is het 10 pCt. dividend van ons brood, DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. HET VOORDEELIGST VOOR HET HUISHOUDEN No. 105. ZATERDAG 7 MEI 1910. 7e JAARGANG BUITENLAND. FEUILLETON. Quinnion de Philosoof. in geld uitgekeerd 10 a 25 per gezin. EEMLANDEB Hoofdredacteur B. G-. RIJKENS. ABONNEMENTSPRIJS Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f4.Franco per post id. f&.60. Per 3 maanden id. II.—. Franco per post id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f0.05. Bureau BREEOESTRAAT 18. Telefoon Interc. 62. PRIJS DER ADVERI ENTIEN Van 1 tot 5 regels 10.40. Voor iederen regel meer fO.OS. Buiten het Kauton Amersfoort per regel f0.10. (Bij abonnemont belangrijke korting.) Tot plaatsing van advortentiën en reclames van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentiebureau D. Y.ALTA,Warmoesstraat 76-78 te Amsterdam. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. KONING EDWARD VII. t De openhartigheid iets onge woons in bulletins omtrent gezond heidstoestand van vorsten waar mee de toestand van Koning Edward reeds in de eerste telegrammen werd besproken, deed vermoeden, dat het einde kon worden verwacht. En zoo is het geweest. De Koning is heden nacht aan de gevolgen van bronchitis overleden. Met Koning Edward VII is een constitutioneel Vorst heengegaan, wiens persoonlijke invloed zich meer heeft kenbaar gemaakt in de buiten- landsche dan wel in de binnenlaud- sche politiek van Engeland. En daar dit land als groote Mogendheid in alle hangende vragen der internatio nale staatkunde gekend wenscht te worden, omdat het zijn bezittingen op zoovele punten van den aardbol telt en overal belangen te verdedigen heeft, heeft men de hand van den Koning in vele gebeurtenissen van de wereldpolitiek zelve gezien. Een zwijgende figuur was hjj daar bij steeds. Als zijn meer luidruchtige neef heeft hij. vele reizen gedaan, maar meer nog dan die van Keizer Wilhelm waren het dienstreizen. Hij wendde dan zijn menschenkennis, zijn gemakkelijkheid van omgang, naast den invloed van zijn positie als Ko ning en als Souverein van misschien de machtigste Mogendheid der wereld aan, om de kroon op de staatkunde zijner raadslieden te zetten en resul taten te verkrijgen, die meer gewone stervelingen als Ministers en diplo maten niet gegeven zijn. VAN GUY BOOTHBY. 53) Het wijsje, dat deze orgeldraaier te hoo- ren gaf, was er een, dat op dat oogen- blik algemeen in zwang was en door iederen straatjongen gefloten werd, en wel zóó abominabel leelijk, dat een gewoon mensch moeite had, het zon der groote ergernis aan te hooren. Terwijl ik het gedrocht gadesloeg, dat met ijver aan het handvatsel draaide, trof het mij, dat zijn gelaat mij bekend voorkwam, en ik'merkte ook op, dat bij, in plaats van vrij postig rond te kjjken, zooals zijn col lega's dat gewoonlijk deden zijn oogen steeds gevestigd hield op ons huis, totdat hij mij voor het venster opmerkte, waarop hij onmiddellijk voorgaf hevige belangstelling te heb ben voor iets aan het andere eind van het plein. Dit trof mij als zeer verdacht wat trouwens zijn tegenwoordigheid Geruischloos ging hij daarbij steeds te we-k. Wat hoorde men van hem Eenige officieele beleefdheden tegen over den een of adderen Vorst, of persoonlijkheid geuit, verder niets. En deze zwijgzame hield zich boven dien streng aan de, den Engelschen Souverein niet veel speelruimte latende constitutioneele regelen. Den 9en November 1841 is Koning Edward geboren als oudste zoon van prins Albert en Koningin Victoria. Gehuwd met Alexandra van Dene marken, zjjn van de drie zonen en drie dochters, die zij hem schonk, twee zonen overleden De tweede zoon is de nieuwe Koning. In 1901 is Koning Edward zijn moeder opgevolgd. Hij had een ver leden achter zicb, waaraan zooals ge zegd is„niets menschelijks vreemd was." Bij zijn troonbestijging waren de verwachtingen van zijn regeering niet hoog gespannen. Na een negen jarige regeering kan men bj zijn sterfbed zeggen, dat hij een goed Koning geweest is voor zijn volk en dat dit met dankbaarheid zal herden ken, wat hij voor Engeland heeft ge daan. De nieuwe Koning, George, Frede- rik, Ernst, Albert, werd geboren in 1865. Hij is sedert 1893 gehuwd met prinses Mary van Teek. Uit dit huwelijk zjjn vijf zonen en één dochter geboren. DUITSCHLAND. Hoewel de Bondsraad had te ken nen gegeven, dat hij er ten zeerste prijs op stelde dat de belasting op de waardevermeerdering de zg. Reichs zuwachssteuer nog in deze zitting door den Rijksdag werd aangenomen, heeft deze laatste besloten om het ontwerp aan te houden tot het na jaar. Men achtte namelijk het ontwerp van te groot belang en ook van te ingewikkelden aard, om het maar dadelijk sf te handelen. BELGIË. Er heeft een schandaal plaats ge had in de Belgische Kamer. De li berale afgevaardigde Buyl uitOstende had beweerd dat de Senator Dufret den Staat voor 700,000 francs bena deeld had. Dufret zou doorgedreven hebben hebben dat zijn schoonzoon, een architect, secretaris werd van het Belgisch Comité voor de Milaan- scho wereldtentoonstelling en in die qiialiteit zou de schoonzoon zichzelf alle werken gegund hebben, met toe stemming van den schoonvader, die president was der commissie. Dat zou den Staat op 700,000 francs te staan zijn gekomen. Woensdag kwam de zaak weer ter sprake in de Kamel en Buyl legde zijn bewijsstukken over, toen opeens Senator Dufret van de tribune riep „Herhaal dat eens buiteu de kamer I" Groot tumult. De socialist Furneraont riep Dufret toe „Lummel, smerige lummelDe pre sident beval den senator de tribune te verlaten en toen deze d it niet vrijwillig deed, werd hij er af gegooid. DENEMARKEN. De heer Zahle, de tegenwoordige leider van het Deensche Ministerie, voert een verkiezingscampagne, die een zonderling licht werpt op 's mans politiek. Hij verkondigt zijn kiezers en verder ieder die het h oren wil, dat geen mogendheid er ooit aan denken zal Kopenhagen te bezetten, en dat de forten zoowel aan de land- als aan de zeezijde dus maar zoo spoedig mogelijk met den grond gelijk gemaakt moeten worden. Bovendien kan geen Dreadnought, volgens dezen eigenaardigen deskundige, wegens te grooten diepgang, door de Deensche wateren varen en zal in de Oostzeo nooit gevochten worden. Wie het weet moet het maar zeggen 1 De afgevaardigde Schack, kapitein bjj de Deensche marine, publiceert iu beschuit en koek, daar zij worden vervaardigd van prima en zuivere grondstoffen. Ons brood is niet kleverig maar flink doorbakken door onze speciale ovens, waardoor het veel lichter verteerbaar en voedza i er is. Reeds in Januari 1910 is over 1909 Fliuke dépóthouders gevraagd ook voor nabijgelegen plaatsen. Vraag oen dividendboekje met vermelding dezer courant, aan de Afdeeling Broodfabriek van Meursing's Machinale Fabrieken van Gebak, Amersfoort. hier ook al was want geen enkele maal sinds ik in dit huis verblijf hield, had ik iemand van zjjn beroep in de buurt gezien. Er waren geen kinderen op het plein en de bewoners waren blijkkaar niet gewoon aan de deuren geld te geven. Ik stond op het punt mjj om te draaien, om tegen den inspecteur een opmerking te maken, toen ik my her innerde, waar ik den man al meer had gezien. Hjj had dien morgen in diezelfde straat staan spelen als de jongen met den aap, en toen ik weer naar hem keek, zag ik, dat zy duide lijk op elkaar leken, ofschoon hjj veel ouder was. Als dat zoo was, wat had hem dan naar het plein gebracht Hoe meer ik daarover nadacht., hoe meer achterdocht ik begon te krij gen. Had Feversham hem hierheen ge zonden, om mjj te bespieden Want ik kendo hem te goed om te gelooven, dat zijn ontmoeting met den jongen die mij ongetwijfeld vanmorgen ge volgd was, aan het toeval was toe te schrjjven. Als ik het bij het rechte eind had, welk spelletje zou Feversham dan nu weer spelen Het was hem gelukt, mjj miju tehuis te ontnemen. Ily was listig genoeg geweest, om mijn oom te doen gelooven, dat ik een leu genaar, een namaker van baniteeke- ningen en een dief was. Hjj had klaar gespeeld, dat in onterfd werd en zon der een cent op zak de wereld moest iDtrekkeo. Wat wilde hij nu nog meer Zou het ook kunnen zijn, dat mijn oom wantrouwen in hom begon te krijgen, en dat Feversham, dit opmerkend, een ander complot tegen mij wilde smeden Mogelijk was in zijn vindingrijk brein het idee opgekomen, om mij heelemaal uit den weg te ruimen, en had hy nu de Italianen aan het werk gezet, om mij overal te volgen, en mijn gewoonten na te gaan. Toen kwam als een bliksemstraal plotseling een gedachte in myn hoofd op, en ik stond bijna verBtijfd van schrik uit het venster te kijken. Even huiverde ik over al mijn le den. Ik kon niet denken ik voelde mij ziek en duizelig hij het idéé al- leeu. Ik kende den man zoo goed, w'st hoe hü tegen geen schurkenstreek opzag en was er zóó van overtuigd, dat niets hem zou weerhouden, alles in het werk te stellen, om zijn doel te bereiken. Hij had eens mijn carrière totaal vernietigd 1 ij zou dat weer doen met even weinig gewetenswroe ging, als een mensch doet, wanneer hij een vlieg of een rat doodt. En welk idèe denkt u, dat zich zoo plotseling geheel van mij had mees ter gemaakt t In de eerste plaats was hij te we ten gekomen, waar ik verblijf hield in de tweede plaats was het heel goed mogelijk, dat hij op een of andere manier wist, dat Quinnion was ver dwenen. Wat zou hem daarom weerhouden, er voordeel uit te trekken Hü zou beweren, en ik kon dat niet tegen spreken, dat Justus mij bijna uitgo- hongerd van de straat had opgeraapt. Hij had rnjj meegenomen naar zijn huis en mij een betrekking bezorgd. Quinnion werd algemeen be schouwd als een ryk man, bedaard, ijverig en byzonder goedaardig. Op zekeren dag verdwijnt hij, en of schoon de hulp der politie wordt in geroepen, wordt zijn verblijfplaats niet bekend. Later merkt men, dat zijn testament mij veel voordeel aan brengt. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1910 | | pagina 1