DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. VRIJDAG 2 SEPTEMBER 1910. No. 204. 7e JAARGANG. Financieele regelen voor Gemeentediensten. BUITENLAND. BINNENLAND. Hoofdredacteur R. O. BI.IHEHS. Abonnementsprijs Per jaarf 4.Franco per post id. i 5.60. Per 3 maanden id. 11Franco per post id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f0.05. Kureau: KLEINE HjiAO 6. Telef. latere. 18». Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor iederou regel meer f 0.08. Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (Bij abonnement bolangrijke korting). Tot plaatsing van advert, on reel, van bniten bet kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Biniieu-en Buitenlandsch Advert.-bureau D, Y. ALTA, Warmoesstr. 76-78 Amsterdam In het Soc. Weekblad vraagt Mr. H. J. Tasman, die, voor do meeste gemeente bedrijven den term gemeentediensten ver kiest, omdat het winstmotief do oprichting en voortzetting van het bedrijf niet be- heerscht, zich af welke financieele regelen voor deze gemeentediensten moeten gelden. Als eerste regel moet dan gesteld wor den, dat voor het bewijzen van deze dien sten betaald moet worden. Ten eerste omdat de te bewijzen dienst, alsdan beter gewaardeerd, op hooger prijs wordt gesteld wat gratis genoten wordt, wordt niet of althans veel lager gewaardeerd. Hel eischeu van betaling heeft ook zuinig gebruik ten gevolge. Vrij water of vrij gas zou tot groote ongewenschte verspilling aanleiding geven. Ten tweede is betaling gewenscht, om dat bij gratis verstrekking de kosten uit belastingen moeten gevonden wordon en deze bron, hij merkte het reeds vroeger op, niet juist bijzonder rijk vloeiend is, en het dus gewenscht is, zoo mogelijk het bedrag, dat uit deze bron moet voorko men, zoo laag mogelijk te houden. Hoe dringender echter de behoefte waarin voorzien moet worden is, aan de eene zijde, hoe meer door betaling te eischen de bevrediging dier behoefte be moeilijkt wordt, des te lager moet de hef fing zijn. Waar het eischen zelfs van een geringe betaling bevrediging, in die mate waarin dit uit het oogpunt van algemeen belang gewenscht is, in den weg zou staan, daar kan en moet heffing geheel achter wege blijven. Omgekeerd zal de heffing des te hooger kunnen zijn, naarmate de bevrediging daaronder minder sterk zal lijden, en ruime behoeftebevrediging, niet uit het oogpunt van algemeen belang noodzakelijk is. Uit dezen stelregel vloeit z. i. tevens voort, dat er geen reden is om bij het bedrag der heffing halt te houden hij de kosten, aan de gemeente zelf veroorzaakt, en het zoogenaamde „winstmaken" abso luut te verbieden. Waar het geldt het bewijzen van een dienst, waarvan de gemeentenaar naar be lieven al of niet gebruik kan maken, zal voor ham beslissend zijn de overweging of de dienst (schrijver herinnert er aan, dat hij onder dit woord ook de te leveren goederen begrijpt) hem meer waard is dan het gevraagdo bedrag. Is dit het geval, dan zal hij zich van aankoop reap, gebruik niet onthouden, ook al vraagt do gemeente meer dan de kosten. Is dit niet het geval, dan zal hij van het Gemeente-aanbod geen gebruik maken. Is eenmaal in voldoende mate rekening gehouden mot den omvang, waarin het algemeen belang bevrediging der betrok ken behoefte eischt, dan ligt in het vragen van een hoogereH prijs dan de kosten, niets onbillijks. De betrokken gemeentenaar krjjgt meer dan hy geeft. Geldt het een dienst, wier gebruik Idoor wet of verordening, of feitelijk verplicht is, dan mist men den regelenden factor van vermeerdering of vermindering van ver bruik b|j hooger of lager prijzen, maar ook dan ziet schrijver geen reden het „winst maken" absoluut to verbieden, al zal dan de vaststelling der tarioven met nog grooter zorg dienen te geschieden. Er bestaat een nauw verband tusschon het bedrag, dat aan belasting geheven moet worden en het bedrag, dat door de gemeente aan heffingen vau allerlei aard wordt ont vangen. Hoe hooger het laatste, hoe lager het eerste kan blijven en omgekeerd. De heffingen zijn geen belastingen. Het kenmerkend onderscheid is, dat de heffingen onafscheidelijk verbonden zgn aan het ge not van een specialen dienst, waarvoor zg geheel of gedeeltelik de vergoeding vormen, terwijl belastingen los van eenien dienst geheven worden. Dit onderscheid is volgens mr. Tasman terecht thans algemeen ge bruikelijk en diont behouden te blijven. Bij do regeling der heffingen wil de schr. verder den eisch laten gelden van „heffing naar draagkracht" door gradatie in plaats van uniformiteit toe te passen en aldus met subjectieve draagkracht zooveel mogelijk rekening te houden. x Tegen deze stelling is prof. Treub in „Land en Volk* van 4 Juni jl. in verzet gekomen. Deze meent, dat men op deze wijze van het beginsel „belasting naar draagkracht" een caricatnur maakt. Op het gebied van gemeentebedrijven uioet z. i. liet beginsel van „gelijkwaardigheid" van praestatie en coutrapraestatie zooveel mogelijk behouden blijven. De stelling van gelijkwaardigheid van praestatie en coutrapraestatie acht mr. Tasman in strijd met de elementairste be grippen van ruil, die juist op ongelijk waardigheid van praestatie en coutraprae statie berust. Dit beginsel kan niot zooveel mogelijk behouden bljjven, omdat het niet bestaat. Van een voorstander van belasting naar draagkracht als prof. Treub lijkt het hem dau ook onbegrijpelijk, dat dit beginsel alleen wordt toegepast op het onderdeel van de belastingheffing, maar wordt ver worpen voor de retributieheffing, terwijl de omvang van boide gebieden elkander zoo ten nauwste beïnvloeden en loslating van dit beginsel voor do retributioheffiugen dreigt van de toepassing van belasting naar draagkracht een caricatuur te maken. Schrijver meent dan ook dat de nood zakelijkheid, voor de gemeenten inzonder heid, om de opbrengst der directe be lastingen binnen bepaalde grenzen te houden en de daaruit voortvloeiende noodzakelijk heid naar andere middelen om te zien, ook voor winstgevende „gemeentebedrijven" onverbiddelijk den plicht oplegt op dit subsidiaire gebied naar draagkracht te heffen. Een nieuwe uitlating van den Keizer. Nauwelijks zijn de Duitschers eeniger- mate tot rust gekomen van de opwinding die 's Keizers redevoeringen hebben gewekt, of de bladen komen aan met een brief van Keizer Wilhem, die wellicht opnieuw opzien zal wekken, 't Is een brief dien de Keizer geschreven zou hebben aan den Paus bij gelegenheid van het in Berlijn gehouden congres voor Vrijzinnig Christendom. Er is b(j die gelegenheid al iets gemompeld over het bestaan van zulk een brief, maar wat er in stond was tot dusver niet bekend. Nu komt La Vie Nouvelle, het orgaan der Fransche protestanten, dien inhoud mee- deelen en de Duitsche bladen nemen het natuurlijk gretig over. De Keizer zou dan aan den Paus gesohreven hebben dat nóch hij, nóch zjjn volk het met den op het congres voor Vrijzinnig Christendom tegen de Goddelijkheid van Christus gerichten aanval eens zijn. En hjj zou daarbij tevens een uitlating van zijn grootvader, Keizer Wilhelm I, in herinnering gebracht hebben, die op een Pruisische generale synode een maal verklaard heeft, dat zonder dat geloof het protestantisme zijn basis mist. De kei zerlijke brief eindigt men vele wenschen voor eeu langen duur van het glorierijk pontificaat van Pius X. De afgezant des Keizers die dezen brief bracht werd eerst door kardinaal Merry del Val en daarna door den Paus aller hartelijkst ontvangen on men gelooft dat de Paus den Keizer terstond antwoordde, nog vóór 's Keizers tocht naar Polen. Daaruit zou te verklaron zijn dat de katholieke Polen zich zoo rustig gehouden hebben bij 's Keizers bezoek aan de oosteulijke provinciën des rgks Inderdaad is het zeer goed mogelijk dat als de brief inderdaad aldus luidt ook deze daad van den Keizer weer aan leiding tot critick van zijn onderdanen zal geven. Immers do Paus heeft nog heel kort geleden een groot deel van het Duitsche volk diep gegriefd door de uit vaardiging van de Borromeus-Encycliek. Stelt de Keizer zich nu niet eenigermate tegenover zijn volk door vlak daarna den Paus zoo vriendelijk en welwillend te bejegenen, zonder dringende noodzakelijk heid f In elk geval is het weereen „per soonlijke daad" die niet van politiek belang is ontbloot en waarover de Keizer naar alle waarschijnlijkheid niet eerst met zijn kanselier gesprokeu heeft. En daarover was immers het Duitsche volk in November 1908 zoo verontwaardigd FRANKRIJK. Het zal niet lang meer duren of de Fransche bladen zien zich genoodzaakt een afzonderlijke rubriek in te lasschen onder het hoofd: Liabouvisme reeds heeft het woord in de pers burgerecht ver kregen. Geen Fransche courant kan men opslaan of men leest van een nieuwe daad der wrekers van Liabeuf; het heeft er werke lijk allen schijn vau of het een soort van mania wordt, welke den menschen dwingt tot de onredelijkste moordaanslageu. Reeds is de besmetting ook overgeslagen naar de provincie, waar ettelijke gevallen voor kwamen. Zoo wierp zich Woensdag te Brest een smid op een voorbggaanden gendarme, onder den kreet: „Ik ben een wreker van Liabeuf". Gedurende de daarop ontstane worsteling riep de wildeman eeuige mak kers te hulp, zoodat de aangevallene zou bezweken zijn onder de slagen zijner vijanden, indien niet een paar agenten en soldaten waren toegeschoten, die ten slotte zich van den smid wisten meester te maken. Tgdens zijn overbrenging naar de gevan genis, bleef de man luidkeels zijn wraak plannen uitschreeuwen. ENGELAND. Uit een dezer dagen verschenen Wit boek blijkt, dat in Engeland en Wales bij de algemeene verkiezingen in dit jaar van de 5,770,243 stemmen, er 17,151 werden uitgebracht door kiezers, die analphabeet waren. In Schotland waar ruim 660,000 stemmen werden uitgebracht, bedroeg het aantal analphabetische kiezers 2044 en Ierland, waar 220,000 stemmen ruim wer den uitgebracht, 22.515. Het hoogste aantal amdphabeten onder do kiezers leverde East Donegal op, waar van bij een totaal van 5617 stemmen er niet minder dan 15S2 door analphaheten werden uitgebracht. GRIEKENLAND. Verschillende berichten uit Athene mel den. dat do meerderheid der thans gekozen afgevaardigden die tot de volkspartij en tot de „onafhankelijken" behooren zich hebben verklaard vóór de handhaving dei- rechten des Konings en van het Vorstenhuis zoowel als vóór de bescherming der grond wettige volksvrgheden. Zij zijn m. a. w. tegen de aanhangers der militaire dictatuur. AMERIKA. De uitkomsten van de volkstelling in Amerika zijn nog niet volledig bekend, maar toch worden er al reeds belankwek- kende bijzonderheden meegedeeld. Zoo o.a. over de verschillende gezindten in de Unie. En zijn daar slechts twee christelijke kerken, waarin geen splitsing kan worden gecon stateerd, n 1. de Roomsck-Katholieke en de Prote8tantsch episcopale. Maar overigens telt men zeventien Baptisten-Genootschap pen, vier-en twintig Luthersche, vijftien Methodistische, twaalf Prcsbyteriaansche, vijftien mcunonitische, vier kwakergenoot schappen en daarnevens dan nog tal van secten. Hoever die splitsing wel gaat, toonen bijv. de Baptisten, waarouder men vindt: General Baptists, Separate Baptists, United Baptists, Free Baptists, Freewill Baptists, Two-seed-on-the-Spirit-Predcstiuation Bap tists enz. enz. Er zgn in do Unio 62 Chineesche en 12 Japansche tempels, 73 Amerikaansche keiken, 411 Grieksch-orlodoxo kerken, 4 Hindoe-tempels enz. Groen o-K r u i s-t e n t o o n s t c 11 i ti g. De Groene-Kruis-teutoonstelling welke van 122 September in do gebouweu en het Park Tivoli te Utrecht wordt gehou den is een bezoek nvorwaurd. Zooals be kend is deze expositio georganiseerd tor gelegenheid van het 10 jarig bestaan van de Vereeniging „Het Groene Kruis". Dat deze vereeniging bet recht heeft dit feit feestelijk te herdenken blykt uit den blooien- den toestand waarin zij veikeerl. Telde zij iu 1901 reeds 6000 leden, thaus is dit aantal geklommen tot het reusachtige ge tal van 150,000. De groote en kleine zaal van „Tivoli" zijn fraai en toch zeer eenvoudig gedeco reerd ou prijken met tal van interessante inzendingen. De aankleeding van de zalen vormt met de inzendingen één harmonisch geheel en maakt een ernstigen en soberen indruk, geheel in overeenstemming met den aard van de vereeniging en van het tentoongestelde. Men vindt er onder veel meer: een ziekenkamer voor den gegoeden stand, een badkamer, een arbeiders slaap- en zieken kamer, eene inzending van de propaganda, voor de bestrgding van het alcoholisme enz' enz. "Voorts geven eenige poppen een aan schouwelijk beeld van de eerste hulp bij

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1910 | | pagina 1