WEERBERICHT. STADSNIEUWS. Thermometerstand w GEMEENTERAAD. ME DEDEELIN GEN VAN HET KONINKL. NED. MET. INSTITUUT. Opgemaakt voorm. 10.50 uur. De Bilt, 4 Augustus 1910. Hoogste barometerstand 769.8 m.M. te Horta, laagste 749.8 te Malinhead. Verwachting tot den avond van 5 Au gustus 1910. Veranderlijke later zwakke tot matige Z.W.-lijke wind. Gesteldheid van de luchtAanvankelijk nog ouweerachtig, lator gedeeltelijk be wolkt. TemperatuurDezelfdo. Barometerstand te AMERSFOORT". Barometerstand hedenmiddag te 12 uur 756 m. M. Vorige stand te 12 uur 759 m. M. te Amersfoort. Hoogste gisterenF. 76 Laagste hedennachtF. 57 Hedenmiddag 12 uurF. 72 AMERSFOORTSCHE BAD-EN ZWEMINRICHTING. TEMPERATUUR van het water op Donder- dag 4 Aug. des 's morgens 7 uur is 64° F. in een vlugschrift (Hallo Mashold) een objectief overzicht van de met het nieuwe middel opgedane ervaringen gegeven. Er blijkt uit, dat zich reeds binnen drie we ken 10 pCt. recidieven voordoen. (Van andere zijde wordt dit aantal zelfs op 25 pCt. geBleld). In geneeskundige kringen meent men verder een sterfgeval, dat in een kliniek voor is gekomen, aan de werking van het middel te moeten toeschrijven. Verder weet men te vertellen van twee ernstige bloe dingen, die er het gevolg van geweest zouden zijn. Het Berl. Tageblatt waarschuwt tegen een herhaling van de noodlottige dwaling, die men indertijd met de tuberculine-ic- spuitingen te Berlijn heeft begaan. Het rijksgezondbeidsbureau schijnt van plan te zijn, spoedig een onpartijdig on derzoek in te stellen, om uit te maken of het wenschelijk is, het nieuwe middel nu reeds in do algemeene praktijk in te voeren. Het best zou zijn, indien Ehrlich zijn middel alleen voor ernstige, omzichtige, onderzoekers beschikbaar stelde en niet voor dokters, die er, zooals er nu al schijnen te zijn, een lichtvaardig gebruik van maken, minder in het belang van de argelooze patiënten dan in dat van hun practijk. In de Amersfoortsche Bad- en Zwem inrichting werd hedenmorgen het diploma als geoefend zwemmer uitgereikt aan den den heer J. H. N. van den Burg. De eindexamens H. B. S. in de pro vincie Utrecht zijn gisteren afgeloopen. Van de 100 candidaten waren er 30 af komstig van de Amersfoortsche H. B. S. Van de laatstbedoelden werden er 4 afge wezen, het totaal der afgewezenen be droeg 23. De korpswedstrijd van het Btedelykko- gelconcours is de sociëteit „Vereeniging* vangt heden aan. De prijsuitdeeling heeft a.s. Dinsdag plaats. Do uitslag van het springconcours, bij het Dinsdag te Baarn gehouden concours- hippique, is als volgt Eereprijs zilv. meduitgeloofd door de Koningin-Moeder, Dr. Bemelmans te Rot terdam, met Black Paddy, gereden door luit. A. W. Coblijn te Amersfoort. Ie prijs f 200, dezelfde. 2e prijs f 100, luit C. H. Labouckère te Amersfoort, met Dreadnought. 3e prijs f 53, luit. J. M. de Kruijff te Amersfoort, met Meg. 4e prijs a f 25, luit. Beernink te 's-Gra- venhage, met Topthorn. 4e prijs b f 25, luit. Van Gellikum te Amsterdam, met Powerful. 4c prijs c f 25, gezamenlijk gewonnen door luit. A. W. Coblijn te Amersfoort, met Hengst H luit. C. H. Labouchère te Amersfoort met Perhapsdezelfde met Gigolette luit. II. Mathon te Haarlem met Held en luit. jhr. K. F. Quarles van Ufford te Arnhem met Marengo. r" O O 1-1 ja jj 3 a i-5 o> A 'v) a 3 O Cö - a -o O '5 "O 3 <D '■o O g 03 »-5 O H P O Hier volgen de punten der Raadszitting van gisteren, die in ons vorig nummer wegens plaatsgebrek moesten blijven liggen. 10. Voorstel van Burgermeester en Wet houders tot machtiging van hun college tot verkoop van een party veldkeicn. De heer VAN KALKEN: Kunnen die te gelegener tijd niet te pas komen voor de Gemeente bijv. voor de verbetering van den Bolleweg. De VOORZITTER: Er komen telkens weer keien en de gemeente architect zit nu reeds zoo vol met materiaal dat hij er geen weg mee weet. Het voorstel wordt aangenomen. 11. Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot verharding van den weg van de Kleine Koppel naar het terrein der ge meentereiniging. De heer OOSTERVEEN Ik kan me er niet mee vereenigen de bestrating weer te doen met keien. Ik ben in beginsel tegen keien en zou liever een andere bestrating zien. Do heer VAN ESVELDIk ga mee met het voorstel van den heer Oosterveen. We hebben daar de Gemeente reiniging en het is in het belang der gemeente, dat de paarden daar dagelijks niet over een slechten weg moeten, met zware wagens. De heer GERRITSEN Ik ga zeer gaarne met het voorstel Oosterveen mee. Het is beslist niet in hetbc lang van de gemeente te bestraten met keien De heer VELS HEYNIk zou wel willen vragen waar begint men dien weg te leggen. De VOORZITTERBy de wasschery. De heer VELS HEYNJuist, we heb ben nu vcldkeien en zouden maar een klein eindje krijgen met goede bestrating. Ik vereenig me dan ook met het voorstel van B. en W. De heer OOSTÈRVEEN Ik zou willen voorstellen te bestraten met harde keien. De VOORZITTER: Dat zou zeer on- prnctisch zijn. De heer OOSTERVEENIk weet dat zoo niet, maar heb me door een deskun dige laten inlichten en zou dan willen voorstellen een weg van ben-kim keien. Stemmen: Maar de kosten De heer SANDERS Dit voorstel is ge daan in het economisch belang der Ge meente en het hygiënisch belang der paarden. De gemeente moet een niet te duren weg hebben en de paarden hebben 's winters een zwaren trek over den grint weg, ook bij een klinkerbestrating zijn de paarden niet gebaat. Het is geen drukke verkeersweg en zonder groote kosten kan men er een goede be strating krijgen. Deze keien kosten f 0,50 per M° en de klinkers kosten f 7. Boven dien heeft men in het begin al een keibe strating, die uitstekend is, als er maar niet in draf ovar wordt gereden. Voor de minst mogelijko kosten kan men die soort be- stating doortrekken. Do heer VAN ESVELDHet laatste weegt hier niet het zwaarst, maar we dienen te vragen, wat eischt het belang van den dienst? En al zegt de wethouder het is geen drukke verkeersweg, het verkeer be gint al 's morgens om 5 uur en eindigt 's avonds. Ik vind het verkeerd om voor een schijnbaar geldelijk voordeel geen goede straat te maken. Een klinkerbestra ting is daar dan ook zeer goed en de keien kunnen we bij den verkoop doen. De heer OOSTERVEEN: Ik kan me zeer goed vereenigen met een klinkerbe strating. De keien zullen in onderhoud nog duurder uitkomen. De heer VELS HEIN Bij de begrooting waren we eenstemmig over het nut van de keibestrating bij den Lageweg. En nn is men plotseling den andereu kant uit. De heer SANDERS: Ik kan den heer Oo6terveen geruststellen. Ik had ook ge hoord over die keibestrating en toen heb ik me gewend tot een bij uitstek deskun dige, den heer Kam en hem gevraagd of er daar ook bezwaar was tegen keibestrating. En hij heeft geantwoord volstrekt niet, die voldoen zeer goed. De heer KROESIk zou willen voor stellen te stemmen anders komen we niet klaar. Het voorBtcl van B. en W. wordt aan genomen met 11 stemmen tegen 3, die van de heeren: van Esveld, Oosterveen en Gerritsen. 12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van den naam voor de nieuw aangelegde laan voor het huis van den heer de Groot. Besloten wordt dien weg te beschouwen als een voortzetting van de Paulus Buy- laan en ook dien naam te geven. 13. Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot vaststelling van de rooilynen voor de Ringlaan en voor de nieuw aan gelegde laan (Paulus Buyslaan). De heer GERRITSEN: Ik heb geen be zwaar tegen het voorstel, maar zou willen voorstellen de twee boomen by den ingang te laten rooien. De VOORZITTER: Thans is alleen de heer de Groot belanghebbende, als er meer uienschen komen, kunnen we nog zien. Het zijn twee fraaie exemplaren en boo men zijn het sieraad van Amersfoort. De heer GERRITSEN: Als de bewoners er om vragen, zullen we het toch moeten doen, want er dreigt gevaar. De heer RIJKENSIk kan meedeelen, dat ons een adres van den heer de Groot dreigt. De chauffeur weigert met do auto in te rijden, zoodat de heer de Groot naar den Utr. weg moet loopen om in zijn auto te komen. De ruimte tusschen de boomen is ook maar 2.50 M, De VOORZITTER: Dat kunnen we dan afwachten. Het voorstel van B. en W. wordt aan genomen. De heor JORISSENHet juridische betoog van den heer van Duinen heb ik, omdat ik geen jurist ben, niet kunnen volgen. Maar er is een ding, waar hij zegt, dat de gemeente geweigerd heeft dat perceel te koopen, waarbij ik zou willen vragen in welke openbare zitting is dit perceel te koop aangeboden De VOORZITTER Op die vraag kun nen B en W. geen antwoord geven omdat de zaak in gesloten zitting is behandeld. De heer SANDERS De heer van Duinen zegt, dat de afwijziging onjuist was. Maar wat in art 40 is bepaald is niet van toe passing op art. 3, dat geschreven is voor oud en nieuw. De heer v. Duinen legt ver keerdelijk verband tusschen do artikelen, terwijl er heel geen verband bestaat. Ily heeft verder geen enkel argument gegeven, wat rede zou kunnen geven van het voorstel van B. en W. af te wijken. Wat nu de billijkheidsgronden aangaat, zal de heer van Duineu goed doen zich in technische zaken niet zoo pertinent uit te spreken, Hij zegt een trap is een trap, maar dat is volstrekt niet waar, er is wel degelijk verschil, hetgeen ik nauwkeurig met den architect heb nagegaan. En wat de reclame betreft, men kan door een an dere inrichtingen der ramen een nog veel mooiere reclamegelegenheid scheppen. Als de eigenaar nu het plan van B. en W. moet volgen mag dat wat duurder komen maar er zit niets onbillijks in, want hij heeft volstrekt geen recht op de oude fundamenten te bouwen. De heer VAN DUINENIk kan niet inzien, dat de interpretatie van art. 40 van den Wethouder juist is. Er wordt niet van den grond af opgebouwd, het is dus wel degelijk ver bouwen. En wat de trap aangaat, waar deze ook geplaatst wordt, er gaat ruimte verloren, dat ïb niet te betwisten. Ook het maken van reclame door het benutten van spiegelruiten kan men niet doen gelden. Vorig jaar heeft men daar ook al op gewezen en nu wil men daar gebruik van maken door verbouwing en verhindert dat. De heer KROES: Wat de heer van Duinen daar zegt gaat niet op, want het huis, dat hij bedoelt, staat op de rooilijn en wil hij verbouwen, dan hebben B. en W. daar niets mee te maken. Ik kan me zeer goed vereenigingen met hetgeen de Wethouder heeft gezegd. De heer de Haas heeft volgens de verordering geen recht en hij mag blij zijn, dat B. en W. dispensatie willen verleenen. De heer VAN DUINENHij zal er niet blij mee zijn en ik ook niet. Het is ver korten van zijn rechten, macht isgeen recht. De heer KROES: Als de heer de Haas zicht verkort gevoelt in zijn rechten geef ik hem in overweging zich er niet bij neer te leggen. Het voorstel van B. en W. wordt aan genomen met 12 tegen 2 stemmen, die van de heeren RijkcnB en van Duinen. De heer VAN DUINEN: M. de V.I Met het oog op het groote belang voor velen in de toepassing van het principe, 't welk thans den Raad ter beoordeeling wordt aangeboden, zij het my vergund deze zaak eenigzins uitvoerig te behandelen. Vóór alles zie ik mij gedrongen op eene onjuistheid te wijzen, voorkomende in het eerste schrijven van de commissie van Fabricage aan B. en W. In dit schrijven ge agteekend 30 Maart jl. staat als con clusie van genoemde commissie: Wij geven U mitsdien in overweging „het verzoek af te wyzen op grond van „strijd met de U bekende bepaling van „art. 2 der Bouwverordening, vastgesteld „door Gedep. Staten van Utrecht". M. de V.I Wat mij betreft is dit niet juist. Ik heb mij niet vereenigd om af wijzend te beschikken op grond van art. 2 der bouwverordening, maai wèl, wijl in genoemde vergadering werd medegedeeld, dat de aanvrager zich wederrechtelijk grond wilde toeeigenen behoorende aan de Ge meente, door de richtingslijn van het per ceel te brengen buiten de bestaande. Later is gebleken, dat die mededeeling op eene vergissing berustte en is dit dan ook de C. v. F. medegedeeld. Doch daaraan is het te danken of te wijten geweest, dat in de verg. van 30 Maart jl. unaniem is besloten afwijzend te beschikken, want was die mededeeling niet gedaan, dan zoude ik, even als later, tegen hebben gestemd. Als minderheid in de C. v. F. stel ik er prijs op mijn standpunt in dezen nader toe te lichten. By meerderheid van stemmen heeft de heer C. v.F. zich vereenigd met de zienswijze vau B. en W. bctreffeude de vraag, of in Casu art. 3 der Bouwverordening, al dan niet toepasselijk is. Zij vindt voor deze ziens wijze steun in de bepaling van art. 3 al. 2 der woningwet. Uit het rapport blijkt dus, dat een argu ment der Commissie 19 een beroep op voor noemd art. 3, al. 2. Dit beroep is echter allerminst afdoende, omdat hier niet de Woningwet maar de bouwverordening voor Amersfoort moet worden geïnterpreteerd en toegepast. Volkomen juist is het, dat, ten aanzien van een gedeelte eener woning alleen die voorschriften van toepassing zijn, of van toepassing worden verklaard, die met het te vernieuwen gedeelte verband houden. De argumentatie der Commissie als jnist aannemende, nl. dat de bepalingen omtrent de rooilyn wel degelijk verband houden met een gevel, die van af 30 cM. boven de stcep geheel nieuw wordt opgetrokken (dus voor a/, gedeelte), dan nog beslist dit hier niets, omdat dit de vraag hier niet is. De vraag waar 't hier om gaat vindt beantwoording in de toepassing van art. 30 der Amersfoortsche bouwverordening en bij de interpretatie van dit artikel mag geen beroep worden gedaan op de be woordingen van eene bepaling der woning wet. De woningwet geeft in art. 3 slechts een leiddraad voor de voorschriften, die van gemeentewege moeten worden vastgesteld, maur stelt die voorschriften zelf allerminst vast, zoodat uit de redactie van deze als leiddraad bedoelde bepalingen, geen ar gument mag worden geput by do inter-

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1910 | | pagina 2