DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. No. SI. VRIJDAG 18 FEBRUARI 1910. 7e JAARGANG. BUITENLAND. FEUILLETON. II ET DOODENMASKER. DE NDER Hoofdredacteur R. G. RIJKENS. ABONNEMENTSPRIJS Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f4.—. Franco per post id. f5.60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post id. f 1.40. Afzonderlijke nummers fO.Cö. Bureau BREEDESTRAAT 18. Telefoon Interc. 62. PRIJS DER AD7ER1ENTIEN Van 1 tot 5 regels 10.40. Voor iederen regel meer f0.08. Buiten het Kanton Amersfoort per regel fO.10. (Bij abonnement belangrijke korting.) Tot plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Algemeon Binnen- en Buitenlandsch Advertentiebureau D. Y.ALTA,Warmoesstraat 76 78 te Amsterdam. DE KIESRECHTQUAESTIE IN PRUISEN. Wat thans in Pruisen gebeurt in zake den stryd om het kiesrecht, is zeer onze aandacht waard. Het staat te vreezen, dat niets te rechtkomt van eene hervorming, die de meerderheid van het volk wen- scheljjk acht. Het ontwerp van den minister von Bethmann-Hollweg, veel meer Pruisisch minister dan Rijks kanselier, voldoet eigenlijk niemand. De conservatieven van de uiterste rechterzijde, de reactionnairen, had den liever gezien, dat de minister, wat de koDing dan ook in de troon rede jmocht hebben gezegd, de zaken stil gelaten had, zoooals zij waren. Want het eenige gosde van dit ont werp is, dat het aanleiding gegeven heeft tot eene beweging, die men niet zoo dadelijk weer tot rust kan bren gen. De heer von Bethmann-Hollweg en zijne politieke vrienden hebben kleur moeten bekennen en het volk heeft gezien wat het kan verwachten van die heeren. Dat bevalt de echte conservatieven maar middelmatig. Zij houden niet van beweging. Men moet geen slapende Pruisen wakker maken. Als zij eenmaal wakkerzijn geworden, slapen zij niet spoedig weer in en wat zij eens voorgenomen hebben praat men hen niet gemakkelijk weer uit het hoofd. Dus vindt men aan de reactionnaire zijde den eersten minister van Prui sen en Rijkskanselier niet zeer poli tiek. En aan de linkerzijde beoordeelt men hem nog veel scherper. Een blad, dat toen von Billow nog kanselier was, hem zeer dikwijls lastig viel met niet altijd gerechtvaardigde verwijten, wendt zich thans tot hem in een ar- Naar het Engelsch van HORACE ANNESLET VACHELL. 110) Ik lijd aan niets dan aan nieuws gierigheid." Sir Japhet merkte dat het spreken haar moeite kostte, dat het haar pijn scheen te doen een natuurlijk gevolg van den schok. Mary Machin zei op eens Waarom is hij hier gekomen Als hij ons dat nog kon zeggen Juist." Juffrouw Lane vermoedt dat hij haar wilde dooden." Maar Téphany zei niets, gedeeltelijk omdat er in haar vermoeide brein maar een flauwe voorstelling was van de gebeurtenissen der laatste vier en twintig uur, voor een ander deel om dat het spreken haar werkelijk pijn deed. Zij herinnerde zich haar gil, zij kon hem duidelijk hooren. Het was alsof hij haar ontrukt was geworden en een gevoelige plek had achter- tikel waaruit men lezen kan: „het was onder den vorigen kanselier dan toch beter." Het Berliner Tageblatt zou het begrijpen als von Biilow thans met zekere Schadenfreude naar Berlijn uitkeek. Het legt hem woorden in den mond, die hjj niet uitgesproken heeft, maar zou kunnen zeggen „Men heeft mij een bonvivant, een luchtigen man van de wereld genoemd zjj heb ben nu een kanselier die in zijn stu deerkamer zit te blokken en niets van de wereld weet. Ik was hun te op pervlakkig, niet grondig, niet diep zinnig genoeg, nu hebben zij iemand dia hen grondig op het strand roeit en daar laat zitten. Men heeft gespot, dat ik in plaats van solieder gaven steeds bloemen brachtmisschien mis sen zij, nu zjj een nationalen treurwilg hebben, mijne bloemen." Zooals men weet hebben niet alleen vele vergaderingen plaats gehad om te protesteeren tegen het ontwerp van den heer von Bethmann, de so ciaal-democraten hebben bet oogen- blik en de gelegenheid gunstig geacht om op de straat te gaan en te mani festeeren. Dat doen zij gaarne, hoewel zij op de vingers kunnen natellen dat het niets geelt. Over 't geheel zijn de betoogingen van Zondag redelijk af- geloopen. Voor de vrijzinnige partijen wordt de strijd verzwaard door deze eigenaar digheid dei' socialisten. Zij werken door hun optreden de reactie in de hand. Het groote argument van den heer von Bethmann-Hollweg en zijne geestverwanten, om toch vooral niet meer vrijheid toe te staan is, dat de socialisten van die vrijheid mis bruik zouden maken. Een Duitsch blad beweert niet geheel ten onrechte, dat de reactie leeft v,m de sociaal democratie. Maar indien dat waar is, dan moet men zeggen dat de reactie gelaten. Zij liep weg en liet Mary Machin alleen met sir Japhet. Het was op dat uur van den dag verrukkelijk kalm in den tuin, maar de lucht was ongewoon zwaar, alsof ze overladen was met electriciteit. Er hingen zware, onbe wegelijke wolkenmassa's. Het was alsof de rivier stil stond het was als een drabbige waterpoel. Er bewoog geen enkel blad en het eenige geluid behalve de gedempte stemmen van Machie en den dokter kwam van het westen, waar de golven met een dof gebrul tegen de rotsen van Port Manech sloegen. Waarom was Furie bewusteloos neergevalen van den aanblik van het masker Die vraag vervulde haar geheel en al. Het antwoord daarop werd een zaak van 't grootste gewicht. En als Furie stierf zonder iets gezegd te hebben Téphanie liep terughaar knieën knikten en haar hart klopte haar in haar keel. Het kostte haar veel moeite om kalm te spreken. Waarom zou zoo'n sterke man als Furie sterven Sir Japhet keek haar onderzoekend ook dankbaar is, want door hare handelingen vergroot zij op hare beurt de macht der sociaal-democraten en drijft telkens weer personen, die in een vrijer land gematigde meenigen zouden toegedaan zijn, in hunne gele deren. En tusschen deze uiterste partijen staan de vrijzinnigen en zien aan, dat de hervorming die zij noodig achten en die noodig is, wordt onmo gelijk gemaakt. En zij zijn machteloos. Voor 't oogenblik ten minste. Maar in den strijd groeit de kracht. GRIEKENLAND. Wat er in Athene aan de hand is, weten we niet precies, maar het staat wel vast dat er iets broeit, ja er is alle reden om te vermoeden dat de toestand in Athene hachelijk is. Men kan dat ten eerste afleiden uit een niet bijstor duidelijk Reuter-tele- gram volgens hetwelk men er in mi- 1 litaire kringen (dat wil waarschijnlijk zeggen onder de officieren van het landleger) druk over spreekt, om de vloot te ontwapenen en de schepen te verspreiden, terwijl een bevel van den minister van marine om munitie aan land te brengen door de zeelui slechts schoorvoetend werd gehoorzaamd. Waarom dat alles? Een telegram dat we in de Berlijnsche Lokal-An- zeiger aantreffen maakt het een wei nig duidelijker. De correspondent van dat blad seint uit Athene, dat de moeilijkheden tusschen leger en vloot voortdurend ernstiger worden dat men een aanval van de vloot op Athene vreest en dat de stad derhalve door het landleger in staat van verdediging gesteld worde. Men is in Athene doodelijk ongerust en de couranten mogen slechts uitkomen onder strenge censuur. De laatste gewichtige gebeur tenis is de terugkeer van luitenant Typaldos (den aanvoerder der vorige, mislukte, muiterij op de vloot,) die vrij gelaten was op voorwaarde dat hij niet meer in Athene zou komen. De censuur is weer ingesteld. Woensdagmorgen kwamen er slechts drie dagbladen uit. De Militaire Bond had aan de bladen verboden om te verschijnen wanneer ze tegen de Na tionale Vergadering wilden schrijven. Aan het verbod werd kracht bijgezet door het zenden van officieren naar de dagblad-bureaux en tegelijkertijd werden de twee voornaamste verkeers punten der stad bezet. De Kretenzer politicus Venezelos is, na een kort bezoek aan zijn eiland, in Athene teruggekeerden heeft terstond een onderhoud gehad met den eersten minister. Men verwacht dat hij een belangrijke rol zal spelen in de gebeurte nissen der nu volgende dagen. Ziedaar al wat wij over de crisis in Griekenland lezen. Het is verward en over de oorzaken van de spanning kan men slechts gissingen wagen. Maar het vermoeden ligt voor de hand dat de Kretenzer quaestie er achter steektde houding der mogend heden, die niet wenschen dat Kreta vertegenwoordigd zal jzijn op de Na tionale Vergadering en die van de Grieksche regeering (d.w.z. van den Militairen Bond) die voor het oogen blik schijnt toe te geven, kan allicht een deel der bevolking tegen de re geering in het harnas gejaagd hebben. GROOT BRITANNIË. Minister- Asquith bezocht gisteren den Koning om verslag uit te brengen van de beraadslagingen Van den Mi nisterraad. Daarna werd opnieuw Mi nisterraad gehouden. Bekende liberalen gelooven, dat de onderhandelingen van Asquith met Redmond, den Ierschen leider, geen aanhjj had te veel- ervaring om de verraderljjke kenteekenen niet te zien het bijna niet zichtbare trillen der oogleden, de met zorg uitgesproken woorden, den gespannen trek om den mond. Hjj antwoordde kortaf: Wat zijn spierkracht betreft is die man een reus, maar verder is hij niet sterker dan een jong poesje. De toestand van zjjn hart verraadt een ernstig organisch gebrek. Zjjne ge woonten - de man ruikt naar bran dewijn zjjn ook tegen hem." Tépahny kniktezij zag in, dat de wetenschap haar laatste woord ge sproken, alles gedaan had, wat in haar macht stond. Bestaat er geen medicijn Om een stervende te doen spre kenNeen, juffrouw Lane. Maar men weet het nooit, er komt zoo vaak op het allerlaatst een opflikkering Hé Het bliksemde hevig in het westen. Een oogenblik later rolde de donder in de verte. We zullen een flink onweer krijgen," zei sir Japhet. Maar Tépabuny scheen nog aan den spreker, noch aan het onweer te denken. Zjj legde hare hand op den arm van den dokter en luisterde schor Sir Japhet, u moet hem doen spreken. U moet I" Maar mijn lieve jonge dame!" Probeer het 1" De groote man vertrok zjjn mond in een licht protest tegen vrouwen grillen. Vervolgens ging hjj 't huis bionen terwjjl de bliksem zich op nieuw en nu veel heviger vertoonde. Zouden we maar Iniet liever naar binnen gaan zei Machie met een angstigen blik. Neen Ik wou dat Johnnie hier was. En en ik vermoed dat mijnheer Os- sory wel zal komen als..." Hjj zal niet komen," zei Téhany. Mag ik hem laten roepen vroeg Machie dringend. Roepen Wel zeker nietonder geen enkele voorwaarde." Lieve, wat ben je toch heesch 1" Ik heb mjjn keel weer bezeerd," zei Téphany.. Och och 1" Het schjjnt niet van het minste gewicht te zijn." Dat gij nu zoo iets moet zeggen I" (Wordt tcrogld.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1910 | | pagina 1