WEERBERICHT.
Thermometerstand
BINNENLAND
Uit de Pers.
STADSNIEUWS.
MEDEDEELINGEN VAN HET
KONINKL. NED. HET. INSTITUUT.
Opgemaakt voorin. 10.50 uur.
De Bilt, 7 Juli 1910.
Hoogste barometerstand 767.0 m.M. te
Yalentia, laagste 747.1 m.H. te Memel.
Verwachting tot den avond van 8 Juli
1910. Meest matige N W.-lijke tot W.-lijke
wind.
Gesteldheid van de lucht: Gedeeltelijk
bewolkt, weinig of geen regen.
Temperatuur Dezelfde.
(Barometerstand le AMERSFOORT.
758 m. M.
Vorige stand te 12 uur 753 m. M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenE. 62
Laagste hedennachtF. 50
Hedenmiddag 12 uurF. 62
AMERSFOORTSCHE
BAD-EN ZWEMINRICHTING.
TEMPERATUUR van het water op Donder
dag 7 Juli des 's morgens 7 uur is 60" F.
GROOT BRITANNIE.
De Londensche graafschapsraad heeft
gisteren met 53 tegen 46 stemmen een
amendement verworpen, om voortaan in
de trams geen advertontiën van alcohol
houdende dranken aan te brengen. Er ging
zelfs een stem op, om allo advertentiën uit
do trams te weren, maar die reclames
brongen 25,000 p, in het jaar op en dat
bedrag wilde men voorloopig nog niet laten
schieten. Maar evenoens achtte de meer
derheid het onnoodig advertentiën van bier
en alcoholhoudenden drank te weren, omdat
men het gevaar niet inzag; al zou een
dergelijke maatregel slechts op een paar
duizend pond komen te staan, de meerder
heid zag geen reden om van dit zoete
winstje afstand te doen.
ZWITSERLAND.
Eergisteren is de algemeene werkstaking
afgekondigd voor de groote bierbrouwerijen
te Basel, Zürich en Rheinfelden Het syn
dicaat der bierbrouwers heeft hierop geant
woord niet een algemeene uitsluiting van
het personeel.
De betrekkingen tUBschen patroons en
werklieden in de Zwitsersche bierbrouwe
rijen zijn geregeld bij eene overeenkomst,
die den len October a.s. afloopt. De patroons
hebben te kennen gegeven, dat zij bereid
waren een nieuw contract te sluiten, op
voorwaarde echter, dat zij de baas zullen
blijven in het bestuur hunner inrichtingen.
De werklieden daarentegen willen, dat het
personeel slechts uit de bij hun bond aan
geslotenen zal worden gerecruteerd, naar
reden van één geoefend arbeider op elke
2OU0 hectoliter bier, die de brouwerijen
afleveren.
ITALIË.
Volgens een telegram uit Rome zal
een afgevaardigde in de Kamer de minis
ters van justitie en financiën ter verant
woording roepen over de uitgave van
85 000 lire voor iuk;kokers voor het nieuwe
palcis van justitie.
Toen Garibaldi in 1860 Sicilië binnen
trok, vaardigde hij den 2en Juni van dat
jaar te Salemi een besluit uit, waarby
aan allen, die voor de nationale zaak zou
den strijden een aandeel werd beloofd in
de bezittingen der gemeente en de staats-
en kroondomeinen.
Onmiddellijk na de verovering van Sicilië
stond Garibaldi als dictator het eiland af
aan Viotor Emanuel, en nu wordt sedert
jaren reeds door de Garibaldianen of hunne
rechtstreeksche afstammelingen, van den
Koning van Italië en van den Italiaanschen
staat de vervulling geëischt, van Garibaldi's
belofte.
Onlangs heeft het gerechtshof te Rome
beslist, dat Garibaldi als dictator zeer zeker
het recht zou hebben gehad zulk een maat
regel te nemen, als vervat in de door hem
gedane belofte. Aan het door eischers aan
gehaald besluit ontbreekt echter de kiacht
van wet, waarop de eisch zou kunnen
worden toegewezen.
Overigens besliste het gerechtshof, dat
indien er al van eenigen eisch sprake zou
kunnen zijn, hiertoe slechts de van het
eiland Sicilië afkomstige Garibaldianen ge
rechtig I zouden zyn.
De eischers zulleu het bij deze beslissing
niet laten en in appel gaan.
SPANJE.
De zaak-Ferrer is eergisteren in de
Spaansche Kamer van afgevaardigden bij
bet debat over het antwoord op de troon
rede, ter sprake gebracht door den repu
blikein Salillas.
Salillas was directeur van do gevangenis
te Madrid, toen Ferrer daar, iu verband
inet de ontploffing van een bom in de
Calle Major in 1906, was opgesloten. Fer
rer was een bescheiden man en niet in
staat om op de menigte te werken, hoe
zeer hg wel invloed kon uitoefenen op de
lieden in zijne omgeving, verklaarde Sal-
lillaa.
De rechtbank, die voor het eerste proces-
Ferrer was. ingesteld, stond, volgens de
meening van Salillas, onder den zeer
machtigen invloed van de buitenlandsche
opinie, waardoor men zich in Spanje geheel
het beheerschen. Bij het tweede proces-
Ferrer, dut op diens terechtstelling uitliep
daarentegen, handelde men in geheel tegen-
overgestelden zin en plaatste men zich
vierkant tegen de algemeene opinie in den
vreemde. Doch, toen Ferrer in het fort
Montjuich onder de kogels van het vuur
peloton kwam te vallen, was ook aan den
geest van verlichting in Spanje eene doode-
lijke wonde toegebracht'
„Dat was het," zoo wendde spreker zich
tot de conservatieven, „wat uw schadelijke
on afschuwelijke politieke arbeid beoogde".
De minister van onderwijs antwoordde
hierop, dat de rede van Salillas werkelyk
heel mooi was, maar geen verband hield
met het in behandeling zijnde onderwerp.
Veeleer scheen spreker te pleiten voor
herziening van een geslagen vonnis. Het
stond evenwel niet aan het parlement om
zich in een rechtbank om te zetten, ten
einde in eene zaak, waarin reeds vonnis
is geveld, nogmaals recht te spreken.
Overigens weigert de regeering hiertoe
hare medewerking te verleenen.
KRETA.
De toestand op Kreta is nog steeds even
verward. Venizelos, het hoofd van het uit
voerend bewind, denkt over aftreden, als
de oppositie niet belooft de orde niet te
verstoren en Micheliaakis, het hoofd der
oppositie, weifelt of het beter is toe te geven
aan de wenschen der Christenbevolking-,
dan wel aan de herhaalde raadgevingen
uit Athene, om zich te onderwerpen aan
den wil der mogendheden, die dreigen het
eiland opnieuw te bezetten.
Het zou, moet Michelidakis hebben ge
zegd, beter zijn als de mogendheden maar
terstond overgingen tot gewapende tusschen-
komst, dan dat zij de orde herstelden als
die cemaal verstoord is.
De beslissende vergadering der Volks
vertegenwoordiging zal waarschijnlijk heden,
Dondermorgen worden gehouden.
Een mooi voorbeeld. Het
dagelijksch bestuui der Gemeente Rotter
dam heeft de bezoekers van het 12de con
gres van de Ne dei 1. Bond van Gemeente
werklieden in de gelegenheid gesteld met
een barer booten al de havenwerken te
bezien. Iedere gast kreeg van de gemeente
oen keurig bewerkten plattegrond der
havenwerken. Twee ambtenaren waren
toegevoegd als gidsen om inlichtingen te
geven. Bovendien wenden van wege de
gpmeente uitgereikt sigaren, koffie, thee,
gebak en limonade. Een woord van lof
is dan ook op zijn plaats. Onder daverend
applaus gaf het congres het bestuur de
opdracht den dank der gasten over te
brengen aan genoemd dagelijksch bestuur.
Neder 1. Bona voor Vrou
wenkiesrecht. By do verkiezing van
zes leden voor het hoofdbestuur van den
Ned. Bond voor Vrouwenkiesrecht zijn ge
kozen de heeren O. R. Bareuds en inr.
G. Felix; mevr. Th. SleeswijkVun Bosse,
de heeren mr. H. J. Tasman en mr. J.
D. Voegers en mej. H. Wagenaar Hum-
melinck. De aftredendo leden van het
hoofbestuur waren niet dadelijk herkiosbaar.
Prov. Staten van Utrecht.
In do zitting der Prov. Staten van Utrecht
werden als leden van het college van
God. Stilten herbenoemd de hoeren: jhr.
W. E. Bosch van Oud-Amelisweerd, Jhr.
mr J. E. Huydecoper van Maarsseveen
en Nigtevecht, Mr. J. B. L. C. C. baron
De Wijkersiooth de Weeróesteijn, Mr. dr.
F. A. 0. graaf Van Lynden van Sandou-
buig en mr. M. V'. L. S. Bilderdijk.
Als buitengewoon lid van Gedep. Staten
werd gekozen prof. mr J. De Louter.
Echtscheiding. De Nationale
Vrouwenraad van Nederland zond een adres
aan de Tweede Kamer naar aanleiding van
het ontwerp van wet ter aanvulling van
de bepalingen in het Wetboek zau Burge-
lijke Rechtsvordering betreffende echtschei
ding.
Adressant wenscht te protesteeren tegen
de aanneming van het ontwerp op de
volgende gronden:
1. dat voor het vervolg onmogelijk zal
zijn gemaakt het stilzwijgend voorbijgaan
van feiten en omstandigheden, waarvan de
openbaarmaking voor alle betrokken per
sonen niet dan uitermato grievend en
kwetsene kaD zijn;
2. dat al moge voor de toekomst
aan deze bepaalde wijze van wetsontduiking
de pas zijn afgesneden hiermede te
gelijkertijd de deur zal zijn geopend voor
grooter leugen en bedrog, en ernstig gevaar
zal ontslaan voor de openbare zedelijkheid.
Collectief arbeidscontract.
Tusschen den Bond van Nederlandsche
Architecten en den Bond vau Technici is
'n collectief arbeidscontract gesloten voor
bouwkundige opzichters, teckenaars en op
zichters-teekenaars, voor zoover deze lid
van den Bond van Technici zijn.
Het contract, dat met 1 Augustus a.s.
in werking treedt, omvat bepalingen be
treffende: aanstelling bij de indiensttieJiug
salarisregeling (met een gedetailleerde ho
norariumtabel); arbeidsduur overwerk
vacantio bij ziekte of ongeval ongeval
lenverzekering opzeggingstermijn, geschil
len duur, wijziging en opzegging dei-
overeenkomst.
Kerk en Staat. De Kerkeraad der
Goreformeerde Kerk te Rijswijk (Z. H
heeft een adres gezonden aan de Staats
commissie, ingesteld bij K. B. van 24 Maart
1910, tot onderzoek van de vraag, welke
wijzingen in de Grondwet behooren te
worden aangebracht.
Dit adres bevat het gemotiveerd verzoek
om „een voorstel tot wegneming of alge-
heele wijziging van art. 171 der Grondwet,
hetwelk zou kunnen geschieden in dien zin,
dat de subsidies, tot nog toe aan de kerken
gegeven, gekapitaliseerd en aldus aan de
kerken uitbetaald werden, en dat dan ook
aan de Geref. kerken haar aandeel gegeven
werde, opdat de onbillijkheid tot dusver
jegens deze kerken gopleegd, een einde
moge hebben."
Dienstvoorwaarden S. S. Naar
de Asser Ct. verneemt, zal het nieuwe regle
ment van dienstvoorwaarden vanhet personeel
van de Staatsspoorweg-Maatschappij, dat
reeds 1 Juli had moeten verschijnen, niet
vóór 1 Januari 1911 verschijnen.
Er wordt beweerd, dat deze vertraging
een gevolg is van het feit, dat tusschen
den directeur-generaal van de Spoorweg-
Maatschappij en de Regeering nog geen
overeenstemming omtrent enkele punten
ia verkregen.
De zaak van Hceckeren. In
De Standaard komt de volgende driestar
voor.
Nu de Handelingen van de Eerste Kamer
d d. 1 Juli uitkwamen, blijkt dat de Mi
nister van Buitenlaudsche Zaken ook nu,
gelijk op 10 Februari, zijue feitelyke ver
klaring beperkt heeft tot de ééne vraag,
of er in 1904 door Z. M. den Duitschon
Keizer al dan niet aan H M. de Kouingin
een brief gezonden is, handelende over
onze Landsdefensie.
Dit had de Minister op 10 Februari
pertinent ontkend j thans heeft hij op 1
Juli verklaard zijn bewering van lo Fe
bruari op olk punt te handhaven; en dit
maal heeft hij er bijgevoegd, dat een oud-
Minister uit het Kabinet van 1901 „niet
de minste bedenking had om het toen
verklaarde als volkomen juist te aanvaarden."
Deze blijkbaar met veel zorg gekozen
uitdrukking is onberispelyk. Het Kabinet
van 1901 is in 1905 afgetreden zonder
alsnog op dit punt tot volkomen zekerheid
te zijn gekomen, maar thans zal geen der
oud-Ministers meer do minste bedenking
hebben, om de volkomen juistheid te aan
vaarden van de gedane ministereele ver-
klaiing, dat een brief als bedoeld, in
werkelijkheid niet bestaan heeft.
Had de heer Van Heeckeren dan ook
beter geluisterd, zoo zou hij stellig zijn
interruptie op dit punt achterwege hebben
gelaten, en integendeel hebben moeten
roepen: Accoord!
De Minister had nu eenmaal op 10 Fe
bruari zich met opzet bepaald tot de be
spreking van het ééne feit van den brief,
en nog wel van zulk een brief t.w. over
's Landsdefensie. Van het bestaan nu van
zulk een brief is nooit door eenig oud-minis
ter aan denbeer Van Heecker en de stellige
verzekering gegeven. Hij heeft daarom zijn
eigen zaak geschaad, door zich niet ijlings uit
deze onhoudbare positie terug te trekken,
en zonder voorbehoud de verklaring van
den Minister op dit punt te aaanvarden.
Iets wat bij te eer had kunnen doen,
daar de Minister met geen woord, noch
nu, ontkend of geloochend heeft, wat in
1904 wel is geschied, maar hetgeen zoo
min door het Kabinet van 1904, als door
het tegenwoordig Ministerie voor plubieke
bespreking vatbaar werd geacht. Beide
Kabinetten hebben geoordeeld, dat do zaak
van meet een geheim karakter droeg, en
dit moest blyven behouden.
oorzoover nu de heer Van Heeckeren,
als diplomaat, destijds in deze zaak ge
mengd mocht zijn, kon ook de inmenging
nooit anders dan een stipt geheim karakter
dragen, en beging hij een onvergeeflijke
fout, door wat hem als diplomaat mocht
ter oore gekomen zyn, als Kamerlid in
het publiek te willen uitdragen.
Het was dan ook stellig verkeerd ge
zien, dat enkele leden der Kamer, voor
bun collega partijtrekkend, nogmaals het
hek wilden openhouden voor een nieuwe
excursie op dit verboden terrein. Zij had
den hem veeleer moeten aansporeu, om
liever ongelijk in het debat te lijden, dan
als diplomaat aan zulk een geheim te
willen tornen.
Die averecbtsche steun heeft den heer
Van Heeckeren op 1 Juli geheel van de
wijs gebracht, en de Kamer genoodzaakt
aan een voor 's Lands belang zoo gevaar
lijke discussie eens voorgoed een eind te
maken.
Toen dan ook de Minister, zeer wel
latende doorschemeren, waarop hij doelde,
sprak van „gebeurtenissen en omstandig
heden, dia zich in het internationaal vor
keer kunnen voordoen, die niet voor
openbare uiededeehng vatbaar zijn", en
toen het voornemen bleek om desniettemin
zulke gebeurtenissen te willen ontsluiten,
kon en mocht de Eerste Kamer niet
anders doen, dan het debat sluiten. Elke
andere houding zou geweest zijn het uit
handen nemen aan den Minister van het
buitenlandsch beleid en een prijsgeven van
het landsbelang aan do zucht, om een
medelid persoonlijk to dekken.
Het is dan ook te betreuren, dat de
motie-Rengers niet met algemeene stemmen
is aangenomen, inclusief die van den heer
Van Heeckereu. Deze toch was op hoogst
onvoorzichtige wijze in een impasse inge
reden, on had zich alleen door voor de
motie te stemmen, voor goed uit die
impasse kunnen redden. Een diplomaat
toch, die betrokken in iets wat het karakter
van een staatsgeheim draagt, weigert dit
te eerbiedigen, snijdt zichzelf den pas af.
Een debat over zulk een handelwijze kon
niet worden voorgezet, en daarom liep het
zeer terecht op officieel terrein dood.
Aan het toelatingeexamen voor de hoo-
gere klassen der hoogere burgerschool te
Amersfoort hebben voldaan.
Voor klasse II N. W. Lienard Everts
(Bussum), Alida B. van Gorselen (Naarden),
G. Kruimel- (Huizen), A. van Rijn ('s-Gra-
veland). Zonder examen voldoen voor kl.
IIII. Cruijs (Hilversum) en J. Wilder-
vanek (Hoogezand), terwijl een kandidaat
voor kl. H is afgewezen.
Voor kl. III zyu geslaagd H. A. van
Hees (Bussum), D. Kruimen (Huizen), A.
Ruitenschild (Bussum) voorwaardelijk J.