op grond van
hun overtuiging op godsdienstig ge
bied tegen den eed bezwaar hebben,
toch verplicht zouden zyn die han
deling te doen.
De advocaat-generaal by het Ge
rechtshof te Amsterdam had, nu 14
dagen geleden, dit vonnis bestreden,
had betoogd, dat eedsdwang voor ge
tuigen in een strafzaak verplicht is
en had toepassing van de wettelijke
voorschriften gevorderd, ook al past
de wet niet geheel meer in het kader
van den nieuweren tijd en had de
veroordeeling van bekl. tot zeven
dagen gevangenisstraf gevorderd.
Het Gerechtshof, arrest wijzende,
heeft het vonnis der Rechtbank ver
nietigd, maar is op andere gronden
tot dezelfde conclusie gekomen en
heelt beklaagde ontslagen van rechts
vervolging.
Het Hof heeft het zwaartepunt
van zyn beslissing gezocht in art.
161 Wetboek van Strafvordering, 2e
alinea.
Voorop wordt gesteld, dat, indien
de woorden der wet duidelijk zyn,
geen uitlegging te pas komt en bij
de toepassing van de wet niet mag
worden afgeweken van de duidelijke
bewoordingen.
Ten aanzien echter van art. 161
alinea 2, Wetb. v. Stvafv., is uitleg
ging gewettigd, omdat de wet hier
niet duidelijk is, voor zoover betreft
de wjjze van eedsaflegging en voorts
niet is bepaald in welk geval de eed
en in welk geval de belofte moet
worden afgelegd.
En waar dit niet is geschied, laat
de wetgever aan een getuige de keuze
tusschen eed en belofte.
Al mocht de rechter, rekening
houdende met historische overwe
gingen, van oordeel zyn, dat afleggen
\an den eed verplicht is, dan nog
blyft de vraag, op welke wyze de
eedsaflegging moet geschieden.
De wijze van eedsaflegging, onder
het opsteken van de beide voorste
vingers der rechterhand en het uit
spreken van de woorden: „Zoowaar-
lyk helpe mij God Almachtig", is niet
in de wet uitdrukkelijk voorgeschreven.
Al had dus het Hof aangenomen
dat onder „gezindheid" moet worden
verstaan „gezindte", dan nog zou niet
hebben vastgestaan op weike wijze
deze bekl. den eed had moeten af
leggen.
Op grond van deze overwegingen,
besliste het Hof, dat hetgeen bij dag
vaarding aan bekl. werd ten laste
gelegd, niet strafbaar is, aangezien er
daartoe een voorafgaande strafbepa
ling zou hebben moeten bestaan, welke
immers ontbreekt.
Het ten laste gelegde werd dus
wel bewezen verklaard, maar niet
strafbaar, weshalve bekl. van rechts
vervolging werd ontslagen.
Zooals reeds voeger werd te kennen
gegeven, zal omtrent dit geval een
uitspraak tot in hoogste instantie
worden uitgelokt, zoodat ook van den
Hoogen Raad nog in deze eene be
slissing wordt verwacht.
De moord te Rijssel. An-
toine Favier, de moordenaar van den
kassierslooper te Rijssel, is Maandag
in een hotel te Nancy in hechtenis
genomen. Hy was Zondagnacht daar
aangekomen, had onder een valsehen
naam zijn intrek in het hotel genomen
en was Maandagochtend weder uitge
gaan.
Eenige oogenblikken later vervoegde
zich een rechercheur aan het hotel en