DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
MAANDAG 14 FEBRUaRI 1910. 7e JAARGANG.
FEUILLETON.
het doodenmasker.
No. 37.
Bedeelten van Socialisme.
EULANDEB
Hoofdredacteur R. GE RIJKENS.
BureauBREEDESTRAAT 18. Telefoon Interc. 62.
ABONNEMENTSPRIJS
Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f4.—. Franco per
post id. f5.60. Per 3 maanden id. fl.Franco per post
id. f 1.40. Alzonderlijke nummers f0.05.
PRIJS OER ADVERTENTIEN
Van 1 tot 5 regels f0.40. Voor iederen regel meer f0.08.
Buiten het Kanton Amorsfoort per regel fO.10. (Bij
abonnement belangrijke korting.)
Tot plaatsing van advortonlitin on reclames van builen het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandse!) Advertentiebureau D.Y.ALTA,Warmoesstraat 76-78 te Amsterdam.
(Sot).
Laten wij nu één van de vele ge
vallen van geleidelijke socialiseering
onzer maatschappij eens wat nader
uitwerken in onderdeelen.
Het dunkt ons wel pikant daartoe
als voorbeeld te kiezen de nieuwe wet
op het arbeidscontract, omdat de stuk
ken socialisme, die ddaain vervat zijn,
zijn tot stand gekomen met mede
werking van alle partijen, behalve
dan de sociaal-democratische
Leerzaam nu is het, op te merken,
dat terwijl dienstplicht of staats
bedrijf natuurlijk een sterkeren graad
van socialisme inhoudt, dan er ge
legen kan zijn in een wettelijk rege
len van contractueele verhoudingen,
wijl deze laatste immers betreffen
verbintenissen, waartoe individueele
wilsuitingen het initiatief moeten ne
men leerzaam is het, op te mer
ken, dat ook in die laatste staatszorg
zelve nog weer nieuwe graden
onder-graden van socialisme te
bespeuren zijn.
Ja, de wet op het arbeidscontract
roept zelfs zeer talrijke graden van
socialisatie der arbeidsverhoudingen in
het leven.
Beginnen wij met een betrekkelijk
zwakken graad van „staatsdwang"
de voorschriften nopens den vorm van
het contract sluiten. Terwijl in het
algemeen het wezen van dien vorm
aan partijen, aan patroon eu arbeider
dus, is overgelaten, heeft de wet voor
de geldigheid van sommige bedingen
uitdrukkelijk den schriftelijken vorm
geéischt.
Eenige, zij het nog niet sterke,
socialisatie hebben wij daarin nu reeds
voor ons. En wel op twee manieren.
Eensdeels, dat dus de wet] er voor
Naar het Engelsch van
HORACE ANNESLEY VACHELL. i
gewaakt heeft, dat de enkeling zich
niet tot bezwarende verplichtingen
verbinden kan in een mondelingen
vorm, die onzekerheid en dus wille
keur van den sterkere mogelijk zou
maken een vorm bovendien, die rus
tig beraad van hetgeen men op zich
gaat nemen, zeer bemoeilijkt. Sociali
seering anderdeels, doordat de schrif
telijke vorm van de verbintenis het
mogelijk maakt, dat derden, iedereen,
kameraden, vakvereeniging, het pu
bliek, de pers, de publieke opinie keu
nis krijgen van hetgeen de patroon
van den arbeider gevergd heeft en
daarover gevraagd of niet gevraagd
hun oordeel uitspreken en dus hun
invloed doen gelden. Iets wat nog
wordt in de hand gewerkt door het
voorschrift, dat van sommige deelen
der schriftelijke overeenkomtt een
exemplaar ter griffie van het kanton
gerecht voor ieder ter inzage moet
liggen.
Evenwel, een graad sterkere socia
liseering is er begrijpelijkerwijze te
vinden, zoodra wij, na den vorm, zien
naar den invloed der arbeidscontrac
ten.
Onze wet nu heeft zich met dien
inhoud zeer uitvoerig bezig gehou
den. In plaats der drie magere (en
toch nog kwaadaardigeartikelen,
die vroeger de heele regeling uit
maakten, heeft zij een lange rij van
voorschriften gegeven, die als zooge
naamd „aanvullend recht" van zelf
de verhouding van werkgever en
werknemer beheerschen zullen Of
partijen er zich over hebben uitge
sproken of niet overal waar zij
dit aanvullend recht niet uitdrukke
lijk buiten werking hebben gesteld
(hetgeen praktisch lang niet altijd
geschieden kan), bepaalt het de rech
ten en plichten, die deze ruilende
individuen bezitten, omdat de ge-
106)
Neen," zeiMachie nederig, „maar
hoe kon ik dat ook doen, voor dat ik
er zeker van was, dat hij van mij
hield
En ik was er tot voor zeer kor
ten tijd van overtuigd, dat Michael
Liezena Morvézen bemind had," ant
woordde Téphany.
Voordat er een woord van de ge
schiedenis verteld was, had Téphany
haar het gipsafgietsel laten zien.
Machie bekeek het eerst met een
zekere onverschilligheid die echter
weldra plaats maakte voor belangstel
ling, naar mate de tragedie haar
hoogtepunt bereikt had. Nu zei Machie
op scherpen toon, terwijl ze naar het
afgietsel keek „Waarom hadt gij ver
moed, dat hij haar zou lief hebben,
nadat hij jou gezien had
s}' Ik was er zeker van, dat hij
haar liefhad. Ik was een onrijp kind,
toen wij v.in elkaar afscheid namen,
en zij moet heel mooi zijn geweest."
Wat dat betreltMachie
bloosde licht onder de wetenschap,
dat een leelyk gezicht ook een vurige
liefde kan opwekken.
En hij was zoo op mooie kleuren
en lijnen gesteldToen ik dit voor
bet eerst zag, zij raakte het gipsaf
gietsel even aan, „heb ik er dadelijk
een heele geschiedenis van gemaakt.
Ik verbeeldde mij, dat Michael ver
liefd was geworden op een mooi model
en dat het einde voor een van
hen de dood was geweest. Ik ik",
haar stem trilde een beetje, „ik heb
er behoefte aan om openhartig te
zijn, Mary. Ik haatte dat meisje, om
dat Michael haar had lief gehad. Ik
haatte dat pleisterbeeld. Ik heb er
dikwijls naar verlangd om het te ver
nielen, om het te vertrappen en nu..."
Nu weet je, dat bij jou al dien
tijd is trouw gebleven."
Ja, dat is zoo."
Haar stem klonk nu schor en
scherp. „Juist omdat hij haar niet lief
had, is mijn haat verdwenen en door
iets anders vervangen medelijden
met haar. Hoe heeft hij zoo iets ge
meens, zoo iets laags kunnen doen
Als het maar iets anders geweest
meenschap bij monde van den wet
gever dit voor nuttig en heilzaam
verklaard heeft.
In dit aanvullend recht omlijnde
de wetgever voor de enkelingen, wat
deze als behoorlijk en voegzaam ar
beidscontract hebben te beschouwen
gaf hij hun een houvast bij hun plei
ten voor verbeteringen, gaf hij den
rechter een ritsnoer tot leiding van
zijn oordeel.
Een heel wat sterkere graad van
socialisme is in het zoogenaamde
„dwingend recht" te vinden, dat zijn
de in deze wet ongewoon talrijke
bepalingen, van welke partijen niet
rechtsgeldig kunnen afwijken, ook al
zou die afwijking schriftelijk en op
zegel en desnoods nog na registratie
in alle plechtigheid van vorm ge
schied zijn. Hier heeft gemeenschaps
uiting de rechtspositie der enkelingen
nog veel meer onverbiddelijk geregeld.
Tal van meer graden vau socia
lisme vinden wij nog daarnevens. Nu
eens de wettelijke regeling en in
menging in het beheer der zooge
naamde spaarfondsen, ten behoeve
van welke een bijdrage van den ar
beider verlangd kan worden. Dan weer
het inroepen door den rechter van
het oordeel van een Kamer van Arbeid,
van een organisatie dus, die door pa
troons en werklieden gekozen wordt
en alzoo op haar beurt een sociali
satie der enkelingen |beteekent. Ter
wijl boven dit alles uitreikt de om
vangrijke taak van den rechter in
zake arbeidscontracten, taak van uit
leggen, beoordeelen, toetsen, recht
scheppen in welke deze staatsambte
naren de steun der gemeenschap voor
de enkelingen doen blinken en zoo
noodig haar wil over hen doen gelden.
En dan eindelijk het behoorde
reeds vermeld te zijn, maar wij be
waarden het tot slot als sterkste graad
was." En eens het staat me nu
alles weer zoo levendig voor den
geest
Ja?
Toen ik, op den dag dat mijn
vader verdronken was, zoo vreeselyk
van streek was, voelde hij een neiging
om die uitdrukking op mijn gezicht
op het doek te brengen.
Téphany!"
Het spijt me, dat ik het je ver
teld heb. Hij was er zoo gelukkig
over, dat ik het hem vergeven heb.
Maar er blijkt wel uit, welk een
hartstochtelijk iets eerzucht toch is.
Hij dacht niet aan mij, zijne vriendin
en hij dacht ook niet aan Liezena.
Arm ding 1"
Zy liep naar het raam, terwijl Ma
chie haar oogen stond af te vegen.
Er was al meer dan een uur verstre
ken, maar Johnnie Keats zat nog
steeds te schilderen.
Mijnheer Keats wacht op je",
zei zy.
En ik had nog wel tegen hem
gezegd dat hij na verloop van een
half uur moest weggaan," zei Machie.
Ik ben er zeker van, dat mijn
heel Carne naar hem verlangt, of
schoon mannen wel heel anders zijn
dan vrouwen. Het is een afschuwelijke
van socialistic eindelijkhet collec
tieve contractde voorovereenkomst
gesloten tusschen vakvereeniging en
een of meer patroons, die voor een
aantal jaren vaststelt, welken in
houd de arbeidscontracten der indi
viduen leden dezer vakvereeni-
gingen slechts hebben kunnen.
Want dit is het belangrijke nieuws,
dat de wet invoertarbeidscontracten
van individu-leden, welker inhoud in
strijd mocht zijn met dat. waartoe
hun vereenigingsbestuur, hun groep
reeds verbonden heeft, hebben geen
geldigheideen socialiseering die on
vermijdelijk zelfs op hetgeen niet-
leden der vereeniging bedingen kun
nen, haar invloed zal doen gelden.
Welk een sterken graad van socia
lisme is ook dit collectieve contract
en hoe zal het, met den groei der
vakvereeniging, die gelukkig ook
door toedoen dezer wet nog ver
der te verwachten is, de arbeids-
veihoudingen verder socialiseeren.
Welk een onderscheid met wei
nige generaties vroeger, toen de en
kelingen versnipperd en verstrooid,
machteloos en onvrij hun arbeidsver
houdingen bepaalden naar hun eigen
telkens ontoereikend of overweldigd
inzicht.
Hoezeer is de maatschappij op het
punt der arbeidsverhoudingen door
deze ééne wet meer sociaal doorgroeid,
gelijk zjj het op tal van andere punten
nog verder worden zal nu eens
ten aanzien van het beschikken over
de arbeidskracht, dan weer van het
beschikken over den grond of het
kapitaal.
Dat is de socialistische taak waar
aan onze en volgende generaties zullen
te werken hebben, onbevreesd voor
den naam van hetgeen zij ondernemen,
en de noodlottige klassenstrijd-herin-
neringen, die aan dien naam tegen-
geschiedenis. Ik wou, dat wy Daffodil
Mansions nooit verlaten hadden. Ik
bedoel, dat ik wou, dat ik Johnnie
ontmoet had, toen hij in Londen was.
Téphany, zou je niet denken, dat het
goed zou doen als je eens wat ging
liggen en je eens flink uithuilde
Ik wou, dat ik het kon," zei
Téphany, „maar het heeft me in elk
geval goed gedaan, om jou te zien
huilen. Och Mary, ik ben zoo onge
lukkig."
Op dat oogenblik had juffrouw Ma-
chin eene ingeving. Z(j was op het
punt om de kamer te verlaten en
had den deurknop al in haar band,
toen ze op eens zei
Téphany, ik ben een domme
vrouw en zeg dikwijls verkeerde
dingen, maar soms heb ik wel eens
ingevingen. Zelfs Johnnie geeft toe,
dat ik zoo nu en dan goede ideeën
heb. Deze afschuwelijke tragedie is
niet het gevolg geweest van liefde
maar van eerzucht.
Van liefde
Wordt vervolgd.)