DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No. 106.
MAANDAG 9 MEI 1910.
7e JAARGANG
FEUILLETON.
Quinnion de Philosoof.
BUITENLAND.
EEMLANDEB
Hoofdredacteur B>. Gr. RIJKENS.
BureauBREEDESTRAAT 18. Telefoon Interc. 62.
ABONNEMENTSPRIJS
PRIJS DER ADYERi BNTIEN
Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f 4.—. Franco per
post id. f6.60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post
id. fl.40. Afzonderlijke nummers f0.05.
Van 1 tot 6 regels 10.40. Voor iederon regel meer fO.OS.
Buiten het Kanton Amersfoort per regel f0.10. (Bij
abonnement belangrijke korting.)
Tot plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het kanton Amersfoort fn dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Algemeen Binnen- en Buitonlandsch Advertentiebureau D.Y. ALTA,Warmoesstraat 76-78 Ie Amsterdam.
DUUR GELD.
Het geld is duur tegenwoordig. Wat
is daai van de reden
Onze regeering draagt e: de schuld
van, zegt het Weekblad voor den
Handeldrijvenden en Industrieelen
Middenstand.
En de mannen van zaken voelen
er zich zeer onaangenaam door ge
troffen, vervolgt het blad.
De prolongatiekoers is hoog tegen
woordig. Prolongatie is de huurprijs,
te betalen voor geld, dat geleend
wordt op effecten als onderpand. Geld
kan natuurlijk geleend worden op
ieder zakelijk onderpand, b. v. op
grond en op huizen. Dan heet die
beleening hypotheek. Maar voor hen,
die geld onmiddellijk noodig hebben,
zooals in den handol vaak voorkomt,
is een hypotheek te omslachtigze
moeten onmiddellijk kunnen leenen en
ook weer kunnen aflossen. Ze maken
daarom gebruik van prolongatie, en het
is voor den handel een groot gemak,
wanneer er steeds in ruime mate geld
beschikbaar is voor het sluiten van
prolongatie.
Welke geheimzinnige hand beeft
thans het beschikbare geld op een
maal weggetrokken uit den omloop,
en zoo goed als buiten bereik gesteld
van de handelaren, die het tegen lage
rente zoo dringend behoeven
Het is onze regeering.
Zij heoft, toen zij geld behoefde,
zich gewend tot de Postspaarbank,
welke de gewoonte heeft een groot
deel van het haar toevertrouwde geld
uit te zetten op prolongatie. Wanneer
de regeering echter bij de Postspaar
bank aanklopt, trekt deze natuurlijk
ijlings haar uitstaande fondsen in,
om die beschikbaar te stellen voor de
schatkist.
Dan moeten de handelaren en spe-
kulanten, die voor hun dagelijksche
VAN
GUY BOOTHBY.
zaken geld noodig hebben, maar zien
dat zij het elders ter leen krijgen.
Dat wil met andere woorden zeggen,
dat zij een hoogeren prolongatiekoers
betalen moeten.
Ditmaal heeft ook zoo iets plaats
gehad, en ziedaar de oorzaak, waar
door de koers dor prolongatie thans
tot meer dan vijf procent gestegen is.
De regeering heeft zeer goed kun
nen weten zegt het blad dat
meerdere duurte van geld een onver
mijdelijk gevolg zou zijn van haar
handelwijze. Die geheele misstand zou
niet plaats hebben gehad, wanneer zij
in 1909, toen het geld zeer goedkoop
was, een leening gesloten had, niet
alleen om hare loopende schulden te
dekken, maar om tegelijkertijd eenige
hoog noodige openbare werken aan te
leggen. Van verschillende zijden is
destijds hierop gewezen, maar zij
heeft de mooie gelegenheid, om een
leening te sluiten, moedwillig voorbij
laten gaan en thans maakt zij, door
geld op te nemen bij de Postspaar
bank, geheel onnoodig den handel aan
de Amsterdamsche Beurs zou goed
als onmogelijk.
Nu is de stelling te verdedigen, dat
ook zelfs al had de regeering ditmaal
in het geheel niet ingegrepen om geld
op te nemen, de koers van disconto
en prolongatie dezer dagen toch hoog
zou zijn ten gevolge der veelvuldige
nieuwe 'emissiën en der tamelijk
drukke speculatie, en voor die mee
ning is iets aau te voeren. In April
en in Mei is doorgaans ieder jaar
duurte van geld te wachten. Maar
dan moest die spanning in onzen
economischen toestand voor de re
geering een argument te meer zijn,
om haar niet nog erger te maken,
door ook voor haar gebruik op deze
wjjze geld uit de markt te nemen.
64)
Wat zou daarvan het gevolg zijn,
in 't bijzonder als de intrigue wordt
op touw gezet en uitgewerkt door
zoo'n doortrapten schurk, als ik wist,
dat myn neef Feversham was?
Het feit alleen, dat ik bij mijn oom
uit het huis was gejaagd, beschul
digd van valschheid in geschrifte, zou
genoeg gewicht in de schaal leggen
voor die beschuldiging. Verondersteld
dat mijn vrees gerechtvaardigd was
wat moest ik dan doen om mijzelf
te beschermen Ik kon niet naar
Grigson gaan en hem er iets van ver
tellen, dat zou alleen dit resultaat
hebben, dat hij over het geval ging
nadenken, en dan kon hij wel eens tot
de slotsom komen, dat er iets van
dat denkbeeld waar kon zijn, hetgeen
het allerlaatste was, wat ik zou won-
schen. En toch kon ik niet werkloos
blijven en dien aartsschurk gelegen
heid geven, een strik voor mij te
spannen.
In elk geval kon ik de attentie van
Grigson vestigen op het feit, dat ik
meende dat de Italianen om de een
of andere reden het huis bespiedden,
en hem zoo den weg laten inslaan,
dien hij als noodzakelijk zou beschou
wen.
Met een gevoel alsof ik verscheidene
jaren ouder was dan toen ik er voor
de eerste maal voor was gaan staan,
ging ik naar het venster terug, en
keek weer naar den man daar bene
den, die nu in gezelschap was van
een vrouw, en daarop ging ik naar
het tweetal bij het vuur terug.
Grigson was opgestaan van den
sto.d, waarin hij tot nu toe gezeten
had en stond blijkbaar op het punt
te vertrekken.
U moet u niet al te bezorgd ma
ken, juffrouw De Marcelle, zeide
hij, toen ik naderbij kwam. Onge
twijfeld zal alles spoedig in orde ko
men. Als wij alles weten, zullen wij
mogelijk tot de ontdekking komen,
dat de oplossing van het geheim
doodeenvoudig is, en zullen wij er
om moeten lachen, dat wij dit niet
dadelijk bedaabt hebben. En nu moet
ik afscheid van u nemen. Wij moe-
EDWARD VII i-.
Omtrent de laatste oogenblikken
van Koning Edward wordt nog het
volgende meêgedeeld
Donderdagochtend waren de uit
zichten nog zoo goed geweest, de
Koning had een rustigen nacht door
gebracht en in het paleis deed het
gerucht de rondte, dat de ziekte een
gunstigen keer had genomen.
Toen echter te 10 uur de lijfartsen
een onderzoek instelden, bleek dat
dit optimisme ongegrond was geweest
en dat de toestand zoo kritiek moge
lijk was. De Koning wa3 niet te be
wegen geweest om te bed te blijven.
Geheel en al gekleed, zittende in een
leuningstoel, ontving hij de gewone
geneesheeren, bij wie zich nog twee
keel-specialiteiten hadden aangesloten,
daar men vreesde voor complicaties
in de keel.
De Koning bleef den geheelen dag
in zijn stoel zitten. Telkens overvielen
hem hevige hoestbuien, die zelfs twee
maal gepaard gingen met flauwten.
Zoodra echter de benauwdheid weder
geweken was, stond de Koning erop,
zich weder aan de zaken te wijden.
De geneesheeren drongen er voort
durend bij den Koning op aan, dat
hij volslagen rust zou gaan nemen,
hjj verklaarde echter, dat dit met
het oog op den staatkundigen toe
stand absoluut onmogelijk was.
In den loop van den middag echter
werd hjj hoe langer hoe zieker en toen
'savonds de geneesheeren weder een on
derzoek instelden, bleek hun dat de vrees,
die zij 's ochtends hadden gekoesterd
alles behalve overdreven was geweest.
Door de inspanning bij het hoesten
en de moeilijkheid van het ademhalen
werkte de linkerl.artkamer niet meer
ten over deze zaak geen gras laten
groeien. Mijn leus is altijd „het ijzer
smeden, terwijl het heet is."
Hij wenschte haar „goeden dag" en
ik ging met hem naar beneden. In de
kamer beneden hield ik hem staande,
om over de Italianen te spreken. Hij
luisterde aandachtig en toen ik zweeg,
knikte hij even.
Het zou tot iets kunnen leiden,
merkte hij op. Ik zal eens even
naar dat heer kijken, als ik het plein
over ga. Misschien heeft u er niets
tegen, zoo nu en dan een oogje in het
zeil te houden, en mocht u vandaag
of morgen nog meer van hem zien,
wees dan zoo goed mjj even to waar
schuwen. Wij mogen geen enkele ge
legenheid laten voorbijgaan. Wat ik
zeggen wil, die Franschman is toch
zeker wel te vertrouwen
Onvoorwaardelijk, antwoordde
ik. Hjj is al heel lang in dienst
van mijnheer Quinnion, en is de eer
lijkheid zelf. Ik zou hem alles, wat
ik bezat, durven toevertrouwen, en ik
weet zeker, dat zijn meester hetzelfde
zou zeggen, als hij hier was.
Het verheugt mij, dat te hooren,
merkte Grigson droogjes op.
Een dergelijke bediende is tegen
woordig een zeldzaam voorkomend
en daarbij kwam nog een ander hoogst
verontrustend verschijnsel, de toege
diende zuurstof bracht geen verlich
ting meer.
Tegen middernacht overleed de
Koning.
Er is nog niets bepaald omtrent de
begrafenis, maar het is waarsch jnljj-
ker, dat die Zaterdag over een week
dan aanstaanden Zaterdag zal plaats
hebben.
De leden van den Geheimen Raad be
gonnen Zaterdag om half vier op het
St. Jamespaleis aan te komen allen
waren in plechtgewaad. De koning,
die gekleed was in admiraalsuniform,
reed zonder begeleiding van het Marl-
bourough House naar het St. Jamos-
paleis. Eerbiedig begroet door een
duizenden tellende menigte, ging de
Koning de Raadszaal binnen, waarde
schitterende vergadering hem wachtte.
Na de gebruikelijke ceremoniën toe
kende Z. M. de proclamatie en hield
daarna zijn toespraak. Hij begon mot
zeer bewogen te zeggen, dat hjj niet
in staat was meer dan een paar woor
den te zeggen, zoo groot was zjj n ver
driet. De Koning bracht in herinnering
de door zijn vader bij diens troonsbe
stijging gesproken woorden, dat zoolang
hij leefde 't zijn streven zou zijn de
belangen van zjjn volk zoo goed mo
gelijk te bevorderen. Die belofte is
ten uitvoer gelegd naar zijn vaders
beste vermogen. Het zal mijn ernstig
streven zijn, aldus verder koning Ge
orge V. met Gods hulp mijns vaders
voorbeeld te volgen.
Z. M. sprak van zijn verlies als
van iets meer nog dan het verlies
van een vader, want hij had zijn Ko
ning, zjjn vader en zijn vriend yerlo-
ren.
Verder maakte Z. M. gewag van
de innige deelneming aan de Konink-
verschijnsel.
Ik deed de deur voor hem open,en
toen hij vertrokken was, ging ik nog
eens naar boven, naar de studeer
kamer.
Juffrouw Sylvia was naar haar
kamer gegaan, zoodat ik gelegenheid
had, naar het venster te gaan en den
kleinen inspecteur kon nakijken, ter
wijl hij het plein overliep, zonder
haar vraag te moeten beantwoorden,
waarom ik zoo ernstig naar buiten
keek.
Ik zag hem naar den orgeldraaier
toegaan, en den man a inspreken, die
hem al gesticuleerend antwoord gaf.
Heel waarschijnlijk deed hij zjjn best,
om zjjn aanwezigheid in zoo'n weinig
bevolkte buurt te verklaren, en onge
twijfeld gaf hij zjjn plan te kennen,
om er nooit weer terug te keeren,
want hij hield plotseling op met spe
len, trok de groen-baaien hoes over
het instrument, en reed het orgel in
een zijstraat, waar hij uit mijn ge
zicht verdween.
Nauwelijks was hij verdwenen, of
juffrouw Sylvia kwam de kamer bin
nen, om samen thee te drinken.
(Wordt vervolgd.)