Beurs van Amsterdam. uitvloeisel van de verdeeldheid in de I vereeniging, ontving het D. B. dezer gemeente een ignobei schrijven van 3 bestuursleden, die waarschuwden voor sabotage. Daarop is gevolgd opeisching door het D. B. van de sleutels der berg plaats van het materiaal, berustende bij diverse personen, Ik vermeen dat deze opeisching is geschiedt door den toenmaligen oud sten wethouder, fung. Burgemeester. De betrokken personen weigerden de sleutels af te geven, volgens mijn ge voelen, correct. Daarop werd de po litie er op afgezonden, en de houders der sleutels geen lust gevoelende rel letjes met de politie aan de deur te hebben, gaven de sleutels af. In deze handeling, zonder vorm van proces, ligt m.i. de geheele ver keerde loop, die de zaken later hebben genomeu, verkeerd n.l. voor de ver eeniging. Het D. B. der Gemeente greep hier in de zaken in op eene ruwe wjjze, waardoor de vereeniging machteloos werd hare roeping te volgen. Toen het D. B. zich eenmaal in de kwestie had gemengd, kon het uiet uitblijven of dit Bestuur moest zich verder met de aangelegenheden be moeien. Wanneer in die periode de vereeni ging had gehad een krachtig Bestuur en vooral een krachtigen voorzitter, en zich langs wettelijken weg had bewogen, dan zoude de loop der za ken eene geheel andere zijn geweest. Nu was 't einde van al de conferen ties, vergaderingen, enz, en met het D. B. èn van het Bestuur onderling, dat de V. B. werd ontbonden. Maar dadelijk stonden twee ver- eenigingen gereed de plaats van de oude in te nemen. Begrjjpelyk dat het D. B. moeiljjk eene keuze kon doen, tusschen die twee vereenigingen. Toen vólgde de motiePlomp, die eerst effect sorteerde later niet meer. 't Gehaspel daarover kan ik voorbijgaan. Maar toch ontstond één vereeniging, die nu de taak wenscht over te nemen van hare voorgangster. M. de V. 1 Uit verschillende Nota's en beschouwin en, die berusten by de gewisselde stukken over deze ma terie, blijkt m j, dat deze nieuwe ver eeniging mag bogen op een Bestuur, dat weet wat het wil, en ik geloof daarin een waarborg te zien, dat deze Vereeniging zal bezitten, wat de vo rige ontbrak, nl. een flink, krachtig Bestuur, op grond daarvan ben ik voor de tot standkoming van eene nieuwe V. B. en kan ik mij dan ook niet vereenigen met het voorstel van B. en W. De heer v. Esveld: Men streeft tegenwoordig in verschillende gemeen ten naar inkrimping van personeel. Te Maastricht bestaat de geheele brandweer uit gemeentewerklieden. Een motorspuit vraagt vyf personen en doet werk voor drie spuiten. Wan neer B. en W. zeggen, dat zij de brandweer willen reorganiseereu en bet personeel willen inkrimpen acht ik het niet goed gezien, als me nu nog een vrijwillige brandweer in 't leven zoud roepen. De heer Plomp: De oude vrij willige brandweer is dood, en wat we krygen is nieuw. In 't vooruitzicht van een reorganisatie zou het dwaas heid zijn nu nog een nieuwe vrijwil lige brandweer in 't leven te roepen. De heer Sanders: Er zijn drie soorten brandweer. Een beroepsbran- weer, die voor ons veel te duur zou worden, een vrijwillige brandweer zoo als we hier tegenwoordig hebben en een wijze zooals gebruikelijk is o. a. te Hilversum en Maastricht. Dit laat ste is wat B. en W. willen. We moe ten echter afwachten hoe het met de waterleiding zal gaan. Deferentie voor den burgemeester die liever met één organisatie werkt dan met twee moet maken, dat we met hem meegaan. De heer Rjjkens: In, de Ge meenteraadszitting van 30 November j.l. werd een voorstel aangenomen om de stukken in zake het al of niet be houden van eene gemeentelijke brand weer te stellen in handen van den Opperbrandmeester om advies. Dit besluit schijnt aanvankelijk niet goed door B. en W. te zijn begrepen. Tenminste zij hebben den Opperbrand meester toen alleen de schriftelijke vraag gezonden of het naar zijn mee ning voor een goede brandblussching meer aanbeveling verdient het daar voor beschikbare materieel aan eene Vrijwillige brandweervereeniging in gebruik te geven, dan wel dit mate rieel ter beschikking van de stedelijke brandweer te stellen. De voornaamste vraag echter in de zitting van 30 November gedaan, de vraag naar aanleiding waarvan de be handeling der zaak werd uitgesteld, luidde of de Opperbrandmeester den toestand zonder Vrijwillige Brandweer veilig achtte. In de volgende Raadszitting werd er de aandacht van B. en W. op ge vestigd, dat de Raad bedoeld had de stukken te stellen in banden van den Opperbrandmeester en werd verzocht aan dit besluit alsnog uitvoering te geven. B. en W. hebben toen de uitdruk king „in handen stellen" vertaald door „ter inzage leggen voor", wat mijn inziens iets anders is. Het is heel iets anders of men in eigen omgeving, waar men zyn eigen stukken ter con frontatie heeft, kalm iets kan bestu- deeren, dan of men dit op een andere plaats ter inzage krjjgt. Ik had ge hoopt dat B. en W., die dit verschil zoo scherp inzagen, toen er sprake was van het nazien der rekening van de Ambachtsschool, dit ook nu zouden hebben begrepen. Verder hebben B. en W. aan den anderen kant een uitbreiding gegeven aan het Raadsbesluit, door den Opper brandmeester ook nog het advies van het kader te doen inwinnen. En als dan die adviezen niet in alle opzichten dezelfde bljjken in 1909 als in 1910, dan heet het ietwat smalend „Het zal Uwe .vergadering niet ver wonderen, dat wy zonder de ver diensten van het kader der stedeljjke brandweer minder te achten by een dergelijk wisselend inzicht weinig waarde aan die adviezen kunnen hechten." Den 28 Jan. 1909 schrijven B. en W. „Lettende op de zeer goede diensten, die gedurende 25 jaren door de thans ontbonden vereeniging aan de ge meente bewezen zyn, achten wjj het bestaan van een dergelijke vereeniging wel in 't belang der gemeente." En eer we nog een jaar verder zijn, wordt hier door den voorzitter in de Raadszitting verklaard, dat hij het nut van een Vrijwillige Brandweer niet inziet en wil het geheele college van B. en W. die Vrijwillige Brandweer maar opdoeken. Het zal uw college niet verwonde ren, dat ik, bij een dergelijk wisse lend inzicht, weinig waarde aan zijn adviezen kan hechten. Nochtans meen ook ik, dat men aan adviezen van kader al laat ik me daarover niet zoo smalend uit niet veel heeft. Men moet in de eerste plaats geen concurrenten ovet elkaar laten oordeelen. Maar in de tweede plaats moet men geen oordeel vra gen van personen, die niet krachtens hun positie voor dat oordeel de volle verantwoordelijkheid dragen. Wij hadden hier moeten hebben het oordeel van den opperbrandmeester en den adjunct-opperbrandmeester en van den Commissaris van politie dat zyn personen die de waarde van de vrijwillige brandweer kunnen beoor- deelen en voor hun oordeel in deze zaak verantwoordelijk kunnen worden Maar ten stadhuize meent men wel buiten die adviezen te kunnen, en zoo worden ze meteen den Raad ont houden. Van één dezer personen hebben wij nu echter een advies, en wij weten, dat hij den toestand zonder vrijwil lige brandweer niet veilig acht. Ik heb de overtuiging, dat de twee an dere personen, indien zjj waren ge raadpleegd, precies hetzelfde zouden oordeelen. Zooals ik daar straks zei, waren, tot voor korten tijd B. en W. ook vóór een vrijwillige brandweer. Vanwaar dan die plotselinge omme keer Toch niet om die onzalige ruzie, die er geheerscht t^efb in het korps? Dan vergete men niet dat de Raad zelf de gedeeltelijke oorzaak daarvan is geweest, door op advies van B. en W. een buitengewoon subsidie van f300 toe te kennen. Een bewijs van groote waardeering, zeker, maar geen menschkundig cadeau. Maar als ik de stukken inzie, dan merk ik dat die ruzie toch niet de geheele oorzaak kan zijn, want na die ruzie heeft de voorzitter gezegd, dat het gemeente belang vorderde den band aan te knoo- pen met de vereeniging, aan het hoofd van welke de heer van Dorssen staat. Tot die vereeniging waren wel 24 leden toegetreden, zeide hij, die, „we gens hun lidmaatschap van de oude vereeniging, zich jegens de gemeente verdienstelijk hebben gemaakt." Staat dan soms het tegenwoordig bestuur B. en W. niet aan We wandelen hier in raadselen. Nu hebben B. en W. stellig be grepen, dat hun vroegere argumenten erg zwak waren, en ziet in hun schryven van 7 Februari kwamen er twee argumenten, die tot versterking van hun advies moeten dienen, bjj. Zij komen met een onthulling. Bij hun college is eene reorganisatie van de brandweer in studie genomen en die studie is gedeeltelijk ten einde gebracht. Had men dan niet beter gedaan met dit voorstel ook tot dien tijd te laten rusten dat de geheele studietijd zal zyn afgeloopen Die studie hangt nauw samen met de waterleiding quaestie zeggen B. en W. en dat doet mij gelooven, dat het resultaat van die studie niet zoo heel veel verandering zal brengen in de ideeën omtrent het al of niet nut tige van een vrijwillige brandweer. Men meent dat daarbjj wel geen plaats zal zijn voor eene vrijwillige brandweer. Naar wat ik in Haarlem gezien heb, zou ik eerder tot een tegenovergestelde conclusie komen. Maar in elk geval, nooit en nergens, zal een bezoldigd personeel ten minste als het geen beroepsbrandweer is het in ijver en vlugheid winnen van een vrijwilligers corps. En willen B. en W. zich nu hier van die krachten ontdoen, dan komen de gevolgen hiervan uitsluitend voor hen en voor hen die hun voorstel steunen. Ik voor mij zal er tegen stemmen. De heer Sanders: In de woor den door den heer Rijkens gesproken heb ik geen nieuwe gezichtspunten kunnen ontdekken. B. en W. hebben gemeend te doen wat de raad gevraagd heeft. Wat het niet uitstellen van het voorstel betreft, men mag de burgerij niet zoolang in onzekerheid laten, tot het onderzoek in zake de waterleiding klaar is. En wat de verantwoordelijk heid betreft die nemen wy gaarne op ons. De voorzitter: By den laatsten brand heeft de stedelijke brandweer zich uitstekend gekweten. Ook ik durf de verantwoordelijkheid op mjj te nemen. De heer Rijkens: Die laatste brand zou veel minder gekost hebben indien we een vrijwillige brandweer hadden gehad. Het voorstel van B. en W. wordt hierna aangenomen met 12 tegen 3 stemmen. Tegen de heeren: van Duinen, Ger ritsen en Rijkens. (De heer Oosterveen was voor de behandeling van dit onderwerp reeds vertrokken.) 7. Benoeming van leden en plaats vervangende leden van de stem- bureaux voor de aanstaande verkie zing van een lid van de Provinciale Staten van Utrecht. (Vervolg op de 4e pag.) Opgave van de firma Lamaison Bouwer Co. 22 Februari. Holl. fondsen iets lager. Buitenl. fondsen prtfsh. Cult. aand. onverand. N. H. Mppy. en H. V. Amsterd. zeer vast. Mtfnen vast voor Redj. Leb. en Ketah. Petrol, zeer vast met flinken handel, vooral in Koninkl. en Moeara Enim. Tabak lager. Am. Vrt. aang. De Amerik. markt is stil met iets lagere koersen. Staatsleenlngen. Nederland. Obl. N.W.S. 3 f 1000. Cert. id. 3 f 1000. id. id. 21/2 f 1000. bl ongarije. Obl. 1892/1908 4 Kr. 2000. Italië. Obl. 1862—81 4 Ls. 100-loo/m. Oostenrijk. Obl. Jan.-Juli 4Kr.2000. MoiNov. 4 Kr. 2000. Portugal. Obl. Ie Serie 3 100. 3e 3 Frs. 500. R jsland. 1884 Goud 5 G.R. 125/500. Gr. Russ. Spoor 98 4 G.R. 500 Nicolaispoor 1867/69 4 20 1880 4 G.R. 625 Hope Co. 80/90 4 G.R. 625 Vorige koers. 9- Ar 91} 76}- 93} 95} 63-H 95} 87 92} 88} 87} 22 Febr. 92} 91} 76-H 66} 63} 95 ft 87 v 88} 4 G.R. 625 frs. 500 5 100 20/100 20/100 20/100 20/100 100 6e Emissie 1894 41/2 1909 Brazilië. Obl. 1903 5 Sao Paulo 1908 5 Parana 1905 5 Staat Para 1901 1907 Columbia. 3 Dom. republiek. 5% douane ieeuing Industrieels en Finantieele Mppijen, Ned. Handel Mij. aand. i 1000 Kon. Petrol. Mij. aand. f 1000 aand. pref. Zuid Perlak f1000 gew. Dord.Petr.Ind. Mij. f 1000 Sumatra Palembang aand. f 500 Great Cobar aand. 100 Am. Car en Found.aand.dll. 1000 Un. St. Steel corp. dll. 1000 Scheepvaart Maatschappijen. Nederland. Ned. Amer. Sfcv. Mij. aand. f 500 Kon. Paketvaarc aand. f 1000 Rocterd. Lloyd aand f 500 St, Mij. Nederl. aand. f 500/1000 Amerika. Int. Mere. Marine aand. dll. 1000 id. prei. 1000 Obl; 41/2 1000 Tabak Maatschappijen. Deli Batavia aand. t 253/1000 87» 94* 87» 941 1011 - 92 .92 - 951 100| 100-M 460 185J 178» 170* 124J 63 a 801 191 465 1871 1801 1731 1241 63 80S 156 154J 1311 157} 7* 22* 69* 71 21# 69J 620 - Deli Cultuur f 1000 Deli Maatschappij aand. f1000 Medan Tabak aand. f 1000 Senembah aand. f 1000 Div. Buitenland. Peruvian Corp. C. v. A. 50/100 pret. id. 50/100 6 deb. 1 Hyp. 53/100 SpoorfVegleoningon. Nederland. Holl. IJz. Sp. Aand. 11000 Staatsspoor f 250 Amerika. Atchison aand. dll. 1000 id 40/0 Conv. 1000 Chic. Rock lal. p. 2002 4 1000 Deaver c. aand. 1000 Erie 1000 Kansas City S. aand. 1000 pref. 1000 Kansas City Obl. aand. 3 dll. 1000 Missouri aand. dll. 1000 id. 2e Hyp. Obl. 4 dll. 1000 Rock Island aand. dll. 1000 South rail dll. 1000 South Pac dll. 1000 Union Pac id. Conv. Obl. 4 dll. 1000 Wabash gew. aand. pref. Prolongatie-rente 103} 453} 256 416 11} 38} 102-H 117} 80} 42* 29} 39} 69} 73} W 49} 29* 126} 187} 110 22* 48* U-2 102} 450} 250} '415 11 38* 102} 89} 117-H 116 80 41* 29* 38* 69} 73} 43* 48} 28 126 187 110} 21} 47} 2-2} V.K. K.vH. Atchison 1191 us: Rock Island 51} 60» 30» 29» Missouri 45 44} 47} 46» Norfolk 104} 104 South Pacific 129} 129 South Rail 30 29» Union Pacific 193 1911 s, 421 42» 82} 82} Amalgamated 78} 78} Koersen van New-York. Van Heden. Londensche Beurskoersen. FONDSEN. Atchison Topeka Rock Island Common. Erie Railway. Miss. Kan. Texas New-York-Ontario Norfolk West Southern Pacific Southern Railway Union Pacific. U. S. Steel Common Kansas Cy South do. do. Pref. Denver Stemming prijsh. Slot van Openingak gisteren, van heden w D CT3

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1910 | | pagina 3